121
1
1-5. Antidiefstalsysteem
Veiligheid en beveiliging
*: Indien aanwezig
■Zaken die gecontroleerd moeten
worden alvorens de auto te ver-
grendelen
Controleer onderstaande zaken om
ongewild activeren van het alarm en
diefstal te voorkomen:
Er is niemand in de auto.
De zijruiten en het panoramadak
(indien aanwezig) zijn gesloten
voordat het alarm wordt ingescha-
keld.
Er zijn geen waardevolle spullen of
persoonlijke zaken in de auto ach-
tergebleven.
■Instellen
Sluit de portieren, de achterklep en
de motorkap en vergrendel alle por-
tieren met de instapfunctie (indien
aanwezig) of de afstandsbediening.
Na 30 seconden wordt het systeem
automatisch ingeschakeld.
Het systeem is ingeschakeld zodra het
controlelampje niet meer constant brandt
maar knippert.
■Uitschakelen of uitzetten
Deactiveer of schakel het alarm uit
volgens een van de onderstaande
manieren:
Ontgrendel de portieren met de
instapfunctie (indien aanwezig) of
de afstandsbediening.
Schakel het hybridesysteem in.
(Het alarm wordt na enkele secon-
den gedeactiveerd of uitgescha-
keld.)
Alarm*
Met licht en geluid worden
alarmsignalen gegeven wan-
neer er een inbraakpoging wordt
gedetecteerd.
Wanneer het alarmsysteem is
ingeschakeld, wordt het alarm
onder de volgende omstandig-
heden geactiveerd:
Als een vergrendeld portier
wordt ontgrendeld of geopend
zonder gebruik te maken van de
instapfunctie (indien aanwezig)
of de afstandsbediening. (De
portieren zullen automatisch
opnieuw worden vergrendeld.)
De motorkap wordt geopend.
De inbraaksensor signaleert een
beweging in de auto. (Voor-
beeld: een indringer breekt een
ruit en dringt de auto binnen.)
De hellingsensor signaleert een
verandering in de hoek van de
auto ten opzichte van het weg-
dek.
Inschakelen/uitschakelen/uit
zetten van het alarmsysteem
pM_RAV4-HV_OM_OM42D12E_(EE) .book Page 121 Friday, March 22, 2019 11:40 AM
1221-5. Antidiefstalsysteem
■Onderhoud van het systeem
De auto is voorzien van een onderhouds-
vrij alarmsysteem.
■Activeren van het alarm
Het alarm kan in de volgende situaties
geactiveerd worden:
(Door het stopzetten van het alarm wordt
het systeem gedeactiveerd.)
●De portieren worden ontgrendeld met de
mechanische sleutel.
●Een persoon in de auto opent een por-
tier, de achterklep of de motorkap of ont-
grendelt de auto met de vergrendelknop
aan de binnenzijde.
●De 12V-accu wordt opgeladen of ver-
vangen terwijl de auto is vergrendeld.
(→ Blz. 565)
■Door alarmsysteem bediende portier-
vergrendeling
In de volgende gevallen worden, afhanke-
lijk van de situatie, de portieren automa-
tisch vergrendeld om potentiële indringers
buiten de auto te houden:
●Wanneer een in de auto achtergebleven
persoon het portier ontgrendelt en het
alarm wordt geactiveerd.
●Terwijl het alarm is geactiveerd, ont-
grendelt een in de auto achtergebleven
persoon het portier.
●Bij het bijladen of vervangen van de
12V-accu.
■Persoonlijke voorkeursinstellingen
(indien aanwezig)
Het alarm kan zo worden ingesteld, dat het
wordt uitgeschakeld wanneer de mechani-
sche sleutel wordt gebruikt om de auto te
ontgrendelen.
(Systemen met mogelijkheden voor per-
soonlijke voorkeursinstellingen:
→ Blz. 588)
■Signalering inbraaksensor en
hellingsensor
De inbraaksensor signaleert
indringers of een beweging in de
auto.
De hellingsensor signaleert een
verandering van de hoek van de
auto ten opzichte van het wegdek,
die bijvoorbeeld ontstaat als de
auto weggesleept wordt.
Dit systeem is ontworpen om diefstal
te voorkomen, maar een optimale
beveiliging tegen elke vorm van
inbraak kan niet worden gegaran-
deerd.
OPMERKING
■Ervoor zorgen dat het systeem
goed werkt
Verander of verwijder het systeem niet.
Na veranderen of verwijderen kan de
juiste werking van het systeem niet wor-
den gegarandeerd.
Inbraaksensor en
hellingsensor
pM_RAV4-HV_OM_OM42D12E_(EE) .book Page 122 Friday, March 22, 2019 11:40 AM
123
1
1-5. Antidiefstalsysteem
Veiligheid en beveiliging
■De inbraaksensor en
hellingsensor inschakelen
Als het alarm wordt ingeschakeld,
worden de inbraaksensor en de hel-
lingsensor automatisch ingesteld.
( →Blz. 121)
■De inbraaksensor en de helling-
sensor uitschakelen
Als u huisdieren of bewegende voor-
werpen in de auto achterlaat, moet u
ervoor zorgen dat u de inbraaksensor
en de hellingsensor uitschakelt voor-
dat u het alarm instelt, omdat deze
sensoren reageren op bewegingen
binnen in de auto.
1 Zet het contact UIT.
2 Druk op de uitschakeltoets van de
inbraaksensor en hellingsensor.
Druk opnieuw op de toets om de inbraak-
sensor en de hellingsensor weer in te
schakelen.
Telkens wanneer de inbraaksensor en de
hellingsensor worden uitgeschakeld/inge-
schakeld, wordt er een melding weerge-
geven op het multi-informatiedisplay.
■Uitschakelen en automatisch weer
inschakelen van de inbraaksensor en
hellingsensor
●Het alarm wordt ingeschakeld zelfs wan-
neer de inbraaksensor en de hellingsen-
sor zijn uitgeschakeld.
●Nadat de inbraaksensor en de helling-
sensor uitgeschakeld zijn, worden deze
opnieuw ingeschakeld door op de start-
knop te drukken of de portieren te ont-
grendelen met de instapfunctie (indien
aanwezig) of de afstandsbediening.
●De inbraaksensor en de hellingsensor
zullen automatisch weer worden inge-
schakeld wanneer het alarmsysteem
weer wordt ingeschakeld.
■Informatie over de inbraaksensor
De sensor activeert in de volgende geval-
len mogelijk het alarm:
●Er bevinden zich nog personen of huis-
dieren in de auto.
●Een zijruit of het panoramadak (indien
aanwezig) is open.
In dit geval registreert de sensor mogelijk
het volgende:
• Wind of beweging van voorwerpen, zoals bladeren en insecten, in de auto
• Ultrasoongolven van apparaten, zoals de inbraaksensoren van andere auto's
• Het bewegen van mensen buiten de
auto
●Er bevinden zich onstabiele voorwer-
pen, zoals loshangende accessoires of
kleding aan kledinghaakjes, in de auto.
pM_RAV4-HV_OM_OM42D12E_(EE) .book Page 123 Friday, March 22, 2019 11:40 AM
1241-5. Antidiefstalsysteem
●De auto is geparkeerd op een plek waar
extreme trillingen of geluiden optreden,
zoals in een parkeergarage.
●Er wordt ijs of sneeuw van de auto ver-
wijderd, waardoor de auto herhaaldelijk
wordt blootgesteld aan schokken of tril-
lingen.
●De auto staat in een wasstraat of een
hogedruk-wasinstallatie.
●De auto is blootgesteld aan schokken
die het gevolg zijn van hagel, onweer of
andere van buitenaf komende her-
haalde schokken of trillingen.
■Informatie over de hellingsensor
De sensor activeert in de volgende geval-
len mogelijk het alarm:
●De auto wordt vervoerd per boot, aan-
hangwagen, trein, enz.
●De auto staat geparkeerd in een par-
keergarage.
●De auto bevindt zich in een wasstraat
waarin de auto verplaatst wordt.
●Een van de banden verliest zijn span-
ning.
●De auto wordt opgekrikt.
●Er doet zich een aardbeving of wegver-
zakking voor.
OPMERKING
■Ervoor zorgen dat de inbraaksen-
sor goed werkt
●Raak de sensoren niet aan en bedek
ze ook niet, omdat hierdoor de wer-
king van de sensoren in negatieve zin
beïnvloed kan worden.
●Spuit geen luchtverfrisser of andere
producten rechtstreeks in de openin-
gen van de sensoren.
●Als u andere accessoires installeert
dan originele Toyota-onderdelen of
wanneer u voorwerpen achterlaat tus-
sen de bestuurdersstoel en de stoel
van de voorpassagier, werkt de
inbraaksensor mogelijk minder goed.
●De werking van de inbraaksensor
wordt mogelijk gestopt wanneer de
elektronische sleutel zich in de buurt
van de auto bevindt.
pM_RAV4-HV_OM_OM42D12E_(EE) .book Page 124 Friday, March 22, 2019 11:40 AM
1282-1. Instrumentenpaneel
Waarschuwingslampjes informeren
de bestuurder over storingen in de
aangegeven systemen van de auto.
*1: Deze lampjes gaan branden als het contact AAN wordt gezet om aan te
geven dat er een systeemcontrole
wordt uitgevoerd. Ze gaan uit nadat
het hybridesysteem is ingeschakeld of
na enkele seconden. Er kan een sto-
ring in een systeem aanwezig zijn als
het lampje niet gaat branden of uit-
gaat. Laat de auto nakijken door een
erkende Toyota-dealer of hersteller/
Waarschuwingslampjes
(Rood)
Waarschuwingslampje
remsysteem
*1 ( → Blz. 527)
(Geel)
Waarschuwingslampje
remsysteem
*1 (→ Blz. 527)
Laadstroomcontrolelampje
*1
(→ Blz. 528)
Waarschuwingslampje hoge
koelvloeistoftemperatuur
*2
(→ Blz. 528)
Waarschuwingslampje hybride-
systeem oververhit
*2
(→ Blz. 528)
Waarschuwingslampje lage
oliedruk
*2 ( → Blz. 528)
Motorcontrolelampje
*1
(→ Blz. 529)
Waarschuwingslampje SRS
*1
(→ Blz. 529)
Waarschuwingslampje ABS
*1
(→ Blz. 529)
(Rood/geel)
Waarschuwingslampje
elektrische stuurbekrachti-
ging
*1 (→ Blz. 529)
(Knippert of
brandt)
Waarschuwingslampje PCS*1
(indien aanwezig) ( →Blz. 530)
(Oranje)
Controlelampje LTA (indien
aanwezig) ( →Blz. 530)
(Knippert)
Controlelampje Toyota
Parking Assist-sensor OFF
*3
(indien aanwezig) ( →Blz. 531)
(Knippert)
Controlelampje PKSB OFF*1
(indien aanwezig) ( →Blz. 531)
(Knippert)
Controlelampje RCTA OFF*1
(indien aanwezig) ( →Blz. 532)
Controlelampje Traction Con-
trol
*1 ( → Blz. 532)
Waarschuwingslampje Brake
Override-systeem/wegrijrege-
ling/PKSB (indien aanwezig)
*2
(→ Blz. 533)
(Knippert)
Controlelampje Brake Hold-
systeem in werking
*1
(→ Blz. 533)
(Knippert)
Waarschuwingslampje
parkeerrem ( →Blz. 534)
Waarschuwingslampje laag
brandstofniveau ( →Blz. 534)
Controlelampje bestuurders-
en voorpassagiersgordel
(→ Blz. 534)
Controlelampje achterpassa-
giersgordel (indien aanwezig)
(→ Blz. 534)
Waarschuwingslampje lage
bandenspanning
*1 (indien aan-
wezig) ( →Blz. 535)
pM_RAV4-HV_OM_OM42D12E_(EE) .book Page 128 Friday, March 22, 2019 11:40 AM
129
2
2-1. Instrumentenpaneel
Voertuigstatusinformatie en controlelampjes
reparateur of een andere naar behoren
gekwalificeerde en uitgeruste deskun-
dige.
*2: Dit lampje brandt op het multi-informa-
tiedisplay en er wordt een melding
weergegeven.
*3: Het controlelampje Toyota Parking Assist-sensor OFF gaat branden wan-
neer het contact AAN wordt gezet, ter-
wijl de Toyota Parking Assist-sensor is
ingeschakeld. Het gaat na enkele
seconden uit.
De controlelampjes informeren de
bestuurder over de bedrijfsstatus van
de verschillende systemen van de
auto.
WAARSCHUWING
■Als een waarschuwingslampje van
een veiligheidssysteem niet gaat
branden
Als een lampje van een veiligheidssys-
teem zoals het ABS of het waarschu-
wingslampje SRS niet gaat branden als
u het hybridesysteem start, kan dat
betekenen dat de ze systemen niet
beschikbaar zijn om u te beschermen in
geval van een ongeval, waardoor ern-
stig letsel zou kunnen ontstaan. Laat,
als dit gebeurt, de auto onmiddellijk
nakijken door een erkende Toyota-dea-
ler of hersteller/reparateur of een
andere naar behoren gekwalificeerde
en uitgeruste deskundige.
Controlelampjes
Controlelampje richtingaan-
wijzers ( →Blz. 293)
Controlelampje achterlicht
(→ Blz. 300)
Controlelampje grootlicht
(→ Blz. 301)
Controlelampje Automatic
High Beam-systeem (indien
aanwezig) ( →Blz. 302)
Controlelampje mistlampen
voor (indien aanwezig)
(→ Blz. 305)
Controlelampje mistachterlicht
(indien aanwezig) ( →Blz. 305)
Controlelampje Smart entry-
systeem met startknop
*1
(indien aanwezig) ( →Blz. 283)
Controlelampje cruise control
(→ Blz. 346, 357)
Controlelampje Dynamic
Radar Cruise Control (indien
aanwezig) ( →Blz. 346)
Controlelampje cruise control
SET ( →Blz. 346, 357)
Controlelampje snelheidsbe-
grenzer (indien aanwezig)
(→ Blz. 360)
Controlelampje LTA
*2 (indien
aanwezig) ( →338)
Controlelampje Toyota Par-
king Assist-sensor OFF
*3, 4
(indien aanwezig) ( →Blz. 379)
pM_RAV4-HV_OM_OM42D12E_(EE) .book Page 129 Friday, March 22, 2019 11:40 AM
1302-1. Instrumentenpaneel
*1: Dit lampje brandt op het multi-informa-tiedisplay en er wordt een melding
weergegeven.
*2: Afhankelijk van de bedrijfscondities wijzigen de kleur en de status (bran-
den/knipperen) van het controle-
lampje.
*3: Het lampje gaat branden wanneer het systeem wordt uitgeschakeld.
*4: Het controlelampje Toyota Parking
Assist-sensor OFF gaat branden wan-
neer het contact AAN wordt gezet, ter-
wijl de Toyota Parking Assist-sensor is
ingeschakeld. Het gaat na enkele
seconden uit.
*5: Deze lampjes gaan branden als het contact AAN wordt gezet om aan te
geven dat er een systeemcontrole
wordt uitgevoerd. Ze gaan uit nadat
het hybridesysteem is ingeschakeld of
na enkele seconden. Er kan een sto-
ring in een systeem aanwezig zijn als
de lampjes niet gaan branden of niet
uitgaan. Laat de auto nakijken door
een erkende Toyota-dealer of herstel-
ler/reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en uitgeruste
deskundige.
*6: Dit lampje gaat branden in de buiten-spiegels.
Controlelampje PKSB OFF
*3,
5
(indien aanwezig)
(→ Blz. 387)
(Knippert)
Controlelampje Traction
Control
*5 (→ Blz. 407)
Controlelampje VSC OFF
*3, 5
(→ Blz. 407)
Waarschuwingslampje PCS
*3,
5
(indien aanwezig)
(→ Blz. 327)
BSM-indicatoren in de buiten-
spiegels
*5, 6 (indien aanwezig)
(→ Blz. 363)
Controlelampje BSM
(indien aanwezig) ( →Blz. 363)
Controlelampje RCTA OFF
*3,
5
(indien aanwezig)
(→ Blz. 363)
Controlelampje stand-by-
stand Brake Hold-systeem
*5
(→ Blz. 297)
Controlelampje Brake Hold-
systeem in werking
*5
(→ Blz. 297)
Controlelampje antidiefstal-
systeem ( →Blz. 97, 121)
Controlelampje READY
(→ Blz. 283)
Controlelampje lage buiten-
temperatuur
*7 ( → Blz. 134,
140)
EV-controlelampje ( →Blz. 90)
Waarschuwingslampje
parkeerrem (→Blz. 294)
Controlelampje EV MODE
(→ Blz. 287)
Controlelampje ECO-
rijmodus ( →Blz. 401)
Controlelampje SPORT-
modus ( →Blz. 401)
Controlelampje TRAIL (indien
aanwezig) ( →Blz. 403)
Controlelampje PASSENGER
AIR BAG
*5, 8 (indien aanwezig)
(→ Blz. 48)
pM_RAV4-HV_OM_OM42D12E_(EE) .book Page 130 Friday, March 22, 2019 11:40 AM
1502-1. Instrumentenpaneel
Hiermee kunt u het BSM-systeem in- of
uitschakelen.
“Brightness” (helderheid)
Hiermee kunt u de helderheid van de indi-
catoren in de buitenspiegels wijzigen.
(→ Blz. 363)
“Sensitivity” (gevoeligheid)
Hiermee kunt u de timing van de waar-
schuwing voor een naderend voertuig wij-
zigen.
■ (Toyota Parking Assist-
sensor) (indien aanwezig)
( →Blz. 378)
Hiermee kunt u de volgende zaken
instellen.
Toyota Parking Assist-sensor
aan/uit
Hiermee kan de Toyota Parking Assist-
sensor worden in- of uitgeschakeld.
“Volume”
Hiermee kunt u het volume van de zoe-
mer die bij het bedienen van de Toyota
Parking Assist-sensor klinkt instellen.
■RCTA (Rear Crossing Traffic
Alert) (indien aanwezig)
(→Blz. 362)
RCTA (Rear Crossing Traffic Alert)
aan/uit
Hiermee kunt u het RCTA-systeem in- of
uitschakelen.
“Volume”
Hiermee kunt u het volume van de RCTA-
zoemer wijzigen.
■ PKSB (Parking Support
Brake System) (indien aanwe-
zig) ( →Blz. 386)
Hiermee kunt u de Parking Support
Brake-functie in- of uitschakelen.
■ RSA (Road Sign Assist)
(indien aanwezig) ( →Blz. 342)
Hiermee kunt u de volgende zaken
instellen.
Road Sign Assist aan/uit
Hiermee kunt u het RSA-systeem in- of
uitschakelen.
“Notification method” (meldings-
methode)
Hiermee kunt u elke meldingsmethode
die wordt gebruikt om de bestuurder te
waarschuwen wanneer het systeem een
te hoge snelheid, een verkeersbord voor
een inhaalverbod of een verkeersbord
voor verboden in te rijden signaleert, wijzi-
gen.
“Notification Level” (meldingsni-
veau)
Hiermee kunt u elk meldingsniveau dat
wordt gebruikt om de bestuurder te waar-
schuwen wanneer het systeem een ver-
keersbord met een snelheidslimiet
signaleert, wijzigen.
■DRCC (RSA) (indien aanwezig)
(→Blz. 354)
Hiermee kunt u de Dynamic Radar
Cruise Control met Road Sign Assist
in- of uitschakelen.
■ Voertuiginstellingen
PBD (elektrisch bedienbare
achterklep) (indien aanwezig)
( →Blz. 195)
*1
Hiermee kunt u de volgende zaken instel-
len.
• Systeeminstellingen
Hiermee kan de functie elektrisch bedien-
bare achterklep worden in- of uitgescha-
keld.
• “Kick Sensor” (sensor regeling voetbe-
diening)
*2
Hiermee kunt u de sensor regeling voet-
bediening in- of uitschakelen.
pM_RAV4-HV_OM_OM42D12E_(EE) .book Page 150 Friday, March 22, 2019 11:40 AM