Page 89 of 208

GESCHIKTHEID VAN PASSAGIERSSTOELEN VOOR GEBRUIK VAN
ISOFIX-KINDERZITJES
In de onderstaande tabel worden, in overeenstemming met de Europese norm ECE 16, de verschillende
montagemogelijkheden getoond voor Isofix-kinderzitjes op stoelen die zijn uitgerust met Isofix-bevestigingen.
Gewichtsgroep Plaats kinderzitje Klasse Isofix-formaat Inzittende achter
Groep 0 tot 10 kg Tegen de rijrichting in EIL (*)
Groep 0+ tot 13 kgTegen de rijrichting in E
IL (*)
Tegen de rijrichting in DIL (*)
Tegen de rijrichting in CX
Groep 1 van 9 tot 18 kgTegen de rijrichting in D
IL (*)
Tegen de rijrichting in CX
In de rijrichting BIUF
In de rijrichting BIIUF
In de rijrichting AIUF
IL (*): Het Isofix-kinderzitje kan worden gemonteerd door de stand van de voorstoel te verstellen
X: Isofix-plaats niet geschikt voor Isofix-kinderzitje in deze gewichtsgroep en/of maatklasse.
IUF: Geschikt voor Isofix-kinderzitjes uit de universele klasse (met derde bevestigingspunt boven) die in de rijrichting bevestigd moeten worden en die goedgekeurd
zijn voor het gebruik voor de specifieke gewichtsgroep.
87
Page 90 of 208
KINDERZITJES AANBEVOLEN DOOR FCA VOOR UW YPSILON
Lineaccessori MOPAR
®omvat een volledige reeks kinderzitjes die bevestigd moeten worden met de driepuntsveiligheidsgordel
of de ISOFIX-beugels.
Gewichtsgroep Kinderzitjes Type kinderzitje Montage kinderzitjes
Groep 0+:van
pasgeboren tot 13
kg
Britax Baby Safe plus
Nummer typegoedkeuring: E1
04301146
Lancia-bestelcode: 71806415
Universeel ISOFIX-kinderzitje.
Het zitje moet tegen de rijrichting in
gemonteerd worden, met behulp van
alleen de veiligheidsgordels, of de
speciale ISOFIX-basis (die apart kan
worden aangeschaft) en de ISOFIX-
bevestigingspunten in het voertuig.
Dit moet gemonteerd worden op de
achterstoelen aan de zijkanten. ++
Britax Baby Safe ISOFIX-
basis
Lancia-bestelcode: 71806416
88
VEILIGHEID
Page 91 of 208

Gewichtsgroep Kinderzitjes Type kinderzitje Montage kinderzitjes
Groep 1: van 9 tot
18 kg
Fair G0/1S
Nummer typegoedkeuring: E4
04443718
Lancia-bestelcode: 71807388
Universeel ISOFIX-kinderzitje.
Dit mag zowel in de rijrichting als tegen
de rijrichting in gemonteerd worden
met behulp van alleen de
veiligheidsgordels van het voertuig of
de Isofix-bevestigingspunten.
FCA adviseert montage met het
ISOFIX-platform (RWF speciaal "A"
type - dat apart aangeschaft moet
worden) voor montage tegen de
rijrichting in of het Isofix-platform (FWF
speciaal "M" type - dat apart
aangeschaft moet worden) voor
montage in de rijrichting, de starre
hoofdsteun (die apart aangeschaft
moet worden) en de Isofix-
bevestigingspunten in het voertuig.
Dit moet gemonteerd worden op de
achterstoelen aan de zijkanten. ++
Fair ISOFIX RWF-platform,
type "A" voor G 0/1S
Lancia-bestelcode: 71805368
of
Fair ISOFIX FWF-platform,
type "M" voor G 0/1S
Lancia-bestelcode: 71806374
++
FAIR hoofdsteun
Lancia-bestelcode: 71807387
89
Page 92 of 208

Gewichtsgroep Kinderzitjes Type kinderzitje Montage kinderzitjes
Groep 1: van 9 tot
18 kg
Britax Safefix TT
Nummer typegoedkeuring: E1
04301199
Lancia-bestelcode: 71805956Dit mag alleen gemonteerd worden in
de rijrichting, met behulp van ISOFIX-
beugels en de bovenste gordel, die bij
het kinderzitje geleverd wordt.
Dit moet gemonteerd worden op de
achterstoelen aan de zijkanten.
Britax Roemer Duo Plus
Nummer typegoedkeuring: E1
04301133
Lancia-bestelcode: 71803161Dit mag alleen gemonteerd worden in
de rijrichting, met behulp van ISOFIX-
beugels en de bovenste gordel, die bij
het kinderzitje geleverd wordt.
Dit moet gemonteerd worden op de
achterstoelen aan de zijkanten.
Groep 2: van 15 kg
tot 36 kg
Fair Junior Fix
Nummer typegoedkeuring: E4
04443721
Lancia-bestelcode: 71806570Het kan alleen in de rijrichting
gemonteerd worden, met behulp van
de driepuntsveiligheidsgordel en de
ISOFIX-bevestigingen, indien aanwezig
in de gekozen positie.
BELANGRIJK FCA adviseert het kinderzitje te monteren volgens de aanwijzingen, die bijgesloten moeten zijn.
90
VEILIGHEID
Page 93 of 208

Belangrijke aanbevelingen voor het
veilig vervoeren van kinderen
Monteer de kinderzitjes op de
achterbank, omdat die plaats bij een
ongeval de meeste bescherming biedt.
Houd kinderen zo lang mogelijk in
kinderzitjes die tegen de rijrichting
in gemonteerd zijn, tot ze 3-4 jaar zijn.
Indien een kinderzitje tegen de
rijrichting in op de achterbank is
gemonteerd, dan is het raadzaam om
het kinderzitje zo dicht mogelijk tegen
de voorstoel aan te monteren.
Als de passagiersairbag buiten
werking is gesteld, controleer dan of
het speciale lampje op het
instrumentenpaneel brandt om er zeker
van te zijn dat deze airbag
daadwerkelijk is uitgeschakeld.
Neem de aanwijzingen die de
producent verplicht bij het kinderzitje
moet leveren zorgvuldig in acht.
Bewaar deze aanwijzingen samen met
de overige documenten en dit
instructieboek in het voertuig. Gebruik
geen gebruikte kinderzitjes waarvan
de gebruiksaanwijzingen ontbreken.
Elk kinderzitje is bedoeld voor
slechts één kind: vervoer nooit twee
kinderen in één zitje.
Controleer altijd of de gordel niet
langs de nek van het kind loopt.
Controleer of de gordel goed is
vastgemaakt door eraan te trekken.
Controleer tijdens het rijden of het
kind geen verkeerde houding aanneemt
of de gordels losmaakt.
Laat een kind nooit het diagonale
gordelgedeelte onder zijn arm of achter
zijn rug omleggen.
Vervoer kinderen nooit op schoot,
ook geen pasgeborenen. Niemand is in
staat om een kind vast te houden bij
een ongeval.
Na een ongeval moet het kinderzitje
door een nieuw exemplaar worden
vervangen.
Als in de rijrichting gemonteerde
kinderzitjes worden gebruikt, zet dan de
hoofdsteun van de stoel van het
voertuig in de hoogste stand.
BELANGRIJK
80)ZEER GEVAARLIJK Plaats NOOIT een
kinderzitje tegen de rijrichting in op de
passagiersstoel van auto's met een actieve
passagiersairbag. Bij een ongeval, hoe
klein ook, kan de airbag ernstig letsel en
zelfs de dood van het kind tot gevolg
hebben. Het is raadzaam kinderen altijd in
kinderzitjes op de achterbank te vervoeren:
bij een ongeval biedt de achterbank de
meeste bescherming.81)Op de zonneklep is een etiket met
symbolen aangebracht dat eraan herinnert
dat de airbag verplicht uitgeschakeld
moet worden als een tegen de rijrichting in
gemonteerd kinderzitje op de voorstoel
wordt gemonteerd. Neem altijd de
aanwijzingen op de zonneklep aan
passagierszijde in acht (zie de paragraaf
“(zie paragraaf "Aanvullend
veiligheidssysteem (SRS) - Airbag”).
82)Mocht het toch nodig zijn om kleine
kinderen in kinderzitjes achterstevoren op
de passagiersstoel te vervoeren, dan
moeten de passagiersairbags (front- en
zijairbags) worden uitgeschakeld via het
Set-up menu. Controleer in dergelijke
gevallen steeds of de airbags effectief zijn
uitgeschakeld door na te gaan of het
waarschuwingslampje op het
instrumentenpaneel brandt. Bovendien
moet de passagiersstoel zo ver mogelijk
naar achteren zijn geschoven om te
voorkomen dat het kinderzitje eventueel in
aanraking komt met het dashboard.
83)Verplaats de voorste passagiersstoel of
de achterbank niet als er een kind op zit
of als het kind in een geschikt kinderzitje zit.
84)Onjuiste montage van het kinderzitje
kan ertoe leiden dat het
beschermingssysteem inefficiënt wordt. Bij
een ongeval kan het kinderzitje loskomen
en kan het kind zelfs dodelijk gewond
raken. Houd u, bij het monteren van
kinderzitjes voor pasgeborenen of kinderen,
strikt aan de aanwijzingen van de
Fabrikant.
91
Page 94 of 208

85)Wanneer het kinderzitje niet in gebruik
is, zet het dan vast met de
veiligheidsgordel of met de ISOFIX-
bevestigingen, of verwijder het uit het
voertuig. Laat het kinderzitje niet los in het
interieur liggen. Zo kan het in geval van
abrupt remmen of een ongeval geen letsel
bij de inzittenden veroorzaken.
86)Verplaats de stoel niet als er een
kinderzitje is geplaatst: verwijder altijd eerst
het kinderzitje alvorens de stoel anders in
te stellen.
87)Zorg er altijd voor dat het borstgedeelte
van de veiligheidsgordel niet onder de
armen door of achter de rug van het kind
langs loopt. Bij een ongeval zal de
veiligheidsgordel het kind niet vast kunnen
houden, met het risico van zelfs dodelijk
letsel. Daarom moet het kind de
veiligheidsgordel altijd correct omleggen.
88)Gebruik één onderste verankeringspunt
niet voor de installatie van meer dan één
kinderzitje.
89)Als een universeel ISOFIX-kinderzitje
niet aan alle drie de verankeringspunten is
vastgemaakt, zal het kinderzitje het kind
niet goed kunnen beschermen. In geval
van een aanrijding zou het kind ernstig
gewond kunnen raken of zelfs kunnen
overlijden.
90)Monteer het kinderzitje alleen bij
stilstaande auto. Het kinderzitje is op de
juiste wijze aan de beugels bevestigd
als de vergrendeling hoorbaar vastklikt. De
instructies voor montage, demontage en
plaatsing moeten in elk geval worden
opgevolgd. De fabrikant van het kinderzitje
is verplicht deze instructies bij het
kinderzitje te leveren.AANVULLEND
VEILIGHEIDS-
SYSTEEM (SRS) -
AIRBAGS
Het voertuig kan uitgerust zijn met:
frontairbag bestuurderszijde;
frontairbag passagierszijde;
frontairbags ter bescherming van
bekken, borst en schouders van
bestuurder en passagier (voor bepaalde
versies/markten);
zijairbags ter bescherming van het
hoofd van passagiers op de voorstoel
en op de achterbank (gordijnairbag).
FRONTAIRBAGS
91)
De frontairbags (bestuurder en
passagier) beschermen de inzittenden
voorin bij middelzware en zware frontale
botsingen, door de airbag tussen de
inzittende en het stuurwiel of het
dashboard op te blazen.
Als de airbags niet worden opgeblazen
bij andere soorten botsingen (botsingen
opzij, achterop, over de kop slaan
enz.), wijst dit niet op een storing van
het systeem.De frontairbags voor bestuurder en
passagier zijn geen vervanging voor de
veiligheidsgordels, maar een aanvulling
hierop. Draag dus altijd
veiligheidsgordels, zoals trouwens bij de
wet voorgeschreven is in alle Europese
landen en de meeste landen
daarbuiten.
Bij een botsing worden degenen die
geen veiligheidsgordel dragen naar
voren geworpen en kunnen zo in
contact komen met een airbag die nog
niet volledig opgeblazen is. Onder
deze omstandigheden wordt de
inzittende minder door de airbag
beschermd.
De frontairbags kunnen niet worden
geactiveerd in het geval van een
frontale botsing tegen sterk
vervormbare voorwerpen waarbij de
voorkant van het voertuig niet
betrokken is (bijv. flankbotsing tegen de
vangrail) of indien het voertuig onder
een ander voertuig of
veiligheidsbarrières schuift (bijv. onder
een vrachtwagen of de vangrails).
92
VEILIGHEID
Page 95 of 208

Als de airbags onder de hierboven
beschreven omstandigheden niet
opgeblazen worden, dan bieden ze
geen aanvullende bescherming ten
opzichte van de veiligheidsgordels,
zodat hun activering geen zin heeft. In
deze gevallen wijst de uitgebleven
activering dus niet op een storing van
het systeem.
Frontairbag bestuurderszijde
92)
Deze bestaat uit een onmiddellijk
opblaasbaar kussen dat in een speciale
ruimte in het midden van het stuurwiel
is geplaatst fig. 63.Frontairbag passagierszijde
Deze bestaat uit een onmiddellijk
opblaasbaar kussen dat in een speciale
ruimte in het dashboard is opgeborgen:
deze airbag heeft een groter volume
dan de bestuurdersairbag.fig. 64
Frontairbag passagier en
kinderzitjes
93)
Houd uALTIJDaan de aanwijzingen
die vermeld zijn op het etiket op beide
kanten van de zonneklep (fig. 65).Uitschakeling van de airbags aan
passagierszijde: frontairbag en
zijairbag
Als een kind in een kinderzitje dat
achterstevoren op de voorstoel
is geplaatst vervoerd moet worden,
schakel dan de frontairbag en de
zijairbag aan passagierszijde uit (voor
bepaalde versies/markten).
Bij uitgeschakelde airbags gaat het
waarschuwingslampjeop het
instrumentenpaneel branden.
BELANGRIJK Voor het handmatig
uitschakelen van de passagiersairbags
(front- en zijairbags, voor bepaalde
versies/markten) wordt verwezen naar
het Set-up Menu op het scherm.
63L0F0402C
64L0F0073C
65F0Y0708C
93
Page 96 of 208
Frontairbag passagierszijde en kinderzitjes: BELANGRIJK
66F0S1025
94
VEILIGHEID