Page 49 of 308

47
Ergonomie en comfort
3Zitpositie
Juiste zitpositie
Een goede zitpositie tijdens het rijden verbetert
uw comfort en uw veiligheid.
Ook het zicht rondom en de bereikbaarheid
van de bedieningsfuncties worden hierdoor
geoptimaliseerd.
Sommige stelmogelijkheden van de stoelen
die in dit hoofdstuk worden beschreven zijn
afhankelijk van het uitrustingsniveau en het land
van verkoop.
Bestuurdersstoel
Neem plaats op de stoel en zorg ervoor dat uw
bekken, uw rug en uw schouders goed tegen de
rugleuning steunen.
Wijzig de hoogte van de zitting zodat uw ogen
op gelijke hoogte zijn met het midden van de
voorruit.
De ruimte tussen uw hoofd en het dak moet
minstens 10 cm zijn.
Zorg er bij het verstellen van de stoel in
lengterichting voor dat u de pedalen volledig kunt
intrappen zonder uw benen geheel te strekken.
De afstand tussen uw knieën en het dashboard
moet minstens 10 cm zijn, zodat u eenvoudig
toegang hebt tot de bediening op het dashboard.
Zet de rugleuning zo recht mogelijk; kantel deze
nooit verder dan 25°.
De juiste stand van de hoofdsteun is als de
bovenzijde van de hoofdsteun zich ter hoogte
van de bovenzijde van het hoofd bevindt.
Stel de lengte van de zitting af zodat uw
bovenbenen goed worden ondersteund.
Stel de lendensteun af op de vorm van uw
wervelkolom.
Stel het stuurwiel zo af dat het minstens 25 cm
van uw borstbeen verwijderd is en u het met uw
armen licht gebogen kunt vasthouden.
Het stuur mag het instrumentenpaneel niet aan
het zicht onttrekken.
Verstel de stoel uit
veiligheidsoverwegingen uitsluitend als
de auto staat geparkeerd.
Zet als uw auto is uitgerust met elektrisch
verstelbare stoelen eerst het contact aan
om de stoelen te kunnen verstellen.
Passagierszijde
Neem plaats op de stoel en zorg ervoor dat uw
bekken, uw rug en uw schouders goed tegen de
rugleuning steunen.
Zorg bij het verstellen van de stoel in de
lengterichting voor een afstand van ten minste
25 cm tot het dashboard.
De juiste stand van de hoofdsteun is als de
bovenzijde van de hoofdsteun zich ter hoogte
van de bovenzijde van het hoofd bevindt.
Voordat u gaat rijden
Stel de buitenspiegels en de binnenspiegel af
om de dode hoeken te minimaliseren.
Doe uw veiligheidsgordel om: plaats het
schoudergedeelte van de gordel in het midden
van uw schouder en trek het heupgedeelte goed
aan ter hoogte van uw bekken.
Controleer of alle passagiers hun gordel goed
hebben omgedaan.
Zet als uw auto is uitgerust met elektrisch
verstelbare buitenspiegels eerst het
Page 50 of 308

48
Ergonomie en comfort
1.Afstelling lengte van de zitting
► Trek de handgreep naar voren om de
zitting te ontgrendelen en beweeg vervolgens
het voorste deel van de zitting naar voren of
naar achteren.
2. Elektrische afstelling van de hoek van de
zitting
► Houd het voorste of achterste gedeelte
van de toets ingedrukt om het voorste deel
van de zitting omhoog of omlaag te bewegen.
3. Elektrische afstelling van de lendensteun
Met deze schakelaar kan de lendensteun
zowel in diepte als in hoogte worden
ingesteld.
► Houd het voorste of het achterste
gedeelte van de schakelaar ingedrukt om
de mate van steun voor de lendenen te
vergroten of te verkleinen.
► Houd het bovenste of onderste gedeelte
van de schakelaar ingedrukt om de
lendensteun te verhogen of te verlagen.
Voorpassagiersstoel als
tafeltje gebruiken
De rugleuning van de voorpassagiersstoel kan
volledig worden neergeklapt en in die stand
worden vergrendeld.
Als ook de rugleuning van de achterbank
is neergeklapt, kunnen er lange en grote
voorwerpen worden vervoerd.
Eerste handelingen:
► Zet de hoofdsteun omlaag.
contact aan om de buitenspiegels te kunnen=
verstellenK
Tijdens het rijden
Houd u aan de voorgeschreven zitpositie en
houd het stuurwiel met beide handen vast op
'kwart over negen', zodat u op elk moment alle
bedieningsfuncties binnen handbereik hebt.
Verstel de stoelen en het stuurwiel nooit
tijdens het rijden.
Houd uw voeten altijd op de vloer.
Voorstoelen
Zorg er bij het naar achteren schuiven
van de stoel voor dat de beweging van
de stoel niet kan worden gehinderd door
personen of voorwerpen.
Kans op bekneld raken van de
achterpassagiers of op blokkeren van de stoel
als grote voorwerpen op de vloer achter de
stoel zijn geplaatst.
Handmatig verstelbare
stoelen
1. Verstellen van de stoel in lengterichting
►
Beweeg de stang omhoog en schuif de
stoel naar voren of naar achteren.
►
Laat de stang los om de stoel in de
betreffende positie te vergrendelen.
2. Afstelling hoogte van de zitting
►
Beweeg de hendel omhoog of omlaag
totdat de gewenste hoogte is bereikt. 3.
Hoek van de rugleuning afstellen
►
Draai de draaiknop naar voren of naar
achteren tot de gewenste hoek is bereikt.
of
►
T
rek bij een passagiersstoel die in de
tafelstand kan worden gezet aan de hendel
en beweeg de rugleuning naar voren of naar
achteren.
4. Hoogte van de hoofdsteun instellen
Zie het betreffende hoofdstuk.
5. Afstelling van de lendensteun
(alleen aan bestuurderszijde)
►
Draai de draaiknop naar voren of naar
achteren om de mate van steun voor de
lendenen in te stellen.
Stoelen met
AGR-kwaliteitslabel
Aanvullende stelmogelijkheden
Page 51 of 308

49
Ergonomie en comfort
31.Afstelling lengte van de zitting
►
T rek de handgreep naar voren om de
zitting te ontgrendelen en beweeg vervolgens
het voorste deel van de zitting naar voren of
naar achteren.
2. Elektrische afstelling van de hoek van de
zitting
►
Houd het voorste of achterste gedeelte
van de toets ingedrukt om het voorste deel
van de zitting omhoog of omlaag te bewegen.
3. Elektrische afstelling van de lendensteun
Met deze schakelaar kan de lendensteun
zowel in diepte als in hoogte worden
ingesteld.
►
Houd het voorste of het achterste
gedeelte van de schakelaar ingedrukt om
de mate van steun voor de lendenen te
vergroten of te verkleinen.
►
Houd het bovenste of onderste gedeelte
van de schakelaar ingedrukt om de
lendensteun te verhogen of te verlagen.
Voorpassagiersstoel als
tafeltje gebruiken
De rugleuning van de voorpassagiersstoel kan
volledig worden neergeklapt en in die stand
worden vergrendeld.
Als ook de rugleuning van de achterbank
is neergeklapt, kunnen er lange en grote
voorwerpen worden vervoerd.
Eerste handelingen:
►
Zet de hoofdsteun omlaag.
► Klap het uitklaptafeltje omhoog (afhankelijk
van de uitvoering).
►
Zet de stoel naar achteren zodat er ruimte
voor de hoofdsteun is.
►
Zet de stoel in de laagste stand.
►
Controleer of er niets in de weg zit
bij het neerklappen van de rugleuning
(veiligheidsgordel, kinderzitje, kleding, tassen...).
We raden u aan om de airbag vóór aan
passagierszijde uit te schakelen.
Neerklappen van de rugleuning
► Trek de hendel volledig omhoog om de
rugleuning te ontgrendelen.
►
Klap de rugleuning volledig neer
.
In deze stand kan de rugleuning worden
belast met een gewicht van maximaal 30
kg.
Let op: bij hard remmen kunnen op de
neergeklapte rugleuning geplaatste
voorwerpen veranderen in gevaarlijke
projectielen.
Rechtop zetten van de rugleuning
► Trek de hendel volledig omhoog om de
rugleuning te ontgrendelen.
►
Beweeg de rugleuning omhoog en naar
achteren tot deze wordt vergrendeld.
►
Controleer of de rugleuning goed is
vergrendeld.
Hoofdsteunen vóór
In hoogte verstellen
► Omhoog: trek de hoofdsteun omhoog tot
de gewenste hoogte; een klik geeft aan dat de
hoofdsteun is vergrendeld.
►
Omlaag:
druk het ontgrendelknopje ( A) in om
de hoofdsteun omlaag te zetten.
Page 52 of 308

50
Ergonomie en comfort
5.Afstelling van de lendensteun
Met deze schakelaar kan de lendensteun
zowel in diepte als in hoogte worden
ingesteld.
► Houd het voorste of het achterste
gedeelte van de schakelaar ingedrukt om
de mate van steun voor de lendenen te
vergroten of te verkleinen.
► Houd het bovenste of onderste gedeelte
van de schakelaar ingedrukt om de
lendensteun te verhogen of te verlagen.
Zitposities opslaan
Deze functie, die is gekoppeld aan de
elektrisch verstelbare bestuurdersstoel, biedt
de mogelijkheid om twee standen van de
bestuurdersstoel in het geheugen op te slaan.
Dit vergemakkelijkt het instellen van de stoel als
de auto regelmatig door een andere bestuurder
wordt gebruikt.
Naast de stand van de elektrisch verstelbare
stoel wordt ook die van de buitenspiegels
opgeslagen.
De hoofdsteun is goed afgesteld
wanneer de bovenkant gelijk ligt met de
bovenkant van het hoofd van de passagier.
Een hoofdsteun verwijderen
► Beweeg de hoofdsteun omhoog tot aan de
aanslag.
►
Druk pal
A in om de hoofdsteun te
ontgrendelen en trek de hoofdsteun omhoog.
►
Berg de hoofdsteun veilig op.
Een hoofdsteun terugplaatsen
► Steek de pennen van de hoofdsteun in de
geleiders van de betreffende rugleuning.
►
Duw de hoofdsteun omlaag tot tegen de
aanslag.
►
Druk het ontgrendelknopje ( A
) in om de
hoofdsteun los te halen en duw deze omlaag.
►
Stel de hoogte van de hoofdsteun af.
Ga nooit rijden als de hoofdsteunen zijn
verwijderd. Deze moeten zijn geplaatst
en goed zijn afgesteld voor de betreffende
inzittende.
Elektrisch instelbare
bestuurdersstoel
Voor het elektrisch verstellen van de
stoel moet het contact worden
ingeschakeld of, wanneer de eco-modus
actief is, de motor worden gestart.
Deze elektrische stelmogelijkheden zijn
toegankelijk ongeveer 1 minuut nadat het
bestuurdersportier is geopend. Ze worden
uitgeschakeld ongeveer 1 seconden nadat
het contact is afgezet.
1. Hoogte en hoek van de zitting afstellen/
afstelling van de zitpositie in lengterichting
►
Beweeg het voorste deel van de
schakelaar omhoog of omlaag tot de
gewenste hoek van de zitting is bereikt.
►
Beweeg het achterste deel van de
schakelaar omhoog of omlaag om de zitting
in hoogte te verstellen.
►
Beweeg de schakelaar naar voren of naar
achteren om de stoel naar voren of naar
achteren te bewegen.
2. Hoek van de rugleuning afstellen
►
Beweeg de schakelaar naar voren of naar
achteren totdat de rugleuning in de gewenste
hoek staat.
3. Hoogte van de hoofdsteun instellen
Zie het betreffende hoofdstuk.
4. Afstelling lengte van de zitting
►
T
rek de handgreep naar voren om de
zitting te ontgrendelen en beweeg vervolgens
het voorste deel van de zitting naar voren of
naar achteren.
Page 53 of 308

51
Ergonomie en comfort
35.Afstelling van de lendensteun
Met deze schakelaar kan de lendensteun
zowel in diepte als in hoogte worden
ingesteld.
►
Houd het voorste of het achterste
gedeelte van de schakelaar ingedrukt om
de mate van steun voor de lendenen te
vergroten of te verkleinen.
►
Houd het bovenste of onderste gedeelte
van de schakelaar ingedrukt om de
lendensteun te verhogen of te verlagen.
Zitposities opslaan
Deze functie, die is gekoppeld aan de
elektrisch verstelbare bestuurdersstoel, biedt
de mogelijkheid om twee standen van de
bestuurdersstoel in het geheugen op te slaan.
Dit vergemakkelijkt het instellen van de stoel als
de auto regelmatig door een andere bestuurder
wordt gebruikt.
Naast de stand van de elektrisch verstelbare
stoel wordt ook die van de buitenspiegels
opgeslagen.
Met de toetsen M / 1 / 2
► Stap in de auto en zet het contact aan.
►
Zet uw stoel en de buitenspiegels in de
gewenste stand.
►
Druk op de knop M
en vervolgens binnen 4
seconden op de knop 1 of 2.
Het opslaan wordt bevestigd door een
geluidssignaal.
Het opslaan van een andere stand annuleert de
vorige, in het geheugen opgeslagen stand.
Oproepen van een opgeslagen
zitpositie
Contact aan of draaiende motor
► Druk op de knop 1
of 2 om de desbetreffende
zitpositie op te roepen.
Er klinkt een geluidssignaal wanneer de
aanpassing is voltooid.
U kunt de beweging onderbreken door op de
toets M, 1 of 2 te drukken of door één van de
schakelaars van de stoelverstelling te bedienen.
U kunt een zitpositie niet oproepen tijdens het
rijden.
Het opvragen van een opgeslagen zitpositie is
tot ongeveer 45 seconden na het afzetten van
het contact mogelijk.
Stoelverwarming
De functie werkt alleen als de motor draait.
Aan/uit
► Druk op de toets voor uw stoel.
► Elke keer dat u op de toets drukt, wijzigt de
stand van de verwarming; het bijbehorende
aantal lampjes gaat branden.
►
W
anneer u de verwarming wilt uitschakelen,
drukt u nogmaals op de toets totdat alle lampjes
uit zijn.
De status van het systeem wordt opgeslagen bij
het uitzetten van het contact.
Gebruik de functie niet als de stoel niet
wordt gebruikt.
Zet de stoelverwarming zo snel mogelijk in
een lagere stand.
Page 54 of 308

52
Ergonomie en comfort
Ontwasemen/Ontdooien
Als de auto is voorzien van spiegelverwarming, kunt u deze
inschakelen door op de toets van de
achterruitverwarming te drukken.
Raadpleeg de desbetreffende rubriek voor meer
informatie over de achterruitverwarming .
Afstellen
► Beweeg schakelaar A naar rechts of links om
de juiste buitenspiegel te selecteren.
► Duw schakelaar B in de vier richtingen om de
spiegel af te stellen.
► Zet schakelaar A weer in de middenstand.
Handmatig inklappen
De spiegels kunnen handmatig worden ingeklapt
(parkeren, smalle garage, enz.).
► Kantel de spiegel richting de auto.
Schakel de functie uit zodra de temperatuur
van de stoelen en in het interieur op
een aangenaam niveau is gekomen. Dit=
vermindert het stroomverbruik waardoor ook=
het brandstofverbruik lager wordt.
Langdurig gebruik van de=
stoelverwarming wordt afgeraden voor=
personen met een gevoelige huid.
Personen waarvan de warmtewaarneming=
beperkt is (ziekte, medicijnen enz.), kunnen=
brandwonden krijgen.
Om beschadiging van het
verwarmingselement en kortsluiting te
voorkomen:
Page 55 of 308

53
Ergonomie en comfort
3Ontwasemen/Ontdooien
Als de auto is voorzien van spiegelverwarming, kunt u deze
inschakelen door op de toets van de
achterruitverwarming te drukken.
Raadpleeg de desbetreffende rubriek voor meer
informatie over de achterruitverwarming .
Afstellen
► Beweeg schakelaar A naar rechts of links om
de juiste buitenspiegel te selecteren.
►
Duw schakelaar B
in de vier richtingen om de
spiegel af te stellen.
►
Zet schakelaar
A weer in de middenstand.
Handmatig inklappen
De spiegels kunnen handmatig worden ingeklapt
(parkeren, smalle garage, enz.).
►
Kantel de spiegel richting de auto.
Elektrisch inklappen
Afhankelijk van de uitrusting kunnen de spiegels
elektrisch worden ingeklapt als de auto wordt
geparkeerd.
► Zorg dat het contact is
aangezet en zet schakelaar A
vanuit de auto in de middelste
stand.
►
Beweeg schakelaar A
naar
achteren.
►
V
ergrendel de auto van buitenaf.
Elektrisch uitklappen
► Van buitenaf: ontgrendel de auto.
► V an binnenuit: zet met aangezet contact
schakelaar A
in de middelste stand en beweeg
deze daarna naar achteren.
Afhankelijk van de uitvoering wordt de functie voor het automatisch in- en
uitklappen van de buitenspiegels via het
menu Rijverlichting
/ Auto
van het
touchscreen worden ingesteld.
Deze instelling kan ook door een PEUGEOT-
dealer of een bevoegde werkplaats worden
ingesteld.
Automatisch kantelen van buitenspiegels bij achteruitrijden
Afhankelijk van de uitvoering kunnen de spiegels
met deze functie automatisch omlaag worden gekanteld, om achteruit parkeren gemakkelijker
te maken.
Zodra de achteruitversnelling wordt ingeschakeld
terwijl de motor draait, wordt het spiegelglas van
de spiegels naar de grond gericht.
Ze keren terug naar de oorspronkelijke stand:
–
Enkele seconden nadat er uit de
achteruitversnelling is geschakeld.
–
W
anneer er sneller dan 10 km/h wordt
gereden.
–
Als de motor wordt afgezet.
Deze functie kan worden ingesteld in het
menu Rijverlichting/Auto
op het
touchscreen.
Binnenspiegel
Handbediend model
Dag-/nachtstand
► Trek aan het hendeltje om de spiegel in de
antiverblindingsstand (nachtstand) te zetten.
►
Duw het hendeltje naar voren om de spiegel
zetten in de normale dagstand te zetten.
Afstellen
►
Stel de spiegel af in de normale dagstand.
Page 56 of 308

54
Ergonomie en comfort
Achterbank met vaste zittingen en een in twee
delen (2/3 - 1/3) neerklapbare rugleuning
waarmee de bagageruimte kan worden vergroot.
De rugleuningen
neerklappen
Beide delen van de rugleuning kunnen op twee
manieren worden ontgrendeld:
– met een handgreep 1 aan de buitenzijde van
de rugleuning,
– met een hendel 2 op het zijpaneel van de
bagageruimte.
Verplaats de rugleuningen uitsluitend bij
stilstaande auto.
Eerste handelingen:
► Zet de hoofdsteunen omlaag.
► Zet de armsteun achter omhoog.
► Schuif waar nodig de voorstoelen naar voren.
Automatische "elektrochromatische"
binnenspiegel
Dankzij een sensor die de hoeveelheid licht die
vanaf de achterzijde van de auto op de spiegel
valt meet, gaat de binnenspiegel geleidelijk en
automatisch over van de dag- in de nachtstand.
Zodra de achteruitversnelling wordt
ingeschakeld, wordt de spiegel in de
dagstand gezet voor een maximaal zicht naar
achteren.
Hoofdsteunen achter
Hoge stand (als zitplaatsen bezet zijn):
► Beweeg de hoofdsteun omhoog tot aan de
aanslag.
Lage stand
(opgeborgen stand, als de
zitplaatsen onbezet zijn):
►
Druk de pallen ( A
) in om de hoofdsteun los te
halen en duw deze omlaag.
De hoofdsteunen achter kunnen worden
verwijderd.
Een hoofdsteun verwijderen
► Beweeg de hoofdsteun omhoog tot aan de
aanslag.
►
Druk vervolgens de pallen ( A
) in om de
hoofdsteun te ontgrendelen en zet hem helemaal
omhoog.
►
Berg de hoofdsteun op.
Een hoofdsteun terugplaatsen
► Steek de pennen van de hoofdsteun in de
geleiders van de betreffende rugleuning.
►
Duw de hoofdsteun omlaag tot tegen de
aanslag.
►
Druk de pallen ( A
) in om de hoofdsteun los te
halen en duw deze omlaag.
Ga nooit rijden met passagiers op de
achterbank als de hoofdsteunen zijn
verwijderd; de hoofdsteunen moeten zijn
geplaatst en in de hoge stand staan.
De hoofdsteun van de middelste
zitplaats en de hoofdsteunen van
de buitenste zitplaatsen zijn niet uitwisselbaar.
Achterbank