Page 57 of 271

53
WEGWIJS
IN UW AUTO
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES
EN MELDINGEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
Gebruik de achterruitwisser niet om
opgehoopte sneeuw of ijs van de
achterruit te verwijderen. In die
omstandigheden grijpt, als de achterruitwisser te
zwaar wordt belast, de beveiliging in, die ervoor
zorgt dat de wisser enkele seconden wordt
uitgeschakeld. Als hierna de werking niet wordt
hervat (ook na een herstart van de auto met de
contactsleutel), wendt u dan tot het Abarth
Servicenetwerk.
Uitschakelen
Plaats de draaiknop van de hendel in stand
≤fig. 38 of
draai de contactsleutel in stand STOP. Als de motor
daarna wordt gestart (sleutel in stand MAR), schakelt de
regensensor niet weer in, ook niet als de draaiknop in
stand
≤fig. 38 is blijven staan. Om de regensensor
weer in te schakelen, moet de draaiknop van stand
≤in een andere stand worden gezet en vervolgens weer in
stand
≤. Als de regensensor op deze wijze opnieuw
wordt ingeschakeld, maken de ruitenwissers ten minste
1 slag, ook bij een droge ruit.
ACHTERRUITWISSER/-SPROEIER
De werking is alleen mogelijk als de contactsleutel in
stand MAR staat. De werking stopt als de hendel wordt
losgelaten. Als u de draaiknop van stand Oin stand
'zet, dan werkt de achterruitwisser als volgt:
❒in intervalstand als de ruitenwissers voor niet zijn
ingeschakeld;
❒synchroon (met de helft van de frequentie van de
ruitenwissers voor) als de ruitenwissers voor zijn
ingeschakeld;
❒continu als de achteruit is ingeschakeld.Als u bij ingeschakelde ruitenwissers voor de achteruit
inschakelt, gaat automatisch ook de achterruitwisser
continu wissen.
Als u de hendel naar het dashboard duwt (onvergrendelde
stand), schakelt de achterruitsproeier in.
Als u de hendel langer dan een halve seconde naar het
dashboard geduwd houdt, schakelt ook de
achterruitwisser in.
Als u de hendel loslaat, wordt het intelligente wis-/
wasprogramma ingeschakeld, zoals bij de ruitenwissers
voor.
029-068 PUNTO Abarth NL 1ed 20-07-2012 11:40 Pagina 53
Page 58 of 271

54
WEGWIJS
IN UW AUTO
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES
EN MELDINGEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
❒plaats de hendel ten minste 1 seconde omhoog (+)
en laat vervolgens de hendel los: de snelheid van de
auto is opgeslagen en het gaspedaal kan worden
losgelaten.
Indien nodig (bijvoorbeeld bij inhalen) kan de snelheid
simpel verhoogd worden door het intrappen van het
gaspedaal: als u daarna het gaspedaal loslaat, wordt
teruggekeerd naar de opgeslagen snelheid.
OPGESLAGEN SNELHEID OPROEPEN
Als het systeem is uitgeschakeld door bijvoorbeeld het
intrappen van het rem- of koppelingspedaal, kan de
opgeslagen snelheid op de volgende manier worden
opgeroepen:
❒geef geleidelijk gas, totdat de snelheid ongeveer gelijk
is aan de opgeslagen snelheid;
❒schakel de versnelling in die ingeschakeld was op het
moment van het opslaan van de snelheid;
❒druk op de knop RES B-fig. 39.CRUISE-CONTROL
(snelheidsregelaar)
(voor bepaalde uitvoeringen/markten)
Dit is een elektronisch hulpmiddel, waardoor de auto
(bij een snelheid boven 30 km/h) op lange, rechte en
droge trajecten en bij weinig verandering in de rij-
omstandigheden (bijv. snelwegen), met een constante en
vooraf ingestelde snelheid blijft rijden zonder het
gaspedaal te hoeven bedienen. Het gebruik van dit
systeem biedt geen voordelen in druk verkeer. Gebruik
dit systeem niet in de stad.
SYSTEEM INSCHAKELEN
Draai de knop A-fig. 39 in stand ON.
Het systeem kan niet worden ingeschakeld in de 1e
versnelling of de achteruit. Het is raadzaam het systeem
in te schakelen bij een versnelling die gelijk of hoger is
dan de 4e.
Op afdalingen kan bij ingeschakelde cruise-control de
snelheid iets oplopen ten opzichte van de opgeslagen
snelheid.
Het systeem is ingeschakeld als het lampje
Übrandt en
op het instrumentenpaneel de bijbehorende melding
verschijnt.
SNELHEID OPSLAAN
Ga als volgt te werk:
❒zet de draaiknop A-fig. 39 in stand ON en trap het
gaspedaal in totdat de auto met de gewenste
snelheid rijdt;
F0U039Abfig. 39
029-068 PUNTO Abarth NL 1ed 20-07-2012 11:40 Pagina 54
Page 59 of 271

55
WEGWIJS
IN UW AUTO
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES
EN MELDINGEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
OPGESLAGEN SNELHEID VERHOGEN
Dit kan op twee manieren:
❒trap het gaspedaal in en sla vervolgens de nieuwe
snelheid op;
of
❒plaats de hendel omhoog (+).
Telkens als de hendel wordt bediend, wordt de snelheid
iets verhoogd (ongeveer 1 km/h). Als de hendel omhoog
wordt gehouden, verandert de snelheid traploos.
OPGESLAGEN SNELHEID VERLAGEN
Dit kan op twee manieren:
❒schakel het systeem uit en sla vervolgens de nieuwe
snelheid op;
of
❒plaats de hendel omlaag (−) totdat de nieuwe
snelheid is bereikt die automatisch wordt opgeslagen.
Telkens als de hendel wordt bediend, wordt de snelheid
iets verlaagd (ongeveer 1 km/h). Als de hendel omlaag
wordt gehouden, verandert de snelheid traploos.
SYSTEEM UITSCHAKELEN
Het systeem kan als volgt door de bestuurder worden
uitgeschakeld:
❒draai de draaiknop A in stand OFF;
❒zet de motor uit;
❒trap het rempedaal in;❒trap het koppelingspedaal in;
❒trap het gaspedaal in; in dit geval wordt het systeem
niet werkelijk uitgeschakeld, maar heeft het
acceleratie-verzoek voorrang op het systeem; de
cruise-control blijft ingeschakeld en het systeem
stelt, na de acceleratie, de hiervoor opgeslagen
snelheid weer in, zonder dat de knop RES B-fig. 39
ingedrukt hoeft te worden.
Het systeem schakelt in de volgende gevallen
automatisch uit:
❒als het ABS of ESP in werking treedt;
❒als de snelheid van de auto onder de vastgestelde
limiet komt;
❒als er een storing in het systeem is.
Als de cruise-control tijdens het rijden is
ingeschakeld, zet dan nooit de versnellingspook
in de vrijstand.
ATTENTIE
Bij een storing of een afwijkende werking van
de cruise-control, moet de draaiknop A in
stand OFF worden gezet en moet u contact opnemen
met het Abarth Servicenetwerk.
ATTENTIE
029-068 PUNTO Abarth NL 1ed 20-07-2012 11:40 Pagina 55
Page 60 of 271

56
WEGWIJS
IN UW AUTO
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES
EN MELDINGEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
F0U040Abfig. 40
PLAFONDVERLICHTING
PLAFONDVERLICHTING VOOR MET
SPOTJES fig. 40
Met de schakelaar A kunnen de plafondlampjes worden
in- en uitgeschakeld.
Met de schakelaar A in het midden, worden de lampjes
C en D in-/uitgeschakeld bij het openen/sluiten van de
voorportieren.
Met de schakelaar A naar links geschoven, blijven de
lampjes C en D altijd uitgeschakeld.
Met de schakelaar A naar rechts geschoven, blijven de
lampjes C en D altijd ingeschakeld.
Het inschakelen/doven van de verlichting gaat geleidelijk.Met de schakelaar B bedient u de spotjes; bij
uitgeschakelde plafondverlichting wordt met de
schakelaar B:
❒in linker stand, het spotje C ingeschakeld;
❒in rechter stand, het spotje D ingeschakeld.
BELANGRIJK Controleer voordat u de auto verlaat of
beide schakelaars in de middelste stand staan. Op deze
manier zullen de lampjes van de plafondverlichting doven
bij het sluiten van de portieren, en voorkomt u dat de
accu ontlaadt.
Als de schakelaar in de rechter stand is blijven staan,
schakelt de verlichting 15 minuten na het uitzetten van
de motor automatisch uit.
Brandduurregeling van de plafondverlichting
Om het in- en uitstappen vooral in het donker te
vergemakkelijken, zijn er 2 brandduurregelingen
(bepaalde uitvoeringen).
BRANDDUURREGELING BIJ HET INSTAPPEN
De plafondlampjes gaan op de volgende manier branden:
❒ongeveer 10 seconden tijdens het ontgrendelen van
de voorportieren;
❒ongeveer 3 minuten bij het openen van een portier;
❒ongeveer 10 seconden bij het sluiten van de
portieren.
De werking van de brandduurregeling wordt
onderbroken als de contactsleutel in stand MAR wordt
gedraaid.
029-068 PUNTO Abarth NL 1ed 20-07-2012 11:40 Pagina 56
Page 61 of 271
57
WEGWIJS
IN UW AUTO
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES
EN MELDINGEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
BRANDDUURREGELING BIJ HET UITSTAPPEN
Als de contactsleutel uit het start-/contactslot wordt
verwijderd, gaan de plafondlampjes op de volgende
manier branden:
❒ongeveer 10 seconden binnen 2 minuten na het
uitzetten van de motor;
❒ongeveer 3 minuten bij het openen van een portier;
❒ongeveer 10 seconden bij het sluiten van een portier.
De brandduurregeling schakelt automatisch uit als de
portieren worden vergrendeld.
F0U041Abfig. 41
BAGAGERUIMTEVERLICHTING fig. 41
De verlichting (indien aanwezig) schakelt automatisch in
of uit als u de achterklep opent of sluit.
029-068 PUNTO Abarth NL 1ed 20-07-2012 11:40 Pagina 57
Page 62 of 271

58
WEGWIJS
IN UW AUTO
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES
EN MELDINGEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
F0U043Abfig. 43F0U044Abfig. 44
PARKEERVERLICHTING
Draai met de sleutel in stand STOP of met uitgenomen
sleutel, de draaiknop van de linker hendel eerst in stand
Oen vervolgens in stand 6of 2.
Op het instrumentenpaneel gaat het controlelampje 3
branden.
MISTLAMPEN VOOR fig. 44
(voor bepaalde uitvoeringen/markten)
Druk bij ingeschakelde buitenverlichting op knop 5.
Op het instrumentenpaneel gaat het controlelampje 5
branden.
Druk voor uitschakeling nogmaals op de knop.
Het gebruik van de mistlampen is afhankelijk van de
wetgeving van het land waarin u zich bevindt. Houdt
u aan de voorschriften.
BEDIENINGSKNOPPEN
WAARSCHUWINGSKNIPPERLICHTEN fig. 43
Druk voor inschakeling op knop A, onafhankelijk van de
stand van de contactsleutel.
Als het systeem is ingeschakeld, branden de lampjes
Îen ¥op het instrumentenpaneel. Druk voor
uitschakeling van de lichten nogmaals op de knop. Het
gebruik van de waarschuwingsknipperlichten is
afhankelijk van de wetgeving van het land waarin u zich
bevindt. Houdt u aan de voorschriften.
Noodstop
Bij een noodstop schakelen automatisch de
waarschuwingsknipperlichten in en gaan gelijktijdig de
lampjes Îen ¥op het instrumentenpaneel branden.
De functie schakelt automatisch uit als de remvertraging
niet meer het karakter van een noodstop heeft. Deze
functie voldoet aan de huidige wettelijke voorschriften.
029-068 PUNTO Abarth NL 1ed 20-07-2012 11:40 Pagina 58
Page 63 of 271

59
WEGWIJS
IN UW AUTO
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES
EN MELDINGEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
F0U046Abfig. 46
F0U045Abfig. 45
PORTIERVERGRENDELING fig. 47
U kunt de centrale portiervergrendeling inschakelen
door de knop A op de middenconsole in te drukken,
onafhankelijk van de stand van de contactsleutel. MISTACHTERLICHT fig. 45
Druk op knop 4. Het mistachterlicht werkt alleen als
het dimlicht of de buitenverlichting en mistlampen voor
(voor bepaalde uitvoeringen/markten) zijn ingeschakeld.
Op het instrumentenpaneel gaat het controlelampje 4
branden.
Druk voor uitschakeling nogmaals op de knop of schakel
het dimlicht en/of de mistlampen voor (indien aanwezig)
uit.
Het gebruik van het mistachterlicht is afhankelijk van de
wetgeving van het land waarin u zich bevindt. Houdt
u aan de voorschriften.
ACHTERRUITVERWARMING fig. 46
Druk voor inschakeling op de knop A.
Bij ingeschakelde achterruitverwarming zorgt een
tijdschakeling ervoor dat de verwarming na ongeveer
20 minuten uitschakelt.
F0U047Abfig. 47
029-068 PUNTO Abarth NL 1ed 20-07-2012 11:40 Pagina 59
Page 64 of 271

60
WEGWIJS
IN UW AUTO
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES
EN MELDINGEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
BRANDSTOFNOODSCHAKELING
Deze schakelt in bij een ongeval waardoor:
❒de toevoer van brandstof wordt gestopt en de
motor afslaat;
❒de portieren automatisch ontgrendelen;
❒de interieurverlichting wordt ingeschakeld.
Als het systeem is ingeschakeld, verschijnt er een
melding op het display. Controleer de auto zorgvuldig
op brandstoflekkage, bijvoorbeeld in de motorruimte,
onder de auto of in de nabijheid van de brandstoftank.
Draai na een ongeval de contactsleutel in stand STOP
om te voorkomen dat de accu ontlaadt.
Als u na een ongeval een brandstoflucht
ruikt of merkt dat het brandstofsysteem
lekt, schakel dan het systeem niet opnieuw in,
zodat brand wordt voorkomen.
ATTENTIE
Portierontgrendeling bij een ongeval
Bij een ongeval waarbij de brandstofnoodschakeling in
werking treedt, worden de portieren automatisch
ontgrendeld zodat het interieur van de auto van buitenaf
bereikt kan worden. Gelijktijdig gaat ook de
plafondverlichting branden. U kunt de portieren echter
altijd van binnenuit openen met behulp van de daarvoor
bestemde bedieningshendels.
Brandstofnoodschakeling opnieuw inschakelen
Als u na het ongeval geen brandstoflekkage vindt en de
auto kan nog verder rijden, herstel dan de werking van
de brandstofnoodschakeling, volgens de hierna
beschreven procedure.
Om de juiste werking van de auto te herstellen, moeten
de volgende handelingen worden uitgevoerd:
❒draai de contactsleutel in stand MAR;
❒schakel de rechter richtingaanwijzer in;
❒schakel de rechter richtingaanwijzer uit;
❒schakel de linker richtingaanwijzer in;
❒schakel de linker richtingaanwijzer uit;
❒schakel de rechter richtingaanwijzer in;
❒schakel de rechter richtingaanwijzer uit;
❒schakel de linker richtingaanwijzer in;
❒schakel de linker richtingaanwijzer uit;
❒draai de contactsleutel in stand STOP.
029-068 PUNTO Abarth NL 1ed 20-07-2012 11:40 Pagina 60