Page 137 of 271

133
MOTOR UITZETTEN
Draai bij stationair draaiende motor de contactsleutel in
stand STOP.
BELANGRIJK Het is beter om de motor na een zware
rit even „op adem” te laten komen. Zet de motor niet
onmiddellijk uit, maar laat hem even stationair draaien.
Hierdoor kan de temperatuur in de motorruimte dalen.
WEGWIJS
IN UW AUTO
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES
EN MELDINGEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
Gasgeven voordat u de motor uitzet heeft
geen enkel nut, verspilt brandstof en is,
vooral voor motoren met
turbocompressor, schadelijk.
F0U124Abfig. 124
PARKEREN
Ga als volgt te werk:
❒zet de motor uit en trek de handrem aan;
❒schakel een versnelling in (de 1eals de weg omhoog
loopt, de achteruit als de weg omlaag loopt) en zet
de voorwielen iets uitgestuurd.
Als de auto op een steile helling staat, blokkeer de
wielen dan met stenen of wiggen. Laat de
contactsleutel nooit in het contactslot zitten omdat
hierdoor de accu ontlaadt. Neem bovendien de sleutel
altijd uit het contactslot als u de auto verlaat.
Laat kinderen nooit alleen achter in de
auto. Neem de sleutel altijd uit het
contactslot als u de auto verlaat en neem de
sleutel mee.
ATTENTIE
131-140 GPUNTO EVO Abarth NL 2ed 8-11-2010 14:13 Pagina 133
Page 138 of 271

134
WEGWIJS
IN UW AUTO
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES
EN MELDINGEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
F0U125Abfig. 125
GEBRUIK VAN DE
HANDGESCHAKELDE
VERSNELLINGSBAK
Om de versnellingen in te schakelen, moet u het
koppelingspedaal geheel intrappen en vervolgens de
versnellingspook in de gewenste stand plaatsen (het
schakelschema staat op de knop van de pook fig. 125).
Voor het inschakelen van de 6
eversnelling moet de
pook naar rechts worden gedrukt om te voorkomen dat
per ongeluk de 4
eversnelling wordt ingeschakeld. Dit
geldt ook voor het schakelen van de 6enaar de 5e
versnelling.
BELANGRIJK De achteruit kan alleen bij een stilstaande
auto worden ingeschakeld.
Ga als volgt te werk om de achteruit R vanuit de
vrijstand in te schakelen: trek de schuifring A-fig. 125
onder de knop omhoog en verplaats de pook naar links
en vervolgens naar voren. HANDREM fig. 124
De handrem is aan de linkerzijde van de
bestuurdersstoel geplaatst. Om de handrem in te
schakelen, moet u de hendel omhoog trekken zodat de
auto blokkeert. Op een vlakke ondergrond hoort de
auto geblokkeerd te zijn als de handrem vier of vijf
tanden is aangetrokken. Op sterke hellingen en bij een
beladen auto moet de handrem negen of tien tanden
worden aangetrokken.
BELANGRIJK Als dit niet het geval is, laat dan het
Abarth Servicenetwerk de handrem afstellen.
Als de handrem is aangetrokken en de contactsleutel in
stand MARstaat, gaat op het instrumentenpaneel het
waarschuwingslampje
xbranden.
Handrem uitschakelen:
❒trek de hendel iets omhoog en druk op de
ontgrendelknop
A;
❒houd de knop Aingedrukt en laat de hendel zakken.
Het lampje
xop het instrumentenpaneel dooft.
Om onverwachtse bewegingen van de auto te
voorkomen, moet bij het bedienen van de handrem het
rempedaal worden ingetrapt.
131-140 GPUNTO EVO Abarth NL 2ed 8-11-2010 14:13 Pagina 134
Page 139 of 271

135
WEGWIJS
IN UW AUTO
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES
EN MELDINGEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
Om op de juiste wijze te schakelen,
moet u het koppelingspedaal geheel
intrappen. Daarom mag er niets onder het
pedaal liggen dat dit kan verhinderen: let erop
dat de vloermatten niet zijn dubbelgevouwen,
waardoor de slag van de pedalen kan worden
beperkt.
ATTENTIE
Laat uw hand tijdens het rijden niet op de
pookknop rusten omdat door de
uitgeoefende druk, ook als deze licht is,
de interne onderdelen van de versnellingsbak na
verloop van tijd kunnen slijten.
BELANGRIJK Gebruik het koppelingspedaal uitsluitend
voor het overschakelen. Laat tijdens het rijden de voet
nooit – zelfs niet licht – op het koppelingspedaal rusten.
Bij uitvoeringen voor bepaalde markten kan de
regelelektronica van het koppelingspedaal een foutief
gebruik door de bestuurder beschouwen als een storing.BRANDSTOFBESPARING
Hierna volgen enkele nuttige tips, waardoor het
brandstofverbruik zo laag mogelijk blijft en de uitstoot
van schadelijke uitlaatgassen zoveel mogelijk beperkt
wordt.
ALGEMENE OPMERKINGEN
Onderhoud van de auto
Zorg voor een goed onderhoud van de auto door de
controles en afstellingen die in het „Geprogrammeerd
Onderhoudsschema” staan vermeld, te laten uitvoeren.
Banden
Controleer regelmatig, ten minste een keer per maand,
de spanning van de banden: als de spanning te laag is,
wordt de weerstand groter en neemt het verbruik toe.
Overbodige bagage
Rijd niet met een overbeladen bagageruimte. Het
gewicht van de auto (vooral in stadsverkeer) en de
wieluitlijning hebben grote invloed op het
brandstofverbruik en de stabiliteit.
131-140 GPUNTO EVO Abarth NL 2ed 8-11-2010 14:13 Pagina 135
Page 140 of 271

136
WEGWIJS
IN UW AUTO
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES
EN MELDINGEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
RIJSTIJL
Starten
Laat bij stilstaande auto de motor niet warmdraaien met
stationair toerental en ook niet met een verhoogd
toerental: onder deze omstandigheden warmt de motor
veel langzamer op, terwijl het verbruik en de schadelijke
uitlaatgasemissie toenemen. Het is beter om rustig weg
te rijden en geen hoge toerentallen te gebruiken: op
deze manier warmt de motor sneller op.
Overbodige handelingen
Trap het gaspedaal niet in als u stilstaat voor een
stoplicht of voordat u de motor afzet. Deze handeling
heeft evenals het overschakelen met tussengas, geen
enkel nut. Het kost brandstof en verhoogt de uitstoot
van schadelijke uitlaatgassen.
Keuze van de versnellingen
Gebruik als het verkeer en de weg het toelaten de
hoogste versnelling. Het inschakelen van een lage
versnelling voor een snelle acceleratie verhoogt het
brandstofverbruik. Bij het oneigenlijke gebruik van een
hoge versnelling neemt het verbruik en de schadelijke
uitlaatgasemissie toe. Bovendien slijt de motor hierdoor
sneller. Imperiaal/skidrager
Verwijder de imperiaal of skidrager als u deze niet
gebruikt. Ze verminderen de aerodynamica van de auto,
waardoor het brandstofverbruik toeneemt. Gebruik
voor het vervoer van volumineuze voorwerpen bij
voorkeur een aanhanger.
Stroomverbruikers
Gebruik elektrische accessoires uitsluitend als u ze
nodig hebt. De achterruitverwarming, de verstralers,
de ruitenwissers en de aanjager van het ventilatie-/
verwarmingssysteem vragen veel stroom, waardoor
het brandstofverbruik toeneemt (tot aan 25% in
stadsverkeer).
Airconditioning
De airconditioning gebruikt zeer veel energie, waardoor
het brandstofverbruik sterk toeneemt (tot gemiddeld
20%): gebruik wanneer de buitentemperatuur het
toelaat, bij voorkeur de functies van het
ventilatiesysteem.
Aerodynamische accessoires
Het gebruik van niet goedgekeurde aerodynamische
accessoires kan de aerodynamica negatief beïnvloeden,
waardoor het brandstofverbruik zal toenemen.
131-140 GPUNTO EVO Abarth NL 2ed 8-11-2010 14:13 Pagina 136
Page 141 of 271

137
WEGWIJS
IN UW AUTO
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES
EN MELDINGEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
Maximum snelheid
Het brandstofverbruik neemt aanzienlijk toe bij een
hogere snelheid. Rijd daarom zoveel mogelijk met een
gelijkmatige snelheid, vermijd overbodig remmen en
optrekken. Dit kost brandstof en verhoogt de uitstoot
van schadelijke uitlaatgassen.
Acceleratie
Met vol gas optrekken kost veel brandstof en verhoogt
de uitstoot van schadelijke uitlaatgassen: het is beter
geleidelijk op te trekken en het toerental, waarbij het
maximum koppel wordt geleverd, niet te overschrijden.GEBRUIKSOMSTANDIGHEDEN
Koude start
Bij korte ritten en regelmatig koud starten bereikt de
motor niet de optimale bedrijfstemperatuur. Hierdoor
neemt niet alleen het brandstofverbruik toe (van 15 tot
aan 30% in stadsverkeer), maar ook de uitstoot van
uitlaatgassen.
Verkeerssituatie en conditie van het wegdek
Op een drukke weg, bijvoorbeeld bij filerijden, waarbij
overwegend lage versnellingen worden gebruikt, of in de
stad waar zich veel verkeerslichten bevinden, zal het
brandstofverbruik aanzienlijk hoger zijn. Bochtige
trajecten, bergwegen en een slecht wegdek verhogen
eveneens het brandstofverbruik.
Stilstaan in het verkeer
Als u langere tijd stilstaat (bijv. spoorwegovergangen), is
het raadzaam de motor uit te zetten.
131-140 GPUNTO EVO Abarth NL 2ed 8-11-2010 14:13 Pagina 137
Page 142 of 271

138
WEGWIJS
IN UW AUTO
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES
EN MELDINGEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
WINTERBANDEN
Gebruik winterbanden die dezelfde maat hebben als de
standaard geleverde banden.
Bij het Abarth Servicenetwerk zijn WINTER-banden
205/45 R17"- 88Q (M+S) verkrijgbaar, die gebruikt
kunnen worden als de auto voornamelijk op
besneeuwde trajecten rijdt.
Houdt u voor de bandenmaat, de bandenspanning en
het type winterbanden exact aan de gegevens die staan
vermeld in de paragraaf „Wielen” in het hoofdstuk
„Technische gegevens”.
De specifieke eigenschappen van winterbanden
verminderen aanzienlijk als de profieldiepte minder is
dan 4 mm. In dat geval is het veiliger ze te vervangen.
Door de specifieke eigenschappen van winterbanden zijn
de prestaties onder niet-winterse omstandigheden of
wanneer er lange afstanden op de snelweg worden
gereden, minder dan die van de standaard gemonteerde
banden.
Beperk het gebruik van winterbanden tot die
omstandigheden waarvoor ze zijn goedgekeurd.
Bij winterbanden met de indicatie „Q”
mag niet sneller worden gereden dan
160 km/h; echter de lokaal geldende wettelijke
snelheidsbeperkingen moeten altijd worden
gerespecteerd.
ATTENTIE
BELANGRIJK Als u winterbanden gebruikt waarvan de
maximum toegestane snelheid lager is dan de
topsnelheid van de auto (met een marge van 5%), dan
dient u in het interieur van de auto een voor de
bestuurder duidelijk zichtbaar waarschuwingsplaatje te
plaatsen met de maximum toegestane snelheid wanneer
met die winterbanden wordt gereden (overeenkomstig
de EU-normen).
Monteer op alle vier de wielen dezelfde banden (zelfde
merk en profieldiepte) voor meer veiligheid tijdens het
rijden en remmen en voor een betere bestuurbaarheid.
Keer de draairichting van de banden niet om.
131-140 GPUNTO EVO Abarth NL 2ed 8-11-2010 14:13 Pagina 138
Page 143 of 271

139
WEGWIJS
IN UW AUTO
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES
EN MELDINGEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
SNEEUWKETTINGEN
Het gebruik van sneeuwkettingen is afhankelijk van de
voorschriften van het land waar wordt gereden. De
sneeuwkettingen mogen alleen op de voorwielen
gemonteerd worden (aangedreven wielen). Wij raden
u het gebruik aan van sneeuwkettingen uit het Abarth
Lineaccessori-programma. Controleer na enkele
tientallen meters rijden of de kettingen nog goed
gespannen zijn.
BELANGRIJK Geef bij gemonteerde sneeuwkettingen
voorzichtig gas om het doorslippen van de aangedreven
wielen te voorkomen of zoveel mogelijk te beperken.
Hierdoor wordt het breken van de kettingen
voorkomen en daarmee beschadiging van de carrosserie
en de mechanische onderdelen.
BELANGRIJK Gebruik dunne sneeuwkettingen met een
beperkte dikte van 7 mm.Op banden met bandenmaat 215/45
R17
"-91Y kunnen geen sneeuwkettingen
worden gemonteerd.
ATTENTIE
Beperk de snelheid als u sneeuwkettingen
gebruikt; rijdt niet harder dan 50 km/h.
Vermijd kuilen, stoepranden en andere
obstakels en rijd, om de auto en het
wegdek niet te beschadigen, geen lange
stukken op sneeuwvrije wegen.
ATTENTIE
131-140 GPUNTO EVO Abarth NL 2ed 8-11-2010 14:13 Pagina 139
Page 144 of 271

140
WEGWIJS
IN UW AUTO
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES
EN MELDINGEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
❒smeer de wisserrubbers van de ruitenwissers en
achterruitwisser in met talkpoeder en laat ze los
van de ruit staan;
❒zet de ruiten een klein stukje open;
❒dek de auto af met een stoffen of een ademende
kunststof hoes. Gebruik geen dichte plastic hoes,
omdat het in en op de auto aanwezige vocht dan
niet kan verdampen;
❒breng de bandenspanning 0,5 bar boven de normaal
voorgeschreven spanning en controleer deze
regelmatig;
❒als u de accukabels niet loskoppelt, moet de lading
iedere maand gecontroleerd worden; laad de accu
op als de optische meter een donkere kleur heeft
zonder groen middenstuk;
❒tap het koelsysteem van de motor niet af.
BELANGRIJK Als de auto is uitgerust met een
diefstalalarm, schakel dan het alarm uit met de
afstandsbediening.
AUTO LANGERE TIJD STALLEN
Tref de volgende maatregelen als de auto langer dan een
maand niet wordt gebruikt:
❒zet de auto in een overdekte, droge en goed
geventileerde ruimte;
❒schakel een versnelling in;
❒zorg ervoor dat de handrem niet is aangetrokken;
❒maak de minkabel van de accu los en controleer de
acculading. Gedurende het stallen moet deze
controle iedere drie maanden worden herhaald.
Laad de accu op als de optische meter een donkere
kleur heeft zonder een groen middenstuk;
❒maak de gespoten plaatdelen schoon en behandel ze
met een beschermende was;
❒reinig en conserveer de glimmende metalen delen
met daarvoor geschikte middelen;
131-140 GPUNTO EVO Abarth NL 2ed 8-11-2010 14:13 Pagina 140