3944-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
CAMRY_HV_EE
WAARSCHUWING
■Beperkingen van het Intelligent Clearance Sonar-systeem
Vertrouw niet blindelings op het systeem, omdat dit kan leiden tot een onge-
val.
● De bestuurder is zelf verantwoordelijk voor een veilig rijgedra g. Rijd altijd
voorzichtig en houd rekening met de omgeving. Het Intelligent Clearance
Sonar-systeem is ontworpen om te helpen de ernst van een aanrijding te
verminderen. Onder sommige omstandigheden is het echter mogelijk dat
het systeem niet werkt.
● Het Intelligent Clearance Sonar-systeem is niet ontworpen om de auto vol-
ledig tot stilstand te brengen. Bovendien is het, zelfs wanneer het systeem
de auto tot stilstand heeft gebracht, noodzakelijk om onmiddell ijk het rem-
pedaal in te trappen, omdat de remregeling na ongeveer 2 second en
wordt uitgeschakeld.
■ Om ervoor te zorgen dat het Intelligent Clearance Sonar-systeem goed
werkt
Neem de volgende voorzorgsmaatregelen met betrekking tot de sen soren
in acht ( →Blz. 385). Het niet in acht nemen van de voorschriften kan er to e
leiden dat een sensor niet goed werkt, waardoor een ongeval kan ontstaan.
● Wijzig, demonteer of spuit de sensoren niet.
● Vervang een defecte sensor uitsluitend door een originele senso r.
● Stel een sensor en zijn omgeving niet bloot aan krachtige schok ken.
● Beschadig de sensoren niet en houd ze altijd schoon.
Neem de volgende voorzorgsmaatregelen met betrekking tot de rad arsen-
soren in acht ( →Blz. 366). Het niet in acht nemen van de voorschriften kan
er toe leiden dat een radarsensor niet goed werkt, waardoor een ongeval
kan ontstaan.
● Wijzig, demonteer of spuit de sensoren niet.
● Vervang een radarsensor uitsluitend door een originele sensor.
● Stel een radarsensor en zijn omgeving niet bloot aan krachtige schokken.
● Voorkom dat de radarsensoren beschadigd raken en houd de radarsenso-
ren en hun omgeving op de bumper te allen tijde schoon.
■ Omgaan met de wielophanging
Breng geen wijzigingen aan de wielophanging aan, aangezien vera nderin-
gen in de wagenhoogte of de hellingshoek van de auto ervoor kun nen zor-
gen dat de sensoren objecten niet juist signaleren, dat het sys teem niet
werkt of dat het systeem onnodig werkt.
CAMRY_HV_OM_Europe_OM33D66E .book Page 394 Monday, January 28, 2019 8:33 AM
3954-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
CAMRY_HV_EE
4
Rijden
OPMERKING
■Voorkomen van storingen in de werking van het systeem
● Wanneer het gebied rondom een sensor wordt blootgesteld aan een
krachtige schok, werkt het systeem mogelijk niet goed meer door dat de
sensor niet goed meer is uitgelijnd. Laat de auto nakijken door een
erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een andere na ar beho-
ren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
● Spuit bij het wassen van de auto met een hogedrukreiniger niet recht-
streeks op de sensoren, omdat dit er toe kan leiden dat een sen sor niet
meer goed werkt.
● Richt bij het wassen van de auto met stoom de stoom niet rechtstreeks op
de sensoren, omdat dit er toe kan leiden dat een sensor niet me er goed
werkt.
■ Voorkomen van storingen in de werking van een radarsensor
● Wanneer het gebied rondom een radarsensor wordt blootgesteld aa n een
krachtige schok, werkt het systeem mogelijk niet goed meer door dat de
sensor niet goed meer werkt. Laat de auto nakijken door een erk ende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een andere naar behor en gekwa-
lificeerde en uitgeruste deskundige.
● Neem de voorzorgsmaatregelen met betrekking tot het omgaan met de
radarsensor in acht. ( →Blz. 366)
■ Voorkomen van het onnodig in werking treden van het Intelligent Clear-
ance Sonar-systeem
Schakel in de onderstaande situaties het Intelligent Clearance Sonar-sys-
teem uit, omdat het systeem anders mogelijk zelfs werkt als er geen kans
op een aanrijding is.
● Bij een controle van de auto op een rollenbank o.i.d.
● Wanneer de auto op een schip, vrachtwagen of ander transportmid del
wordt geladen
● Als de wielophanging is gewijzigd of als er een andere maat ban den dan
voorgeschreven is gemonteerd
● Als de voorzijde van de auto omhoog of omlaag staat door de bel ading
van de auto
● Als er uitrusting die een sensor kan hinderen, zoals een sleepoog, bum-
perbeschermer (een extra besche rmstrip, enz.), fietsendrager of sneeuw-
ploeg, is geplaatst
● Bij het wassen van de auto in een wasstraat
CAMRY_HV_OM_Europe_OM33D66E .book Page 395 Monday, January 28, 2019 8:33 AM
3994-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
CAMRY_HV_EE
4
Rijden
■Weer inschakelen van de Rear Cro ssing Traffic Auto Brake-functie
Wanneer de Rear Crossing Traffic Auto Brake-functie is uitgesch akeld terwijl
deze functie in werking was, kunt u zelf het Intelligent Cleara nce Sonar-sys-
teem weer inschakelen ( →Blz. 385) of het contact UIT en vervolgens weer
AAN zetten. Wanneer de functie wordt uitgeschakeld, gaat het co ntrole-
lampje ICS OFF branden.
( →Blz. 133)
Het systeem wordt automatisch weer ingeschakeld als er bij het achteruitrij-
den niet langer een auto van rechts of links achter de auto nad ert of als de
auto van rijrichting verandert (bijvoorbeeld achteruit in plaats van vooruit).
Wanneer de functie weer wordt ingeschakeld, dooft het controlel ampje ICS
OFF.
■ Omstandigheden waaronder de Rea r Crossing Traffic Auto Brake-functie
een auto niet signaleert
De Rear Crossing Traffic Auto Brake-functie is niet ontworpen o m de vol-
gende typen voertuigen en/of objecten te signaleren:
● Voertuigen die van direct achter de auto naderen
● Voertuigen die achteruit inparke ren in een parkeerruimte naast uw auto
● Vangrails, muren, bebording, geparkeerde auto's en vergelijkbar e stil-
staande objecten
*
● Kleine motorfietsen, fietsen, voetgangers, enz.*
●Voertuigen die van de auto af bewegen
● Voertuigen die naderen vanuit parkeerruimtes naast uw auto
*
*
: Afhankelijk van de omstandigheden wordt er mogelijk een auto en/of object
gesignaleerd.
■ Zoemer RCTA-functie
Als, ongeacht of de RCTA-functie is ingeschakeld of niet ( →Blz. 357), de
Rear Crossing Traffic Auto Brake-functie is ingeschakeld en de remregeling
wordt uitgevoerd, klinkt een zoemer om de bestuurder hierop te attenderen.
●
Voertuigen die niet kunnen worden
gesignaleerd door de sensoren als
gevolg van obstakels
● Voertuigen vlak bij uw auto die plotseling
accelereren of decelereren
CAMRY_HV_OM_Europe_OM33D66E .book Page 399 Monday, January 28, 2019 8:33 AM
4014-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
CAMRY_HV_EE
4
Rijden
■Omstandigheden waaronder de Rea r Crossing Traffic Auto Brake-functie
mogelijk niet goed werkt
Onder sommige omstandigheden, zoals de onderstaande, werkt deze functie
mogelijk niet goed.
●De radarsensoren zijn niet ontwor pen om de volgende soorten objecten en voer-
tuigen te signaleren:
• Stilstaande objecten
• Voertuigen die van uw auto af bewegen
• Voetgangers, motorfi etsen, fietsen, enz.
*
• Objecten die zich zeer dicht bij een radarsensor bevinden
• Voertuigen die de auto van rechts of links achter de auto nade ren met een
snelheid van minder dan ongeveer 8 km/h
• Voertuigen die de auto van rechts of links achter de auto naderen met een snelheid van meer dan ongeveer 24 km/h
*: Afhankelijk van de omstandigheden wordt er mogelijk een auto e n/of object
gesignaleerd.
●Omstandigheden waaronder de radarsensoren een object mogelijk n iet signale-
ren
• Wanneer een sensor of de omgeving van een sensor zeer heet of koud is
• Als de achterbumper is bedekt met bijvoorbeeld ijs, sneeuw of vuil
• Zware regenval of een andere oorzaak waardoor er veel water op uw auto
terechtkomt
• Wanneer een voertuig naast uw auto het detectiegebied van een radarsensor
blokkeert
• Als de auto sterk naar één kant helt
• Als er uitrusting die een sensor kan hinderen, zoals een sleepoog, bumperbe-
schermer (een extra beschermstrip , enz.), fietsendrager of sneeuwploeg, is
geplaatst
• Als de wielophanging is gewijzigd of als er een andere maat ba nden dan voor-
geschreven is gemonteerd
• Als de voorzijde van de auto omhoog of omlaag staat door de be lading van de
auto
• Als een sticker of een elektronisch onderdeel zoals een kentekenplaat met achtergrondverlichting (met name fluorescerende), een mistlamp, een spat-
bordantenne of een draadloze antenne in de buurt van een van de radarsen-
soren is geplaatst
• Als de stand van een radarsensor is gewijzigd door een aanrijd ing o.i.d. of na
het verwijderen en plaatsen van een radarsensor
• Wanneer meerdere auto's naderen met slechts weinig ruimte tuss en elke auto
• Wanneer een auto met hoge snelheid nadert
●Omstandigheden waaronder de radarsensor een voertuig mogelijk n iet signaleert
• Wanneer een voertuig van rechts of
links achter de auto nadert terwijl u
achteruitrijdend een bocht maakt
• Wanneer u achteruitrijdend een bocht
maakt
CAMRY_HV_OM_Europe_OM33D66E .book Page 401 Monday, January 28, 2019 8:33 AM
4024-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
CAMRY_HV_EE■
Omgaan met de radarsensoren
→Blz. 366• Bij het onder een kleine hoek achter-
uit uitrijden van een parkeerplaats
• Voertuigen die niet kunnen worden gesignaleerd door de sensoren als
gevolg van obstakels
• Bij het achteruitrijden op een helling met een grote verandering in het hel-
lingspercentage
• Wanneer een voertuig een bocht maakt in het detectiegebied
CAMRY_HV_OM_Europe_OM33D66E .book Page 402 Monday, January 28, 2019 8:33 AM
4114-6. Rijtips
CAMRY_HV_EE
4
Rijden
OPMERKING
■Repareren of vervangen van winterbanden
Laat winterbanden repareren of vervangen door een erkende Toyot a-dealer
of hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwalifice erde en uit-
geruste deskundige of door een bandenspecialist.
Het verwijderen en plaatsen van winterbanden heeft namelijk invloed op de
werking van de bandenspanningssensoren en -zenders.
■ Monteren van sneeuwkettingen (auto's met 17 inch banden)
Als er sneeuwkettingen gemonteerd zijn, werken de bandenspanningssen-
soren en -zenders mogelijk niet goed.
CAMRY_HV_OM_Europe_OM33D66E .book Page 411 Monday, January 28, 2019 8:33 AM
4566-1. Onderhoud en verzorging
CAMRY_HV_EE
WAARSCHUWING
■Bij het wassen van de auto
Zorg dat er geen water in de motorruimte komt. Anders kunnen de elektri-
sche componenten, enz. vlam vatten.
■ Bij het wassen van de voorruit
● Wanneer het bovenste deel van de voorruit waar de regensensor i s
geplaatst met de hand wordt aangeraakt
● Wanneer een natte doek of iets dergelijks in de buurt van de re gensensor
wordt gehouden
● Als iets tegen de voorruit stoot
● Als u het regensensorhuis aanraakt of als iets in aanraking komt met de
regensensor
■ Voorzorgsmaatregelen met be trekking tot de uitlaatpijp
Uitlaatgassen zorgen ervoor dat de uitlaatpijp tamelijk heet wo rdt.
Raak wanneer u de auto wast de uitlaatpijp niet aan totdat deze voldoende
is afgekoeld, aangezien het aanraken van een hete uitlaatpijp brandwonden
kan veroorzaken.
■ Voorzorgsmaatregelen met betrekking tot de achterbumper met de
Blind Spot Monitor (indien aanwezig)
Als de lak van de achterbumper is geschilferd of bekrast, kan e en storing
optreden in het systeem. Neem, als dit gebeurt, contact op met een
erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een andere na ar behoren
gekwalificeerde en uitgeruste deskundige en gebruik het systeem niet.
Zet de ruitenwisserschakelaar in de
stand OFF.
Als de ruitenwisserschakelaar in de
stand AUTO staat, kunnen de ruitenwis-
sers in de volgende gevallen onverwacht
in werking treden. Hierdoor kunnen uw
handen bekneld raken en kunt u ernstig
letsel oplopen, en hierdoor kunnen de
ruitenwisserbladen beschadigd raken.
Uit
CAMRY_HV_OM_Europe_OM33D66E.book Page 456 Monday, January 28, 2019 8:33 AM
4816-3. Zelf uit te voeren onderhoud
CAMRY_HV_EE
6
Onderhoud en verzorging
Wissel de banden zoals aangegeven in de afbeelding.
Toyota beveelt aan om de banden ongeveer elke 10.000 km van pla ats te
wisselen om een gelijkmatig slijtagepatroon en een langere levensduur
van de banden te verkrijgen.
Vergeet niet na het wisselen van de banden het bandenspanningsw aar-
schuwingssysteem te initialiseren.
Uw auto is uitgerust met een bandenspanningswaarschuwingssys-
teem dat gebruikmaakt van band enspanningssensoren en -zenders
om een lage bandenspanning te signaleren voordat deze tot proble-
men leidt.
Als de bandenspanning onder een bepaalde waarde komt, wordt de
bestuurder door middel van een waarschuwingslampje gewaar-
schuwd. ( →Blz. 534)
◆Plaatsen van bandenspanningssensoren en -zenders
Bij het vervangen van banden of velgen moeten de bandenspan-
ningssensoren en -zenders op de te monteren velgen worden
geplaatst.
Als er nieuwe bandenspanningssensoren en -zenders geplaatst
worden, moeten de identificatiecodes van deze componenten wor-
den geregistreerd in de bandenspanningswaarschuwingssysteem-
ECU en moet het bandenspanningswaarschuwingssysteem wor-
den geïnitialiseerd. ( →Blz. 483)
Wisselen van banden
Auto's met een compact reser-
vewielAuto's met een volwaardig
reservewiel
VoorVoor
Bandenspanningswaarschuwingssysteem
CAMRY_HV_OM_Europe_OM33D66E .book Page 481 Monday, January 28, 2019 8:33 AM