77
3008-2_nl_Chap02_ouvertures_ed01-2016
Werking
u kunt de elektrisch bedienbare achterklep op
v erschillende manieren openen of sluiten:
A.
m
et de elektronische sleutel van het
Keyless entry and start-systeem,
B.
m
et de knop aan de buitenzijde van de
achterklep,
C.
met de knop aan de binnenzijde van de achterklep,
D. m
et de toets op het dashboard,
E.
d
oor een trapbeweging te maken onder de
achterbumper.
Elektrisch openen
Dit kan op meerdere manieren.
F
H oud de middelste knop A van de
elektronische sleutel enige tijd ingedrukt.
of
F
D
ruk op de knop B aan de buitenzijde van
de achterklep ter wijl u de elektronische
sleutel bij u hebt.
of
F
D
ruk twee keer achter elkaar op de toets D
op het dashboard.
De bediening wordt bevestigd door een
geluidssignaal.
De achterklep gaat volledig open
(standaardinstelling) of tot de opgeslagen
positie.
Elektrisch sluiten
Dit kan op meerdere manieren.
F H oud de middelste knop A van de
elektronische sleutel enige tijd ingedrukt.
of
F
D
ruk op de knop B aan de buitenzijde van
de achterklep.
of
F
D
ruk op de knop C aan de binnenzijde van
de achterklep.
of
F
D
ruk twee keer achter elkaar op de toets D
op het dashboard.
De bediening wordt bevestigd door een
geluidssignaal.
Via het menu Rijden
van het
touchscreen kunt u de elektrische
bediening van de achterklep in- en
uitschakelen.
Deze functie is standaard uitgeschakeld.
u
kunt het openen of sluiten van de
achterklep op elk moment onderbreken.
Als u nogmaals op een van deze
knoppen of toetsen drukt, wordt de
beweging onderbroken.
Als u na het onderbreken van de
beweging weer op een van de knoppen
of toetsen drukt, wordt de beweging
voortgezet.
2
toegang tot de auto
78
3008-2_nl_Chap02_ouvertures_ed01-2016
Handsfree openen van de
elektrisch bedienbare achterklep
Bij deze beweging wordt eerst de achterklep
ontgrendeld. Maar als de auto vergrendeld
was, wordt ook de auto ontgrendeld.
F Zorg ervoor dat u de elektronische sleutel van het Keyless entry and start-systeem bij
u hebt,
F
o
p
en de achterklep handsfree E door een
snelle trapbeweging te maken onder de
achterbumper.
De actie wordt bevestigd door een geluidssignaal.
De achterklep gaat volledig open
(standaardinstelling) of tot de opgeslagen positie. Zorg ervoor dat u stabiel staat wanneer
u de snelle trapbeweging onder de
achterbumper maakt.
Raak het mogelijk warme
uitlaatsysteem niet aan - Kans op
brandwonden!
Als u tijdens het openen nogmaals een
snelle trapbeweging maakt, wordt het
openen onderbroken.
Maakt u een derde trapbeweging, dan wordt
de beweging van de achterklep omgekeerd.
Handsfree sluiten van de
elektrisch bedienbare achterklep
F Zorg ervoor dat u de elektronische sleutel
van het Keyless entry and start-systeem bij
u hebt,
F
S
luit de achterklep handsfree E door een
snelle trapbeweging te maken onder de
achterbumper.
De actie wordt bevestigd door een geluidssignaal.
Als u tijdens het sluiten nogmaals een snelle
trapbeweging maakt, wordt het sluiten
onderbroken.
Maakt u een derde trapbeweging, dan wordt
de beweging van de achterklep omgekeerd.
De functie Handsfree toegang
kan via het menu Rijden van
het touchscreen worden in- en
uitgeschakeld.
Deze functie is standaard uitgeschakeld.
toegang tot de auto
83
3008-2_nl_Chap02_ouvertures_ed01-2016
Druk, voor de veiligheid van uw kinderen, op
de schakelaar 5 om de ruitbediening achter,
ongeacht de stand van de ruiten, te blokkeren.Wanneer tijdens het bedienen van de
ruit iets tussen de ruit en de sponning
bekneld raakt, moet de ruit weer
worden geopend. Druk daarvoor op de
desbetreffende schakelaar.
Wanneer de bestuurder de ruit aan
passagierszijde bedient, moet hij ervan
verzekerd zijn dat niets het correcte
sluiten van de ruit hindert.
De bestuurder moet ervan verzekerd
zijn dat de passagiers op de juiste
manier gebruik maken van de
elektrische ruitbediening.
Let er goed op dat kinderen zich tijdens
het bedienen van de ruit niet kunnen
bezeren.
Let op inzittenden en/of personen in de
buurt van de auto tijdens het sluiten van
de ruiten met de elektronische sleutel of
het "Keyless entry and start"-systeem.
Blokkering van de
ruitbediening achter
ter bevestiging gaat het verklikkerlampje van
de knop branden en wordt er een melding
weergegeven. Het lampje blijft branden zolang
de blokkering is ingeschakeld.
Het blijft mogelijk om de achterportierruiten via
het bedieningspaneel op het bestuurdersportier
te bedienen.
Resetten van de
ruitbediening
Als de accu losgekoppeld is geweest, moet de
ruitbediening gereset worden.
ti
jdens deze handelingen is de
antiklemvoorziening uitgeschakeld.
Voer de volgende procedure voor elke ruit uit:
-
o
pen de ruit volledig en sluit de ruit.
te
lkens als de schakelaar omhoog wordt
getrokken, sluit de ruit enkele centimeters.
Laat de schakelaar los en trek hem
opnieuw omhoog totdat de ruit volledig is
gesloten,
-
h
oud de schakelaar na het sluiten nog
minimaal 1 seconde vast.
2
toegang tot de auto
122
3008-2_nl_Chap03_ergonomie-et-confort_ed01-2016
Draadloze lader
Werking
De lader werkt als de motor draait en in de
St oP -stand van het Stop & Start-systeem.
Het opladen wordt aangestuurd door de smartphone.
Met dit systeem kan externe apparatuur, zoals
een smartphone, door middel van magnetische
inductie draadloos worden opgeladen. Het
systeem voldoet aan de norm Qi 1.1.
Het op te laden apparaat moet zelf compatibel
zijn met de Qi-norm of moet zijn voorzien van
een compatibele hoes of houder.
Het laadgedeelte is te herkennen aan het
symbool Qi.
Bij uitvoeringen met keyless entry and start
kan de werking van de lader tijdelijk worden
gestoord bij het openen van een portier of bij
het afzetten van het contact.
Premium hifisysteem
FOCAL®
uw auto is uitgerust met een hifi-
geluidsinstallatie van de al meer dan 35 jaar
bestaande Franse luidsprekerfabrikant
F
o
C
AL
® die wereldwijd befaamd is om
zijn gepatenteerde innovaties en unieke
geluidskwaliteit. Dankzij de 10 luidsprekers met exclusieve
technologieën van F
oC
AL
® kunt u genieten van
een puur en ver fijnd geluid in de auto:
-
Hifi-woofers/middentonenluidsprekers:
Polyglass-technologie voor een optimale
balans en precisie van het geluid.
-
t
N
F-tweeters: technologie met
omgekeerde aluminium conussen voor een
optimale spreiding van het geluid en uiterst
verfijnde hoge tonen.
-
S
ubwoofer: technologie met drievoudige
spoel Power Flower™ 200 mm voor een
per fecte, dynamische weergave van de
lage tonen.
-
A
ctieve 515 W 12-kanaals versterker:
hybride technologie met een combinatie
van klasse AB en klasse D voor volle en
verfijnde hoge tonen en krachtige bassen.
ergonomie en comfort
200
3008-2_nl_Chap06_conduite_ed01-2016
Starten / afzetten van de motor met
keyless entry and start
Starten van de motor
F Druk kort op de "START/STOP"-
knop en houd daarbij het pedaal
ingetrapt tot de motor draait. De elektronische sleutel van het keyless
entry and start-systeem moet zich
binnen de detectiezone bevinden.
Als de elektronische sleutel niet in deze
zone wordt gedetecteerd, verschijnt een
melding.
Verplaats de elektronische sleutel naar
deze zone zodat de motor kan worden
gestart.
Als dit niet lukt, raadpleeg dan de
rubriek "Sleutel niet gedetecteerd -
Noodprocedure voor het starten".
Als aan een van de voor waarden voor het starten
niet wordt voldaan, wordt ter herinnering een
melding op het instrumentenpaneel weergegeven.
In sommige gevallen moet het stuur wiel heen
en weer worden bewogen ter wijl de "
S TA R T/
STOP "-knop wordt ingedrukt om het stuurslot te
ontgrendelen; u wordt hiervan via een melding op
de hoogte gebracht.
F Zet bij een handgeschakelde versnellingsbak de versnellingshendel in
de neutraalstand.
F
H
oud, als de elektronische sleutel zich
in de auto bevindt, het koppelingspedaal
volledig ingetrapt.
of
F
S
electeer bij een automatische
transmissie de stand P of N .
F
H
oud, als de elektronische sleutel zich
in de auto bevindt, het rempedaal stevig
ingetrapt. Het stuurslot wordt ontgrendeld en de motor
start.
F
M
oet u bij een handgeschakelde
versnellingsbak het koppelingspedaal
ingetrapt houden tot het lampje uitgaat en
niet nogmaals op de " START/STOP"-knop
drukken voordat de motor is aangeslagen.
of
F
M
oet u bij een automatische transmissie
het rempedaal ingetrapt houden tot het
lampje uitgaat en niet nogmaals op de
" START/STOP "-knop drukken voordat de
motor is aangeslagen.
Bij uitvoeringen met een dieselmotor
wordt bij
temperaturen beneden het vriespunt en/of bij
koude motor de motor pas na het doven van het
verklikkerlampje "Voorgloeien" gestart.
Als dit lampje gaat branden nadat u op
de "START/STOP "-knop hebt gedrukt:
Verlaat om veiligheidsredenen nooit de
auto ter wijl de motor nog draait.
Rijden
201
3008-2_nl_Chap06_conduite_ed01-2016
Afzetten van de motor
F Zet de auto stil en laat de motor stationair draaien.
F
Z
et bij een handgeschakelde
versnellingsbak de versnellingshendel in
de neutraalstand.
of
F
S
electeer bij een automatische
transmissie de stand P of N .
Laat nooit de elektronische sleutel in de
auto achter als u de auto verlaat.
Bij het afzetten van de motor is de
rembekrachtiging niet meer actief. Als de auto niet stilstaat, wordt de motor
niet afgezet. F
D
ruk ter wijl de elektronische
sleutel zich in de auto bevindt op
de " START/STOP "-knop.
De motor wordt afgezet en het
stuurslot wordt vergrendeld.
Contact aanzetten
(zonder te starten)
Het contact kan worden aangezet door, ter wijl
de elektronische sleutel van het Keyless entry
and start-systeem zich in de auto bevindt,
zonder pedalen in te trappen op de knop
"S
tA
R
t/
S
t
o
P
" te drukken.
u
kunt dan ook de verschillende accessoires
activeren (radio, verlichting, enz.).
F
Druk op de knop "StA Rt/ St oP ": de verlichting
en lampjes van het instrumentenpaneel gaan
branden zonder dat de motor wordt gestart.
F Druk nogmaals op de knop om het contact af te zetten en de auto te kunnen
vergrendelen. Als het contact aanstaat, gaat het systeem
na een bepaalde tijd automatisch over op
de eco-mode om de laadtoestand van de
accu op peil te houden.
6
Rijden
281
3008-2_nl_Chap07_infos-pratiques_ed01-2016
Brandstoftank
Inhoud van de brandstoftank: ongeveer 53 liter.
Als dit verklikkerlampje gaat branden in
combinatie met de weergave van een melding
en een geluidssignaal, is het minimale niveau
in de brandstoftank bereikt. o
p h
et moment
dat het lampje gaat branden, is er nog
ongeveer 6 liter brandstof over in de tank.
Waarschuwing brandstofniveau
op een label aan de binnenzijde van de
brandstofvulklep staat de voorgeschreven soort
brandstof voor uw auto aangegeven.
Voor een juiste weergave van de
brandstofniveaumeter is het raadzaam
minimaal 5 liter brandstof te tanken.
Bij het openen van de brandstofvulklep kan een
aanzuiggeluid van lucht hoorbaar zijn. Dit is
normaal en komt doordat de afdichting van het
brandstofcircuit een onderdruk veroorzaakt. Veilig tanken:
F
z et altijd de motor af,
F
d
ruk als de auto is ontgrendeld op de
achterste gedeelte van de brandstofvulklep
om deze te openen,
F
dr
aai de dop linksom,
F
v
er wijder de dop en bevestig deze aan de
haak aan de binnenzijde van de klep,
F
u k
unt de auto voltanken, maar laat
het vulpistool nooit meer dan 3 keer
afslaan . Indien dit wel gebeurt, kunnen er
storingen optreden.
Indien uw auto is voorzien van het
Stop & Start-systeem, tank dan nooit
wanneer de motor zich in de S
t
o
P
-
stand bevindt; zet in dat geval altijd het
contact af met de sleutel of met de knop
"S
tA
R
t/
S
t
o
P
" bij een auto met het
Keyless entry and start-systeem.
Zolang er nog niet voldoende brandstof is
getankt, zal dit lampje steeds bij het aanzetten
van het contact gaan branden in combinatie
met de weergave van de melding en het
geluidssignaal.
tij
dens het rijden zullen dit
geluidssignaal en deze waarschuwingsmelding
worden herhaald en, naarmate het niveau
"0"
dichterbij komt, met steeds kortere tussenpozen.
ga z
o snel mogelijk tanken om te voorkomen
dat u met een lege tank strandt.
Raadpleeg de desbetreffende rubriek voor
meer informatie over een lege brandstoftank
(diesel) .
Ta n k e n
Na het tanken:
F
b reng de dop aan,
F
dr
aai deze naar rechts,
F
s
luit de brandstofvulklep.
7
Praktische informatie
305
3008-2_nl_Chap07_infos-pratiques_ed01-2016
Voorschriften voor opslag Procedure voor bijvullenParkeren
F Controleer voordat u gaat bijvullen of de auto op een vlakke en horizontale
ondergrond staat.
F
Z
et het contact af en ver wijder de sleutel
uit het contactslot om de motor af te zetten.
of
F
D
ruk bij uitvoeringen met keyless entry and
start-systeem op de " START/STOP"-knop
om de motor af te zetten.
Toegang
F Zorg dat de auto is ontgrendeld en open de brandstofvulklep. De blauwe dop van het
AdBlue
®-reservoir bevindt zich links naast
de brandstofvuldop.
F
D
raai de blauwe dop een zesde
omwenteling linksom.
F
t
r
ek de blauwe dop omlaag om hem te
verwijderen.
Bewaar de flacons of jerrycans AdBlue
®
niet in uw auto. Controleer bij koud weer vóór het bijvullen of
de omgevingstemperatuur van de auto hoger
is dan -11°C. Als het kouder is, bevriest de
AdBlue
® waardoor u de vloeistof niet in het
reservoir kunt gieten.
Laat uw auto enkele uren op een warmere
plaats staan en vul vervolgens het reservoir bij.
AdBlue
® bevriest bij temperaturen lager dan
ongeveer -11°C en verliest zijn kwaliteit bij
temperaturen vanaf 25°C. Het is raadzaam
de flacons en jerrycans koel en buiten direct
zonlicht te bewaren.
ond
er deze omstandigheden is de vloeistof ten
minste één jaar houdbaar.
Als de vloeistof bevroren is geweest, kan
deze weer worden gebruikt nadat deze bij
kamertemperatuur volledig is ontdooid.
Voer de lege AdBlue
®-flacons of -
jerrycans niet als huisvuil af.
Deponeer ze in een daartoe bestemde
container of breng ze naar uw
verkooppunt.
7
Praktische informatie