Page 538 of 735

Rijden met uw auto
90
5
• De bestuurder gaat rijden door de
schakelaar omhoog (RES +) of omlaag
(SET -) te bewegen, nadat de auto is
stilgezet terwijl er een auto ver voor deauto stilstaat.
• Het gaspedaal wordt langer dan een minuut onafgebroken ingetrapt.
Door deze handelingen wordt de
werking van de Smart Cruise Control
onderbroken (de ingestelde snelheid
en de afstand tot de voorligger op het
LCD-display gaan uit).
Wanneer de Smart Cruise Control
automatisch wordt uitgeschakeld,
wordt de Smart Cruise Control niet
hervat, ook al wordt de schakelaar
naar RES+ of SET- bewogen. Ook
wordt de EPB geactiveerd wanneer de
auto wordt stilgezet.
✽AANWIJZING
Als de Smart Cruise Control om andere
dan de hierboven genoemde redenen
wordt uitgeschakeld, adviseren wij u om
het systeem te laten nakijken door een
officiële HYUNDAI-dealer.
Als het systeem wordt uitgeschakeld,
klinkt de waarschuwingszoemer en wordt
er gedurende enkele seconden een
melding weergegeven. Pas actief de
rijsnelheid aan door het gaspedaal of
rempedaal in te trappen overeenkomstig
de weg- en rijomstandigheden. Houd
altijd de wegomstandigheden in de
gaten. Vertrouw niet uitsluitend op de
waarschuwingszoemer.
Hervatten van de ingestelde snelheid van de Smart Cruise Control
De rijsnelheid wordt automatisch hervat
wanneer de schakelaar omhoog (RES+)
of omlaag (SET-) wordt bewogen. Dit kan
alleen als de ingestelde rijsnelheid niet
onderbroken is met de schakelaar /
CRUISE en het systeem nog steeds in
werking is. Wanneer u de schakelaar
omhoog beweegt (RES+), wordt de
eerder ingestelde snelheid hervat. Als de
rijsnelheid echter tot onder ongeveer 30
km/h is gezakt, wordt hij niet hervat
wanneer zich een auto voor uw auto
bevindt.
ODMEDR2004
ODM056058L
Page 539 of 735
591
Rijden met uw auto
✽AANWIJZING
Let altijd op de wegomstandigheden
wanneer u de schakelaar omhoog
(RES+) beweegt om de snelheid te
hervatten.Uitschakelen van de cruise control
Druk op de toets /CRUISE (het
controlelampje CRUISE zal uitgaan). Afstand tot voorligger Smart
Cruise Control
Instellen afstand tot voorligger
Wanneer het Smart Cruise Control-
systeem is ingeschakeld, kunt u de
afstand tot uw voorligger instellen en
aanhouden zonder het gaspedaal of
rempedaal in te trappen.
ODMEDR2002
ODM056118L
Page 541 of 735
593
Rijden met uw auto
• Wanneer de voorligger versnelt, zal uwauto eerst tot de ingestelde snelheid
accelereren en daarna een constante
rijsnelheid aanhouden.
WAARSCHUWING
Bij gebruik van het Smart Cruise
Control-systeem:
• De waarschuwingszoemer klinkt en de afstandsindicator knippert
als de auto de ingestelde afstand
tot de voorligger niet kanaanhouden.
• Als de waarschuwingszoemer klinkt, trap dan het gaspedaal ofrempedaal in om de rijsnelheid
en de afstand tot de voorligger
actief te regelen.
• Let altijd op de rijomstandigheden, ook wanneer
de waarschuwingszoemer niet
klinkt, om gevaarlijke situaties te
voorkomen.
ODM056111ODM056064L
OPMERKING
Wanneer de voorligger (rijsnelheid:
minder dan 30 km/h) naar de
naastliggende rijstrook verdwijnt, klinkt de waarschuwingszoemer en
verschijnt er een melding. Pas uw rijsnelheid aan voor auto's of
objecten die plotseling voor u kunnen opduiken door het
rempedaal in te trappen. Let altijd op de wegomstandigheden.
Page 542 of 735

Rijden met uw auto
94
5
In verkeer
• In verkeer stopt uw auto wanneer uw
voorligger stopt. En wanneer uw
voorligger wegrijdt, gaat uw auto ook
rijden. Als de auto echter langer dan 3seconden stilstaat, moet u het
gaspedaal intrappen of de schakelaar
omhoog (RES+) bewegen om te gaan
rijden.
• Als u de hendel van de Advanced Smart Cruise Control (RES+ of SET-)
bedient terwijl de Auto Hold-functie en
de Advanced Smart Cruise Control in
werking zijn (groen controlelampje
AUTO HOLD), wordt de Auto Hold-
functie uitgeschakeld, ongeacht of het
gaspedaal wordt bediend. De auto
begint te rijden. Sensor om de afstand tot de
voorligger te signaleren
De Smart Cruise Control gebruikt een
sensor om de afstand tot de voorligger tesignaleren.
Als de sensor is bedekt met vuil o.i.d.
functioneert de constante-
afstandsregeling mogelijk niet normaal. Houd het gebied vóór de sensor altijd schoon.
Waarschuwingsmelding sensor
Als de sensor of de afdekkap vuil is of
bedekt is met verontreinigingen zoals
sneeuw, verschijnt deze melding.
In dat geval werkt het systeem mogelijk tijdelijk niet, maar dit duidt niet op een
storing in het Smart Cruise Control-
systeem. Reinig de sensor of deafdekkap met een zachte doek.
ODM056095L
ODM056116
ODM056065L/OAN056065N
■
Type A■ Type B
Page 543 of 735

595
Rijden met uw auto
Melding storing SCC (Smart Cruise Control)
De melding wordt weergegeven wanneer de constante-afstandsregeling niet
normaal werkt. We adviseren u hetsysteem te laten controleren door een
officiële HYUNDAI-dealer. Beperkingen van het systeem
Het Smart Cruise Control-systeem is
mogelijk beperkt in het kunnen bepalen
van de afstand tot de voorligger als
gevolg van weg- en
verkeersomstandigheden.
ODM046662L
OPMERKING
• Plaats geen accessoires rondom
de sensor en vervang de bumperniet zelf. Anders kan de werkingvan de sensor negatief worden
beïnvloed.
• Houd de sensor en bumper altijd schoon.
• Was de auto met een zachte doek om te voorkomen dat de afdekkap
van de sensor beschadigd raakt.
• Breng geen verf aan op de afdekkap van de sensor.
• Stel de sensor of het sensorgedeelte niet bloot aankrachtige schokken, dit om
beschadigingen te voorkomen. Als de sensor niet meer in de
juiste positie staat, werkt hetSmart Cruise Control-systeem
niet goed. Als dit gebeurt, adviseren we u het systeem telaten controleren door een
officiële HYUNDAI-dealer.
• Gebruik alleen een originele HYUNDAI-afdekkap voor de
sensor van uw auto.
Page 544 of 735

Rijden met uw auto
96
5
In bochten
• Bewegende auto's op uw rijstrook
worden mogelijk niet door het Smart
Cruise Control-systeem herkend. Uw
auto accelereert dan wellicht naar de
ingestelde snelheid. Ook neemt de
rijsnelheid af wanneer de voorligger
plotseling wordt herkend.
• Selecteer in bochten de geschikte ingestelde snelheid en trap indiennodig het rempedaal of gaspedaal in. Uw rijsnelheid wordt mogelijk verlaagd
als gevolg van een auto op de
aangrenzende rijstrook. Trap hetgaspedaal in en selecteer de geschikte
ingestelde snelheid. Controleer of de
wegomstandigheden een veilige
bediening van de Smart Cruise Control
mogelijk maken.
Op hellingen
• Bewegende auto's op uw rijstrook
worden bij het helling op of af rijden
mogelijk niet door het Smart Cruise
Control-systeem herkend. Uw auto
accelereert dan wellicht naar de
ingestelde snelheid. Ook neemt de
rijsnelheid snel af wanneer de
voorligger plotseling wordt herkend.
• Selecteer op hellingen de geschikte ingestelde snelheid en trap indiennodig het rempedaal of gaspedaal in.
ODM055052OUM054040L
OUM054041L
Page 547 of 735

599
Rijden met uw auto
• Let altijd op auto's die hoger zijn ofauto's met lading die aan de
achterzijde van de auto uitsteekt.
ODM055053
WAARSCHUWING
Neem bij het gebruik van de Smart
Cruise Control de volgende
voorzorgsmaatregelen in acht:
• Wanneer een noodstop noodzakelijk is, moet u het
rempedaal intrappen. De auto kanniet in alle noodsituaties tot
stilstand worden gebracht door
het Smart Cruise Control-systeem.
• Houd een veilige afstand aan overeenkomstig dewegomstandigheden en de
rijsnelheid. Als de afstand tot de
voorligger tijdens het rijden met
hoge snelheden te klein wordt,
kan een ernstige aanrijding het
gevolg zijn.
• Zorg dat u voldoende remafstand hebt en decelereer indien nodig door het rempedaal in te trappen.
• Het Smart Cruise Control- systeem kan een stilstaande auto,
voetgangers of een
tegemoetkomende auto niet
herkennen. Wees voorzichtig en
kijk altijd vooruit om te
voorkomen dat zich onverwachte
en plotselinge situaties voordoen.
(Vervolg)(Vervolg)
• Voorliggers die regelmatig vanrijstrook wisselen zorgen mogelijk
voor een vertraging in de reactie
van het systeem of zorgen er
mogelijk voor dat het systeem op
een voertuig reageert dat eigenlijk
in een aangrenzende rijstrook
rijdt. Rijd altijd voorzichtig om
onverwachte en plotselinge
situaties te voorkomen.
• Let altijd op de geselecteerde snelheid en de afstand tot de
voorligger.
• Let altijd goed op de rijomstandigheden en regel uw
rijsnelheid, aangezien het Smart
Cruise Control-systeem
ingewikkelde rijsituaties mogelijkniet herkent.
OPMERKING
Het Smart Cruise Control-systeem
werkt mogelijk tijdelijk niet door:
• Elektrische interferentie• Een gewijzigde wielophanging • Verschillen in bandenslijtage of bandenspanning
• Het monteren van andere soorten banden
Page:
< prev 1-8 9-16 17-24