1602. Instrumentenpaneel
CAMRY_HV_EE
◆Display status ondersteunend systeem
Hiermee wordt de status van de volgende systemen weergegeven:
• Dynamic Radar Cruise Control met volledig snelheidsbereik (→ Blz. 333)
• LDA (Lane Departure Alert met stuurregeling) ( →Blz. 318)
• Toyota Parking Assist-sensor ( →Blz. 374)
◆Aan navigatiesysteem g ekoppelde displayzone
De volgende gegevens van het navigatiesysteem worden weerge-
geven:
■Routebegeleiding naar bestemming
Wordt weergegeven als het navigatiesysteem met een routebege-
leiding bezig is. Wanneer er een kruising nadert, wordt een pij l
weergegeven om aan te geven welke kant u op moet.
■Kompas
Geeft de rijrichting aan.
■Hybridesysteemindicator
Laadgebied
Hybride eco-gebied
Eco-gebied
Power-gebied
Er wordt dezelfde informatie
weergegeven als op het instru-
mentenpaneel (hybridesys-
teemindicator). Zie Blz. 138 voor
meer informatie.
■
Toerenteller
Geeft het motortoerental aan in omwentelingen per minuut.
Status ondersteunend systeem/aan navigatiesysteem
gekoppelde displayzone
Hybridesysteemindicator/toerenteller
1
2
3
4
CAMRY_HV_OM_Europe_OM33D66E .book Page 160 Monday, January 28, 2019 8:33 AM
174
CAMRY_HV_EE
3-2. Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren
◆Smart entry-systeem met startknop
Zorg dat u de elektronische sleutel bij u hebt om deze functie in te
kunnen schakelen.
Pak de voorportiergreep vast om
alle portieren te ontgrendelen
*.
Zorg ervoor dat u de sensor aan
de achterzijde van de portier-
greep aanraakt.
De portieren en de achterklep
kunnen gedurende 3 seconden
na het vergrendelen niet worden
ontgrendeld.
*: De instellingen voor het ont- grendelen van de portieren kun-
nen worden gewijzigd.
(→Blz. 178)
Raak de vergrendelsensor (de u itholling aan de zijkant van de
voorportiergreep) aan om de portieren te vergrendelen.
Controleer of het portier goed vergrendeld is.
◆Afstandsbediening
Vergrendelen van alle portieren
Controleer of het portier goed
vergrendeld is.
Houd deze toets ingedrukt om
de ruiten te sluiten.
*
Ontgrendelen van alle portieren
Houd deze toets ingedrukt om
de ruiten te openen.
*
*
: Deze instelling moeten aan de
persoonlijke voorkeur worden
aangepast door een erkende
Toyota-dealer of hersteller/repa-
rateur of een andere naar beho-
ren gekwalificeerde en
uitgeruste deskundige.
Por tieren
Van buitenaf ontgrendelen en v ergrendelen van de portieren
1
2
1
2
CAMRY_HV_OM_Europe_OM33D66E .book Page 174 Monday, January 28, 2019 8:33 AM
1753-2. Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren
CAMRY_HV_EE
3
Bediening van elk onderdeel
■Feedbacksignalen
Portieren:
De alarmknipperlichten knipperen om aan te geven dat de portier en zijn ver-
grendeld/ontgrendeld. (Vergrendeld: eenmaal; ontgrendeld: tweem aal)
Ruiten:
Er klinkt een zoemer om aan te geven dat de ruiten bediend word en.
■ Beveiligingsfunctie
Als er niet binnen ongeveer 30 seconden na het ontgrendelen van de auto
een portier wordt geopend, zorgt de beveiligingsfunctie ervoor dat de auto
weer automatisch wordt vergrendeld.
■ Wanneer het portier niet kan worden vergrendeld met de vergrend elsen-
sor op het oppervlak van de portiergreep
■ Zoemer centrale vergrendeling
Als een portier niet volledig gesloten is, klinkt er constant e en zoemer als
geprobeerd wordt de portieren te vergrendelen. Sluit het portie r volledig om
de zoemer uit te schakelen en vergrendel de portieren opnieuw.
■ Het alarm inschakelen (indien aanwezig)
Wanneer de portieren worden vergrendeld, wordt het alarmsysteem inge-
schakeld. ( →Blz. 126)
■ Wanneer het Smart entry-systeem m et startknop of de afstandsbedie-
ning niet goed werkt
Gebruik de mechanische sleutel om de portieren te vergrendelen en ontgren-
delen. ( →Blz. 577)
Vervang de batterij door een nieuw exemplaar als deze ontladen raakt.
( →Blz. 507)
Wanneer het portier niet kan worden ver-
grendeld, zelfs als u de vergrendelsensor
op het oppervlak van de portiergreep met
uw vinger aanraakt, raak dan de vergren-
delsensor aan met uw handpalm.
Wanneer u handschoenen draagt, trek
deze dan uit.
CAMRY_HV_OM_Europe_OM33D66E
.book Page 175 Monday, January 28, 2019 8:33 AM
1893-2. Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren
CAMRY_HV_EE
3
Bediening van elk onderdeel
■Aanwijzing voor de instapfunctie
●Zelfs als de elektronische sleutel zich binnen het detectiegebi ed bevindt, werkt
het systeem in d e volgende geva llen mogelijk niet juist:
• De elektronische sleutel bevindt zich te dicht bij de ruit of buitenportiergreep,
te dicht bij de grond of te hoog als de portieren worden vergre ndeld of ont-
grendeld.
• De elektronische sleutel bevindt zich te dicht bij de grond of te hoog of te
dicht bij het midden van de achterbumper bij het ontgrendelen v an de achter-
klep.
• De elektronische sleutel ligt op het dashboard, de hoedenplank of de vloer
achter of in een portiervak of het dashboardkastje als het hybr idesysteem
wordt gestart of met de startknop een andere stand wordt gesele cteerd.
●Laat de elektronische sleutel niet boven op het dashboard of in de buurt van de
portiervakken liggen wanneer u de auto verlaat. Afhankelijk van de ontvangst
van de radiogolven wordt door de antenne mogelijk waargenomen d at de sleutel
zich buiten de auto bevindt en kunnen de portieren worden vergr endeld vanaf
de buitenzijde, waardoor de elektronische sleutel mogelijk in d e auto wordt
opgesloten.
●Zolang de elektronische sleutel zich binnen het detectiegebied bevindt, kunnen
de portieren door een willekeurige persoon worden vergrendeld en ontgrendeld.
De auto kan echter alleen worden ontgrendeld via de portieren d ie de elektroni-
sche sleutel signaleren.
●Zelfs als de elektronische sleutel zich buiten de auto bevindt, kan het hybride-
systeem mogelijk word en gestart als de elektronische sleutel zich in de buurt
van de ruit bevindt.
●Als de sleutel zich binnen het o ntvangstgebied bevindt en er ee n grote hoeveel-
heid water op de portiergreep terechtkomt (bijvoorbeeld tijdens een zware
regenbui of het wassen van de auto), kunnen de portieren worden ontgrendeld
of vergrendeld. (Als de portieren niet worden geopend en geslot en, worden
deze na ongeveer 30 seconden automatisch weer vergrendeld.)
●Als de afstandsbediening wordt gebruikt om de portieren te verg rendelen terwijl
de elektronische sleutel zich in de nabijheid van de auto bevin dt, bestaat de
mogelijkheid dat de portieren niet ontgrendeld worden door de i nstapfunctie.
(Gebruik de afstandsbediening om de portieren te ontgrendelen.)
●Wanneer u de vergrendelsensor aanraakt terwijl u handschoenen d raagt, kan
de reactie van het syst eem trager zijn of worden de portieren m ogelijk niet ont-
grendeld. Trek uw handschoenen uit en raak de vergrendelsensor opnieuw aan.
●Wanneer de vergrendelactie is uitgevoerd met de vergrendelsenso r, w or d en
maximaal tweemaal achter elkaar identificatiesignalen getoond. Vervolgens
worden geen identificatiesignalen gegeven.
*
●Als de portiergreep nat wordt terwijl de elektronische sleutel zich binnen het
werkzame gebied bevindt, kan het portier herhaaldelijk worden v ergrendeld en
ontgrendeld. Volg in dit geval de correctieprocedure hieronder bij het wassen
van de auto:
• Plaats de elektronisch e sleutel op een afstand van ten minste 2 meter van de
auto. (Zorg ervoor dat de sleutel niet gestolen wordt.)
• Schakel de energiebespaarmodus van de elektronische sleutel in om het
Smart entry-syst eem met startknop ui t te schakelen. (
→Blz. 187)
CAMRY_HV_OM_Europe_OM33D66E .book Page 189 Monday, January 28, 2019 8:33 AM
1903-2. Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren
CAMRY_HV_EE●
Als de elektronische sleutel zich in de auto bevindt en een por
tiergreep wordt
nat tijdens het wassen van de auto, wordt er mogelijk een meldi ng weergegeven
op het multi-informatiedisplay en klinkt er een zoemer buiten d e auto. Vergren-
del alle portieren om het alarm uit te schakelen.
●De vergrendelsensor werkt mogelijk niet goed wanneer deze in contact komt
met ijs, sneeuw, modder, enz. Maak de vergrendelsensor schoon e n probeer
deze nogmaals te bedienen.
●Bij een plotselinge nadering van het detectiegebied of de porti ergreep kan het
voorkomen dat de portieren niet ontgrendeld worden. Laat in dat geval de por-
tiergreep los en controleer of de portieren worden ontgrendeld voordat u
opnieuw aan de portiergreep trekt.
●Als er zich een andere elektronische sleutel binnen het detecti egebied bevindt,
is de reactietijd voor het ontgrendelen van de portieren nadat een portiergreep is
vastgepakt, mogelijk langer.
●Bij het gebruik van de portiergreep kunnen uw nagels over het p ortier krassen.
Zorg ervoor dat uw nagels of de lak van het portier niet bescha digd raken.
*: Deze instelling kan aan de persoonlijke voorkeur worden aangep ast door een
erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een andere na ar behoren
gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
■Als er gedurende langere tijd niet met de auto wordt gereden
●Bewaar, om diefstal van de auto te voorkomen, de elektronische sleutel niet bin-
nen een afstand van 2 m van de auto.
●Het Smart entry-systeem met startk nop kan vooraf worden uitgeschakeld.
(
→Blz. 609)
●Het inschakelen van de energiebespaarmodus van de elektronische sleutel
helpt te voorkomen dat de sleutelbatterij leegraakt. (
→Blz. 187)
■Voor een juiste bediening van het systeem
Zorg ervoor dat u de elektronische sleutel bij u hebt als u het systeem bedient.
Houd de elektronische sleutel niet te dicht bij de auto als u h et systeem van bui-
tenaf bedient. Afhankelijk van de positie en de conditie waarin de elektronische
sleutel wordt bewaard, wordt de sleutel mogelijk niet correct d oor het systeem
gesignaleerd, waardoor het systeem wellicht niet juist functioneert. (Het alarm
kan per ongeluk afgaan of de functie die voorkomt dat de portie ren per ongeluk
worden vergrendeld, w erkt wellicht niet.)
■Als het Smart entry-systeem met startknop niet goed werkt
●Vergrendelen en ontgrendelen van de portieren en achterklep: ge bruik de
mechanische sleutel. (
→Blz. 577)
●Starten van het hybridesysteem: →Blz. 578
■Persoonlijke voorkeursinstellingen
Bepaalde functies kunnen worden aangepast aan de persoonlijke v oorkeur.
(
→Blz. 609)
■Als het Smart entry-systeem met startknop is uitgeschakeld via de persoon-
lijke voorkeursinstellingen
●Vergrendelen en ontgrendelen van de portieren en openen van de achterklep:
Gebruik de afstandsbediening of de mechanische sleutel. (
→Blz. 174, 182, 577)
●Starten van het hybridesysteem en wijzigen v an de standen van het contact:
→Blz. 578
●Uitschakelen van het hybridesysteem: →Blz. 252
CAMRY_HV_OM_Europe_OM33D66E .book Page 190 Monday, January 28, 2019 8:33 AM
2333-4. Verstellen van het stuurwiel en de spiegels
CAMRY_HV_EE
3
Bediening van elk onderdeel
Binnenspiegel met automatische antiverblindingsstand
De hoeveelheid gereflecteerd lic ht wordt automatisch gereduceer d op
basis van de helderheid van de koplampen van achteropkomend ver -
keer.
De modus voor de automatische
antiverblindingsstand wijzigen
AAN/UIT
Wanneer de automatische antiver-
blindingsstand is ingeschakeld,
brandt het controlelampje.
De functie wordt ingeschakeld tel-
kens wanneer het contact AAN
wordt gezet.
Druk op de toets om de functie uit
te schakelen. (Het controlelampje
gaat ook uit.)
■ Voorkomen van een onjuiste werking van de sensoren (auto's met bin-
nenspiegel met automatische antiverblindingsstand)
Controlelampje
Raak de sensoren niet aan en bedek ze
ook niet, omdat hierdoor de werking van
de sensoren in negatieve zin beïnvloed
kan worden.
WAARSCHUWING
Verstel de spiegel niet tijdens het rijden.
Hierdoor kunt u de macht over het stuur verliezen en een ongeva l veroorza-
ken, waardoor ernstig letsel kan ontstaan.
CAMRY_HV_OM_Europe_OM33D66E .book Page 233 Monday, January 28, 2019 8:33 AM
241
4Rijden
CAMRY_HV_EE4-1. Voordat u gaat rijden
Rijden met de auto ............ 242
Lading en bagage .............. 250
Rijden met een aanhangwagen ................ 251
4-2. Rijprocedures Startknop ........................... 252
EV-modus .......................... 258
Hybridetransmissie ............ 261
Richtingaanwijzer-schakelaar ....................... 267
Parkeerrem ........................ 268
Brake Hold-functie ............. 272
4-3. Bedienen van verlichting en
ruitenwissers
Lichtschakelaar.................. 275
Automatic High Beam-systeem................. 278
Schakelaar mistlampen ..... 282
Ruitenwissers en -sproeiers......................... 284
4-4. Tanken Openen van de tankdop .... 290 4-5. Gebruik van de
ondersteunende
systemen
Toyota Safety Sense ......... 294
PCS (Pre-Crash Safety-systeem)............... 306
LDA (Lane Departure Alert met
stuurregeling)................... 318
RSA (Road Sign Assist)..... 328
Dynamic Radar Cruise Control met volledig
snelheidsbereik................ 333
Ondersteunende systemen ......................... 348
BSM (Blind Spot Monitor) ........................... 356
• BSM-functie ................... 367
• RCTA............................. 370
Toyota Parking Assist-sensor ................... 374
Intelligent Clearance Sonar-systeem (ICS) ....... 382
Rijmodusselectie- schakelaars ..................... 403
4-6. Rijtips Rijden met een hybrideauto ...................... 405
Rijden in de winter ............. 408
CAMRY_HV_OM_Europe_OM33D66E .book Page 241 Monday, January 28, 2019 8:33 AM
2764-3. Bedienen van verlichting en ruitenwissers
CAMRY_HV_EE
■Dagrijverlichting
Om uw auto overdag beter zichtbaar te maken voor andere weggebruikers,
wordt de dagrijverlichting automatisch ingeschakeld als het hyb ridesysteem
wordt gestart en de parkeerrem wordt gedeactiveerd met de lichtschakelaar
uit of in de stand . (Brandt helderder dan de parkeerlichten vo or.)
Dagrijverlichting is niet ontworpen voor gebruik in het donker.
■ Sensor koplampregeling
■ Automatisch uitschakelsysteem verlichting
Behalve Oekraïne
● Wanneer de lichtschakelaar in stand of
staat: De koplampen
en mistlampen voor (indien aanwezig) worden automatisch uitgesc hakeld
wanneer het contact in stand ACC of UIT wordt gezet.
● Wanneer de lichtschakelaar in stand staat: De koplampen en all e ver-
lichting worden automatisch uitgeschakeld als het contact in st and ACC of
UIT wordt gezet.
Zet, om de verlichting weer in te schakelen, het contact AAN of zet de licht-
schakelaar een keer in de stand en vervolgens weer in de stand
of .
Oekraïne
De koplampen en alle verlichting wordt uitgeschakeld als het contact in stand
ACC of UIT wordt gezet en het bestuurdersportier wordt geopend.
Zet, om de verlichting weer in te schakelen, het contact AAN of zet de licht-
schakelaar een keer in de stand en vervolgens weer in de stand
of .
■ Zoemer verlichting (behalve wa nneer de lichtschakelaar in de st and
staat)
Een zoemer klinkt als het contact UIT of in stand ACC wordt gez et en het
bestuurdersportier wordt geopend terwijl de verlichting is inge schakeld.
■ Automatische verticale koplampverstelling
De koplamphoogte wordt automatisch geregeld op basis van het aa ntal
passagiers in de auto en de mate van belading om verblinding va n andere
weggebruikers door de koplampen te voorkomen. De werking van de sensor kan in nega-
tieve zin beïnvloed worden als er iets over
de sensor heen geplaatst wordt of als er
iets op de ruit wordt aangebracht waar-
door de sensor wordt afgeschermd.
Hierdoor kan de sensor niet op de juiste
manier de hoeveelheid omgevingslicht
signaleren, waardoor het automatische
koplampsysteem mogelijk onjuist functio-
neert.
CAMRY_HV_OM_Europe_OM33D66E .book Page 276 Monday, January 28, 2019 8:33 AM