Page 65 of 634
641-1. Voor een veilig gebruik
UK AURIS_HV_HB_EE■
Zitkussen
Plaats het zitje zodanig op de stoel dat het kind in de rijrichting
kijkt.
Als het baby- of kinderzitje niet kan worden geplaatst omdat er een
hoofdsteun in de weg zit, verwijdert u de hoofdsteun en plaatst u vervol-
gens het zitje. (Blz. 210)
Plaats het kind in het zitje.
Zet het kind vast met de vei-
ligheidsgordel volgens de
aanwijzingen van de fabri-
kant van het baby- of kinder-
zitje en steek de gesp in de
gordelsluiting. Controleer of
de gordel niet gedraaid is.
Controleer of de schoudergordel goed over de schouder van het kind
loopt en het heupgedeelte zo laag mogelijk ligt. (Blz. 34)
1
Met hoge rugleuningVerhoging
2
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 64 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM
Page 66 of 634

651-1. Voor een veilig gebruik
1
Veiligheid en beveiliging
UK AURIS_HV_HB_EE
Druk de ontgrendelknop op de
gordelsluiting in en laat de gordel
helemaal oprollen.
Zet de hoofdsteunen in de
hoogste stand.
Als het baby- of kinderzitje niet
kan worden geplaatst omdat er
een hoofdsteun in de weg zit,
verwijdert u de hoofdsteun en
plaatst u vervolgens het zitje.
(Blz. 210)
Verwijder de bagageafdekking als het zitje een bovenste gordel
heeft. (Blz. 437)
Bevestig de gespen aan de speciale stangen.
Plaats de koppelingen tijde-
lijk op de rand van de zitting
om de ISOfix-koppelingen in
lijn te brengen met de ope-
ning tussen de zitting en de
rugleuning.
Steek de ISOfix-koppelingen
in de opening tot deze aan
de hiervoor bedoelde beves-
tigingsstangen vergrendelen.
Als het zitje een bovenste gordel heeft, moet deze worden vastgezet aan
de bevestigingssteun.
Voer de lus aan de bovenzijde onder de hoofdsteun door.
Verwijderen van een baby- of kinderzitje dat is vastgezet met een
veiligheidsgordel
Plaatsing met het ISOfix-bevestigingssysteem
1
2
3
1
2
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 65 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM
Page 67 of 634
661-1. Voor een veilig gebruik
UK AURIS_HV_HB_EE
Zet de hoofdsteunen in de
hoogste stand.
Als het baby- of kinderzitje niet
kan worden geplaatst omdat er
een hoofdsteun in de weg zit,
verwijdert u de hoofdsteun en
plaatst u vervolgens het zitje.
(Blz. 210)
Maak het baby- of kinderzitje
vast met de veiligheidsgordel of
met het ISOfix-bevestigingssys-
teem.
Verwijder de bagageafdekking. (Blz. 437)
Maak de haak vast aan de
bevestigingssteun en maak de
bovenste gordel vast.
Voer de lus aan de bovenzijde
onder de hoofdsteun door.
Controleer of de bovenste gordel
goed vastzit.
Baby- en kinderzitjes met een bovenste gordel
1
2
3
4
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 66 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM
Page 68 of 634

671-1. Voor een veilig gebruik
1
Veiligheid en beveiliging
UK AURIS_HV_HB_EE
■Als er een baby- of kinderzitje wordt geplaatst
U moet bij het plaatsen van het zitje gebruikmaken van een borgclip. Volg de
aanwijzingen van de fabrikant van het baby- of kinderzitje. Als uw zitje niet
over een blokkeerclip beschikt, kunt u deze kopen bij een erkende Toyota-
dealer of hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde
en uitgeruste deskundige:
Blokkeerclip voor baby- of kinderzitje
(onderdeelnr. 73119-22010)
WAARSCHUWING
■Als er een baby- of kinderzitje wordt geplaatst
Volg de aanwijzingen in de montagehandleiding van het baby- of kinderzitje
en zet het zitje goed vast.
Als het zitje niet goed wordt vastgezet, kunnen het kind of de overige
passagiers bij plotseling remmen of een aanrijding ernstig letsel oplopen.
●Als het baby- of kinderzitje niet goed
gemonteerd kan worden omdat de
bestuurdersstoel in de weg zit, moet het
kinderzitje rechts achterin worden
gemonteerd.
●Verstel de voorpassagiersstoel zodanig
dat deze geen contact maakt met het
baby- of kinderzitje.
●Plaats een in de rijrichting geplaatst
baby- of kinderzitje alleen op de voor-
stoel als het niet anders kan.
●Als er een in de rijrichting geplaatst
baby- of kinderzitje op de voorpassa-
giersstoel wordt geplaatst, moet de
stoel zo ver mogelijk naar achteren wor-
den geschoven en moet de hoofdsteun
van de stoel worden verwijderd.
Als dat niet wordt gedaan, kan er ern-
stig letsel ontstaan als de airbags geac-
tiveerd worden.
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 67 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM
Page 69 of 634
681-1. Voor een veilig gebruik
UK AURIS_HV_HB_EE
WAARSCHUWING
■Als er een baby- of kinderzitje wordt geplaatst
●Gebruik nooit een tegen de rijrichting in
geplaatst baby- of kinderzitje op de
voorpassagiersstoel als de aan/uit-
schakelaar voor de airbag in stand ON
staat. (Blz. 49)
Bij een ongeval kan het kind ernstig let-
sel oplopen door de kracht waarmee de
voorpassagiersairbag wordt geacti-
veerd.
●Een waarschuwingslabel op de zonne-
klep aan passagierszijde geeft aan dat
het niet is toegestaan om een tegen de
rijrichting in geplaatst baby- of kinder-
zitje op de voorpassagiersstoel te plaat-
sen.
In onderstaande afbeelding is het label
in detail te zien.
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 68 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM
Page 70 of 634

691-1. Voor een veilig gebruik
1
Veiligheid en beveiliging
UK AURIS_HV_HB_EE
WAARSCHUWING
■Als er een baby- of kinderzitje wordt geplaatst
●Als er in het land waarin u woont regels zijn voor baby- en kinderzitjes,
neem dan contact op met een erkende Toyota-dealer of hersteller/repara-
teur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskun-
dige voor het plaatsen van het baby- of kinderzitje.
●Controleer als er een zitkussen geplaatst is altijd of de schoudergordel
over het midden van de schouder van het kind loopt. De gordel mag niet
langs de nek van het kind lopen, maar mag ook niet van de schouder van
het kind vallen. Als de gordel niet goed over de schouder ligt, kan het kind
bij plotseling remmen of uitwijken of bij een aanrijding ernstig letsel oplo-
pen.
●Controleer of de gesp goed in de gordelsluiting is vergrendeld en of de vei-
ligheidsgordel niet gedraaid is.
●Beweeg het baby- of kinderzitje naar links en naar rechts en naar voren en
naar achteren om te controleren of het goed is geplaatst.
●Verstel de rugleuning niet meer nadat het baby- of kinderzitje is geplaatst.
●Volg bij het plaatsen van een baby- of kinderzitje altijd de gebruiksaanwij-
zing van de fabrikant.
■Het correct vastzetten van een baby- of kinderzitje aan de bevesti-
gingspunten
Controleer bij het gebruik van de onderste bevestigingspunten of er geen
vreemde voorwerpen rond de bevestigingspunten aanwezig zijn en of de
gordel niet klem zit achter het baby- of kinderzitje. Controleer of het zitje
goed vastzit. Als het zitje niet stevig vastzit, kan het kind of een andere pas-
sagier bij hard remmen of bij een aanrijding letsel oplopen.
■Als het baby- of kinderzitje niet in gebruik is
Als het zitje moet worden losgemaakt, verwijder het dan uit de auto of berg
het veilig op in de bagageruimte. Als er bij het plaatsen van een baby- of
kinderzitje een hoofdsteun is verwijderd, moet deze voor u wegrijdt altijd
worden teruggeplaatst. Dit voorkomt dat inzittenden hierdoor bij hard rem-
men of bij een ongeval letsel oplopen.
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 69 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM
Page 71 of 634

701-1. Voor een veilig gebruik
UK AURIS_HV_HB_EE
Belangrijke voorzorgsmaatregelen in
verband met uitlaatgassen
Uitlaatgassen bevatten stoffen die schadelijk zijn bij inademing.
WAARSCHUWING
Uitlaatgassen bevatten het schadelijke koolmonoxide (CO). Dit is een kleur-
loos en reukloos gas. Neem de volgende voorzorgsmaatregelen in acht.
Als u deze voorzorgsmaatregelen niet in acht neemt, kunnen er uitlaatgassen
in de auto terechtkomen waardoor de bestuurder duizelig kan worden en een
ongeval kan veroorzaken, of waardoor de gezondheid van de inzittenden ern-
stig kan worden geschaad.
■Belangrijke punten tijdens het rijden
●Zorg ervoor dat de achterklep gesloten is.
●Als u uitlaatgassen ruikt in de auto, zelfs als de achterklep gesloten is,
moet u de ruiten openzetten en de auto zo snel mogelijk laten nakijken
door een erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een andere
naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
■Tijdens het parkeren
●Als de auto zich in een slecht geventileerde omgeving of een afgesloten
ruimte bevindt, zoals een garage, moet u het hybridesysteem uitschake-
len.
●Laat bij stilstaande auto het hybridesysteem niet langdurig ingeschakeld.
Als dat niet anders kan, parkeer de auto dan op een open plek en zorg
<00480055005900520052005500030047004400570003004800550003004a00480048005100030058004c0057004f004400440057004a004400560056004800510003004c00510003004b004800570003004c0051005700480055004c004800580055000300
570048005500480046004b00570003004e0058005100510048[n komen.
●Laat het hybridesysteem niet draaien op een plaats waar sneeuw de
afvoer van de uitlaatgassen zou kunnen hinderen. Als sneeuw de afvoer
van uitlaatgassen hindert wanneer het hybridesysteem in werking is, kun-
nen er uitlaatgassen in de auto terechtkomen.
■Uitlaatpijp
Het uitlaatsysteem dient regelmatig te worden gecontroleerd. Laat uw auto
nakijken en repareren door een erkende Toyota-dealer of hersteller/repara-
teur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige
bij gaten of scheuren als gevolg van corrosie of beschadigingen aan verbin-
dingsstukken, of bij een abnormaal geluid aan het uitlaatsysteem.
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 70 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM
Page 72 of 634
71
1
Veiligheid en beveiliging
UK AURIS_HV_HB_EE
1-2. Hybridesysteem
De afbeelding dient slechts ter illustratie en wijkt mogelijk af van de
werkelijkheid.
Benzinemotor
Elektromotor (tractiemotor)
Kenmerken hybridesysteem
Uw auto is een hybridevoertuig. De eigenschappen van uw auto
zijn anders dan die van conventionele auto's. Zorg ervoor dat u
de eigenschappen van uw auto goed leert kennen en gebruik de
functies voorzichtig.
Bij het hybridesysteem werken een benzinemotor en een elek-
tromotor (tractiemotor) samen, afhankelijk van de rijomstandig-
heden, om het brandstofverbruik en de uitlaatgasemissie te
verlagen.
1
2
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 71 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM