99
4008_nl_Chap04_conduite_ed01-2016
Stand van het contact
wijzigen
Als de elektronische sleutel in de auto is, wordt
elke keer dat u de " START/STOP "-knop
indrukt zonder een pedaal ingetrapt te
houden , de stand van het contact gewijzigd:
F
E
erste keer indrukken (stand ACC): het
verklikkerlampje van de knop brandt
oranje.
D
e accessoires (autoradio, 12V-aansluiting
enz.) kunnen worden gebruikt.
F
T
weede keer indrukken (stand ON): het
verklikkerlampje van de knop brandt groen.
A
anzetten van het contact.
F
D
erde keer indrukken (stand OFF): het
verklikkerlampje van de knop dooft. Als u langdurig accessoires gebruikt
met het contact in de stand 2
(ACC)
,
kan de accu ontladen raken. U kunt
uw auto dan mogelijker wijs niet meer
starten. Houd hier rekening mee .
Raadpleeg de desbetreffende
rubriek voor meer informatie over de
automatische onderbreking van de
voeding van elektrische functies .
Starten - afzetten van de moteur met het Keyless entry and
start-systeem
Neem snel contact op met het PEUGEOT-
netwerk of met een gekwalificeerde
werkplaats als het verklikkerlampje van de
knop oranje knippert.
F
D
ruk op de " START/STOP "
-knop en laat de knop los.
F
T
rap, ter wijl de elektronische sleutel zich
in het interieur van de auto bevindt, het
koppelingspedaal volledig in (auto's met
handgeschakelde versnellingsbak) of trap het
rempedaal in (auto's met CVT-transmissie).
Starten met de
elektronische sleutel
Auto's met handgeschakelde versnellingsbak:
zet de versnellingshendel in de neutraalstand.
Auto's met CVT-transmissie: zet de
selectiehendel in de stand P .
4
Rijden
100
4008_nl_Chap04_conduite_ed01-2016
Bij auto's met dieselmotor
wordt de motor, als deze
koud is, pas na het doven
van het verklikkerlampje
"Voorgloeien" gestart.
Als aan een van de voor waarden voor
het starten niet wordt voldaan, wordt
ter herinnering een melding op het
display van het instrumentenpaneel
weergegeven. In sommige gevallen
moet het stuur wiel heen en weer worden
bewogen ter wijl de " START/STOP
"
-knop wordt ingedrukt om het stuurslot
te ontgrendelen; u wordt hiervan via een
melding op de hoogte gebracht.
De elektronische sleutel moet zich
in de detectiezone bevinden. Laat uit
veiligheidsoverwegingen de motor niet
draaien wanneer u de detectiezone
verlaat.
Afzetten met de
elektronische sleutel
Als de auto niet stilstaat, wordt de motor
niet afgezet.
Deze melding wordt
weergegeven als het
bestuurdersportier wordt
geopend ter wijl het contact
niet in de stand "OFF" staat.
F
D
ruk nogmaals op de " START/STOP"-
knop om de stand "OFF" in te schakelen.
F
Z
et de auto stil.
F
Z
et bij auto's met handgeschakelde
versnellingsbak de versnellingshendel in
de neutraalstand en bij auto's met CVT-
transmissie de selectiehendel in de stand P .
F
D
ruk op de " START/STOP
"-knop ter wijl
de elektronische sleutel zich in het interieur
van de auto bevindt.
De motor wordt afgezet.
Het stuurslot wordt vergrendeld bij het openen
van een portier of bij het vergrendelen van de
auto.
Elke startpoging duurt ongeveer 15
seconden.
Als de motor niet is gestart, druk dan nogmaals
op de " START/STOP "-knop voor een nieuwe
poging.
Het is noodzakelijk dat de elektronische
sleutel zich bij het aanzetten van het
contact en bij alleen het starten van de
motor in de auto bevindt. Controleer,
zodra de motor is gestart of de
elektronische sleutel in de auto blijft tot
het einde van de rit: anders kan de auto
niet vergrendeld worden.
Bij het afzetten van de motor is de
rembekrachtiging niet meer actief.
Rijden
101
4008_nl_Chap04_conduite_ed01-2016
Als de motor draait, kunt u de
elektronische sleutel uit de houder A
verwijderen en het dashboardkastje
sluiten.
Noodprocedure voor
het starten met de
elektronische sleutel
Deze melding verschijnt
wanneer u het
bestuurdersportier opent en
de elektronische sleutel niet
verwijderd is uit de houder A . Denk eraan dat u
de elektronische sleutel meeneemt wanneer u
de auto verlaat.
F
T
rap bij auto's met een CVT-transmissie
het rempedaal in en trap bij auto's met
een handgeschakelde versnellingsbak het
koppelingspedaal volledig in.
F
D
ruk op de "START/STOP"-
knop.
Als de elektronische sleutel zich in het
detectiegebied bevindt en uw auto niet start als
u op de " START/STOP "-knop drukt:
F
O
pen het dashboardkastje.
F
S
teek de elektronische sleutel in de
houder A .
Noodprocedure voor het
afzetten van de motor met
de elektronische sleutel
Bij het afzetten van de motor in
geval van nood zijn de rem- en
stuurbekrachtigingsfuncties niet meer
beschikbaar. Let extra goed op.
Uitsluitend in geval van nood kan de motor
direct worden afgezet. Druk hiertoe gedurende
ongeveer drie seconden op de " S TA R T/
STOP"
-knop of druk de knop 3 keer achter
elkaar in.
De motor gaat uit en de auto komt in de stand
"ACC ".
4
Rijden
110
4008_nl_Chap04_conduite_ed01-2016
Hill Holder
Dit systeem houdt uw auto bij het wegrijden op
een helling ongeveer 2 seconden op zijn plaats.
In die tijd kunt u uw voet van het rempedaal
naar het gaspedaal verplaatsen.
Deze functie is alleen actief:
-
a
ls de auto volledig stilstaat ter wijl u het
rempedaal intrapt,
-
a
ls de hellingshoek aan bepaalde
voor waarden voldoet,
-
a
ls het bestuurdersportier is gesloten.
De Hill Holder kan niet worden uitgeschakeld.
Als de auto bergopwaar ts stilstaat, wordt
deze even op zijn plaats gehouden als u het
rempedaal loslaat en:
-
b
ij een handgeschakelde versnellingsbak
de eerste versnelling of de neutraalstand
hebt ingeschakeld,
-
b
ij een CVT-transmissie de stand D hebt
geselecteerd.Werking
Als de auto bergafwaar ts stilstaat en de
achteruitversnelling ingeschakeld is, wordt
de auto even op zijn plaats gehouden als u
het rempedaal loslaat.
Verlaat de auto niet in de korte periode
dat u de Hill Holder gebruikt.
Als u de auto moet verlaten ter wijl de
motor draait, trek dan de handrem aan.
Storing
Bij een storing in het systeem gaat dit
verklikkerlampje branden in combinatie
met een melding op het display van het
instrumentenpaneel. Raadpleeg het PEUGEOT-
netwerk of een gekwalificeerde werkplaats om het
systeem te laten controleren.
Als de motor is afgezet en ook als de
motor tijdelijk is afgezet door de functie
Stop & Start (AS&G), is de Hill Holder
buiten werking.
Rijden
111
4008_nl_Chap04_conduite_ed01-2016
Functie Stop & Start (Auto Stop & Go)
Werking
Overgang naar de STOP-stand
van de motor
Het verklikkerlampje "AS &G" op het
instrumentenpaneel of op het display
van het instrumentenpaneel gaat
branden en de motor komt na enkele
seconden in de STOP-stand:
-
b
ij een handgeschakelde
versnellingsbak: wanneer u, ter wijl de
auto stilstaat en het rempedaal is ingetrapt,
de versnellingsbak in de neutraalstand zet
en het koppelingspedaal loslaat. Tank nooit als de motor in de STOP-
stand staat, zet in dat geval altijd het
contact af met de sleutel of met de
START/STOP-knop. Als de motor automatisch is
afgezet, functioneren bepaalde
componenten zoals de remmen en de
stuurbekrachtiging op een andere wijze.
Houd daar rekening mee.
Bijzonderheden: STOP-stand niet
beschikbaar
De STOP-stand wordt niet geactiveerd als:
- de
veiligheidsgordel van de bestuurder
losgemaakt is,
-
he
t bestuurdersportier geopend is,
-
d
e motorkap geopend is,
-
n
iet meer dan 30 seconden verstreken zijn
sinds het starten van de motor,
-
d
e auto sinds de laatste start niet sneller
dan 5
km/h heeft gereden,
-
d
e motor minder dan 10 seconden geleden
opnieuw is gestart,
-
d
e klimaatregeling in het interieur dat niet
toelaat,
-
d
e ruitontwaseming is ingeschakeld,
-
b
epaalde bijzondere omstandigheden
(laadtoestand accu, motortemperatuur,
rembekrachtiging, buitentemperatuur enz.)
dat niet toelaten,
-
h
et verklikkerlampje "AS &G"
op het display van het
instrumentenpaneel knippert.
Dit is volkomen normaal.
De functie Stop & Start (Auto Stop & Go) zet de motor tijdelijk af als u stopt (bij rood licht, opstoppingen enz.). De motor wordt automatisch gestart als u
weer weg wilt rijden. Het starten gebeurt direct, snel en stil.
De functie Stop & Start (Auto Stop & Go) is bij uitstek geschikt voor het stadsverkeer en zorgt voor een lager brandstofverbruik, minder uitstoot van
schadelijke stoffen en een aangename rust in het interieur tijdens het wachten.
Als u de versnellingshendel bedient,
knippert als waarschuwing het
verklikkerlampje "AS &G" in combinatie
met een geluidssignaal.
Zodra de versnellingsbak weer in de
neutraalstand is gezet, verdwijnt deze
waarschuwing. De functie Stop & Start (Auto Stop
& Go) kan defect raken als tijdens
het rijden langdurig druk op het
koppelingspedaal wordt uitgeoefend.
4
Rijden
112
4008_nl_Chap04_conduite_ed01-2016
Overgang naar de START-stand
van de motor
Het verklikkerlampje "AS &G" gaat
uit en de motor wordt automatisch
opnieuw gestart:
-
b
ij een handgeschakelde
versnellingsbak : wanneer u het
koppelingspedaal volledig intrapt ter wijl de
versnellingsbak in de neutraalstand staat. De START-stand wordt ten behoeve van
de veiligheid en het comfort automatisch
geactiveerd als:
Bijzonderheden: automatisch
activeren van de START-stand
- de snelheid van de auto hoger is dan
3 km/h,
-
he
t bestuurdersportier wordt geopend,
-
de
bestuurder zijn veiligheidsgordel
losmaakt,
-
b
epaalde bijzondere omstandigheden
(laadtoestand accu, motortemperatuur,
rembekrachtiging, buitentemperatuur enz.)
dit niet toelaten.
Als u het systeem met de motor in de
STOP-stand uitschakelt, dan wordt de
motor niet opnieuw gestart.
U kunt deze functie op elk willekeurig moment
uitschakelen door de toets "AS &G O FF "
in te
drukken.
Uitschakelen / handmatig
opnieuw inschakelen
In dat geval gaat het lampje "AS &G"
uit.
Dit is volkomen normaal. Het verklikkerlampje "AS &G O FF "
op het instrumentenpaneel of op het
display van het instrumentenpaneel
gaat branden.
Als in de STOP-stand van de motor de
motorkap wordt geopend, knippert het
verklikkerlampje "AS &G"
in combinatie
met een geluidssignaal. De motor wordt
dan niet automatisch opnieuw gestart.
Gebruik om de motor opnieuw te
starten de contactsleutel of druk op de
START/STOP-knop; houd daarbij het
rempedaal en het koppelingspedaal
volledig ingetrapt.
Rijden
113
4008_nl_Chap04_conduite_ed01-2016
Het systeem wordt automatisch
opnieuw ingeschakeld zodra de motor
met de sleutel of met de START/STOP-
knop wordt gestart.
Openen van de motorkap
Schakel omwille van uw veiligheid
het Stop & Start-systeem uit alvorens
werkzaamheden onder de motorkap
uit te voeren om verwondingen door
het automatisch inschakelen van de
START-stand te voorkomen.
Druk nogmaals op de toets "AS &G O FF "
om
de functie weer in te schakelen.
Het systeem is dan opnieuw actief; het
verklikkerlampje "AS &G O FF " op het
instrumentenpaneel of op het display van het
instrumentenpaneel gaat uit.
Storingen
Bij een storing in het systeem gaat het
verklikkerlampje "AS &G O FF " op het
instrumentenpaneel of op het display van het
instrumentenpaneel knipperen: het systeem
werkt dan niet meer.
Laat het systeem controleren door het
PEUGEOT-netwerk of een gekwalificeerde
werkplaats. Zet in dat geval het contact af en start de motor
met behulp van de sleutel of met de START/
STOP-knop. Als er in de STOP-stand een storing zou
optreden, kan het zijn dat de motor niet meer
wil aanslaan of direct afslaat. De volgende
verklikkerlampjes op het instrumentenpaneel of
op het display gaan branden:
4
Rijden
214
4008_nl_Chap08_En-cas-de panne_ed01-2016
Keer de polariteiten niet om en gebruik uitsluitend een lader voor 12V-accu's.
Maak de accupoolklemmen niet los bij draaiende motor.
Laad de accu niet op zonder de accupoolklemmen los te nemen.
Het aanduwen van een auto met een CVT-transmissie om de motor te starten is niet
toegestaan.
Loskoppelen van de
accukabels
Om er zeker van te zijn dat de laadtoestand
van de accu voldoende is om de motor
starten, is het raadzaam de accu los te
koppelen wanneer u gedurende langere tijd
geen gebruikmaakt van uw auto.
Doe het volgende voordat u de accukabels
loskoppelt:
F
S
luit alle te openen carrosseriedelen
(portieren, achterklep, ruiten, dak).
F
S
chakel alle stroomverbruikers uit
(autoradio, ruitenwissers, verlichting
e n z .) .
F
Z
et het contact uit en wacht 4 minuten.
Neem eerst de minpool (-) van de accu los.
Na het weer aansluiten van de
accukabels
Zet het contact aan en wacht 1 minuut
a lvorens de motor te starten, zodat de
elektronische systemen geïnitialiseerd
kunnen worden.
Raadpleeg het PEUGEOT-netwerk of een
gekwalificeerde werkplaats als er zich
na deze handeling toch nog problemen
voordoen.
U moet zelf de volgende systemen en
gegevens resetten (raadpleeg hiervoor de
desbetreffende rubrieken):
-
D
e sleutel met afstandsbediening of de
elektronische sleutel (afhankelijk van
de uitvoering).
-
H
et elektrische zonnescherm/de
elektrische zonneschermen.
-
D
e elektrische ruitbediening.
-
D
e datum en de tijd.
-
D
e voorkeuzezenders. Een aantal functies is niet beschikbaar
als de laadtoestand van de accu
onvoldoende is.
Probeer niet een bevroren accu op te
laden. Risico van explosie!
Als de accu bevroren is geweest, laat
deze dan door het PEUGEOT-netwerk
of door een gekwalificeerde werkplaats
controleren op beschadigingen van de
inwendige delen en op scheuren in de
behuizing (kans op lekkage van giftig
en corrosief zuur).
Tijdens de rit die volgt op het de eerste
keer starten van de motor, werkt het
Stop & Start-systeem mogelijk niet.
In dat geval werkt de functie pas
weer als de auto gedurende een
bepaalde periode, die afhankelijk is
van de omgevingstemperatuur en de
laadtoestand van de accu (maximaal
8
uur), niet is gebruikt.
Storingen verhelpen