2018 FIAT 124 SPIDER Instructieboek (in Dutch)

Page 169 of 236

FIAT 124 SPIDER 2018  Instructieboek (in Dutch) een service- of onderhoudsprocedure
de werkzaamheden uitvoeren door een
expert, bij voorkeur door het Fiat
Servicenetwerk.
De verwijdering van afgewerkte olie en
afvalvloeistoffen is onderworpen aan
s

Page 170 of 236

FIAT 124 SPIDER 2018  Instructieboek (in Dutch) GEPROGRAMMEERD ONDERHOUDSSCHEMA
De controles vermeld in het Geprogrammeerd Onderhoudsschema moeten, na het bereiken van 120.000 km/8 jaar, cyclisch
herhaald worden te beginnen vanaf het eerste interva

Page 171 of 236

FIAT 124 SPIDER 2018  Instructieboek (in Dutch) km x 100015 30 45 60 75 90 105 120 135 150
Jaren12345678910
Visueel de toestand controleren van: buitenzijde
van carrosserie, bodemplaatbescherming,
slangen en leidingen (uitlaat, brandstof- en
remsys

Page 172 of 236

FIAT 124 SPIDER 2018  Instructieboek (in Dutch) km x 100015 30 45 60 75 90 105 120 135 150
Jaren12345678910
Inspecteer visueel de conditie van het systeem
voor regeling van de brandstofverdamping●●●
Controleer visueel de conditie en spanning

Page 173 of 236

FIAT 124 SPIDER 2018  Instructieboek (in Dutch) km x 100015 30 45 60 75 90 105 120 135 150
Jaren12345678910
Remvloeistof verversen(5)
(5) De remvloeistof moet iedere twee jaar worden vervangen, ongeacht de kilometerstand.
171

Page 174 of 236

FIAT 124 SPIDER 2018  Instructieboek (in Dutch) BELANGRIJK
186)Voer geen onderhoudswerk uit als het
u ontbreekt aan de daarvoor benodigde
kennis, ervaring, gereedschappen en
apparatuur. Laat het onderhoud uitvoeren
door een gekwalificeerde monteur.

Page 175 of 236

FIAT 124 SPIDER 2018  Instructieboek (in Dutch) MOTORRUIMTE
NIVEAUS CONTROLEREN
189) 190)
39)
1. Koplamp- en ruitensproeiervloeistof 2. Motoroliepeilstok 3. Motoroliedop 4. Motorkoelvloeistof 5. Rem-/
koppelingvloeistof 6. Accu
14507030300-121-003-

Page 176 of 236

FIAT 124 SPIDER 2018  Instructieboek (in Dutch) MOTOROLIE
191)
40)
4)
Motoroliepeil controleren
Ga als volgt te werk:
verzeker u ervan dat het voertuig op
een vlakke ondergrond is geplaatst;
laat de motor tot op normale
bedrijfstemperatuur opwarmen