1101-4. Antidiefstalsysteem
■Activeren van het alarm
Het alarm kan in de volgende situaties
geactiveerd worden:
(Door het stopzetten van het alarm wordt
het systeem gedeactiveerd.)
●De portieren worden met de sleutel ont-
grendeld.
●Een persoon in de auto opent een por-
tier, de achterklep of de motorkap of ont-
grendelt de auto met de vergrendelknop
aan de binnenzijde.
●De accu wordt opgeladen of vervangen
terwijl de auto is vergrendeld.
(
→Blz. 645)
■Door alarmsysteem bediende portier-
vergrendeling
In de volgende gevallen worden, afhanke-
lijk van de situatie, de portieren automa-
tisch vergrendeld om potentiële indringers
buiten de auto te houden:
●Wanneer een in de auto achtergebleven
persoon het portier ontgrendelt en het
alarm wordt geactiveerd.
●Terwijl het alarm i s geactiveerd, ont-
grendelt een in de aut o achtergebleven
persoon het portier.
●Bij het bijladen of vervangen van de
accu.
■Persoonlijke voorkeursinstellingen
(indien aanwezig)
Het alarm kan zo w orden ingesteld, dat
het wordt uitgeschak eld wanneer de sleu-
tel (auto's zonder Smart entry-systeem en
startknop) of mechanische sleutel (auto's
met Smart entry-systeem en startknop)
wordt gebruikt om de auto te ontgrende-
len.
(Systemen met mogelij kheden voor per-
soonlijke voorkeursinstellingen:
→Blz. 672)
■Signalering inbraaksensor en
hellingsensor
De inbraaksensor signaleert
indringers of een beweging in de
auto.
De hellingsensor signaleert een
verandering van de hoek van de
auto ten opzichte van het wegdek,
die bijvoorbeeld ontstaat als de
auto weggesleept wordt.
Dit systeem is ontworpen om diefstal
te voorkomen, maar een optimale
beveiliging tegen elke vorm van
inbraak kan niet worden gegaran-
deerd.
OPMERKING
■Ervoor zorgen dat het systeem
goed werkt
Verander of verw ijder het systeem
niet. Na veranderen of verwijderen
kan de juiste werk ing van het systeem
niet worden gegarandeerd.
Inbraaksensor en
hellingsensor (indien
aanwezig)
pM_RAV4_OM_OM42D03E_(EE).book P age 110 Wednesday, March 20, 2019 2:08 PM
111
1
1-4. Antidiefstalsysteem
Veiligheid en beveiliging
■De inbraaksensor en hellingsen-
sor inschakelen
Als het alarm wordt ingeschakeld,
worden de inbraaksensor en de hel-
lingsensor automatisch ingesteld.
(
→Blz. 109)
■De inbraaksensor en de helling-
sensor uitschakelen
Als u huisdieren of bewegende voor-
werpen in de auto achterlaat, moet u
ervoor zorgen dat u de inbraaksensor
en de hellingsensor uitschakelt voor-
dat u het alarm instelt, omdat deze
sensoren reageren op bewegingen
binnen in de auto.
1Zet het contact UIT.
2Druk op de uitschakeltoets van de
inbraaksensor en hellingsensor.
Druk opnieuw op de t
oets om de inbraak-
sensor en de hellings ensor weer in te
schakelen.
Telkens wanneer de inbraaksensor en de
hellingsensor worden uitgeschakeld/inge-
schakeld, wordt er een melding weerge-
geven op het multi-informatiedisplay.
■Uitschakelen en automatisch weer
inschakelen van de inbraaksensor
en hellingsensor
●Het alarm wordt in geschakeld zelfs
wanneer de inbraaksensor en de hel-
lingsensor zijn uitgeschakeld.
●Auto's zonder Smart entry-systeem en
startknop: Nadat de inbraaksensor en hellingsensor zijn uitgeschakeld, kun-
nen deze opnieuw worden ingescha-
keld door het contact AAN te zetten of
door de portieren m
et de afstandsbe-
diening te ontgrendelen.
●Auto's met Smart entry-systeem en
startknop: Nadat de inbraaksensor en
de hellingsensor zijn uitgeschakeld,
kunnen deze opnieuw worden inge-
schakeld door op de startknop te
drukken of de port ieren te ontgrende-
len met de instapfunctie (indien aan-
wezig) of de afstandsbediening.
●De inbraaksensor en de hellingsensor
zullen automatisch weer worden inge-
schakeld wanneer het alarmsysteem
weer wordt ingeschakeld.
■Informatie over de inbraaksensor
De sensor activeert in de volgende geval-
len mogelijk het alarm:
●Er bevinden zich nog personen of huis-
dieren in de auto.
●Een zijruit, het schuifdak (indien aanwe-
zig) of het panoramadak (indien aanwe-
zig) is open.
In dit geval registreert de sensor mogelijk
het volgende:
• Wind of beweging van voorwerpen, zoals bladeren en in secten, in de auto
• Ultrasoongolven van apparaten, zoals de inbraaksensoren van andere auto's
• Het bewegen van mensen buiten de
auto
pM_RAV4_OM_OM42D03E_(EE).book P age 111 Wednesday, March 20, 2019 2:08 PM
1121-4. Antidiefstalsysteem
●Er bevinden zich onstabiele voorwer-
pen, zoals loshangende accessoires of
kleding aan kledinghaak jes, in de auto.
●De auto is geparkeerd op een plek waar
extreme trillingen of geluiden optreden,
zoals in een parkeergarage.
●Er wordt ijs of s neeuw van de auto ver-
wijderd, waardoor de auto herhaaldelijk
wordt blootgesteld aan schokken of tril-
lingen.
●De auto staat in een wasstraat of een
hogedruk-wasinstallatie.
●De auto is blootgesteld aan schokken
die het gevolg zijn van hagel, onweer of
andere van buit enaf komende her-
haalde schokken of trillingen.
■Informatie over de hellingsensor
De sensor activeert in de volgende geval-
len mogelijk het alarm:
●De auto wordt vervoerd per boot, aan-
hangwagen, trein, enz.
●De auto staat gepar keerd in een par-
keergarage.
●De auto bevindt zic h in een wasstraat waarin de auto verplaatst wordt.
●Een van de banden verliest zijn span-
ning.
●De auto wordt opgekrikt.
●Er doet zich een aardbeving of wegver-
zakking voor.
OPMERKING
■Ervoor zorgen dat de inbraaksensor
goed werkt
●Raak de sensoren niet aan en bedek ze
ook niet, omdat hierdoor de werking
van de sensoren in negatieve zin beïn-
vloed kan worden.
●Spuit geen luchtverfrisser of andere
producten rechtstreeks in de openingen
van de sensoren.
●Als u andere accessoi
res installeert dan
originele Toyota-onderdelen of wanneer
u voorwerpen achterlaat tussen de
bestuurdersstoel en de stoel van de
voorpassagier, werk t de inbraaksensor
mogelijk minder goed.
●Auto's met Smart entry-systeem en
startknop: De werking van de inbraak-
sensor wordt mogelijk gestopt wanneer
de elektronische sleutel zich in de buurt
van de auto bevindt.
pM_RAV4_OM_OM42D03E_(EE).book P age 112 Wednesday, March 20, 2019 2:08 PM
1162-1. Instrumentenpaneel
Waarschuwingslampjes informe-
ren de bestuurder over storingen in
de aangegeven systemen van de
auto.
*1: Deze lampjes gaan branden wan-neer het contact A AN wordt gezet
om aan te geven dat er een sys-
teemcontrole wordt uitgevoerd. Ze
Waarschuwingslampjes
(Rood)
Waarschuwingslampje
remsysteem
*1 (→Blz. 606)
(Geel)
Waarschuwingslampje
remsysteem
*1 (→Blz. 606)
Laadstroomcontrolelampje
*1
(
→Blz. 607)
Waarschuwingslampje hoge
koelvloeistoftemperatuur
*2
(
→Blz. 607)
Waarschuwingslampje lage
oliedruk
*2 (→Blz. 607)
Motorcontrolelampje
*1
(
→Blz. 607)
Waarschuwingslampje SRS
*1
(
→Blz. 608)
Waarschuwingslampje ABS
*1
(
→Blz. 608)
(Rood/geel)
Waarschuwingslampje elektri-
sche stuurbekrachtiging
*1
(
→Blz. 608)
(Geel)
Controlelampje iMT*1
(indien aanwezig) (
→Blz. 608)
(Knippert of brandt)
Waarschuwingslampje PCS*1
(indien aanwezig) (
→Blz. 609)
(Oranje)
Controlelampje LTA (indien
aanwezig) (
→Blz. 609)
Controlelampje LDA (indien
aanwezig) (
→Blz. 609)
(Knippert)
Controlelampje uitgeschakeld
Stop & Start-systeem
*1
(indien aanwezig)
(
→Blz. 609)
(Knippert)
Controlelampje Toyota
Parking Assist-sensor OFF
*3
(indien aanwezig) (
→Blz. 610)
(Knippert)
Controlelampje PKSB OFF*1
(indien aanwezig) (
→Blz. 610)
(Knippert)
Controlelampje RCTA OFF*1
(indien aanwezig)
(
→Blz. 611)
Controlelampje Traction
Control
*1 (→Blz. 611)
Waarschuwingslampje Brake
Override-systeem/wegrijrege-
ling (indien aanwezig)/PKSB
(indien aanwezig)
*2
(
→Blz. 612)
(Knippert)
Controlelampje Brake Hold-
systeem in werking
*1
(
→Blz. 613)
(Knippert)
Waarschuwingslampje
parkeerrem (
→Blz. 613)
Waarschuwingslampje laag
brandstofniveau (
→Blz. 613)
Controlelampje bestuurders-
en voorpassagiersgordel
(
→Blz. 613)
Controlelampje achterpassa-
giersgordel (indien aanwezig)
(
→Blz. 614)
Waarschuwingslampje lage
bandenspanning
*1 (indien aan-
wezig) (
→Blz. 614)
pM_RAV4_OM_OM42D03E_(EE).book P age 116 Wednesday, March 20, 2019 2:08 PM
117
2
2-1. Instrumentenpaneel
Voertuigstatusinformatie en controlelampjes
doven nadat de motor is aangesla-
gen of nadat er
enkele seconden
verstreken zijn. Er kan een storing in
een systeem aanwez ig zijn als het
lampje niet gaat branden of uitgaat.
Laat de auto na kijken door een
erkende Toyota-dealer of herstel-
ler/reparateur of een andere naar
behoren gekwalific eerde en uitge-
ruste deskundige.
*2: Dit lampje brandt op het multi-infor- matiedisplay en er wordt een mel-
ding weergegeven.
*3: Het controlelampje Toyota Parking Assist-sensor OFF gaat branden
wanneer het contact AAN wordt
gezet, terwijl de Toyota Parking
Assist-sensor is ingeschakeld. Het
gaat na enkele seconden uit.
De controlelampjes informeren de
bestuurder over de bedrijfsstatus
van de verschillende systemen van
de auto.
WAARSCHUWING
■Als een waarschuwingslampje
van een veiligheidssysteem niet
gaat branden
Als een lampje van een veiligheids-
systeem zoals het ABS of het waar-
schuwingslampje SRS niet gaan
branden als u de mot or start, kan dat
betekenen dat dez e systemen niet
beschikbaar zijn om u te beschermen
in geval van een ongeval, waardoor
ernstig letsel zou kunnen ontstaan.
Laat, als dit gebeur t, de auto onmid-
dellijk nakijken doo r een erkende
Toyota-dealer of hersteller/repara-
teur of een ande re naar behoren
gekwalificeerde en uitgeruste deskun-
dige.
Controlelampjes
Controlelampje richtingaan-
wijzers (
→Blz. 290)
Controlelampje achterlicht
(
→Blz. 296)
Controlelampje grootlicht
(
→Blz. 298)
Controlelampje Automatic
High Beam-systeem (indien
aanwezig) (
→Blz. 299)
Controlelampje mistlampen
voor (indien aanwezig)
(
→Blz. 302)
Controlelampje mistachter-
licht (indien aanwezig)
(
→Blz. 302)
Controlelampje Smart entry-
systeem met startknop
*1
(indien aanwezig)
(
→Blz. 274)
(Groen)
Controlelampje iMT (indien
aanwezig) (
→Blz. 288)
Schakeladviesindicator
(indien aanwezig)
(
→Blz. 289)
Controlelampje cruise control
(
→Blz. 352, 364, 375)
Controlelampje Dynamic
Radar Cruise Control (indien
aanwezig) (
→Blz. 352, 364)
Controlelampje cruise control
SET (
→Blz. 352, 364, 375)
pM_RAV4_OM_OM42D03E_(EE).book P age 117 Wednesday, March 20, 2019 2:08 PM
1182-1. Instrumentenpaneel
Controlelampje snelheidsbe-
grenzer (indien aanwezig)
(
→Blz. 378)
Controlelampje LTA*3 (indien
aanwezig) (
→Blz. 335)
Controlelampje LDA
*3 (indien
aanwezig) (
→Blz. 343)
Controlelampje Toyota Par-
king Assist-sensor OFF
*4, 5
(indien aanwezig)
(
→Blz. 396)
Controlelampje PKSB OFF*2,
4
(indien aanwezig)
(
→Blz. 404)
(Knippert)
Controlelampje Traction
Control
*2 (→Blz. 435)
Controlelampje VSC OFF
*2, 4
(
→Blz. 436)
Waarschuwingslampje PCS
*2,
4
(indien aanwezig)
(
→Blz. 324)
BSM-indicatoren in de buiten-
spiegels
*2, 6 (indien aanwe-
zig) (
→Blz. 380)
Controlelampje BSM (indien
aanwezig) (
→Blz. 380)
Controlelampje RCTA OFF
*2,
4
(indien aanwezig)
(
→Blz. 380)
Controlelampje Stop & Start-
systeem
*2 (indien aanwezig)
(
→Blz. 417)
Controlelampje uitgescha-
keld Stop & Start-systeem
*2, 4
(indien aanwezig)
(
→Blz. 419)
Controlelampje stand-bys-
tand Brake Hold-systeem
*2
(
→Blz. 294)
Controlelampje Brake Hold-
systeem in werking
*2
(
→Blz. 294)
Controlelampje antidiefstal-
systeem (
→Blz. 85, 109)
Controlelampje lage buiten-
temperatuur
*7 (→Blz. 121,
126)
ECO-controlelampje
*2 (indien
aanwezig) (
→Blz. 132)
Waarschuwingslampje par-
keerrem (
→Blz. 291)
Controlelampje automatische
EPB OFF
*2, 4 (indien aanwe-
zig) (
→Blz. 291)
Controlelampje ECO-rijmo-
dus (
→Blz. 425)
Controlelampje SPORT-
modus (
→Blz. 425)
Controlelampje modus MUD
& SAND (indien aanwezig)
(
→Blz. 428)
Controlelampje modus ROCK
& DIRT (indien aanwezig)
(
→Blz. 428)
Controlelampje SNOW-
modus (indien aanwezig)
(
→Blz. 430)
Controlelampje Downhill
Assist Control
*2 (indien aan-
wezig) (
→Blz. 431)
Controlelampje PASSENGER
AIR BAG
*2, 8 (indien aanwezig)
(
→Blz. 48)
pM_RAV4_OM_OM42D03E_(EE).book P age 118 Wednesday, March 20, 2019 2:08 PM
119
2
2-1. Instrumentenpaneel
Voertuigstatusinformatie en controlelampjes
*1: Dit lampje brandt op het multi-infor-
matiedisplay en er wordt een mel-
ding weergegeven.
*2: Deze lampjes gaan branden wan-neer het contact AAN wordt gezet
om aan te geven dat er een sys-
teemcontrole wordt uitgevoerd. Ze
doven nadat de motor is aangesla-
gen of nadat er enkele seconden
verstreken zijn. Er kan een storing in
een systeem aanwez ig zijn als de
lampjes niet gaan branden of niet
uitgaan. Laat de au to nakijken door
een erkende Toyota-dealer of her-
steller/reparateur of een andere naar
behoren gekwalific eerde en uitge-
ruste deskundige.
*3: Afhankelijk van de bedrijfscondities wijzigen de kleur en de status (bran-
den/knipperen) van het controle-
lampje.
*4: Het lampje gaat branden wanneer het systeem wordt uitgeschakeld.
*5: Het controlelampje Toyota Parking Assist-sensor OFF gaat branden
wanneer het contact AAN wordt
gezet, terwijl de Toyota Parking
Assist-sensor is ingeschakeld. Het
gaat na enkele seconden uit.
*6: Dit lampje gaat branden in de buiten-spiegels.
*7: Wanneer de buitentemperatuur ongeveer 3°C of lager is, gaat het
controlelampje gedurende 10 secon-
den knipperen en blijft daarna bran-
den.
*8: Dit lampje brandt in het centrale paneel.
■BSM-indicatoren (Blind Spot Moni-
tor) in de buitenspiegels (indien
aanwezig)
Om aan te geven dat het systeem werkt,
gaan de BSM-indicatoren in de buiten-
spiegels in de volgende situaties bran-
den:
●Wanneer het contact AAN is gezet
terwijl de BSM-functie is ingeschakeld
op het scherm op het multi-infor-
matiedisplay.
●Wanneer de BSM-fun ctie is ingescha-
keld op het scherm op het multi-
informatiedisplay terwijl het contact
AAN staat.
Wanneer het systeem correct werkt,
gaan de BSM-indicatoren in de buiten-
spiegels na enkele seconden uit.
Wanneer de BSM-indicatoren in de bui-
tenspiegels niet gaan branden of niet
uitgaan, kan er een st oring in het sys-
teem aanwezig zijn.
Laat, als dit gebeurt, de auto nakijken
door een erkende Toyota-dealer of her-
steller/reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en uitgeruste
deskundige.
pM_RAV4_OM_OM42D03E_(EE).book P age 119 Wednesday, March 20, 2019 2:08 PM
135
2
2-1. Instrumentenpaneel
Voertuigstatusinformatie en controlelampjes
display, enz. van een functie kan
worden geselecteerd. Selecteer, als
het instelscherm wordt weergege-
ven, de instelling of de gewenste
waarde (tijd, enz.) met behulp van
.
3Druk na het wijzigen van de instel-
lingen op van de bedie-
ningstoetsen van het
instrumentenpaneel.
■“Clock :00” (klok :00) (indien aan-
wezig) (
→Blz. 122, 127)
Hiermee kunt u de klok instellen.
■ LTA (Lane Tracing Assist)
(indien aanwezig) (
→Blz. 330)
Hiermee kunt u de volgende zaken
instellen.
“Lane Center” (midden rijstrook)
Hiermee kunt u de Lane Centering-functie
in- of uitschakelen.
“Steering Assist” (stuurassistentie)
Hiermee kan de stuurassistentie worden
in- of uitgeschakeld.
“Sensitivity” (gevoeligheid)
Hiermee kunt u de gevoeligheid van de
Lane Departure Alert instellen.
“Sway Warning” (waarschuwing
voor slingeren)
Hiermee kunt u de waarschuwing voor slin-
geren in- of uitschakelen.
“Sway Sensitivity” (gevoeligheid
waarschuwing voor slingeren)
Hiermee kunt u de gevoeligheid van de
waarschuwing voor slingeren instellen.
■ LDA (Lane Departure Alert
met stuurregeling) (indien aan-
wezig) (
→Blz. 339)
Hiermee kunt u de volgende zaken
instellen.
“Steering Assist” (stuurassistentie)
Hiermee kan de stuurassistentie worden
in- of uitgeschakeld.
“Sensitivity” (gevoeligheid)
Hiermee kunt u de gevoeligheid van de
waarschuwing instellen.
“Sway Warning” (waarschuwing
voor slingeren)
Hiermee kunt u de waarschuwing voor slin-
geren in- of uitschakelen.
“Sway Sensitivity” (gevoeligheid
waarschuwing voor slingeren)
Hiermee kunt u de gevoeligheid van de
waarschuwing voor slingeren instellen.
■ PCS (Pre-Crash Safety-sys-
teem) (indien aanwezig)
(
→Blz. 322)
Hiermee kunt u de volgende zaken
instellen.
PCS aan/uit
Hiermee kunt u het Pre-Collision-systeem
in- of uitschakelen.
“Sensitivity” (gevoeligheid)
Hiermee kunt u het waarschuwingstijdstip
van het Pre-Crash Safety-systeem wijzi-
gen.
■ BSM (Blind Spot Monitor)
(indien aanwezig) (
→Blz. 380)
Hiermee kunt u de volgende zaken
instellen.
BSM (Blind Spot Monitor) aan/uit
Hiermee kunt u het BSM-systeem in- of uit-
schakelen.
“Brightness” (helderheid)
Hiermee kunt u de helderheid van de indi-
catoren in de buitenspiegels wijzigen.
(
→Blz. 380)
“Sensitivity” (gevoeligheid)
Hiermee kunt u de timing van de waar-
schuwing voor een naderend voertuig wijzi-
gen.
■ (Toyota Parking Assist-
sensor) (indien aanwezig)
(
→Blz. 395)
Hiermee kunt u de volgende zaken
instellen.
pM_RAV4_OM_OM42D03E_(EE).book P age 135 Wednesday, March 20, 2019 2:08 PM