3364-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
CAMRY_HV_EE
WAARSCHUWING
■Onbedoeld activeren van de Dynamic Radar Cruise Control met vol le-
dig snelheidsbereik voorkomen
Schakel de Dynamic Radar Cruise Control met volledig snelheidsb ereik uit
met de cruise control-hoofdschakelaar als deze niet wordt gebru ikt.
■ Situaties waarin de Dynamic Rada r Cruise Control met volledig snel-
heidsbereik niet kan worden gebruikt
Gebruik de Dynamic Radar Cruise Control met volledig snelheidsb ereik niet
in de volgende situaties.
Als u dat wel doet, wordt de snelheid mogelijk niet goed geregeld, waardoor
een ongeval met ernstig letsel kan ontstaan.
● Op wegen met voetgangers, fietsers, enz.
● In druk verkeer
● Op wegen met scherpe bochten
● Op slingerende wegen
● Op wegen die door regen, ijs of sneeuw glad zijn
● Op steile afdalingen of bij afwisselend sterk dalende en sterk stijgende
wegen
Bij het afdalen van een helling kan de rijsnelheid de geprogram meerde
snelheid overschrijden.
● Op invoegstroken van autowegen en snelwegen
● Als de weersomstandigheden zo slecht zijn dat ze een juiste sig nalering
door de sensoren onmogelijk zouden kunnen maken (mist, sneeuw, zand-
storm, zware regenval, enz.)
● Als er regen, sneeuw, enz. op de voorzijde van de radarsensor of de
camerasensor zit
● In verkeersomstandigheden waarbij herhaaldelijk accelereren en decele-
reren noodzakelijk is
● Tijdens het slepen in een noodgeval
● Als er vaak een naderingswaarschuwing hoorbaar is
CAMRY_HV_OM_Europe_OM33D66E .book Page 336 Monday, January 28, 2019 8:33 AM
3374-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
CAMRY_HV_EE
4
Rijden
In deze modus registreert een radarsensor of er binnen ongeveer 100
meter voor u een voertuig rijdt. Deze sensor wordt tevens gebru ikt om
de afstand tussen uw auto en de voorligger te berekenen en een
geschikte afstand tussen uw aut o en de voorligger te handhaven.
Let erop dat de afstand tot uw voorligger kleiner wordt als u e en helling
afrijdt.
Voorbeeld van het rijden me t een constante snelheid
Wanneer er geen voorliggers zijn
De auto rijdt met de snelheid die door de bestuurder is ingesteld. De
gewenste tussenafstand kan tevens met de afstandsschakelaar wor den
ingesteld.
Voorbeeld van deceleratie en het volgen van een auto
Wanneer een voorligger langzamer rijdt dan de ingestelde snelhe id
Als er een voorligger wordt gesignaleerd, verlaagt het systeem automa-
tisch de snelheid van uw auto. Als de snelheid nog meer moet wo rden
gereduceerd, schakelt het systeem het remsysteem in (de remlich ten gaan
dan branden). Het systeem regelt de snelheid van de auto zo dat de
afstand die de bestuurder heeft ingesteld tot de voorligger geh andhaafd
blijft. Als het systeem de snelheid niet genoeg kan verlagen om een veilige
afstand tot de voorligger te creëren, klinkt er een naderingswa arschuwing.
Wanneer uw voorligger stopt, stopt uw auto ook (de auto wordt d oor het
systeem stilgezet). Als uw voorligger begint te rijden, wordt h et rijden met
de volgregeling hervat wanneer u op de schakelaar + RES drukt of het
gaspedaal intrapt.
Rijden in de afstandsregelmodus
1
2
CAMRY_HV_OM_Europe_OM33D66E .book Page 337 Monday, January 28, 2019 8:33 AM
3434-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
CAMRY_HV_EE
4
Rijden
Wanneer de constante-snelheidsregelmodus is geselecteerd, blijft de
auto met een ingestelde snelheid rijden, zonder de tussenafstand te
regelen. Selecteer deze modus alleen wanneer de afstandsregelmo -
dus niet goed werkt als gevolg van een vuile radarsensor, enz.
Houd bij uitgeschakelde cruise
control de cruise control-hoofd-
schakelaar gedurende ten min-
ste 1,5 seconden ingedrukt.
Direct nadat op de schakelaar is
gedrukt, gaat het controlelampje
Dynamic Radar Cruise Control
branden. Vervolgens gaat het con-
trolelampje cruise control branden.
Overschakelen naar de constante-snelheidsregelmodus is alleen m ogelijk
als de schakelaar wordt bediend terwijl de cruise control uit staat.
Accelereer of decelereer met
behulp van het gaspedaal naar
de gewenste rijsnelheid (onge-
veer 40 km/h of hoger) en druk
op de schakelaar - SET om de
snelheid op te slaan.
Het controlelampje cruise control
SET gaat branden.
De rijsnelheid op het moment dat de schakelaar wordt losgelaten , wordt de
ingestelde snelheid.
Wijzigen van de ingestelde snelheid: →Blz. 339
Uitschakelen en hervatten van de snelheidsregeling: →Blz. 341
Selecteren van de constante-snelheidsregelmodus
1
2
CAMRY_HV_OM_Europe_OM33D66E .book Page 343 Monday, January 28, 2019 8:33 AM
3444-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
CAMRY_HV_EE
■De Dynamic Radar Cruise Control met volledig snelheidsbereik ka n wor-
den gebruikt als
● De selectiehendel in stand D of in schakelbereik 4S of hoger staat.
● De rijsnelheid is ongeveer 50 km/h of hoger. Als echter een voo rligger wordt
gesignaleerd, kan de Dynamic Radar Cruise Control met volledig snelheids-
bereik zelfs worden ingeschakeld als de rijsnelheid lager is da n ongeveer 50
km/h.
■ Accelereren na het instellen van de rijsnelheid
Bedien het gaspedaal om te accelereren. Na het accelereren gaat de auto
weer rijden met de ingestelde snelheid. Als de afstandsregelmod us is inge-
schakeld, neemt de rijsnelheid echter mogelijk af tot onder de ingestelde
snelheid, zodat de afstand tot de voorligger gehandhaafd blijft .
■ Als de auto stopt tijdens rijden met de volgregeling
●Door op de schakelaar + RES te drukken terwijl de voorligger st opt, wordt,
als de voorligger begint te rijden, binnen ongeveer 3 seconden nadat op de
schakelaar is gedrukt het rijden met de volgregeling hervat.
● Als de voorligger binnen 3 seconden nadat uw auto is gestopt be gint te rij-
den, wordt het rijden met de volgregeling hervat.
■ Automatisch uitschakelen van de afstandsregelmodus
De afstandsregelmodus wordt automatisch uitgeschakeld in de vol gende situ-
aties:
● De werkelijke rijsnelheid zakt tot ongeveer 40 km/h of lager en er worden
geen voorliggers gesignaleerd.
● De voorligger verlaat de rijstrook terwijl uw auto rijdt met ee n rijsnelheid van
ongeveer 40 km/h of lager. Anders kan de sensor de auto niet op de juiste
manier signaleren. (“Radar Cruise Control Unavailable” (Dynamic Radar
Cruise Control-systeem niet beschikbaar) wordt weergegeven op h et multi-
informatiedisplay)
● De VSC is geactiveerd.
● De TRC is gedurende een bepaalde periode geactiveerd.
● Wanneer de VSC of TRC wordt uitgeschakeld.
● De sensor kan niet goed signaleren omdat hij ergens door bedekt is.
● Pre Crash Brake-functie is geactiveerd.
● De parkeerrem is geactiveerd.
● De auto wordt door het systeem stilgezet op een steile helling.
● Als de auto door het systeem is stilgezet, wordt het volgen van de voorligger
in de volgende gevallen niet hervat:
• De bestuurder draagt geen veiligheidsgordel.
• Het bestuurdersportier wordt geopend.
• De auto heeft ongeveer 3 minuten stilgestaan.
Als de afstandsregelmodus om een andere dan de hierboven genoem de
redenen automatisch uitgeschakeld wordt, kan er een storing in het systeem
aanwezig zijn. Neem contact op met een erkende Toyota-dealer of hersteller/
reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste des-
kundige.
CAMRY_HV_OM_Europe_OM33D66E .book Page 344 Monday, January 28, 2019 8:33 AM
3464-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
CAMRY_HV_EE■
Omstandigheden waarin de sensor voorliggers mogelijk niet op de juiste
manier signaleert
Bedien in onderstaande gevallen en afhankelijk van de omstandig heden het
rempedaal wanneer het systeem onvoldoende decelereert of bedien het gas-
pedaal wanneer moet worden geaccelereerd.
Omdat de sensor deze voertuigen wellicht niet op de juiste manier signaleert,
wordt er mogelijk geen naderingswaarschuwing ( →Blz. 342) gegeven.
● Auto's die plotseling voor u invoegen
● Auto's die met lage snelheden rijden
● Auto's die niet op dezelfde rijstrook rijden
● Voertuigen met een relatief kleine achterzijde (aanhangwagens z onder
lading, enz.)
● Motorfietsen die op dezelfde rijstrook rijden
● Als door omringend verkeer opgeworpen water of sneeuw de signal ering
door de sensor hindert
● Als de achterzijde van de auto ver inge-
zakt is (omdat er zware lading in de
bagageruimte vervoerd wordt, enz.)
● De voorligger heeft een extreem grote
bodemvrijheid
CAMRY_HV_OM_Europe_OM33D66E .book Page 346 Monday, January 28, 2019 8:33 AM
3474-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
CAMRY_HV_EE
4
Rijden
■Omstandigheden waaronder de afst andsregelmodus mogelijk niet goed
werkt
Bedien indien nodig in onderstaande gevallen het rempedaal (of, afhankelijk
van de situatie, het gaspedaal).
Doordat de sensor voorliggers mogelijk niet op de juiste manier signaleert,
werkt het systeem mogelijk niet goed.
● Als uw voorligger plotseling decelereert
● Als u op een weg rijdt die wordt omgeven door een constructie, zoals in een
tunnel of op een ijzeren brug
● Als de rijsnelheid afneemt tot de ingestelde snelheid na accele ratie van de
auto door intrappen van het gaspedaal.
●
Als de weg erg bochtig is of de rijstro-
ken erg smal zijn
● Als u veelvuldig stuurcorrecties moet
uitvoeren of frequent van rijstrook wis-
selt
CAMRY_HV_OM_Europe_OM33D66E .book Page 347 Monday, January 28, 2019 8:33 AM
3484-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
CAMRY_HV_EE
◆ECB (elektronisch geregeld remsysteem)
Het elektronisch geregelde remsysteem genereert remkracht over-
eenkomstig de bediening van de remmen.
◆ABS (antiblokkeersysteem)
Helpt het blokkeren van de wielen te voorkomen bij plotseling r em-
men of remmen op een glad wegdek
◆Brake Assist
Zorgt voor een grotere remkracht nadat het rempedaal is ingetra pt
als het systeem oordeelt dat er sprake is van een noodstop
◆VSC (Vehicle Stability Control)
Helpt de bestuurder de auto onder controle te houden bij uitwij kma-
noeuvres en het nemen van bochten op een glad wegdek.
◆VSC+ (Vehicle Stability Control+)
Coördineert de werking van A BS-, TRC-, VSC- en EPS-systemen.
Zorgt ervoor dat de voertuigst abiliteit behouden blijft bij uitwijkma-
noeuvres op een glad wegdek door de stuurcommando's aan te
passen.
◆Secondary Collision Brake
Als de airbagsensor een aanrijding signaleert en het systeem in
werking is, worden de remmen en remlichten automatisch geregeld
om de rijsnelheid te verlagen en te helpen de kans op verdere
schade ten gevolge v an een tweede aanrijding te verkleinen.
◆TRC (Traction Control)
Zorgt ervoor dat de aandrijfkra cht behouden blijft en voorkomt dat
de aandrijvende wielen gaan doorslippen bij het wegrijden met d e
auto of bij het accelereren op gladde wegen
Ondersteunende systemen
Om de veiligheid en de prestaties tijdens het rijden te verbete ren
is uw auto uitgerust met de volgende systemen die automatisch
in werking treden als de omstandigheden daar om vragen. Houd
er echter rekening mee dat dit aanvullende systemen zijn en ver -
trouw niet in al te sterke mate op deze systemen als u de auto
bedient.
CAMRY_HV_OM_Europe_OM33D66E .book Page 348 Monday, January 28, 2019 8:33 AM
3534-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
CAMRY_HV_EE
4
Rijden
■Automatisch opnieuw inschakelen van de TRC- en VSC-systemen
Als de TRC- en VSC-systemen zijn uitgeschakeld, worden deze automatisch
opnieuw ingeschakeld in de volgende situaties:
● Als het contact UIT wordt gezet
● Als alleen het TRC-systeem wordt uitgeschakeld, wordt de TRC we er inge-
schakeld zodra de rijsnelheid toeneemt.
Als zowel het TRC- als het VSC-systeem is uitgeschakeld, worden deze niet
automatisch weer ingeschakeld als de rijsnelheid toeneemt.
■ Werkingsvoorwaarden Secondary Collision Brake
De rijsnelheid is ongeveer 10 km/h of hoger en de airbagsensor signaleert
een aanrijding. (De Secondary Collision Brake werkt niet wannee r de rijsnel-
heid lager is dan ongeveer 10 km/h.)
■ Automatisch uitschakelen S econdary Collision Brake
De Secondary Collision Brake wordt in de volgende situaties aut omatisch uit-
geschakeld:
● De rijsnelheid wordt lager dan ongeveer 10 km/h
● Er verstrijkt een bepaalde tijd tijdens de werking
● Het gaspedaal wordt flink ingetrapt.
■ Gereduceerde bekrachtiging door het EPS-systeem
De mate van bekrachtiging door het EPS-systeem wordt gereduceer d om het
systeem tegen oververhitting te beschermen als er gedurende lan gere tijd
veel stuurbewegingen worden uitgevoerd. Hierdoor kan de besturi ng zwaar
aanvoelen. Probeer als dat het geval is minder frequent te stur en of breng de
auto tot stilstand en schakel het hybridesysteem UIT. Het EPS-s ysteem moet
binnen 10 minuten weer normaal werken.
■ Voorwaarden voor werking noodstopsignaal
Als aan de volgende voorwaarden wordt voldaan, werkt het noodstopsignaal:
●De alarmknipperlichten zijn uit
● De werkelijke rijsnelheid is hoger dan 55 km/h
● Het systeem oordeelt op basis van de deceleratie van de auto dat het om
een noodstop gaat.
■ Automatisch uitschakelen van noodstopsignaal
Het noodstopsignaal wordt in de volgende situaties uitgeschakel d:
● De alarmknipperlichten worden ingeschakeld
● Het systeem oordeelt op basis van de deceleratie van de auto da t het niet
om een noodstop gaat
CAMRY_HV_OM_Europe_OM33D66E .book Page 353 Monday, January 28, 2019 8:33 AM