Page 9 of 96

Veiligheidsinformatie
1-3
1
symptomen van koolmonoxidevergiftiging
ervaart, verlaat de ruimte dan onmiddellijk,
g a n a a r d e o p e n l u c h t e n R O E P M E D I S C H E
HULP IN.
Laat de motor niet binnen draaien.
Zelfs als u ventileert met ventilatoren
of open ramen en deuren kan de hoe-
veelheid koolmonoxide snel oplopen
tot gevaarlijke niveaus.
Laat de motor niet draaien in slecht
geventileerde of deels afgesloten
ruimtes zoals schuren of garages.
Laat de motor niet buiten draaien op
plaatsen waar de uitlaatgassen in een
gebouw kunnen worden getrokken via
openingen zoals ramen en deuren.
Beladen
Het monteren van accessoires of het ver-
voer van bagage kan een negatief effect
hebben op de rijstabiliteit en het wegge-
drag als hierdoor de gewichtsverdeling van
de motor verandert. Wees uiterst voorzich-
tig bij het monteren van accessoires of het
beladen van uw motor, om zo mogelijke
ongevallen te vermijden. Pas extra op wan-
neer u op een motor rijdt die beladen is of
waaraan accessoires zijn gemonteerd.
Hieronder volgen naast de informatie over
accessoires enkele richtlijnen voor het be-
laden van uw motorfiets:
Het totale gewicht van de bestuurder, pas-
sagier, accessoires en bagage mag de
maximale gewichtslimiet niet overschrij-
den. Rijden met een te zwaar belaste
machine kan leiden tot een ongeval.
Let op het volgende wanneer u tot deze ge-
wichtslimiet belaadt:
Het zwaartepunt van bagage en ac-
cessoires moet zo laag mogelijk lig-
gen en zo dicht mogelijk bij de motor.
Bevestig zware goederen zo dichtmogelijk bij het midden van de machi-
ne en verdeel het gewicht zo gelijkma-
tig mogelijk over beide zijden om
onbalans of instabiliteit te minimalise-
ren.
Als gewicht gaat schuiven kan zich
een plotselinge onbalans voordoen.
Controleer voordat u gaat rijden of ac-
cessoires en bagage stevig aan de
motor zijn bevestigd. Controleer de
bevestigingspunten voor accessoires
en bagage regelmatig.
• Pas de vering aan de te vervoeren
bagage aan (alleen voor modellen
met instelbare vering) en controleer
de toestand en spanning van uw
banden.
• Bevestig nooit omvangrijke of zwa-
re goederen aan het stuur, de voor-
vork of het voorwielspatbord.
Dergelijke voorwerpen, inclusief
bagage als slaapzakken, plunjezak-
ken of tenten, kunnen een instabiel
weggedrag of een te trage reactie
op het stuur veroorzaken.
Deze machine is niet ontworpen
voor het trekken van een aanhanger
of bevestiging van een zijspan.
Originele Yamaha accessoires
De keuze van accessoires voor uw machi-
ne vormt een belangrijke beslissing. Origi-
nele Yamaha accessoires, die alleen
verkrijgbaar zijn bij de Yamaha dealer, zijn
door Yamaha ontwikkeld, getest en goed-
gekeurd voor gebruik op uw machine.
Veel bedrijven die niet zijn gelieerd aan
Yamaha produceren onderdelen en acces-
soires of bieden aanpassingssets voor
Yamaha voertuigen. Yamaha kan niet alle
producten testen die deze bedrijven produ-
ceren. Om die reden kan Yamaha acces-
soires die niet door Yamaha zijn verkocht of
wijzigingen die niet door zijn Yamaha zijn Maximale belasting:
160 kg (353 lb)
UB7PD0D0.book Page 3 Friday, September 14, 2018 2:05 PM
Page 10 of 96

Veiligheidsinformatie
1-4
1
aangeraden niet goedkeuren of aanbeve-
len, zelfs niet als deze zijn verkocht en
geenstalleerd door een Yamaha dealer.
In de handel verkrijgbare onderdelen,
accessoires en aanpassingssets
Hoewel er producten verkrijgbaar zijn die
qua ontwerp en kwaliteit sterk lijken op ori-
ginele Yamaha accessoires, dient u te be-
seffen dat sommige in de handel
verkrijgbare accessoires of aanpassings-
sets niet geschikt zijn vanwege mogelijke
veiligheidsrisico’s voor uzelf of anderen.
Het monteren van in de handel verkrijgbare
producten of het verrichten van aanpassin-
gen die de ontwerp- of bedieningskenmer-
ken van uw machine wijzigen kan het risico
op ernstig letsel of overlijden van uzelf of
anderen vergroten. U bent verantwoordelijk
voor letsel dat voortvloeit uit wijzigingen
aan de machine.
Volg bij de montage van accessoires de on-
derstaande richtlijnen en die vermeld onder
het kopje “Beladen”.
Monteer nooit accessoires en vervoer
nooit bagage als deze een nadelige in-
vloed hebben op de prestaties van uw
motor. Inspecteer het accessoire
zorgvuldig alvorens het te gebruiken
om te waarborgen dat het de grond-
speling of de hellinghoek op geen en-
kele manier vermindert, de veerweg,
de stuuruitslag of de bediening niet
beperkt en geen lampen of reflectors
afdekt.
• Accessoires die aan of nabij het
stuur of de voorvork zijn gemon-
teerd zullen mogelijk instabiliteit
veroorzaken door een foutieve ge-
wichtsverdeling of door aerodyna-
mische effecten. Accessoires aan
het stuur of nabij de voorvork moe-
ten zo licht mogelijk zijn en tot een
minimum worden beperkt.• Omvangrijke accessoires kunnen
door hun aerodynamisch effect van
invloed zijn op de rijstabiliteit van de
motor. De motor kan door rijwind
worden opgetild of bij zijwind insta-
biel worden. Zulke accessoires
kunnen ook instabiliteit veroorza-
ken terwijl u grote voertuigen in-
haalt of door deze wordt ingehaald.
• Sommige accessoires dwingen de
bestuurder om een andere dan de
normale zitpositie in te nemen. Zo’n
verkeerde zitpositie beperkt de be-
wegingsvrijheid van de bestuurder
en kan een comfortabele bediening
hinderen, zodat we dergelijke ac-
cessoires sterk afraden.
Wees voorzichtig bij het aanbrengen
van elektrische accessoires. Als elek-
trische accessoires de capaciteit van
het elektrisch systeem van de motor-
fiets te boven gaan, kan zich een ge-
vaarlijke elektrische storing voordoen
waardoor de verlichting of de motor
uitvalt.
In de handel verkrijgbare banden en vel-
gen
De banden en velgen die bij uw motorfiets
werden geleverd, zijn ontworpen om de
mogelijkheden van de motorfiets te onder-
steunen en bieden de beste combinatie van
rijprestaties, remvermogen en comfort. An-
dere banden, velgen, maten of combinaties
zijn mogelijk niet geschikt. Zie pagina 6-17
voor de bandenspecificaties en informatie
over het onderhouden en vervangen van
uw banden.
De motorfiets vervoeren
Volg de onderstaande instructies als u de
motorfiets in een ander voertuig wilt ver-
voeren.
Verwijder alle loszittende voorwerpen
van de motorfiets.
UB7PD0D0.book Page 4 Friday, September 14, 2018 2:05 PM
Page 11 of 96
Veiligheidsinformatie
1-5
1
Controleer of de brandstofkraan (in-
dien aanwezig) in de uitstand staat en
er geen brandstoflekkage is.
Schakel een versnelling in (bij model-
len met een handgeschakelde ver-
snellingsbak).
Zet de motorfiets vast met spanban-
den of andere geschikte banden aan
stevige delen van de motorfiets, zoals
het frame of de bovenste voorvork-
klem (en niet aan, bijvoorbeeld, het
stuur, de richtingaanwijzers of onder-
delen die kunnen afbreken). Kies de
plaats voor de spanbanden zorgvuldig
om te voorkomen dat deze tijdens het
transport schuurplekken op de lak
veroorzaken.
Zorg indien mogelijk dat de vering iets
door de spanbanden wordt ingedrukt,
zodat de motorfiets tijdens het trans-
port niet overmatig kan stuiteren.
UB7PD0D0.book Page 5 Friday, September 14, 2018 2:05 PM
Page 12 of 96
Beschrijving
2-1
2
DAU63371
Aanzicht linkerzijde
12345
876 9
10
1. Koelvloeistofreservoir (pagina 6-12)
2. Hoofdzekering (pagina 6-33)
3. Boordgereedschapsset (pagina 6-2)
4. Vergrendeling duozadel (pagina 3-17)
5. Opbergcompartiment (pagina 3-20)
6. Stelring voor veervoorspanning schokdemperunit (pagina 3-21)
7. Schakelpedaal (pagina 3-12)
8. Olieaftapplug (pagina 6-9)
9. Oliefilterpatroon (pagina 6-9)
10.Filterbus (pagina 6-9)
UB7PD0D0.book Page 1 Friday, September 14, 2018 2:05 PM
Page 13 of 96
Beschrijving
2-2
2
DAU63391
Aanzicht rechterzijde
1234
8
7659
1. Zekeringenkastje (pagina 6-33)
2. Accu (pagina 6-31)
3. Tankdop (pagina 3-14)
4. Koplamp (pagina 6-35)
5. Olievuldop (pagina 6-9)
6. Kijkglas olieniveau (pagina 6-9)
7. Rempedaal (pagina 3-13)
8. Remlichtschakelaar (pagina 6-22)
9. Vloeistofreservoir achterrem (pagina 6-23)
UB7PD0D0.book Page 2 Friday, September 14, 2018 2:05 PM
Page 14 of 96
Beschrijving
2-3
2
DAU63401
Bedieningen en instrumenten
12345678
1. Koppelingshendel (pagina 3-11)
2. Schakelaargroep linkerstuurzijde (pagina 3-10)
3. Multifunctionele meter (pagina 3-4)
4. Contactslot/stuurslot (pagina 3-1)
5. Vloeistofreservoir voorrem (pagina 6-23)
6. Schakelaargroep rechterstuurzijde (pagina 3-10)
7. Gasgreep (pagina 6-16)
8. Remhendel (pagina 3-12)
UB7PD0D0.book Page 3 Friday, September 14, 2018 2:05 PM
Page 15 of 96

Functies van instrumenten en bedieningselementen
3-1
3
DAU10462
Contactslot/stuurslot
Via het contactslot/stuurslot worden het
ontstekingssysteem en de verlichtingssy-
stemen bediend en wordt het stuur ver-
grendeld. De diverse standen worden
hierna beschreven.
DAU85040ON
Alle elektrische circuits worden voorzien
van stroom en de voertuigverlichting wordt
ingeschakeld. De motor kan worden ge-
start. De sleutel kan niet worden uitgeno-
men.
OPMERKING
Laat om ontladen van de accu te voor-
komen het contactslot niet ingescha-
keld zonder dat de motor draait.
De koplamp gaat automatisch bran-
den als de motor wordt gestart.
DAU54301 (uit)
Alle elektrische systemen zijn uitgescha-
keld. De sleutel kan worden uitgenomen.
WAARSCHUWING
DWA16371
Draai de sleutel onder het rijden nooit
naar “ ” of “LOCK”. Hierdoor worden
de elektrische systemen uitgeschakeld,
wat mogelijk kan leiden tot verlies van
de controle of een ongeval.
DAU60863LOCK
Het stuur is vergrendeld en alle elektrische
systemen zijn uitgeschakeld. De sleutel kan
worden uitgenomen.
Om het stuur te vergrendelen
1. Draai het stuur helemaal naar links.
2. Zet de sleutel in de stand “ ”, druk
de sleutel in en draai deze dan naar
“LOCK”.
3. Neem de sleutel uit.
OPMERKING
Als het stuur niet wordt vergrendeld, pro-
beer het dan iets terug naar rechts te draai-
en.
Om het stuur te ontgrendelen
ON
OFF
LOCK
1. Drukken.
2. Draaien.
1. Drukken.
2. Draaien.
12
12
UB7PD0D0.book Page 1 Friday, September 14, 2018 2:05 PM
Page 16 of 96

Functies van instrumenten en bedieningselementen
3-2
3
Druk de sleutel in de stand “LOCK” in en
draai deze dan naar “ ”.DAU4939G
Controlelampjes en waarschu-
wingslampjes
DAU11032Controlelampjes
richtingaanwijzers “ ” en “ ”
Elk controlelampje gaat knipperen wanneer
de bijbehorende richtingaanwijzer knippert.
DAU11061Vrijstandcontrolelampje “ ”
Dit controlelampje brandt terwijl de versnel-
lingsbak in de vrijstand staat.
DAU11081Controlelampje grootlicht “ ”
Dit controlelampje brandt terwijl de kop-
lamp is ingeschakeld voor grootlicht.
DAU85090Waarschuwingslampje oliedruk “ ”
Dit waarschuwingslampje gaat branden als
de motoroliedruk laag is.
1. Waarschuwingslampje motorstoring “ ”
2. Waarschuwingslampje oliedruk “ ”
3. Controlelampje linker
richtingaanwijzers “ ”
4. Vrijstandcontrolelampje “ ”
5. Controlelampje schakelmoment
6. Controlelampje rechter
richtingaanwijzers “ ”
7. Controlelampje grootlicht “ ”
8. ABS-waarschuwingslampje “ ”
8
MPH
MPG mile
123 4 5 67
ABS
UB7PD0D0.book Page 2 Friday, September 14, 2018 2:05 PM