Page 49 of 827

Volg de instructies van de fabrikant en houd het kinderzitje steeds op zijn plaats verankerd:
Een kinderzitje dat niet is bevestigd, is gevaarlijk. Bij plotseling stoppen of een aanrijding zou
het kinderzitje van zijn plaats kunnen schuiven en ernstig letsel, mogelijk met dodelijke
afloop, aan het kind of andere inzittenden kunnen toebrengen. Zorg ervoor dat het kinderzitje
dat u gebruikt goed op zijn plaats bevestigd wordt volgens de instructies van de fabrikant van
het kinderzitje. Wanneer u het kinderzitje niet gebruikt, dit uit de auto verwijderen of met een
veiligheidsgordel bevestigen of dit aan BEIDE Isofix-ankers en de bijbehorende
spanriemverankering vastzetten.
Zet een kind steeds in een geschikt kinderzitje vast:
Het in uw armen vasthouden van een kind tijdens het rijden is buitengewoon gevaarlijk.
Ongeacht hoe sterk de persoon is, zal hij of zij tijdens plotseling afremmen of een botsing het
kind niet kunnen blijven vasthouden, waardoor het kind of de overige inzittenden ernstig of
dodelijk letsel zou kunnen oplopen. Zelfs bij een gematigde botsing kan het kind blootgesteld
worden aan de kracht van een airbag, waardoor het kind ernstig of dodelijk letsel zou kunnen
oplopen, of het kind zou tegen een volwassene kunnen slaan en zowel zelf letsel kunnen
oplopen als ook aan de volwassene letsel kunnen toebrengen.
Uiterst gevaarlijk! Gebruik nooit een naar achteren gericht kinderzitje op de
voorpassagierszitting met een airbag die geactiveerd zou kunnen worden:
Gebruik NOOIT een naar achteren gericht kinderzitje op een zitting die aan de voorzijde door
een ACTIEVE AIRBAG beveiligd is. Dit kan DODELIJK of ERNSTIG LETSEL aan het KIND
toebrengen.
Voertuigen met een voorpassagiersairbag hebben het volgende waarschuwingslabel. Het
waarschuwingslabel herinnert u er aan onder geen enkele omstandigheid een naar achteren
gericht kinderzitje op de voorpassagierszitting aan te brengen.
(Taiwan)
k0dS<ÙÔ&—F
(Behalve Taiwan) (Taiwan)
% H O D Q J U L M N H Y H L O L J K H L G V X L W U X V W L Q J
. L Q G H U ] L W M H
Page 50 of 827

Zelfs bij een gematigde botsing kan het kinderzitje door een activerende airbag geraakt
worden en met kracht naar achteren verplaatst worden, waardoor het kind ernstig of dodelijk
letsel zou kunnen oplopen. Als uw auto uitgerust is met een deactiveringsschakelaar van de
voorpassagiersairbag, bij het plaatsen van een naar achteren gericht kinderzitje op de
voorpassagierszitting de schakelaar altijd in de OFF stand zetten.
(Taiwan, behalve voorpassagierszitting, indien voorzien van het volgende label)
Gebruik NOOIT een naar achteren gericht kinderzitje op een zitting die aan de voorzijde door
een ACTIEVE AIRBAG beveiligd is. Dit kan DODELIJK of ERNSTIG LETSEL aan het KIND
toebrengen.
Vermijd het plaatsen van een naar voren gericht kinderzitje op de voorpassagierszitting tenzij
dit niet te vermijden is:
Bij een botsing kan de kracht van een airbag die wordt opgeblazen ernstig of dodelijk letsel
aan het kind toebrengen. Als het installeren van een naar voren gericht kinderzitje op de
voorpassagierszitting niet te vermijden is, de voorpassagierszitting zover mogelijk naar
achteren schuiven en het zitkussen (hoogte-afstelbaar zitkussen) in de hoogste stand zetten
waarbij de veiligheidsgordel waarmee het kinderzitje is bevestigd stevig is aangetrokken.
Zorg ervoor dat de deactiveringsschakelaar van de voorpassagiersairbag in de OFF stand
staat. Zie Deactiveringsschakelaar van voorpassagiersairbag (pagina 2-58).
% H O D Q J U L M N H Y H L O L J K H L G V X L W U X V W L Q J
. L Q G H U ] L W M H
Page 51 of 827

Laat een kind of iemand anders niet op of tegen een zijruit leunen van een auto met zij- en
gordijn-airbags:
Toestaan dat iemand op of tegen de zijruit leunt, tegen het gedeelte van de
voorpassagierszitting, de voorruit- en achterruitstijlen en de dakrand van waaruit langs beide
zijden de zij- en gordijn-airbags opgeblazen worden is gevaarlijk, ook als er gebruik gemaakt
wordt van een kinderzitje. De schok van een zij- of gordijn-airbag die wordt opgeblazen kan
ernstig of dodelijk letsel toebrengen aan een kind dat niet goed op zijn plaats zit. Bovendien
kunnen door het leunen op of tegen het voorportier de zij- en gordijn-airbags geblokkeerd
worden, waardoor de voordelen van de aanvullende beveiliging ongedaan gemaakt worden.
Bij een voor-airbag en de extra zij-airbag die uit de voorstoelrugleuning komt, is de
achterzitting altijd de beste plaats voor kinderen. Let er in het bijzonder op dat een kind niet
op of tegen de zijruit leunt, ook niet als het kind zich in een kinderzitje bevindt.
Gebruik nooit meer dan één veiligheidsgordel voor meer dan één persoon tegelijkertijd:
Het gebruik van één veiligheidsgordel voor meer dan één persoon tegelijkertijd is gevaarlijk.
Een veiligheidsgordel die op deze wijze wordt gebruikt kan de kracht van de schok niet op de
juiste manier spreiden en de twee passagiers zouden tegen elkaar aan gedrukt kunnen
worden en ernstig of mogelijk dodelijk letsel kunnen oplopen. Gebruik nooit meer dan één
veiligheidsgordel voor meer dan één persoon tegelijkertijd en ga pas met de auto rijden
wanneer alle inzittenden hun veiligheidsgordels op de juiste wijze hebben omgedaan.
Gebruik de spanriem en de spanriemverankering uitsluitend voor een kinderzitje:
Verankeringen voor kinderzitjes zijn bestemd om enkel bestand te zijn tegen de druk zoals die
door correct geïnstalleerde kinderzitjes wordt uitgeoefend. Onder geen omstandigheden
mogen deze verankeringen gebruikt worden voor de bevestiging van veiligheidsgordels voor
volwassenen, tuigjes of voor de bevestiging van andere voorwerpen of uitrusting aan de auto.
Verwijder altijd de hoofdsteun en installeer het kinderzitje (behalve bij het installeren van een
verstevigingszitje):
Het installeren van een kinderzitje zonder de hoofdsteun te verwijderen is gevaarlijk. Het
kinderzitje kan dan niet correct geïnstalleerd worden waardoor het kind bij een botsing letsel
kan oplopen, mogelijk met dodelijke
afloop.
2 3 * ( / ( 7
Een veiligheidsgordel of een kinderzitje kan tijdens warm weer in een afgesloten auto
bijzonder heet worden. Om te voorkomen dat u of uw kind zich branden, deze controleren
alvorens u of uw kind deze aanraken.
% H O D Q J U L M N H Y H L O L J K H L G V X L W U X V W L Q J
. L Q G H U ] L W M H
Page 52 of 827
OPMERKING
Uw Mazda is uitgerust met Isofix-ankers voor de bevestiging van Isofix-kinderzitjes op de
achterzittingen. Zie “Gebruik van Isofix-ankers”, wanneer u deze ankers voor de
bevestiging van een kinderzitje gebruikt (pagina 2-48).
% H O D Q J U L M N H Y H L O L J K H L G V X L W U X V W L Q J
. L Q G H U ] L W M H
Page 53 of 827