5367-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
CAMRY_HV_EE■
Het waarschuwingslampje lage bandenspanning gaat mogelijk brand en
door een nat uurlijke oorzaak
Het waarschuwingslampje lage bandenspanning gaat mogelijk brand en door
een natuurlijke oorzaak, zoals het onvermijdelijke spanningsver lies dat op
den duur optreedt of een veranderde bandenspanning die veroorzaakt wordt
door temperatuurveranderingen. In dat geval zal het waarschuwin gslampje
na een paar minuten uitgaan als de banden weer op de juiste spa nning
gebracht zijn.
■ Als een wiel is vervangen door een reservewiel
Auto's met compact reservewiel: Het compacte reservewiel is niet voorzien
van een bandenspanningssensor en -zender. Bij een lekke band za l het
waarschuwingslampje lage bandenspanning niet uitgaan, ook al is het wiel
met de lekke band vervangen door het reservewiel. Vervang het reservewiel
door het wiel met de gerepareerde band en breng de band op de j uiste span-
ning. Het waarschuwingslampje lage bandenspanning zal na een pa ar minu-
ten uitgaan.
Auto's met volwaardig reservewiel: Ook het volwaardige reservewiel is voor-
zien van een bandenspanningssensor en -zender. Als de bandenspa nning
van het reservewiel te laag is, zal het waarschuwingslampje lage banden-
spanning gaan branden. Bij een lekke band zal het waarschuwings lampje
lage bandenspanning niet uitgaan, ook al is het wiel met de lek ke band ver-
vangen door het reservewiel. Vervang het reservewiel door het w iel met de
gerepareerde band en breng de band op de juiste spanning. Het w aarschu-
wingslampje lage bandenspanning zal na een paar minuten uitgaan .
■ Omstandigheden waaronder het bandenspanningswaarschuwingssys-
teem mogelijk niet juist werkt
→Blz. 485
■ Waarschuwingszoemer
De zoemer is in sommige gevallen niet hoorbaar, zoals in een lu idruchtige
omgeving of wanneer het volume van de audio hoog staat.
WAARSCHUWING
■ Als de waarschuwingslampjes van het ABS en het remsysteem blijv en
branden
Breng de auto onmiddellijk op een veilige plaats tot stilstand en neem con-
tact op met een erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een
andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige. D e auto
kan tijdens het remmen extreem onstabiel worden en het ABS-syst eem
treedt mogelijk niet in werking, waardoor een aanrijding en ern stig letsel
kunnen ontstaan.
CAMRY_HV_OM_Europe_OM33D66E .book Page 536 Monday, January 28, 2019 8:33 AM
5567-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
CAMRY_HV_EE■
Als de band op een te hog e spanning is gebracht
Neem de slang los van het ventiel.
Neem de slang los van het ventiel, verwijder het dopje van de s lang en sluit
dan de slang weer aan.
Schakel de compressor in, wacht een paar seconden en schakel deze dan
weer uit. Controleer de bandenspanning.
Zet als de bandenspanning lager is dan de voorgeschreven spanning de
compressor weer aan en herhaal de procedure van het op spanning bren-
gen tot de voorgeschreven spanning is bereikt.
■ Nadat een band is gerepareer d met de bandenreparatieset
● Vervang de bandenspanningssensor en -zender.
● Zelfs als de bandenspanning op het voorgeschreven niveau ligt, gaat moge-
lijk het waarschuwingslampje lage bandenspanning branden/knippe ren.
■ Aanwijzing voor het controlere n van de bandenreparatieset
● Controleer regelmatig de uiterste houdbaarheidsdatum van de ban denrepa-
ratievloeistof. De uiterste houdbaarheidsdatum staat vermeld op de fles.
● Gebruik de bandenreparatievloeistof niet wanneer de uiterste ho udbaar-
heidsdatum is verstreken. Anders worden reparaties met de bande nrepara-
tieset mogelijk niet goed uitgevoerd.
● De bandenreparatievloeistof dient voor de uiterste houdbaarheid sdatum te
worden vervangen. Neem voor vervanging contact op met een erken de
Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een andere naar behor en gekwalifi-
ceerde en uitgeruste deskundige. Plaats het ontluchtingsdopje op het uit-
einde van de slang en druk het uitsteek-
sel in het ventiel om wat lucht uit de
band te laten ontsnappen.
1
2
3
4
CAMRY_HV_OM_Europe_OM33D66E .book Page 556 Monday, January 28, 2019 8:33 AM
5607-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
CAMRY_HV_EE
OPMERKING
■Een noodreparatie uitvoeren
● Voer de noodreparatie uit zonder de spijker of schroef die het loopvlak
heeft doorboord te verwijderen. Als het object dat het lek heef t veroorzaakt
is verwijderd, is het wellicht niet mogelijk om een noodreparat ie met de
bandenreparatieset uit te voeren.
● De bandenreparatieset is niet waterdicht. Zorg dat de bandenrep aratieset
niet in aanraking komt met water, bijvoorbeeld bij gebruik in d e regen.
● Zet de bandenreparatieset niet op een stoffige ondergrond, zoal s in het
zand of in de berm. Als er vuil of stof in de bandenreparatieset komt, kan
er een storing optreden.
● Plaats de bandenreparatieset verticaal. De bandenreparatieset w erkt
anders niet.
■ Gebruik van de bandenreparatieset
● De compressor heeft een gelijkstroomvoeding van 12 V nodig. Slu it de
compressor niet aan op een andere voedingsbron.
● Als de bandenreparatieset in aanraking komt met benzine, kan de ban-
denreparatieset beschadigd raken. Zorg dat de set niet met benz ine in
aanraking kan komen.
● Wanneer de bandenreparatieset niet wordt gebruikt, laat de set dan in de
plastic tas en houd dit op de juiste manier opgeborgen om te vo orkomen
dat de set wordt blootgesteld aan vuil of water.
● Berg de bandenreparatieset op de daarvoor bestemde plaats op en houd
hem buiten bereik van kinderen.
● Demonteer of wijzig de bandenreparatieset niet. Stel onderdelen als de
bandenspanningsmeter niet bloot aan schokken. Hierdoor kunnen s torin-
gen optreden.
■ Voorkomen van schade aan de bande nspanningssensoren en -zenders
Als een band is gerepareerd met bandenreparatievloeistof, werke n de ban-
denspanningssensor en -zender mogelijk niet goed. Neem wanneer ban-
denreparatievloeistof is gebruikt zo snel mogelijk contact op m et een
erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een andere na ar behoren
gekwalificeerde en uitgeruste deskundige. Vervang na het gebruik van ban-
denreparatievloeistof de bandenspanningssensor en -zender wanne er de
band wordt gerepareerd of vervangen. ( →Blz. 481)
CAMRY_HV_OM_Europe_OM33D66E.book Page 560 Monday, January 28, 2019 8:33 AM
5717-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
CAMRY_HV_EE
7
Bij problemen
■Het compacte reservewiel (indien aanwezig)
●Op de band van het compacte reservewiel staat aan de zijkant de aandui-
ding TEMPORARY USE ONLY (alleen voor tijdelijk gebruik).
Gebruik het compacte reservewiel alleen tijdelijk en alleen in noodgevallen.
● Controleer de bandenspanning van het compacte reservewiel.
(→Blz. 604)
■ Gebruik van het compacte reservewiel (indien aanwezig)
Het compacte reservewiel is niet voorzien van een bandenspannin gssensor
en -zender, waardoor een te lage bandenspanning hiervan niet wo rdt aange-
geven door het bandenspanningswaarschuwingssysteem. Verder zal, als u
het compacte reservewiel monteert nadat het waarschuwingslampje voor een
lage bandenspanning is gaan branden, dit lampje blijven branden .
■ Gebruik van het compacte reservewiel (indien aanwezig)
De auto ligt lager op de weg als het compacte reservewiel is ge monteerd dan
wanneer er gereden wordt met de standaardbanden.
■ Als uw auto een lekke voorband krijgt op een weg die bedekt is met
sneeuw of ijs (auto's met 17 inch wielen en een compact reservewiel)
Vervang een van de achterwielen van de auto door het compacte r eserve-
wiel. Voer onderstaande stappen uit en monteer sneeuwkettingen op de voor-
wielen:
Vervang het wiel links of rechts achter door het compacte reser vewiel.
Vervang het wiel met de lekke voorband door het wiel dat van de achter-
zijde afkomstig is.
Monteer sneeuwkettingen op de voorwielen.
1
2
3
CAMRY_HV_OM_Europe_OM33D66E .book Page 571 Monday, January 28, 2019 8:33 AM
5737-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
CAMRY_HV_EE
7
Bij problemen
WAARSCHUWING
■Gebruik van het compacte reservewiel (indien aanwezig)
● Houd er rekening mee dat het reservewiel speciaal ontworpen is voor
gebruik onder uw auto. Gebruik uw reservewiel daarom niet onder een
andere auto.
● Monteer niet gelijktijdig meer dan één compact reservewiel onde r uw auto.
● Vervang het reservewiel zo snel mogelijk door een wiel met een stan-
daardband.
● Vermijd plotseling accelereren, abrupte stuuracties, plotseling remmen en
schakelhandelingen die een plotselinge motorremwerking veroorza ken.
■ Gebruik van het compacte reservewiel (indien aanwezig)
Het kan voorkomen dat de rijsnelheid niet goed wordt weergegeve n en dat
de volgende systemen niet goed werken:
*: Indien aanwezig
■ Snelheidsbeperking bij gebruik van het compacte reservewiel (in dien
aanwezig)
Rijd niet harder dan 80 km/h als er een compact reservewiel ond er de auto
is gemonteerd.
Het compacte reservewiel is niet ontworpen voor gebruik bij hog e snelhe-
den. Het niet opvolgen van deze voorzorgsmaatregel kan leiden t ot een
ongeval en ernstig letsel.
■ Na gebruik van gereedschap en krik
Controleer voor het rijden of het gereedschap en de krik weer g oed zijn
opgeborgen en bevestigd. Dit om te voorkomen dat een van deze v oorwer-
pen bij een aanrijding of bij hard remmen letsel veroorzaakt.
• ABS en Brake Assist
•VSC
•TRC
•EPS
• Automatic High Beam-systeem
• Dynamic Radar Cruise Control
met volledig snelheidsbereik
• LDA (Lane Departure Alert met stuurregeling) • PCS (Pre-Crash Safety-systeem)
• Bandenspanningswaarschuwings-
systeem
• Toyota Parking Assist-sensor
• Intelligent Clearance Sonar-sys-
teem (ICS)
*
• Toyota Parking Assist Monitor
• BSM (Blind Spot Monitor)
*
• Navigatiesysteem*
CAMRY_HV_OM_Europe_OM33D66E .book Page 573 Monday, January 28, 2019 8:33 AM
5747-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
CAMRY_HV_EE
OPMERKING
■Rijd voorzichtig over oneffenheden in het wegdek heen als het c om-
pacte reservewiel onder de auto g emonteerd is. (indien aanwezig)
De auto ligt lager op de weg als het compacte reservewiel is ge monteerd
dan wanneer er gereden wordt met de standaardbanden. Wees voorz ichtig
bij het rijden over slechte wegen.
■ Rijden met sneeuwkettingen en het compacte reservewiel (indien aan-
wezig)
Monteer geen sneeuwketting op het compacte reservewiel.
De sneeuwketting kan de carrosserie beschadigen en het rijgedra g in nega-
tieve zin beïnvloeden.
■ Bij het vervangen van banden
Neem voor het verwijderen en plaatsen van wielen, banden of ban denspan-
ningssensoren en -zenders contact op met een erkende Toyota-dea ler of
hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitge-
ruste deskundige, omdat de bandenspanningssensoren en -zenders
beschadigd kunnen raken als er niet voorzichtig mee wordt omgeg aan.
■ Voorkomen van schade aan de bande nspanningssensoren en -zenders
Als een band is gerepareerd met bandenreparatievloeistof, werke n de ban-
denspanningssensor en -zender mogelijk niet goed. Neem wanneer ban-
denreparatievloeistof is gebruikt zo snel mogelijk contact op m et een
erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een andere na ar behoren
gekwalificeerde en uitgeruste deskundige. Vervang bij het vervangen van
de band de bandenspanningssensor en -zender. ( →Blz. 481)
CAMRY_HV_OM_Europe_OM33D66E.book Page 574 Monday, January 28, 2019 8:33 AM
6138-2. Persoonlijke voorkeursinstellingen
CAMRY_HV_EE
8
Voertuigspecificaties
■Elektrisch bedienbare ruiten ( →Blz. 237)
■Stuurwiel* (→ Blz. 230)
*: Auto's met elektrisch verstelbaar stuurwiel
■
Automatische verlichting ( →Blz. 275)
■Toyota Parking Assist-sensor ( →Blz. 374)
■BSM (Blind Spot Monitor)* (→ Blz. 356)
*:Indien aanwezig
FunctieStandaard-
instellingPersoonlijke
voorkeursinstelling
Bediening gekoppeld
aan gebruik van de
mechanische sleutelUitAan—O
Koppeling van werking
aan afstandsbedieningUitAan—O
Koppeling van werking
aan afstandsbediening
(zoemer)
AanUit—O
12
FunctieStandaard- instellingPersoonlijke
voorkeursinstelling
Functie voor automa-
tisch wegkantelenAlleen kantelen
Alleen inschuiven
OOWegkantelen en inschuiven
Uit
12
FunctieStandaard-
instellingPersoonlijke
voorkeursinstelling
Gevoeligheid lichtsensorStandaard-2 - 2OO
12
FunctieStandaard-
instellingPersoonlijke
voorkeursinstelling
Zoemervolume21 - 3—O
12
FunctieStandaard- instellingPersoonlijke
voorkeursinstelling
Helderheid indicator in
buitenspiegelHelderGedimd—O
12
CAMRY_HV_OM_Europe_OM33D66E .book Page 613 Monday, January 28, 2019 8:33 AM
620Wat moet u doen als... (Problemen oplossen)
CAMRY_HV_EE
●Het controlelampje van de veiligheidsgordel knippert
Dragen de bestuurder en de voorpassagier hun veiligheidsgordel?
(→Blz. 534)
●Het waarschuwingslampje van de parkeerrem brandt
Is de parkeerrem gedeactiveerd? ( →Blz. 268)
Afhankelijk van de situatie klinken er mogelijk ook andere soor ten waarschu-
wingszoemers. ( →Blz. 531, 538)
●Heeft iemand een portier geopend tijdens het instellen van het alarm?
De sensor signaleert dit en laat het alarm klinken. ( →Blz. 126)
Het alarm kan op een van de volgende manieren worden gestopt:
• Ontgrendel de portieren of open de achterklep met de instapfun ctie of de
afstandsbediening.
• Schakel het hybridesysteem in.
●Wordt de melding weergegeven op het multi-informatiedisplay?
Controleer de melding op het multi-informatiedisplay. ( →Blz. 538)
●Wanneer een waarschuwingslampje gaat branden of een waarschuwin gs-
melding wordt weergegeven, raadpleeg dan Blz. 531, 538.
Tijdens het rijden klinkt een waarschuwingszoemer
Er wordt een alarm geactiveerd en de claxon klinkt
(auto's met alarmsysteem)
Bij het verlaten van de auto klinkt een
waarschuwingszoemer
Er gaat een waarschuwingslampje branden
of er wordt een waarschuw ingsmelding weergegeven
CAMRY_HV_OM_Europe_OM33D66E .book Page 620 Monday, January 28, 2019 8:33 AM