Page 249 of 339
Verzorging van de auto247
Ontgrendel het wisserblad en verwij‐
der het.
Maak het ruitenwisserblad in een
lichte hoek vast aan de ruitenwisser‐ arm en druk het in tot het vastklikt.
Breng de ruitenwisserarm voorzichtig
naar omlaag.
Wisserblad achterruit
De wisserarm optillen. Beide vergren‐
delingen op de arm indrukken,
wisserblad loshaken en verwijderen.
Maak het ruitenwisserblad in een
lichte hoek vast aan de ruitenwisser‐ arm en druk het in tot het vastklikt.
Breng de ruitenwisserarm voorzichtig naar omlaag.
Gloeilamp vervangen
Ontsteking uitschakelen en desbe‐
treffende schakelaar uitschakelen of
portieren sluiten.
Nieuwe gloeilamp alleen aan fitting
vastpakken. Het glas van de gloei‐
lamp niet met blote handen aanraken.
Bij vervangen altijd hetzelfde type
gloeilamp gebruiken.
Vervang de gloeilampen van de
koplampen vanuit de motorruimte.
LampcontroleSchakel het contact in na het vervan‐
gen van een lamp en bedien en
controleer de lichten.
Page 250 of 339
248Verzorging van de autoHalogeenkoplampen
Bi-halogeenkoplamp (1) met één
lamp voor dim- en grootlicht.
Zijmarkeringslicht/dagrijlicht (2) .
Richtingaanwijzer vooraan (3)
Bi-halogeenkoplamp (1)
Trek links op de auto de vulpijp uit het voorruitsproeiervloeistofreservoir.
1. Draai de kap naar links en verwij‐ der deze.
2. De lamphouder naar links losdraaien. Lamphouder met
gloeilamp uit het reflectorhuis
nemen.
Page 251 of 339
Verzorging van de auto249
3. Klik de lamphouder los van destekker door de borgnok iets
uiteen te buigen.
4. Vervang de gloeilamp en sluit deze aan met de stekker.
5. Lamphouder zo monteren dat de twee lipjes in de uitsparingen vanhet reflectorhuis vallen. Rechtsom
vastdraaien.
6. Breng de kap aan en draai deze rechtsom.
Zijmarkeringslicht/dagrijlicht (2)
1.Draai de kap linksom en trek deze
uit de reflector.
2. Druk de inkliktongen bij elkaar en haal de fitting uit de behuizing.
3. Haal de lamp uit de fitting door deze eruit te trekken.
4. Plaats een nieuwe lamp in de fitting.
5. Plaats de lampfitting in de behui‐ zing en laat deze vastklikken.
6. Breng de kap aan en draai deze rechtsom.
Page 252 of 339
250Verzorging van de autoZijmarkeringslicht/dagrijlicht met
LED's
Op een andere versie bestaan het
zijmarkeringslicht en dagrijlicht
bestaan uit LED's. Laat de LED's bij
een eventuele storing vervangen door een werkplaats.
Richtingaanwijzer vooraan (3)
1. Lampfitting linksom losdraaien. Lampfitting uit de behuizing trek‐
ken.
2. Gloeilamp iets in lamphouder duwen, linksom draaien en verwij‐
deren.
3. Plaats een nieuwe lamp door deze naar rechts in de fitting te
draaien.
4. Lampfitting in reflector plaatsen en rechtsom vergrendelen.
Xenonkoplampen9 Gevaar
Het adaptieve rijlicht (AFL) is
uitgerust met Xenonkoplampen.
Xenonkoplampen werken onder
een extreem hoog voltage. Niet
aanraken. Lampen door een werk‐
plaats laten vervangen.
De lampen van richtingaanwijzers
en hoekverlichting kunt u wel zelf
vervangen.
Zijmarkeringslicht/dagrijlichten zijn
uitgevoerd met LED's en kunnen niet
worden vervangen.
Page 253 of 339
Verzorging van de auto251Afslagverlichting
1. Draai de kap naar links en verwij‐der deze.
2. De lamphouder naar links losdraaien. Lamphouder met
gloeilamp uit het reflectorhuis
nemen.
3. Ontgrendel en trek de lamp uit de
stekker.
4. Vervang de lamp en klik de lamp‐
fitting vast aan de stekker.
5. Lamphouder zo monteren dat de twee lipjes in de uitsparingen van
het reflectorhuis vallen. Rechtsom
vastdraaien.
6. Breng de kap aan en draai deze rechtsom.
Richtingaanwijzers vooraan
1. Draai de kap naar links en verwij‐der deze.
Page 254 of 339
252Verzorging van de auto2. De lamphouder naar linkslosdraaien. Lamphouder met
gloeilamp uit het reflectorhuis
nemen.
3. Ontgrendel en trek de lamphou‐ der uit de stekker.
4. Vervang de lamp en sluit de lamp‐
houder aan met de stekker.
5. Lamphouder zo monteren dat de twee lipjes in de uitsparingen vanhet reflectorhuis vallen. Rechtsom vastdraaien.
Zijmarkeringslicht/dagrijlicht
Het zijmarkeringslicht/dagrijlicht
bestaan uit LED's. Laat de LED's bij
een eventuele storing vervangen
door een werkplaats.
Mistlampen U kunt de lampen bereiken langs de
onderkant van de auto.
1. Draai de lamphouder linksom en verwijder deze uit de reflector.
2.Klik de lampfitting los van de stek‐
ker door op de borgnok te druk‐
ken.
3. Vervang de lamp in de lampfitting
en klik deze weer vast aan de
stekker.
4. Plaats de lampfitting in de reflec‐ tor en draai deze rechtsom vast.
Page 255 of 339
Verzorging van de auto253Achterlichten
5-deurs hatchback/4-deurs sedan
1. Kap van binnenkant van bagage‐ ruimte halen.
2. Drie kunststof bevestigingsmoe‐ren van binnen met de hand
losdraaien.
3. Trek het achterlicht compleet voorzichtig uit de uitsparingen en
neem het eruit.
4. Draai de lamphouder linksom eruit. Gloeilamp vervangen door
eruit te trekken of te draaien:
Richtingaanwijzer 1
Mistachterlicht 2, alleen aan
bestuurderszijde
Achteruitrijlicht 3
Het achterlicht en het remlicht
bestaan uit LED's. Laat de LED's
bij een eventuele storing vervan‐
gen door een werkplaats.
5. Steek de gloeilamphouder in het achterlicht compleet en draai
deze rechtsom vast. Breng de
lichtmodule met de borgpennen in
Page 256 of 339
254Verzorging van de autode uitsparingen van de carrosse‐
rie aan en draai de kunststof
bevestigingsmoeren vanuit de
binnenkant van de bagageruimte
vast. Afdekking sluiten.
Sports Tourer/Country Tourer
1. Maak de kap in de achterklep los en open deze.
2. Draai de drie kunststof moerenmet de hand los.
3. Trek het achterlicht compleetvoorzichtig uit de uitsparingen en
neem het eruit.
4. Draai de lamphouder linksom eruit. Vervang de gloeilamp door
lostrekken:
Achteruitrijlicht 1
Richtingaanwijzer 2
Het achterlicht, het remlicht en het mistachterlicht bestaan uit LED's.
Laat de LED's bij een eventuele
storing vervangen door een werk‐
plaats.
5. Steek de gloeilamphouder in het achterlicht compleet en draai
deze rechtsom vast. Breng de
lichtmodule met de borgpennen in de uitsparingen van de achterklep