163
DS4_nl_Chap05_securite_ed01-2016
DS4_nl_Chap05_securite_ed01-2016
Alleen de airbag aan passagierszijde kan
worden uitgeschakeld:
F
steek de sleutel in de schakelaar voor het
uitschakelen van de airbag aan passagierszijde,
F draai deze in de stand "OFF" ,
F v er wijder de sleutel zonder de stand van
de schakelaar te veranderen.
Afhankelijk van de uitvoering van uw
auto brandt dit waarschuwingslampje
op het instrumentenpaneel
en/of op het display voor de
waarschuwingslampjes van de
veiligheidsgordels en de airbag aan
passagierszijde, bij aangezet contact
en zolang de airbag is uitgeschakeld. Schakel voor de veiligheid van uw kind
de airbag aan passagierszijde altijd uit
als u een kinderzitje met de rug in de
rijrichting op de voorstoel plaatst.
Anders kan een kind bij het afgaan
van de airbag levensgevaarlijk gewond
raken.
Opnieuw inschakelen
Als u het kinderzitje hebt ver wijderd, zet dan
de schakelaar weer op "ON"
om de airbag
opnieuw in te schakelen en zo de veiligheid van
uw passagier te garanderen.
Als het contact is aangezet en
de airbag aan passagierszijde
opnieuw wordt ingeschakeld, gaat dit
waarschuwingslampje op het display
van de waarschuwingslampjes van
de veiligheidsgordels en de airbag
aan passagierszijde gedurende
ongeveer 1
minuut branden.
Storing
Als dit waarschuwingslampje
op het instrumentenpaneel gaat
branden, laat het systeem dan altijd
controleren door het CITROËN-
netwerk of een gekwalificeerde
werkplaats. De kans bestaat dat de
airbags bij een ernstige aanrijding
niet worden geactiveerd.
Uitschakelen
05
Veiligheid
181
DS4_nl_Chap05_securite_ed01-2016
DS4_nl_Chap05_securite_ed01-2016
Elektrische kinderbeveiligingMet dit systeem, dat op afstand bedienbaar is, vergrendelt u de bedieningsorganen voor het
openen van de portieren achter.
De vergrendeltoets bevindt zich op het dashboard aan bestuurderszijde.F
D
ruk op deze toets.
Het lampje van de toets gaat branden
en er verschijnt een melding op het
display.
Elke andere toestand van het lampje
duidt op een storing. Laat het systeem
controleren door het CITROËN-
netwerk of een gekwalificeerde
werkplaats. Dit is een op zichzelf staand systeem dat
in geen geval in de plaats komt van de
centrale vergrendeling.
Controleer de werking van de
kinderbeveiliging bij het aanzetten van
het contact.
Ver wijder bij het verlaten van de auto
altijd de contactsleutel, zelfs wanneer dit
voor korte duur is.
In geval van een hevige botsing wordt de
elektrische kinderbeveiliging automatisch
uitgeschakeld zodat de achterpassagiers
de auto kunnen verlaten.
Uitschakelen Bediening
Zolang de kinderbeveiliging actief is blijft dit
lampje branden.
F
D
ruk opnieuw op deze toets.
Het lampje van de toets gaat uit en er
verschijnt een melding op het display.
Als de kinderbeveiliging is uitgeschakeld,
brandt dit lampje niet.
05
Veiligheid
192
DS4_nl_Chap06_conduite_ed01-2016
Handbediende parkeerrem
AantrekkenVrijzetten
F Trek de hefboom van de parkeerrem licht
omhoog, druk de ontgrendelknop in en duw
de hefboom geheel omlaag. Draai bij het parkeren van de auto
op een helling de wielen vast tegen
het trottoir, trek de parkeerrem aan,
schakel een versnelling in en zet het
contact uit.
Als tijdens het rijden dit
verklikkerlampje en het
verklikkerlampje STOP
branden in combinatie met een
geluidssignaal en een melding op
het multifunctionele display, geeft dit
aan dat de parkeerrem nog (iets) is
aangetrokken.
F
T
rek de hefboom van de parkeerrem
volledig aan om uw auto stil te zetten.
06
Rijden
193
DS4_nl_Chap06_conduite_ed01-2016
Elektrische parkeerrem
De elektrische parkeerrem kan op twee
manieren worden bediend:
-
A
utomatisch aantrekken/vrijzetten
D
e parkeerrem wordt automatisch
aangetrokken bij het afzetten van de motor
en automatisch vrijgezet bij het wegrijden
(standaard geactiveerde functies),
-
H
andmatig aantrekken/vrijzetten
D
e parkeerrem kan handmatig worden
aangetrokken of vrijgezet door het
bedienen van de hendel A . Plaats geen voor werpen (pakjes
sigaretten, telefoon enz.) tussen de
versnellingspook en de hendel van de
elektrische parkeerrem. Wij raden aan om de parkeerrem niet
te gebruiken bij zeer lage temperaturen
(vorst) en bij het trekken van een
aanhanger of het slepen van een
auto. Schakel in dergelijke gevallen de
automatische werking van de parkeerrem
uit of zet deze met de hand vrij.
Als dit controlelampje brandt op
het instrumentenpaneel, is de
automatische functie uitgeschakeld.
Programmeren van de werking
Afhankelijk van het land van bestemming kan
de functie voor het automatisch aantrekken van
de parkeerrem bij het afzetten van de motor en
het automatisch vrijzetten van de parkeerrem
bij het wegrijden worden uitgeschakeld. Deze functie kan worden
ingeschakeld/uitgeschakeld via
het configuratiemenu van de auto;
raadpleeg de rubriek over het instellen
van de diverse systemen in de auto.
Als de functie is uitgeschakeld, dient u de
parkeerrem dus handmatig te bedienen. Als
de parkeerrem nog niet is aangetrokken en het
bestuurdersportier wordt geopend, klinkt er een
geluidssignaal en verschijnt er een melding op
het display.
06
Rijden
194
DS4_nl_Chap06_conduite_ed01-2016
Om bij aangezet contact of draaiende motor
de parkeerrem vrij te zetten, trapt u het
rempedaal of het gaspedaal in, trekt u aan de
hendel A en laat u deze vervolgens weer los .
Handmatig vrijzetten
Controleer voordat u de auto verlaat of het
verklikkerlampje van de parkeerrem op
het instrumentenpaneel constant brandt.
Handmatig aantrekken
Wanneer de auto stilstaat en u bij draaiende of
afgezette motor de parkeerrem wilt aantrekken,
trekt u aan de hendel A .
De aangetrokken toestand van de parkeerrem
wordt aangegeven door: -
he
t branden van het
verklikkerlampje parkeerrem en het
verklikkerlampje P op de hendel A ,
-
d
e melding "Parkeerrem
aangetrokken".
Wanneer u het bestuurdersportier opent bij draaiende motor ter wijl
de parkeerrem niet is aangetrokken, klinkt er een geluidssignaal
en verschijnt er een melding op het display (behalve als bij een
automatische transmissie de selectiehendel in de stand P staat).
Bij auto's met een automatische transmissie klinkt het
geluidssignaal niet en verschijnt er geen melding als de
selectiehendel in de stand P staat.
De vrijgezette toestand van de parkeerrem
wordt aangegeven door:
-
h
et uitgaan van het
verklikkerlampje parkeerrem en het
verklikkerlampje P op de hendel A,
-
d
e melding "Parkeerrem
vrijgezet".
Als u aan de hendel A trekt zonder
het rempedaal in te trappen, wordt
de parkeerrem niet vrijgezet en
gaat een lampje branden op het
instrumentenpaneel.
Extra stevig aantrekken
U kunt, indien nodig, de parkeerrem extra
stevig aantrekken . Dit gebeurt door de
hendel A langer te bedienen, tot de melding
"Parkeerrem maximaal aangetrokken" op het
display verschijnt en er een geluidsignaal klinkt.
Het extra stevig aantrekken van de
parkeerrem is noodzakelijk in de volgende
omstandigheden:
-
w
anneer een caravan of aanhanger aan
de auto is gekoppeld en de automatische
bediening is geactiveerd, terwijl u de
parkeerrem handmatig bedient,
-
w
anneer de hellingcondities vermoedelijk
zullen variëren ter wijl de auto stilstaat
(bijvoorbeeld wanneer de auto vervoerd
wordt op een boot of trailer, of bij slepen).
In het geval van een aangekoppelde
aanhanger, wanneer de auto beladen is of op
een steile helling staat, dient u de parkeerrem
extra stevig aan te trekken, bij het parkeren
de voor wielen naar de stoeprand te sturen en
een versnelling in te schakelen.
Na het extra stevig aantrekken van de
parkeerrem duurt het langer voordat de
parkeerrem weer is vrijgezet.
06
Rijden
196
DS4_nl_Chap06_conduite_ed01-2016
Wanneer de auto stilstaat met draaiende motor,
dient u de auto beslist tegen wegrollen te
beveiligen door de parkeerrem handmatig aan
te trekken. Trek daarvoor aan de hendel A .
Parkeerrem aantrekken,
bij draaiende motor
De noodremfunctie mag uitsluitend in
uitzonderlijke gevallen worden gebruikt.
Controleer voordat u de auto verlaat of het
verklikkerlampje van de parkeerrem op
het instrumentenpaneel constant brandt.
De aangetrokken toestand van de parkeerrem
wordt aangegeven door:
-
he
t branden van het
verklikkerlampje parkeerrem en het
verklikkerlampje P op de hendel A ,
-
d
e melding "Parkeerrem
aangetrokken".
Wanneer u het bestuurdersportier opent om uit te stappen ter wijl
de parkeerrem niet is aangetrokken, klinkt er een geluidssignaal
en verschijnt er een melding op het display (behalve als bij een
automatische transmissie de selectiehendel in de stand P staat).
Bij auto's met een automatische transmissie klinkt het
geluidssignaal niet en verschijnt er geen melding als de
selectiehendel in de stand P staat.
Bijzondere omstandigheden
In bepaalde situaties (starten van de motor...)
bepaalt de parkeerrem zelf zijn aantrekkracht.
Dit is normaal.
Wilt u de auto enkele centimeters verplaatsen
zonder de motor te starten, trap dan met
aangezet contact het rempedaal in en zet de
parkeerrem vrij door eerst aan de hendel A
te trekken en deze vervolgens los te laten .
De vrijgezette toestand van de parkeerrem
wordt aangegeven door het doven van het
verklikkerlampje op de hendel A in combinatie
met de melding "Parkeerrem vrijgezet".
Noodremfunctie
Bij een defect aan de dynamische
stabiliteitscontrole, aangegeven door het branden
van dit verklikkerlampje, kan de stabiliteit bij het
remmen niet worden gegarandeerd.
Wanneer het rempedaal niet werkt of bij uitzonderlijke
situaties (onwel worden van de bestuurder, rijles geven
(indien wettelijk toegestaan) enz.), kan de auto worden
gestopt door aan de hendel A te trekken en deze vast te
houden.
De dynamische stabiliteitscontrole zorgt ervoor dat de
auto stabiel blijft wanneer de noodremfunctie actief is.
In geval van een storing aan het systeem van de
noodremfunctie verschijnt het bericht "Parkeerrem defect".
In dat geval moet de bestuurder er zelf voor zorgen
dat de auto stabiel blijft door afwisselend aan de
hendel A te trekken en deze weer los te laten.
06
Rijden
199
DS4_nl_Chap06_conduite_ed01-2016
Wegrijden
F Trap het rempedaal in en selecteer de stand P of N .
F
S
tart de motor.
Als niet aan de bovenstaande voor waarden
wordt voldaan, klinkt een geluidssignaal en
verschijnt een melding op het display van het
instrumentenpaneel.
F
T
rap bij draaiende motor het rempedaal in.
F
S
electeer de stand R , D of M, Als de parkeerrem niet automatisch
wordt vrijgezet, controleer dan of de
voorportieren correct zijn gesloten.
Als de motor stationair draait, het
rempedaal is losgelaten en de stand R
,
D of M is geselecteerd, zet de auto zich
zelfs al in beweging als het gaspedaal
niet is ingetrapt.
Laat bij draaiende motor daarom geen
kinderen alleen in de auto achter.
Trek de parkeerrem aan en
selecteer de stand P indien er
onderhoudswerkzaamheden moeten
worden uitgevoerd bij draaiende motor.
Automatisch schakelprogramma
F Selecteer de stand D om automatisch
te laten schakelen tussen de zes
versnellingen.
De versnellingsbak werkt dan in de auto-
adaptieve stand, zonder dat u zelf hoeft
te schakelen. De versnellingsbak kiest
voortdurend de meest geschikte versnelling,
afhankelijk van de rijstijl, het profiel van de weg
en de belading van de auto.
Voor een maximale acceleratie zonder de
stand van de selectiehendel te wijzigen,
moet het gaspedaal volledig worden
ingetrapt (kickdown). De versnellingsbak
schakelt automatisch terug of handhaaft de
ingeschakelde versnelling totdat de motor het
maximum toerental bereikt.
Bij het remmen schakelt de versnellingsbak
automatisch terug om sterker op de motor af te
remmen.
Om de veiligheid te verbeteren schakelt de
versnellingbak niet naar een hogere versnelling
als u het gaspedaal plotseling loslaat.
Zet de selectiehendel nooit in de
stand
N als de auto rijdt.
Zet de selectiehendel nooit in de
stand
P of R als de auto niet volledig
stilstaat.
Als tijdens het rijden per ongeluk de stand N wordt
geselecteerd, laat het motortoerental dan zakken
tot stationair toerental, zet de selectiehendel in de
stand D en trap het gaspedaal weer in.
Als u de selectiehendel uit de stand P
haalt zonder het rempedaal ingetrapt te
houden, zal op het instrumentenpaneel
dit verklikkerlampje gaan branden of dit pictogram
verschijnen in combinatie met het knipperen van
de P, een melding en een geluidssignaal.
F
C
ontroleer of de op het instru mentenpaneel
weergegeven stand overeenkomt met de
stand van de selectiehendel.
F
L
aat het rempedaal geleidelijk los.
Als de parkeerrem handmatig wordt vrijgezet,
begint de auto direct te rijden.
Als de parkeerrem is aangetrokken en de
automatische stand is geactiveerd, geef dan
geleidelijk gas.
06
Rijden
201
DS4_nl_Chap06_conduite_ed01-2016
Onjuiste waarde bij handmatige
bediening
Dit symbool verschijnt als een
versnelling niet goed is ingeschakeld
(de selectiehendel bevindt zich
tussen twee standen in).
Parkeren van de auto
Zet, voordat u de motor afzet, de
selectiehendel in de stand P of N om de
neutraalstand te selecteren.
Trek in beide gevallen de parkeerrem aan om
de auto te blokkeren (als de parkeerrem niet in
de automatische stand staat).Als de selectiehendel niet in de stand
P
staat, klinkt bij het openen van het
bestuurdersportier of na ongeveer
45
seconden een geluidssignaal en
verschijnt een melding op het display.
F
Z
et de selectiehendel in de
stand
P; het geluidssignaal stopt
en de melding verdwijnt.
Storing
Bij aangezet contact wordt een melding
op het display van het instrumentenpaneel
weergegeven die duidt op een storing in de
versnellingsbak.
In dit geval werkt de versnellingsbak met een
noodprogramma en blijft de 3
e versnelling
ingeschakeld. U kunt dan een hevige schok
waarnemen bij het selecteren van R vanuit
de stand P , of R vanuit de stand N . Dit is niet
schadelijk voor de versnellingsbak.
Rijd niet harder dan 100
km/h (afhankelijk van
de geldende snelheidslimiet).
Laat het systeem controleren door het
CITROËN-netwerk of door een gekwalificeerde
werkplaats. De automatische versnellingsbak kan
beschadigd raken:
-
a
ls u het gaspedaal en het
rempedaal gelijktijdig intrapt,
- a ls u, indien de accu geen stroom
levert, de selectiehendel vanuit
de stand P geforceerd naar een
andere stand schakelt.
Zet, om het brandstofverbruik tijdens
langdurig stilstaan met draaiende motor
(file...) te beperken, de selectiehendel in
de stand N en trek de parkeerrem aan,
behalve als deze in de automatische
stand staat.
06
Rijden