5194-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
4
Rijden
C-HR_OM_Europe_OM10636E
WAARSCHUWING
■Ervoor zorgen dat de Parking S upport Brake (voor voertuigen die ach-
terlangs rijden) goed werkt
Neem de volgende voorzorgsmaatregelen met betrekking tot de rad arsensoren
achter (
→Blz. 470) in acht. Het niet in acht nemen van de voorschriften kan
er toe leiden dat een sensor niet goed werkt, waardoor een onge val kan
ontstaan.
● Wijzig, demonteer of spuit de sensoren niet.
● Vervang een radarsensor achter uitsluitend door een originele sensor.
● Voorkom dat de radarsensoren achter beschadigd raken en houd de
radarsensoren en hun omgeving op de bumper te allen tijde schoon.
● Wanneer het gebied rondom een radarsensor achter wordt blootgesteld
aan een krachtige schok, werkt het systeem mogelijk niet goed meer door-
dat de sensor niet goed meer werkt. Laat de auto nakijken door een
erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een andere na ar beho-
ren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
● Neem de voorzorgsmaatregelen met betrekking tot het omgaan met de
radarsensor achter in acht. (
→Blz. 470)
C-HR_OM_Europe_OM10636E.book P age 519 Thursday, August 1, 2019 2:53 PM
5234-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
4
Rijden
C-HR_OM_Europe_OM10636E
Het begeleidingsscherm wordt weergegeven op het multi-informatie-
display.
Weergave bediening
Geeft de bedrijfsconditie van het
Simple Intelligent Parking Assist-
systeem weer.
Stopweergave
Trap wanneer dit brandt het rem-
pedaal in en breng de auto direct
tot stilstand.
Indicator mate van assistentie
Geeft een statusbalk weer waarop wordt aangegeven hoe ver de au to is
verwijderd van zijn stoppositie/wat de positie is waarbij de on dersteunings-
regeling eindigt.
Icoon S-IPA-schakelaar
Wordt weergegeven wanneer de ondersteuningsmodus kan worden gew ij-
zigd en het systeem kan worden uit- of ingeschakeld met de S-IPA-scha-
kelaar.
Weergave automatische bediening van het stuurwiel
Geeft weer wanneer het stuurwiel automatisch wordt bediend.
Weergave Toyota Parking Assist -sensor/weergave portierpositie
(open/dicht)
→Blz. 478
Adviesweergave
Volg de op het display getoonde aanwijzingen op en voer de aangegeven
handelingen uit.
In de afbeelding wordt als voorbeeld een display getoond waarop staat
aangegeven dat het rempedaal moet worden ingetrapt om de rijsnelheid te
regelen en dat u moet controleren of de omgeving veilig is.
Begeleidingsscherm
C-HR_OM_Europe_OM10636E.book P age 523 Thursday, August 1, 2019 2:53 PM
5264-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
C-HR_OM_Europe_OM10636E■
Controlelampje S-IPA in het instrumentenpaneel ( →Blz. 137)
Dit controlelampje gaat branden wanneer het stuurwiel automatis ch wordt
bediend door het Simple Intelligent Parking Assist-systeem. Nad at de rege-
ling wordt beëindigd, knippert het controlelampje korte tijd en dooft het vervol-
gens.
■ Pop-updisplay Toyota P arking Assist-sensor
Als het Simple Intelligent Parking Assist-systeem in werking is en de
PKSB (Parking Support Brake) een obstakel signaleert, verschijnt auto-
matisch een pop-updisplay van de Toyota Parking Assist-sensor op het
begeleidingsscherm ( →Blz. 478), ongeacht of de PKSB (Parking Support
Brake) is in- of uitgeschakeld. ( →Blz. 477)
■ Als de rijsnelheid hoger dreigt te worden dan de snelheidslimie t tijdens
de ondersteuningsregeling
Er klinkt een zoemer en er verschijnt een melding dat de mogeli jkheid
bestaat dat de rijsnelheid de snel heidslimiet zal overschrijden. Trap, wan-
neer de melding wordt weergegeven, het rempedaal direct in om te dece-
lereren. Als de auto blijft accelereren, wordt de ondersteuning sregeling
onderbroken wanneer de rijsnelheid een bepaalde snelheid oversc hrijdt.
( → Blz. 550)
C-HR_OM_Europe_OM10636E.book P age 526 Thursday, August 1, 2019 2:53 PM
5324-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
C-HR_OM_Europe_OM10636E
■Werkingsvoorwaarden modus automatisch fileparkeren
● Rijd langzaam (met een snelheid waarbij de auto snel tot stilst and kan wor-
den gebracht) om de modus automatisch fileparkeren goed te late n werken.
Houd de auto parallel aan de weg (of stoeprand) terwijl u een a fstand van
ongeveer 1 m tot de geparkeerde auto's aanhoudt.
● De functie kan niet worden gebruikt wanneer de rijsnelheid onge veer 30 km/
h of hoger is.
● De zijsensoren voor en zijsensoren achter worden gebruikt om ge parkeerde
auto's te signaleren en de parkeerplaats te bepalen. Daarom wor dt er geen
begeleiding gegeven wanneer signalering niet mogelijk is ( →Blz. 558).
● Als er geen geparkeerde auto's zijn, kan de parkeerplaats niet worden
bepaald.
Daardoor kan de Parallel Parking Assist-modus niet worden bedie nd.
● Wanneer de omgeving van de parkeerplaats niet kan worden gesign aleerd,
werkt de Parallel Parking Assist-modus mogelijk niet.
● De begeleiding blijft werken totdat de rijsnelheid ongeveer 30 km/h of hoger
wordt of totdat de functie wordt uitgeschakeld met de S-IPA-sch akelaar.
■ Timing voor het indrukken van de S-IPA-schakelaar
In de volgende gevallen werkt de ondersteuningsmodus mogelijk o ok tijdens
de stappen die worden gevolgd bij het parkeren met behulp van de modus
automatisch fileparkeren. Voer in deze gevallen echter de parke erprocedures
uit overeenkomstig de informatie op het multi-informatiedisplay .
● In stap wordt de S-IPA-schakelaar ingedrukt nadat de beoogde p arkeer-
plaats al is gepasseerd.
Als de auto niet is gestopt in stap , kunt u door de S-IPA-scha kelaar 1
keer in te drukken terwijl de auto rijdt, “Parallel Parking” (fileparkeren) selec-
teren en direct verdergaan naar stap .
● De auto wordt naar de positie in stap gereden zonder dat de S- IPA-scha-
kelaar wordt ingedrukt. Vervolgens wordt na het in de stand voo r achteruitrij-
den zetten van de selectiehendel de S-IPA-schakelaar ingedrukt.
1
1
2
3
C-HR_OM_Europe_OM10636E.book P age 532 Thursday, August 1, 2019 2:53 PM
5394-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
4
Rijden
C-HR_OM_Europe_OM10636E
WAARSCHUWING
■Gebruik van de modus parkeerpl aats fileparkeren verlaten
Rijd in de volgende situatie voorzichtig omdat de sensoren opzi j objecten
mogelijk niet juist detecteren, waardoor er een ongeval kan ontstaan.
OPMERKING
● Gebruik de modus parkeerplaats fileparkeren verlaten niet in ee n andere
situatie dan bij het verlaten van een fileparkeerplek.
Trap het rempedaal in en breng de auto tot stilstand en druk ve rvolgens de
S-IPA-schakelaar in om de ondersteuningsregeling uit te schakel en als de
ondersteuningsregeling onbedoeld in werking treedt.
● Het detectiebereik van de sensoren ( →Blz. 482) is beperkt. Controleer of
het gebied rondom uw auto veilig is. Breng, als de kans bestaat dat er iets
wordt geraakt, de auto tot stilstand door het rempedaal in te t rappen.
● Mogelijk kunnen objecten die zich dicht bij de grond bevinden n iet worden
gesignaleerd. Controleer of het gebied rondom uw auto veilig is en breng
de auto tot stilstand door het rempedaal in te trappen als het lijkt alsof de
auto mogelijk iets zal raken.
● Controleer bij het wegrijden of het gebied rondom uw auto veili g is.
Als er een object aanwezig is in een
gebied dat buiten het detectiebereik van
de sensoren opzij valt.
Obstakel
C-HR_OM_Europe_OM10636E.book P age 539 Thursday, August 1, 2019 2:53 PM
5454-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
4
Rijden
C-HR_OM_Europe_OM10636E
■Werkingsvoorwaarden modus automatisch haaks inparkeren
● Rijd langzaam (met een snelheid waarbij de auto snel tot stilst and kan wor-
den gebracht) om de functie goed te laten werken. Breng de auto volledig
tot stilstand op het punt waarbij het midden van de parkeerplaa ts vrijwel
haaks op de auto staat en druk op de S-IPA-schakelaar.
● De functie kan niet worden gebruikt wanneer de rijsnelheid onge veer 30 km/
h of hoger is.
● De zijsensoren voor en zijsensoren achter worden gebruikt om ge parkeerde
auto's te signaleren en de parkeerplaats te bepalen. Daarom wor dt er geen
begeleiding gegeven wanneer signalering niet mogelijk is ( →Blz. 558).
● Als er geen geparkeerde auto's zijn, kan de parkeerplaats niet worden
bepaald. Daardoor kan de modus automatisch haaks inparkeren nie t wor-
den bediend.
● Wanneer de omgeving van de parkeerplaats niet kan worden gesign aleerd,
werkt de modus automatisch haaks inparkeren mogelijk niet.
■ Tips voor het gebruik van de mo dus automatisch haaks inparkeren
●
Als er, afhankelijk van de conditie van de
parkeerplaats, onvoldoende ruimte is
vóór de auto om de parkeerprocedure
uit te voeren, kan de beoogde parkeer-
plaats mogelijk niet worden bereikt.
Beoogde parkeerplaats
Muur
Laat een ruimte van ongeveer 1 m
tussen uw auto en de geparkeerde
auto's en rijd richting de beoogde par-
keerplaats. Als de ruimte tussen uw
auto en de geparkeerde auto's te
groot is, kunnen de zijsensoren voor
en zijsensoren achter de geparkeerde
auto's mogelijk niet signaleren.
Stop op het punt waarbij het midden
van de beoogde parkeerplaats vrijwel
haaks op de auto staat. Druk boven-
dien pas op de S-IPA-schakelaar
wanneer de auto volledig tot stilstand
is gebracht.
1
Ongeveer
1 m
O
C-HR_OM_Europe_OM10636E.book P age 545 Thursday, August 1, 2019 2:53 PM
5474-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
4
Rijden
C-HR_OM_Europe_OM10636E
Wanneer het Simple Intelligent Parking Assist-systeem niet kan wor-
den bediend of wanneer de werking is beëindigd, het systeem is uit-
geschakeld, enz., w ordt een van de onderstaande meldingen
weergegeven op het multi-informatiedisplay. Neem de juiste maat re-
gelen overeenkomstig de weergave op het display.
■Wanneer bediening niet mogelijk is
Meldingen multi-informatiedisplay
MeldingSituatie/oplossing
“IPA System Check Visit
Your Dealer” (IPA-systeem-
controle. Ga naar uw dea-
ler.)
Er is mogelijk een storing in het systeem aan-
wezig.
→ Zet het contact UIT e n start vervolgens
de motor.
Laat de auto nakijken door een erkende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur of
een andere naar behoren gekwalifi-
ceerde en uitgeruste deskundige als de
melding opnieuw wordt weergegeven.
“Currently Unavailable”
(momenteel niet beschik-
baar)
Er zit mogelijk een storing in het systeem.
De stuurbekrachtiging is tijdelijk oververhit.
→ Zet het contact UIT, wacht enige tijd en
start vervolgens de motor opnieuw.
De motor draait niet.
→Start de motor.
Er zit mogelijk ijs, sneeuw, vuil, o.i.d. op een
sensor. Verwijder het ijs, de sneeuw, het vuil,
enz.
→Verwijder het ijs, de sneeuw, het vuil,
enz.
De sensor is bevroren.
→Zodra de sensor ontdooit, zal het sys-
teem weer normaal werken.
De accu is verwijderd en weer geplaatst.
→Rijd gedurende ten minste 5 seconden
recht vooruit met een snelheid van
ongeveer 35 km/h of hoger.
C-HR_OM_Europe_OM10636E.book P age 547 Thursday, August 1, 2019 2:53 PM
5524-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
C-HR_OM_Europe_OM10636E■
Sensoren
Signaleren de auto om de pa
rkeerplaats te helpen bepalen.
Zijsensoren voor
Zijsensoren achter
“Resume” (hervatten)
De ondersteuningsregeling wordt tijdelijk
onderbroken (kan opnieuw worden gestart)
→ Breng de auto tot stilstand en laat uw
handen op het stuurwiel rusten zonder
druk uit te oefenen. Druk vervolgens op
de S-IPA-schakelaar om de ondersteu-
ningsregeling weer te starten.
“Too Close to Obstacle at
Front” (te dicht bij obstakel
voor de auto)
“Back Up” (rijd achteruit)
De auto kwam te dicht bij een obstakel voor
de auto.
→ Druk, nadat u de selectiehendel in de
stand voor achteruitrijden hebt gezet,
op de S-IPA-schakelaar om de onder-
steuningsregeling weer te starten.
“Too Close to Obstacle at
Rear” (te dicht bij obstakel
achter de auto)
“Go Forward” (rijd vooruit)
De auto kwam te dicht bij een obstakel achter
de auto.
→ Druk, nadat u de selectiehendel in de
stand voor vooruitrijden hebt gezet, op
de S-IPA-schakelaar om de ondersteu-
ningsregeling weer te starten.
MeldingSituatie/oplossing
Voorzorgsmaatregelen tijdens het gebruik
C-HR_OM_Europe_OM10636E.book P age 552 Thursday, August 1, 2019 2:53 PM