Page 528 of 735
Rijden met uw auto
80
5
Terugkeren naar ingestelde
rijsnelheid (boven 40 km/h):
De meest recente snelheid wordt
automatisch hervat wanneer de hendel
omhoog wordt gedrukt (naar RES+). Dit
kan alleen als de ingestelde rijsnelheid
niet onderbroken is met de toets
/CRUISE en het systeem nog steeds in
werking is.
De ingestelde snelheid wordt echter niet
hervat wanneer de snelheid minder isdan 40 km/h.✽AANWIJZING
Houd de wegomstandigheden in de
gaten wanneer u de hendel omhoog
beweegt (naar RES+) om de cruise
control weer in te schakelen.Schakel de cruise control op één
van de volgende manieren uit:
• Druk op de toets /CRUISE (het controlelampje CRUISE op het
instrumentenpaneel gaat uit).
• Zet het contact in stand LOCK.
In deze beide gevallen wordt het systeem uitgeschakeld. Volg de aanwijzingen onder “Rijsnelheidinstellen” op de vorige bladzijde om de
cruise control opnieuw in te schakelen.
ODMEDR2004ODMEDR2002
Page 529 of 735
581
Rijden met uw auto
U kunt de snelheidslimiet instellen
wanneer u niet harder dan een bepaalde
snelheid wilt rijden.
Als u harder rijdt dan de ingestelde snelheidslimiet, zal de ingesteldesnelheidslimiet gaan knipperen en de
zoemer klinken tot u de rijsnelheid
verlaagt tot maximaal de snelheidslimiet.
✽AANWIJZING
Als de snelheidslimietregeling is
ingeschakeld, kan de cruise control niet
worden geactiveerd.
Schakelaar snelheidsbegrenzer
: Uit- of inschakelen snelheids-limietregeling.
CANCEL : Schakelt de
snelheidsbegrenzer uit.
RES+ : Hervatten of verhogen snelheid snelheidslimietregeling.
SET- : Instellen of verlagen snelheid snelheidslimietregeling. Een snelheidslimiet instellen:
1. Druk op de toets snelheidslimiet
op het stuurwiel om de snelheidslimietregeling in te
schakelen.
SNELHEIDSLIMIETREGELSYSTEEM (INDIEN VAN TOEPASSING)
ONC057021LODMEDR2007
Page 531 of 735
583
Rijden met uw auto
Om harder te rijden dan de ingestelde
snelheid moet u het gaspedaal ver
intrappen (verder dan voor ongeveer
80%) totdat het kick-downmechanisme
met een klikkend geluid in werking
treedt. Dan wordt de ingestelde snelheid
knipperend weergegeven en klinkt de
zoemer totdat u weer langzamer gaat
rijden dan de ingestelde snelheid.
✽AANWIJZING
• Als het gaspedaal voor minder dan ongeveer 50% ingetrapt wordt, zal de
auto niet harder gaan rijden dan de
ingestelde snelheid.
• Een klikkend geluid van het kick- downmechanisme bij het geheel
intrappen van het gaspedaal is
normaal.U kunt de snelheidslimietregeling
op een van de volgende manieren
uitschakelen:
• Druk nogmaals op de toets snelheidslimiet .
• Druk op de toets CRUISE (als U schakelaar CRUISE indrukt zal het
cruise control-systeem ingeschakeld
worden)
ODMEDR2009
ODM056102L
Page 533 of 735

585
Rijden met uw auto
➀Controlelampje CRUISE
➁ Ingestelde snelheid
➂ Afstand tot voorligger
Het Smart Cruise Control-systeem stelt u in staat een constante snelheid en
afstand tot uw voorligger te
programmeren, zonder dat u het
gaspedaal hoeft in te trappen. ADVANCED SMART CRUISE CONTROL-SYSTEEM (INDIEN VAN TOEPASSING)
ODM056063L
WAARSCHUWING
Lees voor uw veiligheid het
instructieboekje alvorens het Smart
Cruise Control-systeem te
gebruiken.
WAARSCHUWING
Het Smart Cruise Control-systeem
is geen vervanging voor een veilig
rijgedrag, maar dient slechts als
hulpmiddel. Het is de
verantwoordelijkheid van de
bestuurder om altijd de snelheid en
de afstand tot de voorligger in degaten te houden.
WAARSCHUWING
Neem de volgende
voorzorgsmaatregelen:
• Als de Smart Cruise Control niet wordt uitgeschakeld
(controlelampje CRUISE in het
instrumentenpaneel blijft
branden) kan de Smart Cruise
Control mogelijk onbedoeld
worden geactiveerd. Zet het
Smart Cruise Control-systeem uit
(controlelampje CRUISE UIT)
wanneer de Smart Cruise Control
niet wordt gebruikt, om te
voorkomen dat er onbedoeld een
snelheid wordt ingesteld.
• Gebruik het Smart Cruise Control-systeem alleen op de
snelweg en indien de
verkeersdrukte en de
weersomstandigheden dattoelaten.
(Vervolg)
Page 534 of 735

Rijden met uw auto
86
5
Instellen van de gevoeligheid van
de Smart Cruise Control
U kunt de gevoeligheid instellen van de
rijsnelheid bij het met een ingestelde
afstand volgen van de voorligger. Ga
naar de modus Gebruikersinstellingen
(rijbegeleiding) en selecteer SCC (Smart
Cruise Control).
U kunt uit een van de drie fasen kiezen.
• Langzaam :
De volgsnelheid om de ingestelde
afstand tot de voorligger te behouden is
lager dan de normale snelheid.
• Normaal :
De volgsnelheid om de ingestelde
afstand tot de voorligger te behouden is
normaal. • Snel :
De volgsnelheid om de ingestelde
afstand tot de voorligger te behouden is
hoger dan de normale snelheid.(Vervolg)
• Gebruik de Smart Cruise Control
nooit wanneer niet veilig met een
constante snelheid kan worden
gereden:
- Als wordt gereden in druk
verkeer of wanneer het door de
verkeersomstandighedenmoeilijk is om met eenconstante snelheid te rijden
- Als wordt gereden op natte of met ijs of sneeuw bedekte
wegen
- Als wordt gereden op een helling of bochtige wegen
- Als wordt gereden in gebieden met veel wind
- Als wordt gereden op parkeerterreinen
- Als dicht bij vangrails wordt gereden
- Bij het nemen van een scherpe bocht
- Als wordt gereden terwijl het zicht beperkt is (bijvoorbeeld bij
slecht weer, zoals mist, sneeuw,
regen of zandstormen)
OAN057006N
Page 535 of 735

587
Rijden met uw auto
Overschakelen naar de cruise
control-modus
De bestuurder kan ervoor kiezen om
alleen de cruise control-modus
(snelheidsregeling) te gebruiken door de
onderstaande procedure te volgen:
1. Schakel het Smart Cruise Control-systeem in (het controlelampje
CRUISE gaat branden, maar het
systeem wordt niet geactiveerd).
2. Houd de knop voor de afstandsregeling gedurende ten
minste 2 seconden ingedrukt.
3. Kies tussen "Smart Cruise Control (SCC) mode" en "Cruise Control (CC)mode". Wanneer het systeem wordt
uitgeschakeld met de toets CRUISE of
wanneer de toets CRUISE wordt gebruikt
nadat de motor is ingeschakeld, wordt de
SCC-modus ingeschakeld.
Snelheid Smart Cruise Control
Instellen van de snelheid van de
Smart Cruise Control
1. Druk op de toets /CRUISE op het stuurwiel om het systeem in te
schakelen. Het controlelampje
CRUISE gaat branden.
2. Accelereer tot de gewenste snelheid. De snelheid van de Smart Cruise
Control kan als volgt wordeningesteld:
• 30 km/h - 180 km/h: wanneer er geen voorliggers zijn
• 0 km/h - 180 km/h: wanneer er voorliggers zijn
WAARSCHUWING
Wanneer u de cruise control-
modus gebruikt, moet u handmatigde afstand tot andere auto's
instellen door het intrappen van het
gaspedaal of rempedaal. Hetsysteem past de afstand tot
voorliggers niet automatisch aan.
ODM056066L/ODM056097L
ODMEDR2002
Page 536 of 735

Rijden met uw auto
88
5
3. Beweeg de hendel omlaag (SET-) en
laat hem los bij de gewenste snelheid. De ingestelde snelheid en de afstand
tot de voorligger op het LCD-display
gaan branden.
4. Haal uw voet van het gaspedaal. De gewenste snelheid wordt nuautomatisch aangehouden.
In het geval van voorliggers neemt desnelheid mogelijk af om de juiste afstand
tot de voorligger te behouden. Op steile
hellingen kan de snelheid van de auto
tijdelijk iets hoger of lager worden.
Verhogen van de ingestelde snelheid van de Smart Cruise Control
Volg één van de volgende procedures:
• Beweeg de schakelaar omhoog (RES+) en houd hem vast. De
ingestelde snelheid van uw auto neemt
met 10 km/h toe. Laat de schakelaar
los op het moment dat de gewenstesnelheid is bereikt.
• Beweeg de schakelaar omhoog (RES+) en laat hem onmiddellijk weer
los. Iedere keer dat u de schakelaar op
deze manier omhoog beweegt, wordt
de snelheid met 1,0 km/h verhoogd.
• U kunt de snelheid instellen tot 180 km/h.
Verlagen van de ingestelde snelheid
van de Smart Cruise Control
Volg één van de volgende procedures:
• Beweeg de schakelaar omlaag (SET-) en houd hem vast. De ingestelde
snelheid van uw auto neemt met 10
km/h af. Laat de schakelaar los op het
moment dat de gewenste snelheid isbereikt.
• Beweeg de schakelaar omlaag (SET-) en laat hem onmiddellijk weer los.
Iedere keer dat u de schakelaar op
deze manier omlaag beweegt, wordt
de snelheid met 1,0 km/h verlaagd.
• U kunt de snelheid instellen tot 30 km/h.
ODMEDR2003
ODMEDR2003
ODMEDR2004
Page 537 of 735

589
Rijden met uw auto
Tijdelijk accelereren metingeschakelde Smart Cruise Control
Trap het gaspedaal in als u tijdelijk
sneller wilt gaan rijden terwijl de Smart
Cruise Control is ingeschakeld. De Smart
Cruise Control wordt door de hogere
snelheid niet uitgeschakeld en de
ingestelde snelheid wordt niet gewijzigd.
Laat het gaspedaal los om weer terug te
keren naar de oorspronkelijke rijsnelheid.
Als u de combischakelaar omlaag
beweegt (SET-) bij een hogere snelheid,
zal de rijsnelheid opnieuw wordeningesteld.
✽AANWIJZING
Wees voorzichtig bij het tijdelijk
accelereren, aangezien de snelheid op
dat moment niet automatisch wordt
geregeld, zelfs niet wanneer er zich een
auto voor u bevindt.
De Smart Cruise Control wordt tijdelijk uitgeschakeld wanneer:
Handmatig uitschakelen
• Het rempedaal wordt ingetrapt.
• Er op de toets CANCEL op het stuurwiel wordt gedrukt.
• Druk op de toets CANCEL wordt ingedrukt terwijl de auto stilstaat.
De Advanced Smart Cruise Control
wordt tijdelijk uitgeschakeld wanneer het
controlelampje op het LCD-display dooft.
Het controlelampje CRUISE blijft
onafgebroken branden. Automatisch uitschakelen
• Het bestuurdersportier wordt geopend.
• De selectiehendel in stand N
(neutraal), R (achteruit) of P (parkeren)
wordt gezet.
• De EPB (elektrische parkeerrem) wordt geactiveerd.
• De rijsnelheid hoger is dan 190 km/h.
• De auto wordt stilgezet op een steile helling.
• De ESC, het TCS of het ABS in werking is.
• De ESC is uitgeschakeld.
• De sensor of de behuizing vuil of geblokkeerd is.
• De auto gedurende ten minste 5 minuten stilstaat.
• De auto gedurende langere tijd herhaaldelijk stilstaat en rijdt.
• De auto gaat rijden door de schakelaar omhoog (RES +) of omlaag (SET -) te
bewegen, ongeveer 3 seconden nadat
de auto is stilgezet door het Smart
Cruise Control-systeem terwijl er geen
voorligger is.
ODMEDR2005