Page 249 of 634

2484-2. Rijprocedures
UK AURIS_HV_HB_EE
■Auto power off-functie
Als het contact langer dan 20 minuten in stand ACC of langer dan een uur
AAN staat (hybridesysteem niet in werking) terwijl stand P is geselecteerd,
wordt het contact automatisch UIT gezet. Deze functie kan echter niet geheel
uitsluiten dat de 12V-accu ontladen raakt. Laat de auto niet gedurende lan-
gere tijd in stand ACC of AAN staan terwijl het hybridesysteem niet in werking
is.
■Geluiden en trillingen die kenmerkend zijn voor een hybrideauto
Blz. 74
■Leegraken batterij elektronische sleutel
Blz. 128
■Als de buitentemperatuur laag is, bijvoorbeeld bij rijden in de winter
Als het hybridesysteem gestart wordt, knippert het controlelampje READY
mogelijk lang. Bedien de auto niet totdat het controlelampje READY continu
brandt. Continu branden betekent dat de auto in beweging kan komen.
■Omstandigheden die de werking kunnen beïnvloeden
Blz. 143, 177
■Aanwijzingen voor de instapfunctie
Blz. 143
■Als het hybridesysteem niet kan worden ingeschakeld
<002700480003005600570044005500570045004f0052004e004e00480055004c0051004a0003004c0056000300500052004a0048004f004c004d004e00030051004c0048005700030058004c0057004a004800560046004b0044004e0048004f0047001100
03000b[Blz. 82)
Neem contact op met een erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur of
een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
■Als op het multi-informatiedisplay “Check entry & start system.” (Con-
troleer Smart entry-systeem met startknop.) wordt weergegeven
Er is mogelijk een storing in het systeem aanwezig. Laat uw auto direct con-
troleren door een erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een
andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
■Als het controlelampje READY niet gaat branden
Neem, als het controlelampje READY niet gaat branden nadat de juiste pro-
cedure voor het starten van de auto is gevolgd, direct contact op met een
erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een andere naar behoren
gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
■Als de batterij van de elektronische sleutel ontladen is
Blz. 496
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 248 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM
Page 250 of 634

2494-2. Rijprocedures
UK AURIS_HV_HB_EE
4
Rijden
■Bedienen van de startknop
●Als de knop niet kort en krachtig wordt ingedrukt, wijzigt de stand van het
contact mogelijk niet of wordt het hybridesysteem niet gestart.
●Als u probeert het hybridesysteem opnieuw te starten direct nadat het con-
tact UIT is gezet, dan start het hybridesysteem in sommige gevallen moge-
lijk niet. Wacht nadat u het contact UIT hebt gezet een paar seconden
voordat u het hybridesysteem opnieuw start.
■Functie automatisch selecteren van stand P
●Als een andere schakelstand dan stand P is geselecteerd, wordt stand P
automatisch ingeschakeld als u op de startknop drukt wanneer de auto vol-
ledig tot stilstand is gekomen, waarna het contact UIT gaat.
●Wanneer u het contact uit zet terwijl de selectiehendel niet in stand P staat:
Trap het rempedaal goed in en controleer of de schakelstand
* gewijzigd is
naar stand P voordat u het rempedaal langzaam loslaat.
*: Zelfs nadat het display van het dashboard uitgezet is, wordt de positie-indi-
cator gedurende enkele seconden weergegeven.
■Als het regelsysteem voor stand P defect is
Het contact kan niet worden uitgezet. In dergelijke gevallen kan de knop uit-
gezet worden door de parkeerrem te activeren.
Laat de auto direct controleren door een erkende Toyota-dealer of hersteller/
reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste des-
<004e005800510047004c004a00480003005a004400510051004800480055000300480048005100030056005700520055004c0051004a0003004c00510003004b0048005700030056005c005600570048004800500003005200530057005500480048004700
570011[
■Als het Smart entry-systeem met startknop of de startknopfunctie is uit-
geschakeld via persoonlijke voorkeursinstellingen
Blz. 574
WAARSCHUWING
■Starten van het hybridesysteem
Ga altijd op de bestuurdersstoel zitten alvorens het hybridesysteem te star-
ten. Trap onder geen enkele voorwaarde het gaspedaal in bij het starten
van het hybridesysteem.
Als u dat wel doet, kan dat leiden tot een ongeval waarbij ernstig letsel kan
ontstaan.
■Uitschakelen van het hybridesysteem in noodgevallen
Als u in een noodgeval het hybridesysteem tijdens het rijden wilt stoppen,
houdt u de startknop langer dan 2 seconden ingedrukt of drukt u deze min-
stens 3 keer kort achter elkaar in. (Blz. 521)
Raak de startknop echter tijdens het rijden niet aan, behalve in geval van
nood. Door het uitschakelen van het hybridesysteem tijdens het rijden ver-
liest u niet de controle over het stuurwiel of de remmen. De stuurbekrachti-
ging werkt echter niet meer. Hierdoor zal het sturen veel zwaarder gaan dan
<005100520055005000440044004f00110003003d004800570003004c005100030047004400570003004a004800590044004f0003004700480003004400580057005200030044004400510003004700480003004e0044005100570003005d00520047005500
4400030047004c0057000300590048004c004f004c004a0003[kan.
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 249 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM
Page 251 of 634

2504-2. Rijprocedures
UK AURIS_HV_HB_EE
OPMERKING
■Voorkomen van ontlading van de 12V-accu
●Laat het contact niet gedurende langere tijd in de stand ACC of AAN staan
wanneer het hybridesysteem niet in werking is.
●Als het hybridesysteem uitgeschakeld is maar het controlelampje in de
startknop nog brandt, geeft dit aan dat het contact nog AAN is. Controleer
voordat u uitstapt altijd of het contact UIT is.
■Starten van het hybridesysteem
●Trap het gaspedaal niet onnodig in.
●Indien het hybridesysteem moeilijk start, laat uw auto dan onmiddellijk
controleren door een erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een
andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
■Symptomen die kunnen duiden op een defect in de startknop
Als de startknop anders lijkt te werken dan normaal, bijvoorbeeld als de
knop iets blijft hangen, kan de startknop defect zijn. Neem direct contact op
met een erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 250 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM
Page 252 of 634

2514-2. Rijprocedures
UK AURIS_HV_HB_EE
4
Rijden
Schakelt EV-modus in/uit
Als de EV-modus wordt ingescha-
keld, gaat het controlelampje EV
MODE branden. Door in de EV-
modus de schakelaar in te druk-
ken, wordt teruggekeerd naar nor-
maal rijden (aandrijving door de
benzinemotor en de elektromotor
[tractiemotor]).
■Omstandigheden waarin de EV-modus niet kan worden ingeschakeld
In de volgende gevallen kan de EV-modus mogelijk niet worden ingescha-
keld. Als de stand niet ingeschakeld kan worden, klinkt er een zoemer en ver-
schijnt er een melding op het multi-informatiedisplay.
●De temperatuur van het hybridesysteem is te hoog.
De auto heeft lang in de zon gestaan of na het oprijden van een helling, het
rijden met hoge snelheid, enz.
●De temperatuur van het hybridesysteem is te laag.
De auto heeft bijvoorbeeld lang in een omgeving met een temperatuur lager
dan 0
C gestaan.
●De benzinemotor is aan het opwarmen.
●<002b004800570003004500440057005700480055004c004d00530044004e004e004800570003000b00570055004400460057004c0048004500440057005700480055004c004d000c0003004c005600030045004c004d005100440003004f00480048004a00
110003[
De resterende capaciteit van het batterijpakket die op de energiemonitor
wordt aangegeven, is laag. (Blz. 121)
●Rijsnelheid is hoog.
●Het gaspedaal wordt stevig ingetrapt of de auto rijdt op een helling, enz.
●De voorruitverwarming is ingeschakeld.
EV-modus
In de EV-modus wordt er elektrisch vermogen geleverd door het
batterijpakket (tractiebatterij) en wordt alleen de elektromotor
(tractiemotor) gebruikt voor de aandrijving van de auto.
Deze modus is geschikt voor het 's nachts of in de vroege mor-
gen door woonwijken rijden of het rijden in een parkeergarage,
enz. zonder dat u zich zorgen hoeft te maken over geluidsover-
last of uitlaatgassen.
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 251 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM
Page 253 of 634

2524-2. Rijprocedures
UK AURIS_HV_HB_EE■De EV-modus inschakelen wanneer de benzinemotor koud is
Als de benzinemotor nog koud is en het hybridesysteem wordt gestart, wordt
automatisch de benzinemotor gestart, zodat deze op temperatuur kan
komen. In dat geval kan de EV-modus niet worden ingeschakeld.
Druk zodra het hybridesysteem is gestart en het controlelampje READY
brandt en voordat de benzinemotor start op de schakelaar EV MODE om de
EV-modus in te schakelen.
■Automatische uitschakeling van de EV-modus
Tijdens het rijden in de EV-modus, kan in de volgende gevallen automatisch
de benzinemotor worden gestart. Als de EV-modus wordt uitgeschakeld,
klinkt er een zoemer, knippert het controlelampje EV MODE en gaat het ver-
volgens uit en wordt er een melding weergegeven op het multi-informatiedis-
play.
●Het batterijpakket (tractiebatterij) raakt leeg.
●Rijsnelheid is hoog.
●Het gaspedaal wordt stevig ingetrapt of de auto rijdt op een helling, enz.
■Maximale rijafstand in EV-modus
De maximale rijafstand in de EV-modus varieert van een paar honderd meter
tot ongeveer 2 km. Er zijn afhankelijk van de omstandigheden van de auto
echter situaties waarbij de EV-modus niet kan worden gebruikt.
(De maximale rijafstand is afhankelijk van de laadtoestand van het batterij-
pakket [tractiebatterij] en de rijomstandigheden.)
■Wijzigen van de rijmodus vanuit de EV-modus
De EV-modus kan worden gebruikt in combinatie met de ECO-modus en de
POWER-modus.
De EV-modus kan echter automatisch uitgeschakeld worden wanneer deze
gebruikt wordt in combinatie met de POWER-modus.
■Brandstofverbruik
Het hybridesysteem is ontworpen voor een zo laag mogelijk brandstofver-
bruik onder normale rijomstandigheden (aandrijving door benzinemotor en
elektromotor [tractiemotor]). Als de EV-modus vaker wordt gebruikt dan nodig
is, zal het brandstofverbruik hoger zijn.
WAARSCHUWING
■Wees voorzichtig tijdens het rijden
Controleer tijdens het rijden in de EV-modus zorgvuldig de omgeving van
de auto. Omdat er geen motorgeluiden zijn, merken voetgangers, fietsers of
andere verkeersdeelnemers en voertuigen in de omgeving mogelijk niet dat
de auto wegrijdt of hen nadert. Wees dus tijdens het rijden extra alert.
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 252 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM
Page 254 of 634
2534-2. Rijprocedures
UK AURIS_HV_HB_EE
4
RijdenBedien de selectiehendel soepel en op de juiste manier.
Laat de selectiehendel na het schakelen steeds los, zodat hij kan
terugkeren naar positie .
Beweeg de selectiehendel bij het schakelen naar stand D of R
door de schakelcoulisse.
Beweeg de selectiehendel naar links en houd de hendel in
deze positie om stand N in te schakelen. De schakelstand wij-
zigt naar N.
Beweeg de selectiehendel naar achteren door de schakelcou-
lisse om stand B in te schakelen. Schakelen naar stand B is
alleen mogelijk wanneer schakelstand D geselecteerd is.
Zorg bij het schakelen van P naar N, D of R, van D naar R of van R
naar D dat het rempedaal ingetrapt is en dat de auto stilstaat.
Hybridetransmissie
Bedienen van de selectiehendel
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 253 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM
Page 255 of 634
2544-2. Rijprocedures
UK AURIS_HV_HB_EE
De positie van het frame op de positie-indicator wijzigt op basis van
de actuele schakelstand.
Controleer bij het selecteren van een schakelstand de positie-indica-
tor op het dashboard om na te gaan of de gewenste stand ingescha-
keld is.
Wanneer een andere schakelstand dan D of B geselecteerd wordt,
verdwijnt de pijl die naar B wijst uit de positie-indicator.
*: Zet de selectiehendel onder normale rijomstandigheden in stand D voor
een zo laag mogelijk brandstofverbruik en een zo laag mogelijke geluids-
productie.
Doel van de schakelstanden
SchakelstandFunctie
PParkeren van de auto of starten van het hybridesys-
teem
RAchteruit
NNeutraalstand
DNormaal rijden*
BMotorremwerking op een gemiddeld niveau bij het
afrijden van heuvels of op steile hellingen
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 254 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM
Page 256 of 634

2554-2. Rijprocedures
UK AURIS_HV_HB_EE
4
Rijden
■Als stand P wordt ingeschakeld
De schakelstand kan gewijzigd worden naar stand P met behulp
van de schakelaar voor stand P.
Breng de auto volledig tot stil-
stand en houd het rempedaal
ingetrapt. Druk vervolgens op
de schakelaar voor stand P.
Wanneer de schakelstand gewij-
zigd is naar P, gaat de indicator
in de schakelaar branden.
Controleer of de indicator voor
stand P brandt op de positie-
indicator.
■
Wijzigen van de schakelstand vanuit stand P
●Bedien de selectiehendel terwijl u het rempedaal stevig intrapt.
Als u de selectiehendel bedient zonder dat u het rempedaal
intrapt, klinkt er een zoemer en is schakelen niet mogelijk.
●Controleer nadat u de schakelstand geselecteerd hebt via de
schakelstandindicator of de gewenste schakelstand is ingescha-
keld. (Blz. 104)
●De schakelstand kan niet rechtstreeks gewijzigd worden van P
naar B.
Schakelaar stand P
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 255 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM