Speciale kenmerken
4-4
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
Sportmodus “S”
Vergeleken met de toermodus biedt deze
modus een sportievere motorrespons in het
lage- en middelhogetoerenbereik.DAU772 81
Tractiere gelin g
De tractieregeling (TCS) draagt bij aan het
behouden van grip bij het optrekken op
gladde oppervlakken, zoals onverharde of
natte wegen. Wanneer sensoren detecte-
ren dat het achterwiel begint te slippen (on-
gecontroleerde slip), gr ijpt de tractieregeling
in door het motorvermogen te reguleren tot-
dat de grip is hersteld.
Als tractieregeling in werking is, knippert het
controlelampje “ ”. Mogelijk merkt u ver-
andering in de reactie van de motor of het
uitlaatgeluid.
WAARSCHUWING
DWA1 8860
De tractiereg eling vormt geen vervan-
g in g voor vers tandig rijgedra g dat i s
aan gepa st aan de om standig heden. De
tractiere geling biedt geen be schermin g
te gen gripverlie s door te s nel ingaan van
bochten, snel optrekken bij schuin over-
han gen of door remmen, en kan we gglij-
den van het voorwiel niet voorkomen.
Rijd altijd voorzichti g op oppervlakken
die mo gelijk glad kunnen zijn en vermijd
bijzonder gladde oppervlakken.
Tractiere gelin g in stellen
Als u de machine inschakelt, wordt tractie-
regeling automatisch ingeschakeld.
Zie pagina 5-10 om de tractieregeling uit te
schakelen.
1. Controlelampje tractieregeling “ ”
1
BV1-9-D1.book 4 ページ 2018年6月8日 金曜日 午後4時28分
Functies van ins trumenten en bedienin gselementen
5-22
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
OPMERKING
Deze markering geeft de aanbevolen
brandstof voor dit voertuig aan zoals
gespecificeerd in de Europese voor-
schriften (EN22 8).
Controleer bij het tanken of het vulpi-
stool dezelfde markering draagt.
Uw Yamaha motorblok is gebouwd op het
gebruik van normale loodvrije benzine met
een octaangetal van RON 95 of hoger. Als
de motor gaat detoneren (pingelen), ge-
bruik dan benzine van een ander merk.
Door loodvrije benzine te gebruiken gaan
bougies langer mee en blijven de onder-
houdskosten beperkt.
Ga sohol
Er bestaan twee typen gasohol: gasohol
met ethanol en gasohol met methanol. Gas-
ohol met ethanol kan worden gebruikt, mits
het ethanolgehalte niet hoger is dan 10%
(E10). Gasohol met methanol wordt niet
aangeraden door Yamaha aangezien deze
schade kan toebrengen aan het brandstof-
systeem of problemen kan opleveren met
de voertuigprestaties.
DAU5 8301
Overloops lang brands toftank
Voordat u de machine gaat gebruiken:
Controleer de aansluiting en ligging
van de overloopslang van de brand-
stoftank.
Controleer de overloopslang van de
brandstoftank op scheuren of bescha-
diging en vervang deze indien nodig.
Controleer of de overloopslang van de
brandstoftank niet verstopt is en reinig
deze indien nodig.
1. Overloopslang brandstoftank
1
BV1-9-D1.book 22 ページ 2018年6月8日 金曜日 午後4時28分
6-1
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
Voor uw veili gheid – controle s voor het rijden
DAU63440
Inspecteer uw machine voor elk gebruik om te waarborgen dat deze in een veilige werkende
staat is. Volg altijd de schema’s en procedures voor inspectie en onderhoud in de gebrui-
kershandleiding.
WAARSCHUWING
DWA11152
Onvoldoende ins pectie of onderhoud van de machine ver groot het ri sico op ong eval
of schade. Rijd niet met de machine al s u een probleem hebt gevonden. Al s een pro-
bleem niet kan worden op gelo st via de procedure s in deze handleiding , laat de ma-
chine dan nazien door een Yamaha dealer.
Controleer voor het gebruik van deze machine de volgende punten:
ITEM CONTROLESPAGINA
Brand stof Controleer het brandstofniveau in de brandstoftank.
Vul indien nodig brandstof bij.
Controleer de brandstofleiding op lekkage.
Controleer de tankbelucht
ingsslang en overloopslang op
obstakels, scheuren of bes chadiging en controleer de
slangaansluitingen. 5-21,
5-22
Motorolie Controleer het olieniveau in de motor.
Vul indien nodig het aanbevolen type olie bij tot aan het
voorgeschreven niveau.
Controleer de machine op olielekkage. 8-10
Koelvloeistof Controleer het koelvloeistofniveau in het reservoir.
Vul indien nodig de aanbevolen
koelvloeistof bij tot aan
het voorgeschreven niveau.
Controleer het koelsysteem op lekkage. 8-13
Voorrem Controleer de werking.
Als de koppeling zacht of sponzig aanvoelt, vraag dan
een Yamaha dealer het hydraulisch systeem te ontluch-
ten.
Controleer de remblokken op slijtage.
Vervang indien nodig.
Controleer het vloeistofniveau in het reservoir.
Vul indien nodig het voorgeschreven type remvloeistof bij tot aan het voorgeschreven niveau.
Controleer het hydraulisch systeem op lekkage. 8-19,
8-21
Achterrem Controleer de werking.
Als de koppeling zacht of sponzig aanvoelt, vraag dan
een Yamaha dealer het hydraulisch systeem te ontluch-
ten.
Controleer de remblokken op slijtage.
Vervang indien nodig.
Controleer het vloeistofniveau in het reservoir.
Vul indien nodig het voorgeschreven type remvloeistof bij tot aan het voorgeschreven niveau.
Controleer het hydraulisch systeem op lekkage. 8-19,
8-21
BV1-9-D1.book 1 ページ 2018年6月8日 金曜日 午後4時28分
Voor uw veiligheid – controle s voor het rijden
6-2
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
Ga sgreep Controleer of de werking soepel is.
Controleer de vrije slag van de gasgreep.
Vraag indien nodig de Yamaha dealer om de vrije slag
van de gasgreep af te stellen en de kabel en het kabel-
huis te smeren. 8-16,
8-24
Wielen en banden Controleer op schade.
Controleer de conditie van de band en de profieldiepte.
Controleer de bandspanning.
Corrigeer indien nodig. 8-17,
8-19
Remhendel s Controleer of de werking soepel is.
Smeer indien nodig de hendelscharnierpunten. 8-24
Middenbok, zij stan-
daard Controleer of de werking soepel is.
Smeer indien nodig de scharnierpunten.
8-25
Framebevesti gin gen Controleer of alle moeren,
bouten en schroeven stevig
zijn vastgezet.
Zet indien nodig vast. —
In strumenten, verlich-
tin g, sig nalerin gssy-
steem en schakelaar s Controleer de werking.
Corrigeer indien nodig.
—
Zij standaardschake-
laar Controleer de werking van het startspersysteem.
Als het systeem niet correct werkt, vraag dan een
Yamaha dealer de machine te controleren. 5-29
ITEM
CONTROLESPAGINA
BV1-9-D1.book 2 ページ 2018年6月8日 金曜日 午後4時28分
Periodiek onderhoud en afstellin g
8-2
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
DAU17303
Emissiecontroles zorgen niet alleen voor
een betere luchtkwaliteit, maar zijn ook zeer
belangrijk voor een juiste werking van de
motor en om maximale prestaties te beha-
len. In de volgende periodieke onderhouds-
schema’s is het emis siecontrole-onderhoud
apart gegroepeerd. Dit onderhoud vereist
gespecialiseerde gegevens, kennis en ge-
reedschap. Onderhoud, vervanging, of re-
paratie van emissiecontroleapparatuur en -
systemen kan door elke gecertificeerde re-
parateur worden uitgev oerd (indien van toe-
passing). Yamaha dealers beschikken over
de training en het gereedschap om dit on-
derhoud uit te voeren.
DAU795 80
Boordg ereedschapsset
De boordgereedschapsset is te vinden on-
der het zadel. (Zie pagina 3-10.)
De onderhoudsinformatie in deze handlei-
ding en het gereedschap in de boordge-
reedschapsset zijn bedoeld om u te
ondersteunen bij het uitvoeren van preven-
tief onderhoud en kleinere reparaties. Voor
de correcte uitvoering van bepaalde onder-
houdswerkzaamheden kan echter het ge-
bruik van extra gereedschap zoals een
momentsleutel vereist zijn.
OPMERKING
Laat een Yamaha dealer onderhoud ver-
richten als u niet beschikt over het gereed-
schap of de ervaring die voor bepaalde
werkzaamheden vereist zijn.
1. Boordgereedschapsset
1
BV1-9-D1.book 2 ページ 2018年6月8日 金曜日 午後4時28分
Periodiek onderhoud en afstellin g
8-12
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
9. Monteer de olieaftapplug met een nieuwe pakking en zet de plug vast
met het voorgeschreven aanhaalmo-
ment.
10. Controleer de o-ring op beschadiging en vervang hem indien nodig.
11. Vul bij met de voorgeschreven hoe- veelheid van de aanbevolen motorolie,
breng dan de olievuldop aan en zet
deze vast.
OPMERKING
Veeg enige gemorste olie af nadat de motor
en het uitlaatsysteem zijn afgekoeld.
LET OP
DCA11621
Om het slippen van de koppelin g te
voorkomen (de motorolie smeert
immers ook de koppelin g) mog en
g een chemis che additieven worden
toe gevoe gd. Gebruik geen oliën
met een “CD” dies elspecificatie of
oliën met een ho gere kwaliteit dan
g especificeerd. Gebruik ook geen
oliën met een “ENERGY CONSER-
VING II” of ho gere aanduidin g.
Zor g dat er geen verontreini gin gen
in het carter terecht komen.
12. Start de motor, laat deze een paar mi- nuten stationair draaien en controleer
daarbij op olielekkage. Als er sprake is
van olielekkage, zet de motor dan di-
rect af en zoek de oorzaak.
13. Zet de motor af, controleer dan het olieniveau en corrigeer indien nodig.
14. Stel de indicator olieverversing terug.
(Zie pagina 5-10.)
1. Momentsleutel
Aanhaalmoment:Oliefilterpatroon:
17 N·m (1.7 kgf·m, 13 lb·ft)
Aanhaalmoment: Olieaftapplug:
43 N·m (4.3 kgf·m, 32 lb·ft)
1. Olievuldop
2. O-ring
1
2
1
Motorolie:Aanbevolen merk:
YAMALUBE
SAE-viscosit eitsklassen:
10W-40
Aanbevolen kwaliteit motorolie: API service type SG of hoger,
JASO MA-norm
Oliehoeveelheid: Olieverversing: 2.60 L (2.75 US qt, 2.29 Imp.qt)
Met verwijderen van oliefilterelement: 2.90 L (3.07 US qt, 2.55 Imp.qt)
BV1-9-D1.book 12 ページ 2018年6月8日 金曜日 午後4時28分
Onderhoud en stallin g van de scooter
9-3
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
met een doek of spons die is bevochtigd
met een mild reinigingsmiddel en was de
ruit vervolgens grondig af met water. Ge-
bruik voor extra reiniging Yamaha reini-
gingsmiddel voor kuipruiten of een ander
hoogwaardig reinigingsmiddel voor kuiprui-
ten. Sommige reinigingsmiddelen voor
kunststoffen laten eveneens krasjes achter
op de kuipruit. Voer voordat u dergelijk rei-
nigingsmiddel gebruikt eerst een test uit op
een gedeelte van de kuipruit dat het zicht
niet beïnvloedt en dat niet opvalt.
Na reini gin g
1. Droog de scooter met een zeemleren lap of een vochtabsorberende doek.
2. Gebruik een chroompolish om ver-
chroomde, aluminium en roestvrijsta-
len delen te doen glanzen, ook het
uitlaatsysteem. (Zelfs thermische ver-
kleuringen op roestvrijstalen uitlaatsy-
stemen kunnen door oppoetsen
worden verwijderd.)
3. Het is aan te bevelen om met een spuitbus een corrosiewerend middel
aan te brengen op alle metalen delen,
ook op verchroomde en vernikkelde
componenten, om zo corrosie te voor-
komen.
4. Gebruik oliespray als universeel schoonmaakmiddel om nog achterge-
bleven vuil te verwijderen.
5. Werk kleine lakbeschadigingen door steenslag e.d. bij.
6. Zet alle gelakte oppervlakken in de was.
7. Laat de scooter volledig drogen alvo-
rens te stallen of af te dekken.
WAARSCHUWING
DWA10943
Verontreinig ing van de remmen of ban-
den kan leiden tot verlie s van de contro-
le over de machine.
Controleer of er geen olie of wa s op
de remmen of banden zit. Reini g de
rem schijven en remvoerin gen in- dien nodi
g met een normale rem-
s chijfreini ger of aceton en s poel de
banden schoon met lauw water en
een mild reinig ingsmiddel.
Test voor u de s cooter in gebruik
neemt eer st de remwerkin g en het
we ggedra g in bochten.
LET OP
DCA10 801
Bren g een gering e hoeveelheid
olie spray en wa s aan en verwijder
overtolli ge hoeveelheden.
Bren g olie spray of wa s nooit aan op
rubber of kun sts tof delen, behandel
deze met een daartoe be stemd ver-
zor gin gs middel.
Vermijd het gebruik van s churende
poet smiddelen, deze ta sten de lak
aan.
OPMERKING
Vraag een Yamaha dealer om advies
over de te gebruiken producten.
Door wassen, regenachtig weer of een
vochtig klimaat kan de koplamplens
beslagen raken. Inschakelen van de
koplamp gedurende een korte periode
zal helpen bij de verwijdering van het
vocht.
BV1-9-D1.book 3 ページ 2018年6月8日 金曜日 午後4時28分