Page 145 of 505

144
ProaceVerso_nl_Chap04_eclairage-et-visibilite_ed01-2019
Uitvoering zonder automatische inschakeling
Uitvoering met automatische inschakeling
Ring voor de hoofdverlichtingLichten uit (afgezet contact) / dagrijverlichting vóór (draaiende motor).
Automatische verlichting.
Alleen parkeerlicht.
Dimlicht of grootlicht.
Overschakelen van dim-
naar grootlicht en terug
Als de verlichting is uitgeschakeld of wanneer alleen de parkeerlichten zijn ingeschakeld, kunt u een lichtsignaal geven door de hendel naar u toe te trekken.
Het branden van het desbetreffende verklikkerlampje op het instrumentenpaneel geeft aan dat de geselecteerde verlichting is ingeschakeld.
Trek de hendel naar u toe om over te schakelen van dim- naar grootlicht en terug.
Lichtschakelaar
Onder bepaalde weersomstandigheden (lage temperatuur, vochtigheid) kan zich een laagje condens aan de binnenzijde van de koplampen en de achterlichten vormen; dit verdwijnt enkele minuten na
het ontsteken van de koplampen.
Draai aan de ring om het symbool van de gewenste stand tegenover het merkteken te zetten.
Verlichting en zicht
Page 146 of 505

145
ProaceVerso_nl_Chap04_eclairage-et-visibilite_ed01-2019
Ring voor de mistverlichting
Mistlampen vóór en mistachterlichtAlleen mistachterlicht
F Draai de ring naar voren om het mistachterlicht in te schakelen.Wanneer de verlichting automatisch wordt uitgeschakeld (uitvoeringen met de stand AUTO), blijven het mistachterlicht en het dimlicht branden.F Draai de ring naar achteren om het mistachterlicht uit te schakelen.
Verdraai de ring:F één stand naar voren om de mistlampen vóór in te schakelen,F twee standen naar voren om de mistachterlichten in te schakelen,F één stand naar achteren om de mistachterlichten uit te schakelen,F twee standen naar achteren om de mistlampen vóór uit te schakelen.
Als de verlichting automatisch wordt uitgeschakeld (uitvoeringen met automatische verlichting) of als het dimlicht handmatig wordt uitgeschakeld, blijven de mistverlichting en de parkeerlichten branden.F Draai de ring naar achteren om de
mistverlichting uit te schakelen. De parkeerlichten worden dan ook uitgeschakeld.
De mistlampen vóór werken als de dimlichten zijn ingeschakeld (handmatig of in de stand AUTO).Het mistachterlicht werkt als minimaal de parkeerlichten zijn ingeschakeld.
4
Verlichting en zicht
Page 147 of 505

146
ProaceVerso_nl_Chap04_eclairage-et-visibilite_ed01-2019
Richtingaanwijzers
(knipperlichten)
F Links: beweeg de verlichtingsschakelaar omlaag voorbij het zware punt.F Rechts: beweeg de verlichtingsschakelaar omhoog voorbij het zware punt.
Drie keer knipperen
F Beweeg de schakelaar kort omhoog of omlaag, zonder deze door de
weerstand te drukken. De desbetreffende richtingaanwijzers zullen drie keer knipperen.
Bij helder of regenachtig weer, zowel overdag als 's nachts, zijn de mistlampen vóór en de mistachterlichten verblindend voor medeweggebruikers en daarom niet toegestaan. Gebruik de mistlampen vóór en de mistachterlichten uitsluitend bij mist of sneeuwval.Onder deze weersomstandigheden dient u de mistlampen en het dimlicht handmatig in te schakelen, omdat de lichtsensor voldoende licht kan waarnemen.Vergeet niet de mistlampen uit te zetten zodra ze niet meer nodig zijn.
Vergeten verlichting
Als het contact is afgezet, de verlichting handmatig is ingeschakeld en een van de voorportieren wordt geopend, klinkt een geluidssignaal om aan te geven dat de verlichting nog brandt.Het geluidssignaal stopt zodra de verlichting wordt uitgeschakeld.
Reizen naar het buitenland
Wanneer u uw auto gaat gebruiken in een land waarin het verkeer aan de andere kant van de weg rijdt, moet de afstelling van de koplampen worden gewijzigd om te voorkomen dat tegemoetkomend verkeer wordt verblind.Neem contact op met een erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
Als het contact wordt afgezet, wordt de verlichting gedoofd, maar kunt u de verlichting altijd weer inschakelen met de lichtschakelaar.
Verlichting en zicht
Page 148 of 505

147
ProaceVerso_nl_Chap04_eclairage-et-visibilite_ed01-2019
Dagrijverlichting vóór
(LED-verlichting)
Bij het starten van de motor wordt deze verlichting (indien aanwezig) automatisch ingeschakeld als de lichtschakelaar in de stand "0" of "AUTO" staat.
Automatische
verlichting
Inschakelen
Met behulp van een lichtsensor worden de kentekenplaatverlichting, het achterlicht en het dimlicht automatisch ingeschakeld als de lichtsterkte van de omgeving onvoldoende is. De verlichting kan ook, in geval van neerslag, gelijktijdig met het automatisch inschakelen van de ruitenwissers vóór worden ingeschakeld.De verlichting wordt uitgeschakeld als de
lichtsterkte van de omgeving weer voldoende is of nadat het wissen is gestopt.
Uitschakelen
F Draai de ring in een andere stand. Het uitschakelen van de functie wordt bevestigd door een melding.
Storing
Bij een storing in de lichtsensor gaat de verlichting branden, wordt dit pictogram weergegeven op het
Neem contact op met een erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
instrumentenpaneel in combinatie met een geluidssignaal en/of een melding.
Bij mist of sneeuw kan de lichtsensor ten onrechte voldoende licht waarnemen; de verlichting wordt dan niet automatisch ingeschakeld.Dek de met de regensensor gecombineerde lichtsensor, die zich in aan de bovenzijde van de voorruit achter de binnenspiegel bevindt, niet af.
De aan de sensor gekoppelde functies worden dan niet meer bediend.
F Draai de ring in de stand "AUTO". Het
activeren van de functie wordt bevestigd door een melding.
4
Verlichting en zicht
Page 149 of 505

148
ProaceVerso_nl_Chap04_eclairage-et-visibilite_ed01-2019
Deze functie zorgt er voor dat na het afzetten van het contact de dimlichten nog even blijven branden om het uitstappen in het donker te vergemakkelijken.
Handbediende follow me
home-verlichting
F Geef bij afgezet contact een "lichtsignaal" met de lichtschakelaar.
F Geef nogmaals een "lichtsignaal" om de functie uit te schakelen.
Uitschakelen
Na het vergrendelen van de auto wordt de handbediende follow me home-verlichting na een bepaalde tijd automatisch uitgeschakeld.
Automatische
follow me home-
verlichting
Als de functie automatische verlichting is geactiveerd, wordt onder donkere omstandigheden het dimlicht automatisch ingeschakeld bij het afzetten van het contact.
Instellen
Het in- of uitschakelen van de functie en de tijdsduur van het branden van de follow me home-verlichting kunnen worden ingesteld.
Met autoradio
Activeer of deactiveer in het menu "Persoonlijke instelling - configuratie" de functie "Follow-me-home verlichting".
Activeer of deactiveer in het configuratiemenu van de auto de functie "Follow me home-verlichting".
Met touchscreen
Inschakelen
Verlichting en zicht
Page 150 of 505

149
ProaceVerso_nl_Chap04_eclairage-et-visibilite_ed01-2019
Instapverlichting
buitenzijde
De instapverlichting is bedoeld om op donkere plaatsen het lokaliseren van de auto en het instappen te vergemakkelijken. De instapverlichting is actief als de lichtschakelaar in de stand "AUTO" staat en de lichtsensor weinig omgevingslicht detecteert.
Inschakelen
F Druk op het geopende hangslotje op de afstandsbediening of een van de voorportiergrepen met Smart entry-systeem met star tknop.
Uitschakelen
De instapverlichting buitenzijde gaat na een bepaalde tijd automatisch uit of gaat uit na het afzetten van het contact of het vergrendelen van de auto.
Programmeren
Het in- en uitschakelen van de functie instapverlichting en de duur van het branden van de instapverlichting kunnen worden ingesteld.
Het dimlicht en het parkeerlicht gaan branden en uw auto wordt gelijktijdig ontgrendeld.
Activeer of deactiveer in het configuratiemenu van de auto de functie "Instapverlichting".
Met touchscreen
Met autoradio
Activeer of deactiveer in het menu "Persoonlijke instelling - configuratie" de functie "Instapverlichting".
4
Verlichting en zicht
Page 151 of 505

150
ProaceVerso_nl_Chap04_eclairage-et-visibilite_ed01-2019
Activeer of deactiveer in het configuratiemenu de functie "Rijverlichting".
Met touchscreen
Met autoradio
Activeer of deactiveer in het menu "Persoonlijke instelling - configuratie" de functie "Rijverlichting".
U kunt de statische bochtverlichting desgewenst uitschakelen via het configuratiemenu van de auto.Standaard is de statische bochtverlichting ingeschakeld.
ProgrammerenStatische bochtverlichting
Tijdens het rijden met dim- of grootlicht wordt de mistlamp vóór ingeschakeld om de binnenkant van de bocht extra te verlichten bij snelheden tot 40 km/h (handig in de stad, op bochtige wegen, kruispunten, parkeergarages e n z .) .
Met statische bochtverlichting
Zonder statische bochtverlichting
Statische bochtverlichting ingeschakeld
De bochtverlichting wordt in de volgende gevallen ingeschakeld:- bij het inschakelen van een richtingaanwijzer,of- als het stuur wiel ver genoeg wordt verdraaid.
Statische bochtverlichting werkt niet
De verlichting werkt in de volgende gevallen niet:- bij een geringe stuuruitslag,- bij snelheden boven 40 km/h,- als de achteruit is ingeschakeld.
Verlichting en zicht
Page 152 of 505

151
ProaceVerso_nl_Chap04_eclairage-et-visibilite_ed01-2019
Grootlichtassistent
Dit systeem schakelt automatisch om tussen dim- en grootlicht, afhankelijk van de lichtsterkte van de omgeving en de aanwezigheid van overig verkeer op de weg die worden geregistreerd door een camera aan de bovenzijde van de voorruit.
Inschakelen/uitschakelen
F Zet de ring van de lichtschakelaar in de stand "AUTO" of "dimlicht /grootlicht".
De grootlichtassistent is een hulpsysteem bij het rijden.Het blijft de verantwoordelijkheid van de bestuurder om de verlichting van zijn auto aan te passen aan de lichtsterkte van de omgeving, het zicht en het verkeer.
Het systeem wordt geactiveerd vanaf
25 km/h.Als de snelheid lager dan 15 km/h wordt, werkt de functie niet meer.
F Geef een lichtsignaal (door de lichtschakelaar voorbij het zware punt te bewegen) om de functie in te schakelen.
F Geef nogmaals een lichtsignaal om de werking van de functie te
onderbreken, waarna het systeem overschakelt op de modus "automatische verlichting".
Onderbreken
De bestuurder kan indien nodig op elk moment zelf overschakelen op grootlicht of dimlicht.
De bestuurder kan indien nodig op elk moment zelf de verlichting omschakelen door de lichtschakelaar naar zich toe te trekken.
Bij het geven van een lichtsignaal wordt het systeem niet uitgeschakeld.De status van het systeem blijft na het afzetten van het contact in het geheugen opgeslagen.
4
Verlichting en zicht