Page 177 of 735

Kenmerken van uw auto
76
4
LCD-modus LCD-DISPLAY
❈ Zie "Bediening LCD-display" in dit hoofdstuk voor het instellen van de LCD-modi.
ModiSymbolenToelichting
TripcomputerDeze modus geeft rijinformatie zoals de dagteller, het brandstofverbruik, enz. weer
Zie "Tripcomputer" in dit hoofdstuk voor meer informatie.
Turn-by-turn
(indien van
toepassing)
In deze modus wordt de status van het navigatiesysteem weergegeven.
SCC/LDWS (indien van
toepassing)In deze modus wordt de status van het Smart Cruise Control-systeem (SCC) en het
Lane Departure Warning-systeem (LDWS) weergegeven.
Zie "Smart Cruise Control-systeem (SCC)" of "Lane Departure Warning-systeem
(LDWS)" in hoofdstuk 5 voor meer informatie.
A/V
(indien van
toepassing)
In deze modus wordt de status van het A/V-systeem weergegeven.
Onderhoud
Deze modus geeft informatie over het onderhoudsinterval en de bandenspanning van
elke band.
Deze modus geeft waarschuwingsmeldingen met betrekking tot de
ruitensproeiervloeistof of informatie over storingen in het Blind Spot Detection-systeem
(BSD), enzovoort weer.
Wanneer er een portier niet goed is gesloten, licht dit symbool op.
GebruikersinstellingenVia deze modus kunt u instellingen met betrekking tot de portieren, verlichting, enz. wijzigen.
Page 179 of 735

Kenmerken van uw auto
78
4
Onderhoud over UIT
Als er geen onderhoudsinterval is
geprogrammeerd, wordt de melding
"Onderhoud over UIT" weergegeven op
het display.
✽ AANWIJZING
Onder de volgende omstandigheden is
het mogelijk dat het aantal km of dagen
niet correct wordt weergegeven.
- Na het losnemen en weer aansluiten van de accukabels.
- Na het uitschakelen en weer inschakelen van de
zekeringschakelaar.
- Nadat de accu ontladen is geweest.
Hoofdwaarschuwingsmodus
(indien van toepassing)
• Dit waarschuwingslampje attendeert de bestuurder op de volgende situaties
- Laag ruitensproeiervloeistofniveau(indien van toepassing)
- Storing in Blind Spot Detection (BSD) (indien van toepassing)
- Storing in Lane Departure Warning- systeem (LDWS) (indien van toepassing)
- Storing in Smart Cruise Control- systeem (SCC) (indien vantoepassing)
- Storing in actieve motorkap (indien van toepassing)
- Onderhoudsherinnering, enzovoorts.
Het hoofdwaarschuwingslampje brandt
als meer dan één van de bovenstaande
situaties zich voordoen. Op dat moment
verandert de icoon op het LCD van ( )
in ( ).
Als er geen waarschuwing meer nodig is,
dooft het hoofdwaarschuwingslampje en
verandert de icoon op het LCD weer in
de vorige icoon ( ). (bijv.: vul
ruitensproeiervloeistof bij). Modus Gebruikersinstell.
Beschrijving
Via deze modus kunt u instellingen met
betrekking tot de portieren, verlichting,
enz. wijzigen.
ODM046607N/ODM046608N
■
Type A
■Type B
ODM046178L
Page 180 of 735
479
Kenmerken van uw auto
OnderwerpenToelichting
Reactie Smart Cruise Control(indien van toepassing)Kies de gevoeligheid van de Smart Cruise Control.
RCTA
(Rear Cross Traffic Alert)
(indien van toepassing)Als deze optie wordt aangevinkt, wordt de Rear Cross Traffic Alert-functie ingeschakeld.
AEB (Autonomous
Emergency Braking)
(indien van toepassing)Als deze optie wordt aangevinkt, wordt de snelheidslimietinformatiefunctie ingeschakeld.
Rijbegeleiding (Driving Assist) (indien van toepassing)
Page 193 of 735
Kenmerken van uw auto
92
4
Schakel de FUSE SWITCH in
(indien van toepassing)
• Deze waarschuwingsmelding wordt weergegeven als de
zekeringschakelaar onder hetstuurwiel in de stand OFF staat.
• De melding attendeert u erop dat u de zekeringschakelaar in de stand ON
moet zetten.
Zie voor meer informatie "Zekeringen" inhoofdstuk 7.
Controleer AEB-systeem (indien van toepassing)
• Deze waarschuwingsmelding wordt weergegeven wanneer er een storing
aanwezig is in de Autonomous
Emergency Braking (AEB). Laat deauto controleren door een officiële
HYUNDAI-dealer.
Zie "Autonomous Emergency Braking
(AEB)" in hoofdstuk 5 voor meer
informatie.
Controleer SCC-systeem (indien van toepassing)
• Deze waarschuwingsmelding wordt weergegeven wanneer er een storing
aanwezig is in het Advanced Smart
Cruise Control-systeem. Laat de autocontroleren door een officiële
HYUNDAI-dealer.
Zie "Advanced Smart Cruise Control-
systeem" in hoofdstuk 5 voor meer
informatie.
ODM046662LODM056071LODM046661L
Page 215 of 735

Kenmerken van uw auto
114
4
Controlelampje 4WD LOCK
(indien van toepassing)
Dit lampje gaat branden:
• Als het contact of de toets ENGINE START/STOP in de stand ON wordt
gezet.
- Het lampje blijft ongeveer 3 secondenbranden en gaat dan uit.
• Als u de stand 4WD LOCK selecteert door de toets 4WD LOCK in te
drukken.
- Het doel van de stand 4WD LOCK isom de aandrijfkracht te vergroten
wanneer er over natte of
besneeuwde wegen of in het terrein
wordt gereden.
Controlelampje
CRUISE (indienvan toepassing)
Dit lampje gaat branden:
• Als de cruise control wordt ingeschakeld.
Zie voor meer informatie "Cruise control- systeem" in hoofdstuk 5.
Controlelampje SET (indien van toepassing)
Dit lampje gaat branden:
• Als er een snelheid is ingesteld voor de cruise control.
Zie voor meer informatie "Cruise control- systeem" in hoofdstuk 5.
OPMERKING - Stand 4WD
LOCK
Gebruik de stand 4WD LOCK niet op droge verharde wegen of desnelweg. Dit kan leiden tot
bijgeluiden, trillingen en beschadiging van onderdelen van
de vierwielaandrijving.
Page 524 of 735

Rijden met uw auto
76
5
1. Controlelampje CRUISE
2. Controlelampje CRUISE SET
De cruise control stelt u in staat een
bepaalde rijsnelheid te programmeren
die de auto vervolgens aanhoudt, zonder
dat u de voet op het gaspedaal hoeft te
houden. Dit systeem is ontworpen om bij
een snelheid van meer dan 40 km/h in
werking te treden.✽AANWIJZING
• Tijdens de normale werking van de cruise control zal deze na ongeveer 3
seconden in werking treden wanneer
de toets SET wordt ingedrukt of
opnieuw wordt ingedrukt nadat
geremd is. Deze vertraging is
normaal.
• Trap, om de cruise control in te
schakelen, het rempedaal ten minste
één keer in nadat u het contact in
stand ON hebt gezet of de motor hebt
gestart.
Zo controleert u of de
rempedaalschakelaar, die van belang
is voor het uitschakelen van de cruise
control, goed werkt.
CRUISE CONTROL-SYSTEEM (INDIEN VAN TOEPASSING)
WAARSCHUWING
• Als het systeem niet wordt uitgeschakeld (controlelampje
CRUISE blijft branden) kan de
cruise control mogelijk
onbedoeld worden geactiveerd.
(Vervolg)
OPMERKING
Schakel bij het rijden met de cruisecontrol bij een auto methandgeschakelde transmissie niet naar de vrijstand zonder het
koppelingspedaal in te trappen. De motor zal dan met een te hoog
toerental draaien. Trap, wanneer dit gebeurt, het koppelingspedaal in of
zet de CRUISE met de hoofdschakelaar.
ODMEDR2010
(Vervolg)
Zet het systeem uit
(controlelampje CRUISE UIT)
wanneer de cruise control niet
gebruikt wordt.
• Gebruik het cruise control- systeem alleen indien de
verkeersdrukte en de
weersomstandigheden dattoelaten.
• Houd bij het gebruik van het cruise control-systeem de
rijomstandigheden extra in acht.
• Let op bij het gebruik van het cruise control-systeem bij het
afrijden van hellingen, omdat derijsnelheid kan toenemen.
• Gebruik de cruise control nooit wanneer niet veilig met een
constante snelheid gereden kan
worden :
- Als wordt gereden in drukverkeer of wanneer het door de
verkeersomstandighedenmoeilijk is om met eenconstante snelheid te rijden
- Als wordt gereden op natte of met ijs of sneeuw bedekte wegen
- Als wordt gereden op heuvelachtige of bochtige wegen
- Als wordt gereden in gebieden met veel wind
Page 525 of 735
577
Rijden met uw auto
Cruise control-schakelaar/CRUISE : Uit- of inschakelen cruise control-systeem.
CANCEL : Schakelt de cruise control uit.
RES+ : Hervatten of verhogen snelheid cruise control.
SET- : Hervatten of verlagen snelheid cruise control. Rijsnelheid instellen:
1. Druk op de toets /CRUISE op het
stuurwiel om de cruise control in te
schakelen. Het controlelampje
CRUISE in het instrumentenpaneel
gaat branden.
2. Accelereer naar de gewenste snelheid, die hoger moet zijn dan 40 km/h✽AANWIJZING - Handgeschakelde transmissie
Bij handgeschakelde transmissies moet
u het rempedaal ten minste een keer
intrappen om de cruise control na het
starten van de motor in te schakelen.
ONC057022LODMEDR2002
Page 527 of 735

579
Rijden met uw auto
Tijdelijk accelereren met
ingeschakelde cruise control:
Trap het gaspedaal in als u tijdelijk
sneller wilt gaan rijden terwijl de cruise
control is ingeschakeld. De cruise control
wordt niet uitgeschakeld en de
rijsnelheid die oorspronkelijk was
ingesteld blijft behouden.
Laat het gaspedaal los om weer terug te
keren naar de oorspronkelijke rijsnelheid.Schakel de cruise control op één
van de volgende manieren uit:
• Trap het rempedaal in.
• Trap, in het geval van een
handgeschakelde transmissie, het
koppelingspedaal in.
• Zet de selectiehendel in stand N (neutraal), indien uitgerust met een
automatische transmissie.
• Druk op de toets CANCEL op het stuurwiel.
• Verlaag de snelheid tot een snelheid die 20 km/h lager is dan de snelheiddie in het geheugen is opgeslagen.
• Verlaag de snelheid tot een snelheid die lager is dan ongeveer 40 km/h.Door deze handelingen wordt de werking
van de cruise control onderbroken (het controlelampje SET op het
instrumentenpaneel gaat uit), maar wordt het systeem niet uitgeschakeld.
Om de cruise control weer te activerenbeweegt u de combischakelaar op het
stuurwiel omhoog (naar RES+). De cruise control keert terug naar de eerder
door u ingestelde snelheid.
ODMEDR2005