19
Instrumentenpaneel
1Audio- en telematicasysteem op het
touchscreen
Met het bedieningspaneel voor het
audiosysteem op het midden van het dashboard
kunnen menu's worden geopend om bepaalde
uitrusting aan te passen.
De bijbehorende informatie wordt op het display
op het touchscreen weergegeven.
De informatie is beschikbaar in 9 talen: Duits,
Engels, Spaans, Frans, Italiaans, Nederlands,
Pools, Portugees en Turks.
Vanwege de veiligheid kunnen sommige menu's
alleen worden geopend als het contact is
uitgeschakeld.
Biedt toegang tot het menu "Settings"
(Instellingen).
Hiermee kunt u omhoog in een menu
bladeren of een waarde verhogen.
Hiermee kunt u omlaag in een menu
bladeren of een waarde verlagen.
Menu "Instellingen"
1. "Weergave"
2. "Gesproken commando's"
3. "Tijd en datum"
4. "Veiligheid/Assistentie"
5. "Verlichting"
6. "Portieren & vergrendeling"
7. "Audio"
8. "Telefoon/Bluetooth"
9. "Radio-instelling"
10. "Herstel instellingen" om de
fabrieksinstellingen te herstellen.
11 . "Delete pers. data" (persoonsgegevens
wissen) om al uw persoonlijke gegevens
met betrekking tot de Bluetooth-apparatuur
uit het audiosysteem te wissen.
Zie de betreffende hoofdstukken voor
meer informatie over de audio, telefoon,
radio en navigatie.
De instellingen in de submenu's 4, 5 en 6
zijn afhankelijk van de uitrusting in het
voertuig.
In het submenu "Display" (Display) kunt u het
volgende doen: –
"Languages" (Talen) selecteren en een van de
hierboven genoemde talen kiezen,
– "Unit of Measurement" (Maateenheid)
selecteren en het verbruik (mijl/gallon, l/100 km),
afstanden (mijl, km) en temperatuur (°F, °C)
instellen,
– "Trip B display" (Weergave traject B)
selecteren om traject B van de boordcomputer in
of uit te schakelen (aan, uit).
In het submenu "Safety/Assistance" (Veiligheid/
Assistentie) kunt u het volgende doen:
– "Parkview Camera" (Parkview-camera)
en daarna de "Reversing camera"
(Achteruitrijcamera) selecteren om deze in of uit
te schakelen (On, Off),
– "Parkview camera" (Parkview-camera), daarna
"Vertraging camera" (Camera delay) selecteren
om het display 10 seconden vast te houden of
tot 18 km/u in of uit te schakelen) (aan, uit),
– "Traffic Sign" (Verkeersbord) selecteren om
deze in of uit te schakelen (aan, uit),
– "Passenger airbag" (Passagiersairbag)
selecteren om deze in of uit te schakelen (aan,
uit).
In het submenu "Lights" (Verlichting) kunt u het
volgende doen:
– "Daytime running lamps" (Dagrijverlichting)
selecteren om deze in of uit te schakelen (aan,
uit),
– "Auto. main beam headlamps" (Automatisch
groot licht) om deze functie in of uit te schakelen
(aan, uit),
159
Audiosysteem
11Audiosysteem
Multimedia audiosysteem
- Bluetooth
®-telefoon
Het systeem is zodanig beveiligd dat het
uitsluitend in uw auto functioneert.
Uit veiligheidsoverwegingen moet de
bestuurder handelingen die veel
aandacht vergen altijd uitvoeren als het
voertuig stilstaat.
Als de motor is afgezet, schakelt het
systeem zichzelf uit nadat de eco-mode is
ingeschakeld om te voorkomen dat de accu
leeg raakt.
De eerste stappen
Aan/uit en volumeregeling.
Selecteren van het golfbereik FM en AM.
Selecteren van de bron USB of AUX.
Toegang tot de lijst van aangesloten
telefoons.
Draaien: scrollen door de lijst of
afstemmen op een radiozender.
Drukken: bevestigen van de op het scherm
weergegeven optie.
Informatie over de op dat moment
beluisterde radiozender of het op dat
moment gebruikte medium.
Selecteren van opgeslagen zenders.
FM-A, FM-B, FM-C, AM-A, AM-B, AM-C.
Weergeven van het menu en instellen
van de opties.
Toetsen 1 t/m 6 autoradio: Selecteren van een voorkeuzezender.
Ingedrukt houden: opslaan van een zender als
voorkeuzezender.
Afspelen in willekeurige volgorde.
Herhaald afspelen.
Geluid onderbreken/pauzeren.
Automatisch zoeken naar lagere
frequentie. Selecteren van de vorige afspeellijst van het
USB-apparaat.
Ingedrukt houden: terugspoelen.
Automatisch zoeken naar hogere frequentie.
Selecteren van de volgende afspeellijst van het
USB-apparaat.
Ingedrukt houden: vooruitspoelen.
Huidige bewerking afbreken.
Eén niveau omhooggaan in een structuur
(menu of map).
Stuurkolomschakelaars
De pauzefunctie van USB/iPod, AUX en
Bluetooth®-bronnen inschakelen/
uitschakelen.
De dempingsfunctie van de radio inschakelen/
uitschakelen.
De microfoon tijdens een telefoongesprek
inschakelen/uitschakelen.
Omhoog of omlaag: verhoog of verlaag
het volume van gesproken meldingen en
muziek, de handsfree functie en leesfunctie voor
tekstberichten.
Stemherkenning inschakelen.
Een gesproken bericht onderbreken om
een nieuw gesproken commando te geven.
Stemherkenning onderbreken.
Een inkomende oproep aannemen.
Een tweede inkomende oproep
aannemen en het huidige gesprek in de wacht
zetten.
162
Audiosysteem
Bellen
Selecteer "Lijst oproepen" om de lijst
met recent gebelde nummers te bekijken.
Selecteer "Contacten" om het
telefoonboek te openen, en scroll
vervolgens met de draaiknop door het
telefoonboek.
Gebruik de functie "Toetsenbord" van het
systeem om een nummer in te toetsen.
Configuratie
Systeeminstellingen
Druk op de toets "MENU".
Selecteer "Systeeminstellingen" en druk
dan op deze toets om de lijst met
instellingen te bekijken en opties in of uit te
schakelen:
– "Standaardwaarde herstellen"
– "20 min. vertraging voor uitschakelen"
– "Laag volume bij opstarten "
– "Automatisch"
Audio
Druk op de toets "MENU".
Selecteer "Audio " en druk vervolgens om
de lijst met instellingen weer te geven en
de opties te activeren of deactiveren:
– "Hoge tonen"
Gebruik voor een correcte werking de
originele USB-kabels van Apple®.
Apple®-speler aansluiten
Sluit de Apple-speler met een geschikte kabel (niet
meegeleverd) aan op de USB-aansluiting.
Het afspelen begint automatisch.
De bediening gebeurt via de audio-installatie in
de auto.
De beschikbare indeling is die van het
aangesloten apparaat (artiesten/albums/
types/nummers/afspeellijsten/audioboeken/
podcasts).
Standaard wordt er op artiest gesorteerd. U
kunt het sorteren aanpassen door eerst naar
het begin van het menu te gaan en dat de
gewenste sortering te kiezen (bijvoorbeeld
afspeellijsten). Bevestig dit om naar het
gewenste nummer te gaan.
De softwareversie van het audiosysteem
is mogelijk niet geschikt voor gebruik met
de generatie van uw Apple
®-player.
* , als uw telefoon volledig compatibel is
Telefoon
Bluetooth®-telefoon
koppelen
Het koppelen van de Bluetooth®-telefoon
aan de handsfree set van uw autoradio
mag om veiligheidsredenen en vanwege het
feit dat deze handeling de volledige aandacht
van de bestuurder vraagt, uitsluitend worden
uitgevoerd als de auto stilstaat en bij
aangezet contact.
Activeer de Bluetooth
®-functie van uw
telefoon en zorg ervoor dat deze "zichtbaar" is
(configuratie van de telefoon).
Druk op de toets "Phone".
Als er nog geen enkele mobiele telefoon
in het systeem is geregistreerd, wordt een
speciale pagina op het scherm weergegeven.
Selecteer "Telefoon verbinden" om de
registratieprocedure te starten en zoek
vervolgens de naam van het systeem op de
mobiele telefoon.
Voer via het toetsenbord van uw telefoon de
op het scherm van het systeem weergegeven
pincode in of bevestig op de mobiele telefoon de
weergegeven pincode. Tijdens de registratie wordt een schermpagina
weergegeven waarop de voortgang van de
bewerking kan worden bekeken.
Als de procedure voor het koppelen niet is gelukt, wordt geadviseerd de Bluetooth®-
functie van uw telefoon even uit te zetten en
opnieuw te activeren.
Als de registratieprocedure succesvol is voltooid, wordt een schermpagina
weergegeven met de tekst " Verbinding
geslaagd”:
Bevestig om de menu's weer te geven.
Via het telefoonmenu hebt u onder
andere toegang tot de volgende functies:
"Lijst oproepen ", "Contacten"*,"Digitaal
toetsenbord".
Een gesprek aannemen
Als u gebeld wordt, klinkt een beltoon en
verschijnt een pop-upvenster op het scherm.
Druk op deze toets om het gesprek aan te
nemen.
Of druk op deze stuurwieltoets om het
gesprek te weigeren.
Een gesprek beëindigen
Druk op deze stuurwieltoets om een
gesprek te weigeren.
167
Audio- en telematicasysteem op het touchscreen
12Audio- en telematicasysteem op het
touchscreen
Multimedia-autoradio
- Bluetooth
®-telefoon
- GPS-navigatie
Het systeem is zodanig beveiligd dat het
uitsluitend in uw auto functioneert.
Uit veiligheidsoverwegingen moet de
bestuurder handelingen die veel
aandacht vergen altijd uitvoeren als het
voertuig stilstaat.
Als de motor is afgezet, schakelt het
systeem zichzelf uit nadat de eco-mode is
ingeschakeld om te voorkomen dat de accu
leeg raakt.
De eerste stappen
Gebruik de toetsen onder het touchscreen om de
hoofdmenu's te openen en druk vervolgens op
de op het touchscreen weergegeven toetsen.
Het is een "resistief" scherm dat voelbaar
aangeraakt moet worden, met name bij
bewegingen (door een lijst bladeren, scrollen
over de kaart, enz.). Lichtjes aanraken is niet
voldoende. Als het scherm met meerdere
vingers wordt aangeraakt, worden de
commando's niet opgevolgd.
Het scherm kan ook worden bediend met
handschoenen. Deze technologie werkt bij
elke temperatuur.
Gebruik voor het schoonmaken van het
scherm een zacht, niet-schurend doekje
(bijvoorbeeld een brillendoekje) zonder
schoonmaakmiddel.
Raak het scherm niet aan met scherpe
voorwerpen.
Raak het scherm niet aan met natte handen.
Als het zeer warm is in het interieur, kan het geluidsvolume worden beperkt om
het systeem te beschermen. Zodra de
temperatuur in het interieur is gezakt, zal de
oorspronkelijke instelling weer worden
gebruikt.
Het systeem kan ook gedurende minimaal 5
minuten overgaan in de waakstand (volledig
uitschakelen van het scherm en het geluid).
Drukken: aan/uit.
Draaien: volume aanpassen (voor elke
bron apart).
Het scherm in-/uitschakelen.
Volume in-/uitschakelen (geluid uit /
onderbreken).
Radio, draaien: naar een radiozender
zoeken.
Media, draaien: de vorige/volgende track
selecteren.
Drukken: optie op het scherm bevestigen.
Bepaalde bedieningsfuncties van het
systeem en het voertuig inschakelen,
uitschakelen en configureren.
Huidige bewerking annuleren.
Eén niveau omhooggaan in een structuur
(menu of map).
Termenlijst
VOLUME
Het volume aanpassen door draaien.
RADIO
Toegang tot het radiomenu.
MEDIA
Toegang tot het mediamenu en de verschillende
muziekbronnen.
168
Audio- en telematicasysteem op het touchscreen
Bepaalde functie-instellingen inschakelen/
uitschakelen en aanpassen.
Gegevens auto
Weergave van buitentemperatuur, klok,
kompas en boordcomputer.
Navigatie
Voer de instellingen voor het
navigatiesysteem in, en kies een
bestemming.
N AV
Toegang tot het navigatiemenu.
PHONE
Toegang tot het telefoonmenu.
MORE
Toegang tot de voertuiginformatie.
BROWSE, TUNE, SCROLL
Draai de toets voor:
– Bladeren door een menu of lijst.
– Selecteren van een radiozender.
ENTER
Een optie op het scherm bevestigen door te
drukken.
Stuurkolomschakelaars
De pauzefunctie van USB/iPod en
Bluetooth®-bronnen inschakelen/
uitschakelen.
De mute-functie van de radio inschakelen/
uitschakelen.
De microfoon tijdens een telefoongesprek
inschakelen/uitschakelen.
Omhoog of omlaag: verhoog of verlaag
het volume van gesproken meldingen en
muziekbronnen, de handsfree functie en
leesfunctie voor tekstberichten.
Stemherkenning inschakelen.
Een gesproken bericht onderbreken om
een nieuw gesproken commando te geven.
Stemherkenning onderbreken.
Een inkomende oproep aannemen. Een tweede inkomende oproep aannemen en
het huidige gesprek in de wacht zetten.
Stemherkenning inschakelen voor de
telefoonfunctie.
Een gesproken bericht onderbreken om een
ander gesproken commando te geven.
Stemherkenning onderbreken.
Radio, omhoog of omlaag: volgende/
vorige zender selecteren.
Radio, continu omhoog of omlaag: omhoog of
omlaag door frequenties scannen totdat u de
toets loslaat.
Media, omhoog of omlaag: het volgende/vorige
nummer selecteren.
Media continu omhoog of omlaag: snel vooruit of
achteruit totdat u de toets loslaat.
Een inkomende oproep weigeren.
Telefoongesprek beëindigen.
Menu's
Radio
De verschillende geluidsbronnen
selecteren.
Bepaalde functie-instellingen inschakelen/
uitschakelen en aanpassen.
Telefoon
Een mobiele telefoon via Bluetooth®
verbinden.
Media
De verschillende geluidsbronnen
selecteren.
170
Audio- en telematicasysteem op het touchscreen
Audio
– Equalizer.
– Stel de lage, middelhoge en hoge tonen in.
– Balance/Fade (Balans/fader).
– Stel de balans van de luidsprekers voor en
achter, en links en rechts in.
– Druk op de toets in het midden van de pijlen
voor een evenwichtige instelling.
– Volume/Speed (Volume/Snelheid).
– Selecteer de gewenste parameter; de optie
wordt gemarkeerd weergegeven.
– Volume.
– Optimaliseer de kwaliteit van de audio bij laag
volume.
– Automatic radio (Automatische radio).
– Stel de radio in bij het opstarten of gebruik de
laatste instelling toen de contactsleutel in STOP
werd gezet.
– Radio switch-off delay (Vertraging
uitschakeling radio).
– Stel de parameter in.
– AUX vol. Setting (Volume-instelling AUX).
– Stel de parameters in.
USB-aansluiting
Steek de USB-stick in de aansluiting of
sluit het apparaat met een geschikte
kabel (niet meegeleverd) aan op de USB-
aansluiting in het middelste opbergvak , dat
speciaal is bedoeld voor het overdragen van
gegevens naar het systeem.
– Stel de radio in bij het opstarten of gebruik de
laatste instelling toen de contactsleutel in STOP
werd gezet.
– Radio switch-off delay (Vertraging
uitschakeling radio).
– Stel de parameter in.
– AUX vol. Setting (Volume-instelling AUX).
– Stel de parameters in.
Digitale radio
(DAB, Digital Audio
Broadcasting)
Digitale radio
Digitale radio
Digitale radio zorgt voor een betere
geluidskwaliteit en biedt de mogelijkheid
om de door de beluisterde radiozender
meegestuurde informatie grafisch weer te
geven.
Via "multiplex/bundel" hebt u de keuze uit
een aantal radiozenders die in alfabetische
volgorde zijn gerangschikt.
Druk meerdere keren op "RADIO" totdat
"DAB-radio" wordt weergegeven.
Selecteer het tabblad "Scrollen".
Selecteer een lijst uit een
van de mogelijke
filteropties, "Alle", "Genres" en "Bundels", en
selecteer vervolgens een radiozender.
Druk op de toets "Updaten" om de lijst
van ontvangen zenders "DAB-radio" bij te
werken.
Volgen DAB/FM zenders
"DAB" is niet overal beschikbaar.
Als het digitale signaal niet goed is, kunt
u met de optie "AF" (alternatieve frequentie)
dezelfde zender blijven beluisteren doordat
het systeem automatisch overschakelt op de
desbetreffende analoge "FM"-zender (indien
beschikbaar).
Als het systeem overschakelt op de analoge radiozender, kan er sprake zijn
van een verschil van enkele seconden en kan
het geluidsvolume wijzigen.
Als de kwaliteit van het digitale signaal weer
goed is, schakelt het systeem automatisch
weer over op "DAB".
Als de "DAB"-zender waarnaar wordt geluisterd niet beschikbaar is, wordt het
geluid onderbroken als het digitale signaal te
zwak wordt en de alternatieve frequentie "AF"
doorgestreept wordt weergegeven.
Media
Druk op "MEDIA" om de mediamenu’s
weer te geven:
Druk kort op de toets 9 of : om het vorige/volgende nummer af te spelen.
Houd de toetsen ingedrukt om snel vooruit of
achteruit door het geselecteerde nummer te
gaan.
Bladeren
– Bladeren op: Momenteel bezig met
afspelen, Artiesten, Albums, Types,
Nummers, Afspeellijsten, Audioboeken,
Podcasts.
– Blader en selecteer de nummers op het
actieve apparaat.
– De selectie-opties hangen af van het
aangesloten apparaat of het type cd.
Bron
– CD, AUX, USB.
– Kies de gewenste beschikbare geluidsbron
of sluit een geschikt apparaat aan: het afspelen
start automatisch.
– Bluetooth
®.
– Registreer een Bluetooth®-audiosysteem.
Informatie
– Informatie.
– Bekijk informatie over het nummer waarnaar
wordt geluisterd.
Willekeurig
Druk op de toets om nummers in willekeurige
volgorde af te spelen op de cd-speler, een USB-
apparaat, een iPod of Bluetooth
®.
Herhaal
Druk op deze toets om deze functie te activeren.
172
Audio- en telematicasysteem op het touchscreen
het begin van het menu te gaan en dat de
gewenste sortering te kiezen (bijvoorbeeld
afspeellijsten). Bevestig dit om naar het
gewenste nummer te gaan.
De softwareversie van het audiosysteem
is mogelijk niet geschikt voor gebruik met
de generatie van uw Apple
®-player.
Navigatie
Druk op N AV in het midden of onderaan
het scherm om de instellingen en
navigatiemenu’s weer te geven:
Ga naar...
Selecteer "Ga naar" om de bestemming op een
andere manier in te stellen dan via het invoeren
van een adres.
Kaart weergeven
De kaart met de route weergeven om zo een
beeld te krijgen van de route door over de kaart
te scrollen.
Een route plannen
Het navigatiesysteem gebruiken om vooraf een
route te plannen door het vertrekpunt en de
bestemming te selecteren.
Diensten
De verkeersinformatie gebruiken om
vertragingen door de verkeerssituatie zo veel
mogelijk te voorkomen.
Instellingen
afgespeeld met bemonsteringsfrequenties
(sampling rates) tussen 8 en 96 KHz.
Playlists van het type ".m3u" en ".pls" kunnen
ook worden afgespeeld.
Het systeem is niet geschikt voor apparatuur met
een capaciteit van meer dan 64 GB.
Gebruik voor bestandsnamen maximaal 20
karakters en vermijd speciale tekens (bijv.: " "
? . ; ù) om problemen met het afspelen of de
weergave te voorkomen.
Het systeem is geschikt voor externe
USB-geluidsdragers, Blackberry's® of
apparatuur van Apple® die op de USB-
aansluitingen kunnen worden aangesloten
(kabel niet meegeleverd).
Toestelbeheer vindt plaats via de regelingen
van de autoradio.
Andere apparatuur, die bij het aansluiten niet
door het systeem wordt herkend, moet met
een kabel (niet meegeleverd) met Jack-plug
op de AUX-aansluiting worden aangesloten.
Gebruik uitsluitend USB-sticks die geformatteerd
zijn naar FAT32 (File Allocation Table).
Gebruik geen USB-verdeelstekker om
beschadiging van het systeem te
voorkomen.
Als tegelijkertijd twee identieke apparaten zijn aangesloten (twee USB-sticks of
twee Apple
®-spelers), werkt het systeem niet.
Het is wel mogelijk om tegelijkertijd een
USB-stick en een Apple®-speler aan te
sluiten.
Gebruik voor een correcte werking de
originele USB-kabels van Apple®.
Bluetooth® streaming audio
Streaming biedt de mogelijkheid audiobestanden
van de telefoon via de luidsprekers van de auto
te beluisteren.
Activeer de Bluetooth
®-functie van het externe
apparaat.
Druk op "MEDIA".
Druk op de toets "Source" als een
medium actief is.
Selecteer de mediabron "Bluetooth®" en
druk vervolgens op de toets " Apparaat
toevoegen".
Als er nog geen enkel extern apparaat met
het systeem is gekoppeld, wordt een speciale
pagina op het scherm weergegeven.
Selecteer "Ja" om de koppelprocedure te starten
en de naam van het systeem op het externe
apparaat te zoeken.
Selecteer de naam van het externe apparaat.
Voer wanneer het audiosysteem daarom vraagt
de op het scherm van het systeem weergegeven
pincode in of bevestig de op het externe
apparaat weergegeven pincode.
Tijdens het koppelen wordt een pagina op het
scherm weergegeven met de voortgangsstatus.
Als de koppeling mislukt, moet u de Bluetooth®-
functie van het externe apparaat uitschakelen en
vervolgens weer inschakelen.
Als de koppelprocedure succesvol is voltooid,
wordt een schermpagina weergegeven:
– als u "Ja" antwoordt, wordt het Bluetooth
®-
audio-apparaat geregistreerd als favoriet (het
apparaat is prioritair boven andere apparaten die
later worden gekoppeld).
– als u "Nee" antwoordt, is de volgorde van
verbinding bepalend voor de prioriteit. Het meest
recent verbonden apparaat heeft dan de hoogste
prioriteit.
Bij bepaalde Bluetooth®-apparaten is het
niet mogelijk bij alle aanwezige
categorieën van het systeem door
muziekstukken en informatie op de telefoon te
scrollen.
Apple®-speler aansluiten
Sluit de Apple-speler met een geschikte kabel (niet
meegeleverd) aan op de USB-aansluiting.
Het afspelen begint automatisch.
De bediening gebeurt via de audio-installatie in
de auto.
De beschikbare indeling is die van het
aangesloten apparaat (artiesten/albums/
types/nummers/afspeellijsten/audioboeken/
podcasts).
Standaard wordt er op artiest gesorteerd. U
kunt het sorteren aanpassen door eerst naar
176
Audio- en telematicasysteem op het touchscreen
Als u terugkomt in de auto, wordt de laatste met
het systeem verbonden telefoon automatisch
weer verbonden binnen 30 seconden na
het aanzetten van het contact (Bluetooth
®
geactiveerd).
Om het profiel voor het automatisch verbinden
te wijzigen selecteert u in de lijst de telefoon.
Selecteer vervolgens de gewenste parameter.
Het systeem is compatibel met de volgende
profielen: HFP, OPP, PBAP, A2DP, AVRCP, MAP.
Automatisch opnieuw verbinden
Bij het aanzetten van het contact wordt de
telefoon die bij het afzetten van het contact
met het systeem was verbonden automatisch
opnieuw verbonden. Voorwaarde is dat deze
verbindingswijze tijdens de koppelingsprocedure
is geactiveerd (zie vorige pagina's).
De verbinding wordt bevestigd door de weergave
van een melding en de naam van de telefoon.
Beheer van
telefoonverbindingen
Met behulp van deze functie kan een
apparaat met het systeem worden
verbonden of de verbinding worden
verbroken, en kan een koppeling ongedaan
worden gemaakt.
Druk op "Instellingen ".
– Mobiele telefoon .
– Geef de contactgegevens in het telefoonboek
van de mobiele telefoon weer en bel ze.
– Druk op de toets 5 of 6 om door de
contactpersonen te bladeren.
– Ga direct naar de gewenste letter in de lijst.
Recente oproepen
– Alle oproepen, In, Uit, Gemist .
– Geef contactpersonen van recente oproepen
weer en bel ze.
Het systeemgeheugen bevat vooraf ingestelde
tekstberichten die kunnen worden verstuurd als
antwoord op een ontvangen bericht of als een
nieuw bericht.
Na ontvangst van een tekstbericht (afhankelijk
van de uitvoering van de telefoon) stuurt het
systeem het betreffende bericht ook naar u.
Instellingen
– Verbonden telefoons. Apparaat toevoegen,
Verbonden audio.
– Combineer maximaal 10 telefonen/audio-
apparaten voor snellere en eenvoudigere
toegang en verbinding.
Kies het telefoonnummer met het virtueel
toetsenbord op het scherm.
Overbrengen.
– Overbrengen.
– Breng oproepen over van het systeem naar de
mobiele telefoon en omgekeerd.
– Gedempt.
– Schakel het geluid van de microfoon van het
systeem uit voor privégesprekken.
Bluetooth®-telefoon
koppelen
Het koppelen van de Bluetooth®-telefoon
aan de handsfree set van uw autoradio
mag om veiligheidsredenen en vanwege het
feit dat deze handeling de volledige aandacht
van de bestuurder vraagt, uitsluitend worden
uitgevoerd als de auto stilstaat en bij
aangezet contact.
Activeer de Bluetooth-functie van uw telefoon en
zorg ervoor dat deze "zichtbaar is voor iedereen"
(configuratie van de telefoon).
Druk op "PHONE".
Als er nog geen enkele mobiele telefoon
in het systeem is geregistreerd, wordt een
speciale pagina weergegeven op het scherm.
Selecteer "Ja" om de registratieprocedure te
starten en zoek vervolgens de naam van het
systeem op de mobiele telefoon (als u "Nee"
selecteert, wordt de primaire schermpagina
Telefoon weergegeven).
Selecteer de naam van het systeem en voer
vervolgens, afhankelijk van de telefoon, via
het toetsenbord van uw telefoon de op het
scherm van het systeem weergegeven pincode
in of bevestig op de mobiele telefoon de
weergegeven pincode.
Tijdens de registratie wordt een schermpagina
weergegeven waarop de voortgang van de
bewerking kan worden bekeken.
Als dit niet is gelukt, wordt geadviseerd de "Bluetooth"-functie van uw telefoon even
uit te zetten en opnieuw te activeren.
Als de registratieprocedure succesvol is afgesloten, wordt een schermpagina
weergegeven:
– beantwoord de vraag met "Ja": de mobiele
telefoon is nu geregistreerd als favoriet (de
mobiele telefoon is dan prioritair boven andere,
later geregistreerde telefoons).
– als er geen ander apparaat is gekoppeld,
beschouwt het systeem het eerste gekoppelde
apparaat als favoriet.
Bij telefoons die niet zijn geregistreerd
als favoriet, is de prioriteit van de een
boven de ander afhankelijk van de volgorde
van verbinding: de laatste met het systeem
verbonden telefoon heeft de hoogste prioriteit.
De beschikbaarheid van de diensten is
afhankelijk van het netwerk, de simkaart en
de compatibiliteit van de gebruikte Bluetooth
®-
apparaten. Raadpleeg de gebruiksaanwijzing
van uw telefoon of neem contact op met
uw provider voor meer informatie over de
beschikbare functies.