Voertuigen met automatische versnellingsbak
Schakelpunt Maximumsnelheid
Voertuigen met
2WDVoertuigen met Easy Select 4WD Voertuigen met Super Select 4WD
2H, 4H 4L 2H, 4H, 4HLc 4LLc
1e versnelling 15 km/u 15 km/u 5 km/u 20 km/u 5 km/u
2e versnelling 35 km/u 35 km/u 15 km/u 40 km/u 15 km/u
3e versnelling 55 km/u 55 km/u 20 km/u 60 km/u 20 km/u
4e versnelling 85 km/u 85 km/u 30 km/u 85 km/u 30 km/u
5e versnelling 110 km/u 110 km/u 45 km/u 115 km/u 45 km/u
85)
BELANGRIJK
85)Op 4WD-voertuigen verhogen de gearings “4L” (Easy Select 4WD), “4LLc” (Super Select 4WD II) het maximumkoppel om langzaam
heuvelopwaarts of over zanderige, modderige of andere lastige ondergronden te rijden. Overschrijd op voertuigen met automatische
versnellingsbak niet de snelheid van ongeveer 70 km/u in de gearing “4L” (Easy Select 4WD), “4LLc” (Super Select 4WD II).
158
STARTEN EN RIJDEN
Als het elektrische stroomverbruik
hoog is, als bijv. de
achterruitverwarming of andere
elektrische componenten worden
gebruikt of de ventilatorsnelheid op een
hoge stand staat.
Als de accuspanning of het
accurendement laag is.
Controleer of het
waarschuwingslampje van de motor
brandt of het indicatielampje
knippert.
Als de rijmodusschakelaar op
voertuigen met 4WD, op de stand “4H”
of “4L” (Easy Select 4WD), “4HLc” of
“4LLc” (Super Select 4WD II) staat.
Opmerking In de volgende gevallen
wordt de motor zelfs niet automatisch
afgezet als het Start&Stop-
indicatielampje brandt.
Als het gaspedaal wordt ingetrapt
Als de vacuümdruk van de
rembekrachtiging laag is
Als het stuurwiel wordt gebruikt
Als op een steile helling wordt
geparkeerd
Opmerking Laat uw voet tijdens het
rijden niet op het koppelingspedaal
rusten omdat dit tot de detectie van
een defect van de
koppelingspedaalschakelaar leidt en het
indicatielampje van Start&Stop
uitschakelen knippert waardoor het
Start&Stop-systeem niet werkt.Opmerking Als het Start&Stop-systeem
werkt terwijl de airconditioning aanstaat,
wordt zowel de motor als de
aircocompressor afgezet. In dat geval
werkt alleen de ventilator en kunnen de
ruiten beslaan. Druk in dit geval op de
achterruitverwarmingsschakelaar om de
motor opnieuw op te starten.
Raadpleeg
“Achterruitverwarmingsschakelaar”.
Opmerking Als iedere keer dat de
motor is afgezet de ruiten beslaan,
raden we u aan het Start&Stop-
systeem uit te zetten door op de
schakelaar "OFF" van het
Start&Stop-systeem te drukken.
Raadpleeg "Uitschakelen"
Opmerking Als de airconditioning
aanstaat, zet dan de
temperatuurregeling hoger om de tijd
dat de motor automatisch wordt
afgezet, te verlengen.
De motor automatisch herstarten
Trap het koppelingspedaal in met de
versnellingspook in de stand "N"
(vrijstand). Het indicatielampje gaat uit
en de motor herstart automatisch.
Opmerking Zet de versnellingspook
niet in een andere stand dan "N"
(vrijstand) en laat het koppelingspedaal
niet los terwijl de motor automatisch
herstart. Hierdoor zou de startmotor
stoppen en de motor niet automatisch
herstarten.Opmerking Als de motor niet
automatisch herstart of als de motor
afslaat, gaan de waarschuwingslampjes
lading en motor controleren branden. In
dit geval herstart de motor zelfs niet als
het koppelingspedaal weer wordt
ingetrapt. Trap het rempedaal en het
koppelingspedaal tegelijkertijd volledig
in en draai de contactschakelaar naar
de stand "START" of druk op de
motorschakelaar om de motor te
starten. Raadpleeg voor nadere
informatie "De motor starten en
afzetten".
104)
Opmerking In de volgende gevallen
herstart de motor niet automatisch
Als de motor automatisch is afgezet,
is de “OFF” schakelaar van Start&Stop
ingedrukt om het Start&Stop-systeem
uit te schakelen.
Als de motorkap open is.
Opmerking Als de motor automatisch
herstart, kan het audiovolume tijdelijk
lager staan. Dit duidt niet op een
storing.
Opmerking Als de motor automatisch
is afgezet, kan het luchtvolume van de
airconditioning tijdelijk veranderen. Dit
duidt niet op een storing.
167
Toegestane motortoeren
Voorkom terugschakelen op hoge
snelheid; dit zou kunnen leiden tot een
te hoog motortoerental (de naald van
de toerenteller staat in de rode zone) en
beschadiging van de motor.
2WD-modellen
Schakelpunt Maximumsnelheid
1e versnelling 30 km/h
2e versnelling 60 km/h
3e versnelling 100 km/h
4e versnelling 140 km/h
5e versnelling 185 km/h
6e versnelling 220 km/h
Gebruik op voertuigen met een
handgeschakelde versnellingsbak met
6 versnellingen de 6e versnelling alleen
als de voertuigsnelheid dat toelaat, voor
een maximale brandstofzuinigheid.4WD-modellen
Voertuigen met Easy Select 4WD
SchakelpuntMaximumsnelheid
2H, 4H 4L
1e versnelling 30 km/h 10 km/h
2e versnelling 60 km/h 20 km/h
3e versnelling 100 km/h 35 km/h
4e versnelling 140 km/h 55 km/h
5e versnelling 185 km/h 70 km/h
6e versnelling 220 km/h 85 km/h
Voertuigen met Super Select 4WD
SchakelpuntMaximumsnelheid
2H, 4H 4L
1e versnelling 30 km/h 10 km/h
2e versnelling 60 km/h 25 km/h
3e versnelling 100 km/h 40 km/h
4e versnelling 145 km/h 55 km/h
5e versnelling 190 km/h 70 km/h
6e versnelling 225 km/h 85 km/h
Gebruik de 6e versnelling alleen als de
voertuigsnelheid dat toelaat, voor een
maximale brandstofzuinigheid.
BELANGRIJK
223)Trap het koppelingspedaal helemaal in
om op de juiste wijze te schakelen. Daarom
is het van fundamenteel belang dat er niets
onder het pedaal ligt: let erop dat de
matten vlak liggen en dat ze de slag van de
pedalen niet hinderen.
BELANGRIJK
105)Zet de versnellingspook niet in zijn
achteruit terwijl het voertuig vooruit rijdt.
Hierdoor zou de versnellingsbak kunnen
beschadigen.
106)Laat uw voet tijdens het rijden niet op
het koppelingspedaal rusten; hierdoor zou
de koppeling vroegtijdig kunnen slijten of
beschadigen.
107)Laat het voertuig niet in de stand "N"
(vrijstand) uitlopen.
108)Gebruik de versnellingspook niet als
een handsteun; dit zou kunnen leiden tot
vroegtijdige slijtage van de schakelvorken
van de versnellingsbak.
109)Een snelle of kleine inschakeling van
de koppeling, terwijl de motor op hoge
toeren draait, leidt tot schade aan de
koppeling en de versnellingsbak, omdat de
tractiekracht te groot is.
110)Druk de versnellingspook niet in als hij
in een andere stand dan "R" (achteruit)
wordt gezet. Als u de versnellingspook altijd
indrukt tijdens het schakelen, zou u de
versnellingspook onbedoeld in de stand "R"
(achteruit) kunnen zetten en een ongeval
en/of schakelfout kunnen veroorzaken.
170
STARTEN EN RIJDEN
127)Laat de motor niet razen met het
rempedaal ingetrapt, terwijl het voertuig
stilstaat. Hierdoor kan de automatische
versnellingsbak beschadigen. Bovendien
lopen de motortoeren wellicht niet zo hoog
op als het gaspedaal wordt ingetrapt terwijl
het rempedaal wordt ingetrapt en de
versnellingspook in de stand "P" (parkeren),
"N" (vrijstand) of "D" (vooruit) staat, als
wanneer dezelfde handeling wordt verricht
terwijl de versnellingspook in de stand "N"
(vrijstand) staat.
128)Houd het voertuig nooit met het
gaspedaal stil, als u op een helling staat
(zonder het rempedaal te gebruiken).
Gebruik altijd de parkeerrem en/of de
bedrijfsrem.EASY SELECT 4WD
(indien aanwezig)
Met gebruik van de rijmodusschakelaar
(A) kan worden overgeschakeld van
achterwielaandrijving naar
vierwielaandrijving. Zet de
rijmodusschakelaar in de geschikte
stand, naargelang de
wegomstandigheden. Het
indicatielampje van de 2WD-/4WD-
besturing en het indicatielampje van de
lage gearing duiden de instelling van de
rijmodusschakelaar aan. Raadpleeg
"Indicatielampje 2WD-/4WD-besturing
en indicatielampje lage gearing".Stand rijmodusschakelaar en
indicatielampje 2WD-/4WD-
besturing
Stand
rijmodus-
schakelaarIndicatie-
lampjeRijom-
standigh-
eden
2HAchterwiel-
aandrijving
Als over
een droog,
verhard
wegdek
wordt
gereden.
4HVierwiela-
andrijving
Als over
ruige,
zanderige
of
besneeuwde
wegen
wordt
gereden.
4LLage
gearing
vierwiela-
andrijving
en
Als steile
hellingen
op of af
worden
gereden,
of op ruige
of
modderige
wegen
wordt
gereden
(vooral als
extra
koppel
vereist is).
270AHA103635
177
Schakelen van NaarProcedure
Voertuigen met handgeschakelde
versnellingsbakVoertuigen met automatische versnellingsbak
2H 4HDe rijmodusschakelaar kan zowel worden bediend
als het voertuig in beweging is als wanneer het
stilstaat. Schakel de versnellingspook naar "N"
(vrijstand), voordat de rijmodusschakelaar wordt
gebruikt, als het voertuig niet in beweging is. Laat
het gaspedaal los, voordat u de
rijmodusschakelaar bedient, als het voertuig in
beweging is, maar alleen als niet hoeft te worden
gestuurd.De rijmodusschakelaar kan zowel worden bediend
als het voertuig in beweging is als wanneer het
stilstaat. Schakel de versnellingspook naar "N"
(vrijstand), voordat de rijmodusschakelaar wordt
gebruikt, als het voertuig niet in beweging is.
Schakel de versnellingspook naar de stand "D"
(vooruit) en laat het gaspedaal los, voordat u de
rijmodusschakelaar bedient, als het voertuig in
beweging is, maar alleen als niet hoeft te worden
gestuurd. 4H 2H
4H 4LZet het voertuig stil, trap het koppelingspedaal
volledig in en bedien de rijmodusschakelaar. Houd
het koppelingspedaal ingetrapt zolang het
indicatielampje van de 2WD-/4WD-besturing blijft
knipperen.Zet het voertuig stil, schakel de versnellingspook
naar "N" (vrijstand), en bedien de
rijmodusschakelaar. Als de handeling wordt
verricht, terwijl de versnellingspook in een andere
stand dan "N" (vrijstand) staat, maken de
versnellingen lawaai en kan mogelijk niet naar de
juiste versnelling worden geschakeld. 4L 4H
De rijmodusschakelaar dient alleen tussen "2H" "4H" te worden overgeschakeld bij snelheden lager dan 100 km/u.
Probeer tijdens het rijden nooit van "4H" naar "4L" te schakelen.
Als bij koud weer wordt overgeschakeld van "2H" naar "4H", terwijl het voertuig in beweging is, zou de tussenbak enig lawaai
kunnen maken. Probeer bij koud weer over te schakelen terwijl het voertuig stilstaat.
Als tussen "4H" en "4L" wordt overgeschakeld, zou de tussenbak enig lawaai kunnen maken.
Als de rijmodusschakelaar wordt overgeschakeld tussen 2H 4H, terwijl het voertuig stilstaat, knippert het indicatielampje van
de 2WD-/4WD-besturing zolang de selectie wordt verricht. Rijd langzaam en normaal nadat u hebt bevestigd dat het lampje is
gaan branden. Raadpleeg "Indicatielampje 2WD-/4WD-besturing en indicatielampje lage gearing".
Als de rijmodusschakelaar tussen "2H" "4H" wordt overgeschakeld, terwijl de cruisecontrol is ingeschakeld, zou de
tussenbak enig lawaai kunnen maken.
179
Indicatielampje 2WD-/4WD-
besturing en indicatielampje lage
gearing
Als de contactschakelaar of de
bedieningsmodus op "ON" wordt gezet,
geven het indicatielampje (A) van de
2WD-/4WD-besturing en het
indicatielampje (B) van de lage gearing
de schakeltoestand weer. Het
indicatielampje van de 2WD-/4WD-
besturing gaat bij iedere stand van de
rijmodusschakelaar als volgt branden:"2H" <-> "4H"
Schakelaarstand Indicatielampje
2H
Bezig met
overschakelen
rijmodus
4H
— Knippert
— Brandt
— Blijft uitAls de rijmodusschakelaar tussen 2H
4H wordt overgeschakeld, knippert het
indicatielampje van de 2WD-/4WD-
besturing zolang de selectie wordt
verricht. Tref de volgende
voorzorgsmaatregelen als het
indicatielampje blijft knipperen.
Houd het stuurwiel in de stand voor
recht vooruit, terwijl de gearing wordt
geselecteerd. Als u tracht vooruit te
rijden met een gedraaid stuurwiel,
kunnen de versnellingen gaan ratelen of
stoten en wordt de gewenste gearing
mogelijk niet geselecteerd.
Als de rijmodusschakelaar tussen 2H
4H wordt overgeschakeld, terwijl het
voertuig stilstaat, knippert het
indicatielampje van de 2WD-/4WD-
besturing zolang de selectie wordt
verricht. Rijd langzaam en normaal
nadat u hebt bevestigd dat het lampje
is overgeschakeld.
Als het indicatielampje van de
2WD-/4WD-besturing blijft knipperen
nadat een selectie van "2H" "4H" is
verricht, terwijl het voertuig in beweging
was, houd dan het stuurwiel in de stand
voor recht vooruit en trap het gaspedaal
enkele keren langzaam in.
272AHA103651
181
"4H" <-> "4L"
Schakelaar-
standIndicatielampje
4H
en
en
en
Bezig met
overschakelen
rijmodus
4L
— Knippert
— Brandt
— Blijft uitHet indicatielampje van de
2WD-/4WD-besturing knippert als van
4H naar 4L, en omgekeerd, wordt
geschakeld en de tussenbak langs de
vrijstand gaat. Zorg ervoor dat de
rijmodusschakelaar wordt bediend tot
het indicatielampje van de
2WD-/4WD-besturing weer gaat
branden.
Gebruik bij het parkeren de parkeerrem
voordat de motor wordt afgezet en
controleer dat het indicatielampje van
de 2WD-/4WD-besturing en het
indicatielampje van de lage gearing niet
knipperen als wordt overgeschakeld
tussen "4H" "4L". Anders zou het
voertuig, zelfs als de automatische
versnellingsbak in de stand "P"
(parkeren) staat, onverwacht in
beweging kunnen komen.
Zet de rijmodusschakelaar terug in de
vorige stand, als het indicatielampje van
de 2WD-/4WD-besturing blijft
knipperen en de gewenste gearing niet
wordt geselecteerd, nadat een selectie
van "4H" "4L" is gemaakt. Zet het
stuurwiel in de stand voor recht vooruit,
rijd het voertuig vooruit en laat het
gaspedaal los. Houd vervolgens het
koppelingspedaal (bij een
handgeschakelde versnellingsbak)
ingetrapt of zet de versnellingspook in
de stand "N" (vrijstand) (bij een
automatische versnellingsbak) en
verricht de selectie van de gearing nog
een keer.Als het lampje van de lage gearing
knippert terwijl u probeert een selectie
van "4H" <–> "4L" te maken, kan de
selectie van "4H" <–> "4L" niet
gemaakt worden. Zet het voertuig stil
en laat het gaspedaal los. Houd
vervolgens het koppelingspedaal (bij
een handgeschakelde versnellingsbak)
ingetrapt of zet de versnellingspook in
de stand "N" (vrijstand) (bij een
automatische versnellingsbak) en
verricht de selectie van de gearing nog
een keer.
De ESC-functie wordt geannuleerd
zolang "4L" is geselecteerd. Het
indicatielampje
brandt, zolang de
regeling is geannuleerd. Dit duidt niet
op een probleem. Zodra "2H" of "4H" is
geselecteerd, gaat het lampje uit en
werkt de regeling weer. Raadpleeg
"Indicatielampje ESC, Indicatielampje
ESC OFF".
132)
BELANGRIJK
129)De gearing “4L” biedt het
maximumkoppel om langzaam
heuvelopwaarts of op zanderige,
modderige of andere lastige ondergronden
te rijden. Ga met voertuigen met een
automatische versnellingsbak in de gearing
"4L" niet sneller dan ca. 70 km/u.
182
STARTEN EN RIJDEN
130)Rijd niet met het voertuig in de gearing
"4H" of "4L" over een droog, verhard
wegdek of op de weg. Dit zou kunnen
leiden tot overmatige slijtage van de
banden, een hoger brandstofverbruik, en
mogelijk lawaai. Bovendien zou de
temperatuur van de tussenbakolie op
kunnen lopen, waardoor het
aandrijfsysteem zou kunnen beschadigen.
Daarnaast wordt de aandrijflijn teveel
belast, waardoor olie kan gaan lekken,
componenten vast kunnen lopen en andere
ernstige problemen veroorzaakt kunnen
worden. Rijd alleen met het voertuig in de
gearing "2H" over een droog, verhard
wegdek of op de weg.
131)Gebruik de rijmodusschakelaar niet als
de achterwielen van het voertuig slippen in
sneeuw of ijs.
132)Als een probleem in de tussenbak
wordt gedetecteerd, wordt een
veiligheidsinrichting geactiveerd. Het
indicatielampje van de 2WD-/4WD-
besturing gaat knipperen (twee keer per
seconde), en schakelen met de tussenbak
wordt onmogelijk. Zet uw voertuig op een
veilige plek stil en zet de motor even af.
Herstart de motor. Het lampje zou weer
normaal moeten gaan werken. Laat het
voertuig zo snel mogelijk nakijken bij een
Fiat Servicepunt, als het lampje blijft
knipperen.SUPER SELECT 4WD
II
(indien aanwezig)
Met gebruik van de rijmodusschakelaar
(A) kan worden overgeschakeld van
achterwielaandrijving naar
vierwielaandrijving. Zet de
rijmodusschakelaar in de geschikte
stand, naargelang de
wegomstandigheden. Het
indicatielampje van de 2WD-/4WD-
besturing en het indicatielampje van de
lage gearing duiden de instelling van de
rijmodusschakelaar aan. Raadpleeg
"Indicatielampje 2WD-/4WD-besturing
en indicatielampje lage gearing".Stand rijmodusschakelaar en
indicatielampje 2WD-/4WD-
besturing
Schakel-
aarstandIndicatie-
lampjeRijom-
standig-
heden
2HAchterwiel-
aandrijving
Als over
een
droog,
verhard
wegdek
wordt
gereden
4HAltijd
vierwiel-
aandrijving
De
basispositie
voor
Superselect
4WD II.
Als over
een
droog,
verhard
wegdek of
gladde
wegen
wordt
gereden.
4HLcVierwiel-
aandrijving
met
ingeschakeld
centraal
differentieel-
slot
Als over
ruige,
zanderige
of
besneeuwde
wegen
wordt
gereden.273AHA103635
183