177
Audio- en telematicasysteem op het touchscreen
12Als u terugkomt in de auto, wordt de laatste met
het systeem verbonden telefoon automatisch
weer verbonden binnen 30 seconden na
het aanzetten van het contact (Bluetooth
®
geactiveerd).
Om het profiel voor het automatisch verbinden
te wijzigen selecteert u in de lijst de telefoon.
Selecteer vervolgens de gewenste parameter.
Het systeem is compatibel met de volgende
profielen: HFP, OPP, PBAP, A2DP, AVRCP, MAP.
Automatisch opnieuw verbinden
Bij het aanzetten van het contact wordt de
telefoon die bij het afzetten van het contact
met het systeem was verbonden automatisch
opnieuw verbonden. Voorwaarde is dat deze
verbindingswijze tijdens de koppelingsprocedure
is geactiveerd (zie vorige pagina's).
De verbinding wordt bevestigd door de weergave
van een melding en de naam van de telefoon.
Beheer van
telefoonverbindingen
Met behulp van deze functie kan een
apparaat met het systeem worden
verbonden of de verbinding worden
verbroken, en kan een koppeling ongedaan
worden gemaakt.
Druk op "Instellingen ". Selecteer "Telefoon/Bluetooth
®" en selecteer
vervolgens de telefoon in de lijst van gekoppelde
apparaten.
Selecteer "Verbinden" of "Verbinding
verbreken ", "Apparaat verwijderen" of
"Apparaat toevoegen", "Opslaan onder
favorieten", "T ekstberichten Aan",
"Downloaden " in de lijst van opties.
Een gesprek aannemen
Als u gebeld wordt, klinkt een beltoon en
verschijnt een pop-upvenster op het scherm.
Druk kort op deze stuurwieltoets om het
gesprek aan te nemen.
of
Druk op de toets "Aannemen" die op het scherm
wordt weergegeven.
Wanneer u een telefoongesprek voert terwijl
een ander gesprek in de wacht staat, kunt u
overschakelen van het ene naar het andere
gesprek met de toets "Schak. tussen
gesprekken " of kunt u beide gesprekken
samenvoegen in een "conference call" met de
toets "Confer.".
Een gesprek beëindigen
Druk op deze stuurwieltoets om een
gesprek te weigeren.
of
Druk op de toets "Negeren" die op het scherm
wordt weergegeven.
Bellen
Een nieuw nummer bellen
Het is raadzaam de telefoon NIET tijdens
het rijden te gebruiken. Stop op een
veilige plaats of gebruik bij voorkeur de
stuurkolomschakelaars.
Druk op "PHONE".
Druk op de toets Toetsenbord.
Toets het telefoonnummer in op het toetsenbord
en druk vervolgens op de toets " Bellen" om het
nummer te bellen.
Een contact bellen
Druk op "PHONE".
Druk op de toets "Telefoonboek" of op
de toets "Recente oproepen".
Selecteer het contact in de weergegeven lijst om
het desbetreffende nummer te bellen.
Gegevens auto
Druk op "MEER" om menu's met
informatie over het voertuig weer te
geven:
Buitentemperatuur
Toont de buitentemperatuur.
Klok
178
Audio- en telematicasysteem op het touchscreen
– Sla het geselecteerde mobiele apparaat op in
de favorieten.
– Stel de parameters in.
– Apparaat toevoegen.
– Voeg een nieuw mobiel apparaat toe.
– Verbonden audio.
– Maak alleen verbinding met het mobiele
apparaat voor audio.
Radio-instelling
– DAB-meldingen.
– Activeer of deactiveer meldingen.
– Activeer of deactiveer de opties:
Alarm, Aankondiging evenement, Nieuws
aandelenmarkt, Nieuws, Programma-informatie,
Speciaal evenement, Sportberichten, Info over
openbaar vervoer. Alarmmeldingen, Weerbericht.
Instellingen herstellen
Herstel de standaardinstellingen van het scherm,
de klok, het geluid en de radio.
Persoonsgegevens verwijderen
Verwijder persoonsgegevens, Bluetooth
®-
apparaten en vooraf ingestelde instellingen.
Gesproken commando's
Informatie - het systeem
gebruiken
U kunt het systeem in plaats van met de
toetsen van het scherm ook bedienen via
gesproken commando's.
Toont de klok.
Kompas
Toont de richting waarin u rijdt.
Traject
– Huidige informatie, Traject A, Traject B.
Toont de boordcomputer.
Houd de toets "Traject A" of "Traject B" ingedrukt
om de gegevens van het betreffende traject te
resetten.
Configuratie
Druk op deze toets om het menu
Instellingen weer te geven:
Display (Weergave)
– Brightness (Helderheid).
– Stel de lichtsterkte van het scherm in.
– Display mode (Weergavemodus).
– Stel de weergavemodus in.
– Language (Taal).
– Kies de taal voor het display.
– Unit of measurement (Maateenheid).
– Stel de meeteenheden voor het verbruik,
afstand en temperatuur in.
– Touch screen beep (Pieptoon touchscreen).
– Activeer of deactiveer het geluidssignaal
wanneer er een toets op het scherm wordt
aangeraakt.
– Display Trip B (Weergave traject B).
– Geef Traject B op het scherm voor de
bestuurder weer.
Voice commands (Gesproken commando's) –
Voice response time (Reactietijd systeem
gesproken commando's).
– Stel de lengte van de reactie van het
spraaksysteem in.
– Display list of commands (Een lijst met
commando's weergeven).
– Geef suggesties voor verschillende opties
weer tijdens een spraaksessie.
Clock and Date (Tijd en datum)
– Time setting and format (Tijd en formaat
instellen).
– De tijd instellen.
– Display time mode (Tijd weergeven).
– Activeer of deactiveer de weergave van de
digitale klok op de statusbalk.
– Synchro time (Tijd synchroniseren).
– Activeer of deactiveer de automatische
tijdweergave.
– Date setting (Datum instellen).
– De datum instellen.
Safety/Assistance (Veiligheid/Assistentie)
– Reversing camera (Achteruitrijcamera).
– Toont de achteruitrijcamera in de
achteruitversnelling.
– Camera delay (Vertraging camera).
– Laat het beeld van de achteruitrijcamera
maximaal 10 seconden of tot een snelheid van
18 km/u zien.
Lighting (Verlichting)
– Daytime running lamps (Dagrijverlichting).
– Activeer of deactiveer de automatische
verlichting van de koplampen bij het starten.
Doors & locking (Portieren en vergrendeling) –
Autoclose (Automatisch sluiten).
– Activeer of deactiveer het automatisch
vergrendelen van de portieren wanneer het
voertuig rijdt.
Audio
– Equalizer.
– Stel de lage, middelhoge en hoge tonen in.
– Balance/Fade (Balans/fader).
– Stel de balans van de luidsprekers voor en
achter, en links en rechts in.
– Druk op de toets in het midden van de pijlen
voor een evenwichtige instelling.
– Volume/Speed (Volume/Snelheid).
– Selecteer de gewenste parameter; de optie
wordt gemarkeerd weergegeven.
– Volume.
– Optimaliseer de kwaliteit van de audio bij laag
volume.
– Automatic radio (Automatische radio).
– Stel de radio in bij het opstarten of gebruik de
laatste instelling toen de contactsleutel in STOP
werd gezet.
– Radio switch-off delay (Vertraging
uitschakeling radio).
– Stel de parameter in.
– AUX vol. Setting (Volume-instelling AUX).
– Stel de parameters in.
Telephone (Telefoon)/Bluetooth
®
– Connected tels (Verbonden telefoons).
– Start de Bluetooth®-verbinding van het
geselecteerde mobiele apparaat.
– Verwijder het geselecteerde apparaat.
179
Audio- en telematicasysteem op het touchscreen
12– Sla het geselecteerde mobiele apparaat op in
de favorieten.
– Stel de parameters in.
– Apparaat toevoegen.
– Voeg een nieuw mobiel apparaat toe.
– Verbonden audio.
– Maak alleen verbinding met het mobiele
apparaat voor audio.
Radio-instelling
– DAB-meldingen.
– Activeer of deactiveer meldingen.
– Activeer of deactiveer de opties:
Alarm, Aankondiging evenement, Nieuws
aandelenmarkt, Nieuws, Programma-informatie,
Speciaal evenement, Sportberichten, Info over
openbaar vervoer. Alarmmeldingen, Weerbericht.
Instellingen herstellen
Herstel de standaardinstellingen van het scherm,
de klok, het geluid en de radio.
Persoonsgegevens verwijderen
Verwijder persoonsgegevens, Bluetooth
®-
apparaten en vooraf ingestelde instellingen.
Gesproken commando's
Informatie - het systeem
gebruiken
U kunt het systeem in plaats van met de
toetsen van het scherm ook bedienen via
gesproken commando's.
Neem de volgende aanwijzingen in acht
om ervoor te zorgen dat het systeem uw
gesproken commando's altijd herkent:
– spreek op een normale manier,
– wacht voordat u spreekt altijd op de "piep"
(geluidssignaal),
– het systeem kan gesproken commando's
herkennen ongeacht of ze worden
uitgesproken door een man of een vrouw en
ongeacht de toon en de klankkleur van de
stem,
– beperk zo veel mogelijk de bijgeluiden in
het interieur,
– vraag alvorens een commando uit te
spreken of de andere passagiers een
moment willen zwijgen. Het systeem herkent
namelijk commando's ongeacht door wie ze
worden uitgesproken; als meerdere personen
gelijktijdig praten, kan het systeem andere
of meerdere, niet-bedoelde commando's
herkennen,
– voor een optimale werking is het raadzaam
de ruiten en eventueel het schuif-/kanteldak
(indien aanwezig) te sluiten om verstoringen
van buitenaf te voorkomen.
Schakelflippers aan de
stuurkolom
Met deze toets kan de
spraakherkenningsmodus "Telefoon"
worden geactiveerd waarmee u kunt bellen,
recente/ontvangen/verstuurde oproepen kunt
laten weergeven, het telefoonboek kunt bekijken
enz.
Met deze toets kan de
spraakherkenningsmodus "Radio/media"
worden geactiveerd waarmee u kunt afstemmen
op een specifieke radiozender of een specifieke
AF/FM-frequentie, en waarmee u een track of
een album op een USB-stick/iPod/MP3-CD kunt
laten afspelen.
De communicatie kan versneld
plaatsvinden door deze toetsen tijdens
een gesproken bericht van het systeem
ingedrukt te houden. U kunt dan direct een
gesproken commando geven.
Bijvoorbeeld: als het systeem bezig is een
hulpbericht uit te spreken en u weet welk
commando u het systeem wilt geven, dan
kunt u door op deze toetsen te drukken het
bericht onderbreken en direct het commando
uitspreken (om te voorkomen dat u het
volledige hulpbericht moet beluisteren).
Als het systeem wacht op een gesproken
commando van de gebruiker, kunt u door
op deze toetsen te drukken de sessie van
gesproken commando's afsluiten.
Elke keer dat een toets wordt ingedrukt,
klinkt er een geluidssignaal en wordt een
schermpagina met suggesties voor
gesproken commando's weergegeven.
183
ALPINE® X902D-systeem
13ALPINE® X902D-systeem
Multimedia-/audiosysteem
- Bluetooth
®-telefoon
- GPS-navigatie
Uit veiligheidsoverwegingen moet de
bestuurder handelingen die veel
aandacht vergen altijd uitvoeren als het
voertuig stilstaat.
Als de motor is afgezet, schakelt het
systeem zichzelf uit nadat de eco-mode is
ingeschakeld om te voorkomen dat de accu
leeg raakt.
Zie voor meer informatie de
gebruikershandleiding van ALPINE op:
https://www.alpine-europe.com
De eerste stappen
Gebruik de toetsen onder het touchscreen om de
hoofdmenu's te openen en druk vervolgens op
de aanraaktoetsen op het touchscreen.
Aanraakbediening: druk voorzichtig met uw
vinger op een schermtoets of punt in een lijst om
het scherm niet te beschadigen.
Vegen: beweeg uw vinger voorzichtig in een
vegende beweging over het scherm.
Slepen: tik op een item op het scherm en
verplaats dit met uw vinger naar de gewenste
locatie en verwijder dan uw vinger.
U kunt niet uitzoomen door op het scherm met
twee vingers naar elkaar toe te bewegen of
inzoomen door uw vingers uit elkaar te bewegen.
Gebruik een zacht, niet-schurend doekje
(bijvoorbeeld een brillendoekje) zonder
schoonmaakmiddel om het scherm schoon te
maken.
Raak het scherm niet met scherpe
voorwerpen aan.
Raak het scherm niet met natte handen aan.
Toegang tot het menuscherm. Houd de toets 5 seconden ingedrukt om
het systeem uit te schakelen.
Het scherm met navigatiekaarten openen.
Druk nog een keer op deze toets om naar
het scherm met het navigatiemenu te gaan.
Houd deze toets 2 seconden ingedrukt om het
scherm voor de route naar huis te openen (als
het thuisadres nog niet is ingesteld, wordt er een scherm weergegeven waarop u het adres kunt
instellen).
Het geluidsvolume verlagen.
Het geluidsvolume verhogen.
Open het scherm met het telefoonmenu.
Wanneer u een oproep ontvangt, druk
dan op de toets om de oproep te accepteren.
Gesproken commando's van de
smartphone via het systeem.
Radio: automatisch stap voor stap
omhoog en omlaag zoeken naar
frequenties voor radiozenders.
Media: vorig/volgend nummer selecteren.
Het audio-/visuele scherm weergeven.
Als het audio-/visuele scherm al wordt
weergegeven, dan wordt deze toets gebruikt om
een andere bron te kiezen.
Houd de toets 2 seconden ingedrukt om terug te
gaan naar het scherm met favorieten.
De gedempte modus in-/uitschakelen.
186
Trefwoordenregister
12V-accu 105, 127
A
Aanhangergewichten 132
Aansteker 46
ABS 55
Accessoires 54
Accu 72, 128
Achteruitrijcamera 79
Actieradius AdBlue® 12, 105
Active Safety Brake 90–92
AdBlue® 108
AdBlue® bijvullen 109
AdBlue®-reservoir 109
Afmetingen 136
Afstandsbediening 22, 70
AFU 55
Airbags 61–63
Airbags vóór 61
Airconditioning 33
Airconditioning, extra 37–38
Airconditioning (handbediend) 35
Alarmknipperlichten 54
Alarmsysteem 27
Antiblokkeersysteem (ABS) 55
Antispinregeling (ASR) ~
Antislipregeling 55–56
Armleuning vóór 30
ASR 55
Audiokabel 161, 171
Audiosysteem 159
Audio-telematicasysteem met
touchscreen 167, 183
Autogegevens 177
Automatische airconditioning ~
Airconditioning, automatische 35
Automatische ruitenwissers 52
Automatisch noodremsysteem 90–92
AUX-aansluiting 161, 171
Aux-aansluitingen 41–44
B
Banden 107
Banden oppompen 107
Bandenspanning 107
Bandenspanning te laag (detectie) 76–77
Bediening autoradio aan stuurkolom ~
Autoradio, bedieningen aan
stuurkolom 159, 168
Bijvullen AdBlue® 105, 108–109
BlueHDi 12, 105
Bluetooth (handsfree set) 162, 176–177
Bluetooth (telefoon) 162, 176–177
Boordcomputer 20
Boordgereedschap 112–113, 115–117
Brandstof 5, 97
Brandstofniveaumeter 96
Brandstoftank 96
Brandstof tanken 96
Brandstofverbruik 5
Brandstofvulklep ~ Brandstoftankklep 96
Buitenlandse reizen 49
Buitenspiegels 33, 89
C
CD 171
CD MP3 171
Claxon 55
Cockpit 4
Configuratie van de auto 13, 19
Controlelampjes 6–7
Controles 105–106
D
DAB (Digital Audio Broadcasting) -
Digitale radio 170
Dagrijverlichting 49
Dashboard 4
Dashboardkastje 41–43
Datum instellen 20
Detectie te lage bandenspanning ~
Bandenspanning, detectie 76–77
Dieselfilter 102, 107
Dieselmotor 97, 102, 132
Digitale radio - DAB (Digital Audio
Broadcasting) 170
Dimlicht 49
189
Trefwoordenregister
S
Schakelaars stoelverwarming ~
Stoelverwarming, schakelaars 30
Schrijftafeltje ~ Tafeltje 41–43
SCR (Selective Catalytic Reduction) 108
SCR-systeem 108
Sensoren (waarschuwingen) 79
Slepen 130
Slepen van een auto 130
Sneeuwkettingen 97–98
Snelheidsbegrenzer 82–83
Snelheidslimietherkenning 80–81
Snelheidsregelaar 83–86
Soort lamp 118
Starten dieselmotor ~ Dieselmotor starten 97
Stoelen achter ~ Achterbank 63
Stoelverwarming 30
Stop & Start 34, 41, 52, 59,
73–75, 101, 105, 130
Streaming audio Bluetooth 171–172
Stuurbekrachtigingsvloeistof 103–104
Stuurwiel (verstellen) 32
T
Technische gegevens 132
Te laag brandstofniveau ~
Brandstofniveau 96
Telefoon 162–163, 176–177
Teller 80
Tijd instellen 20
Touchscreen 167, 183
Trekhaak met afneembare kogel 98–100
U
Uitschakelen airbag passagier ~
Passagiersairbag uitschakelen 61, 63
USB 161, 170–171
USB-aansluiting 161, 170–171
USB-poort 161, 170–171
V
Veiligheidsgordels 58–59
Veiligheidsgordels achter 59
Veiligheidsvoorzieningen voor kinderen 61–63
Veiligheidsvoorzieningen voor kinderen ~
Kinderen (veiligheidsvoorzieningen) 61–63
Ventilatie 33, 35
Ventilatieroosters 33
Verkeersinformatie (TA) 160
Verklikkerlampjes ~ Controlelampjes 6–7
Verklikkerlampjes ~ Waarschuwingslampjes 7
Verklikkerlampje veiligheidsgordels ~
Gordel (lampje) 59
Verlichting overdag ~ Dagrijverlichting 49
Verversen 103
Verwarming 33, 35
Voorportieren 25
W
Waarschuwing kans op aanrijding 90–92
Wassen 79
Window-airbags 62
Z
Zij-airbags 62
Zonder gereedschap afneembare
kogel 98–100
Zonnesensor 33
Zuinig rijden 5