26
DS4_nl_Chap01_instruments-de-bord_ed01-2016
ControlelampjebrandtOorzaak Acties / Opmerkingen
Elektrische
parkeerrem permanent
De elektrische parkeerrem is
aangetrokken. Zet de elektrische parkeerrem vrij zodat het
verklikkerlampje uitgaat: trap het rempedaal in en trek
aan de hendel van de elektrische parkeerrem.
Houd u aan de veiligheidsvoorschriften.
Raadpleeg de desbetreffende rubriek voor meer
informatie over de elektrische parkeerrem
.
Uitschakeling van
de automatische
werking van
de elektrische
parkeerrem permanent
De functies "automatisch aantrekken"
(bij het afzetten van de motor)
en "automatisch vrijzetten" zijn
uitgeschakeld of werken niet. Activeer de functie (volgens land van verkoop) via
het configuratiemenu van de auto of raadpleeg het
CITROËN-netwerk of een gekwalificeerde werkplaats.
Airbag aan
passagierszijde permanent op het
display van de
verklikkerlampjes voor
de veiligheidsgordels
en de airbag vóór aan
passagierszijde. De schakelaar in het dashboardkastje
staat in de stand "
ON".
De passagiersairbag vóór is
geactiveerd. Plaats in dit geval geen kinderzitje met de rug in de
rijrichting op deze zitplaats.
Zet de schakelaar in de stand "OFF"
om de
passagiersairbag vóór uit te schakelen. U kunt een
kinderzitje met de "rug in de rijrichting" plaatsen, behalve
in het geval van een storing in het airbagsysteem
(brandend waarschuwingslampje Airbags).
Passagiersairbag permanent, op
het display van de
verklikkerlampjes voor
de veiligheidsgordels
en de airbag vóór aan
passagierszijde. De schakelaar in het dashboardkastje
staat in de stand "
OFF".
De airbag vóór aan passagierszijde is
uitgeschakeld. U kunt een kinderzitje met de "rug in de rijrichting"
plaatsen, behalve in het geval van een storing in het
airbagsysteem (brandend verklikkerlampje Airbags).
Zet de schakelaar in de stand "
ON" om de airbag vóór
aan passagierszijde in te schakelen. Bevestig in dit
geval op deze zitplaats geen kinderzitje met de "rug in
de rijrichting".
01
Instrumentenpaneel
34
DS4_nl_Chap01_instruments-de-bord_ed01-2016
Dit systeem geeft aan hoeveel kilometer u
nog ver wijderd bent van de eerstvolgende
onderhoudscontrole volgens het
onderhoudsschema van de fabrikant.
Deze afstand wordt berekend vanaf de laatste
nulstelling van de onderhoudsindicator op basis
van de afgelegde afstand en de verstreken tijd
sinds de laatste onderhoudscontrole.
Bij uitvoeringen met een BlueHDi-dieselmotor
kan, afhankelijk van het land van bestemming,
ook de vervuiling van de motorolie invloed
hebben op de berekende afstand tot de
volgende onderhoudscontrole.
Onderhoudsindicator
De afstand tot de eerstvolgende
beurt is 1000 tot 3000 km
Als het contact wordt aangezet,
gaat gedurende enkele seconden
de onderhoudssleutel branden. De
kilometerteller of een signalering midden
op het instrumentenpaneel geeft de
resterende kilometers tot de eerstvolgende
onderhoudscontrole aan.
Voorbeeld: de afstand tot de eerstvolgende
onderhoudscontrole bedraagt 2800
km.
Als het contact wordt aangezet, geeft het
display een paar seconden het volgende aan:
Enkele seconden na het aanzetten van het
contact verdwijnt de sleutel ; de teller geeft
weer de kilometerstand en de stand van de
dagteller aan.
De afstand tot de eerstvolgende
beurt is meer dan 3000 km
Als het contact wordt aangezet, verschijnt er
geen onderhoudsinformatie in het midden van
het display.
01
Instrumentenpaneel
35
DS4_nl_Chap01_instruments-de-bord_ed01-2016
Enkele seconden na het aanzetten van het
contact treedt de kilometerteller weer in
werking en blijft de sleutel branden.De sleutel kan ook gaan branden als
het interval in tijd sinds de laatste
onderhoudscontrole, zoals vermeld
in het onderhoudsschema van de
fabrikant, is overschreden.
Bij uitvoeringen met een BlueHDi-
dieselmotor kan de sleutel ook eerder
gaan branden, in verband met de
mate van vervuiling van de motorolie.
Deze vervuiling is afhankelijk van de
gebruiksomstandigheden van de auto.
De afstand tot de eerstvolgende
beurt is overschreden
Als het contact wordt aangezet, gaat gedurende
enkele seconden de sleutel knipperen
om aan
te geven dat de onderhoudswerkzaamheden zo
spoedig mogelijk uitgevoerd moeten worden.
Voorbeeld: u hebt de afstand tot de eerstvolgende
onderhoudsbeurt met 300 km overschreden.
Als het contact wordt aangezet, geeft het
display een paar seconden het volgende aan:
De afstand tot de eerstvolgende
beurt is minder dan 1000 km
Voorbeeld: de afstand tot de eerstvolgende
onderhoudscontrole bedraagt 900 km.
Als het contact wordt aangezet, geeft het
display een paar seconden het volgende aan:
Enkele seconden na het aanzetten van het
contact treedt de kilometerteller weer in werking
en blijft de sleutel branden om aan te geven
dat er binnenkort onderhoudswerkzaamheden
uitgevoerd moeten worden.
Bij uitvoeringen met een BlueHDi-dieselmotor
gaat deze waarschuwing, zodra het contact
is aangezet, vergezeld van het permanent
branden van het verklikkerlampje "Service".
01
Instrumentenpaneel
36
DS4_nl_Chap01_instruments-de-bord_ed01-2016
Als u zelf de onderhoudsbeurt aan uw auto
hebt uitgevoerd:
F
zet
het contact af,
F
d
ruk op de resetknop van de dagteller
".../000" en houd deze ingedrukt,
F
z
et het contact aan; de kilometerteller
begint terug te tellen,
F
l
aat de knop los als het display "=0"
aangeeft en de sleutel verdwijnt. Resetten is niet mogelijk als de
onderhoudsinformatie wordt opgevraagd.
Als u na deze handeling de accu
wilt loskoppelen, vergrendel
dan de auto en wacht minimaal
5
minuten. Het op 0 zetten van de
onderhoudsintervalindicator zal anders
niet worden opgeslagen.
Opnieuw weergeven van
de onderhoudsinformatie
(instrumentenpaneel type 2)
U kunt op elk moment de onderhoudsinformatie
weergeven.
F
D
ruk kort op de knop voor de nulstelling
van de dagteller ".../000" .
D
e onderhoudsinformatie wordt enkele
seconden weergegeven op de middelste
display van het instrumentenpaneel type 2.
Onderhoudsindicator resetten
Na elke onderhoudsbeurt moet de
onderhoudsindicator weer op nul gezet worden.
01
Instrumentenpaneel
43
DS4_nl_Chap01_instruments-de-bord_ed01-2016
Handmatige CHECK via het centrale display van het instrumentenpaneel type 2
Met deze functie kunt u de staat van de auto controleren (status van in te stellen functies - geactiveerd/gedeactiveerd) en een logboek van storingen
opvragen.
F
D
ruk bij een draaiende motor kort op de
knop ".../000" van het instrumentenpaneel
om de test te starten. De volgende gegevens verschijnen achter
elkaar op het display in het midden van het
instrumentenpaneel:
-
motorolieniveaumeter,
-
onderhoudsindicator,
-
a
ctuele controlelampjes en
waarschuwingen, voor zover aanwezig,
-
a
ctieradius met de resterende hoeveelheid
additief AdBlue en met betrekking tot het
SCR-systeem van de uitvoeringen met
BlueHDi dieselmotor,
-
s
tatus van in te stellen functies.Deze informatie verschijnt ook elke
keer wanneer u het contact aanzet
(automatische test).
01
Instrumentenpaneel
46
DS4_nl_Chap01_instruments-de-bord_ed01-2016
Met deze functie kan de verlichting van bepaalde delen en
displays van het instrumentenpaneel worden uitgeschakeld zodat
de ogen van de bestuurder 's nachts minder snel vermoeid raken.
De belangrijkste rij-informatie, zoals de rijsnelheid, de
verklikkerlampjes, de ingeschakelde versnelling van
de automatische transmissie en de informatie over de
snelheidsregelaar en de snelheidsbegrenzer, blijven zichtbaar op
het instrumentenpaneel.
Black panel (comfortfunctie
voor nachtelijke ritten)
F Druk, als de verlichting brandt, op deze knop om de functie in te
schakelen.
F
D
ruk nogmaals op deze knop om
de functie uit te schakelen. U kunt op het instrumentenpaneel de kleur
van de meters afzonderlijk van de displays
instellen.
U kunt kiezen uit 5 verschillende kleurstellingen
tussen wit en blauw.
Kleuren van het
instrumentenpaneel instellen
Touchscreen
U kunt op elk gewenst moment de
normale weergave weer activeren door
het zwarte scherm aan te raken of op
een van de menutoetsen te drukken.
Als de automatische stand van de
verlichting is ingeschakeld, wordt
de black-panelfunctie automatisch
uitgeschakeld als de lichtsterkte van de
omgeving weer voldoende is.
F
D
ruk de desbetreffende toets een paar
keer achter elkaar in tot de gewenste kleur
is bereikt.
A.
V
oor de meters.
B.
V
oor de displays.
01
Instrumentenpaneel
47
DS4_nl_Chap01_instruments-de-bord_ed01-2016
Monochroom display C
Dit display kan de volgende informatie
weergeven:
-
d
e tijd,
-
d
e datum,
-
de
buitentemperatuur (de temperatuur
knippert bij kans op gladheid),
-
d
e parkeerhulp,
-
d
e geluidsbron waarnaar geluisterd wordt,
-
d
e informatie van de telefoon of de
handsfree kit,
-
d
e informatie van de boordcomputer,
-
d
e waarschuwingsmeldingen,
-
d
e configuratiemenu's van het display en
de uitrusting van de auto.
Weergave op het display
Druk op het bedieningspaneel van de audio-
installatie op:
F
d
e toets A om te kiezen tussen weergave
van de audio-informatie op een volledig
scherm of de gecombineerde weergave
van de audiogegevens en de informatie
van de boordcomputer,
F
d
e toets "MENU" voor toegang tot het
algemene menu ,
F
d
e toets " 5" of " 6" om door de items op het
display te scrollen,
F
d
e toets " 7" of " 8" om de waarde van een
instelling te wijzigen,
F
d
e toets "OK" om te bevestigen,
of
F
d
e toets "Terug" om de uitgevoerde
handeling af te breken.
To e t s e n
F Druk op de toets "MENU" om het
algemene menu weer te geven:
-
"Multimedia",
-
"Telefoon",
-
"Boordcomputer",
-
"Bluetooth-verbinding".
-
"
Persoonlijke instellingen - Configuratie".
F
D
ruk op de toets " 7" of " 8" om het
gewenste menu te selecteren en bevestig
door op de toets "OK" te drukken.
Algemeen menu
01
Instrumentenpaneel
48
DS4_nl_Chap01_instruments-de-bord_ed01-2016
Als de radio is ingeschakeld, kunt u via
dit menu de functies van de radio (RDS,
Volgsysteem digitale zender, FM, RadioText
(TXT)) in- of uitschakelen en kunt u kiezen
op welke manier de media moet worden
afgespeeld (Normaal,Willekeurig, Willekeurig
alle media, Herhalen).
Raadpleeg voor meer informatie over het
menu "Multimedia" de rubriek Audio en
datacommunicatie.
Menu "Multimedia" Menu "Boordcomputer"
Via dit menu kunt u informatie over het
functioneren van de auto raadplegen.
Logboek waarschuwingsmeldingen
Deze functie herhaalt de status- en
waarschuwingsmeldingen van de functies (aan,
uit of defect) door ze achtereenvolgens op het
multifunctionele display te laten verschijnen.
F
D
ruk op de toets "MENU" om het
algemene menu weer te geven.
F
D
ruk op de dubbele pijlen en vervolgens
op de toets "OK" om het menu
Boordcomputer te selecteren.
F
S
electeer in het menu "Boordcomputer"
de functie "Logboek waarschuw." en
bevestig uw keuze.
Menu "Telefoon"
Als de radio is ingeschakeld en dit menu is
geselecteerd, kunt u de adresboeken van de
telefoon opvragen.
Raadpleeg, voor meer informatie over
het menu "Telefoon" de rubriek Audio en
datacommunicatie .
Menu "Bluetooth-
verbinding"
Als de autoradio is ingeschakeld, kunt u via dit
menu een Bluetooth-apparaat aankoppelen
(telefoon, mediaspeler) en de aansluitmodus
ervan instellen (handsfree, audiobestanden
l eze n).
Zie voor meer informatie over het menu
"Bluetooth-verbinding" de rubriek Audio en
datacommunicatie.
01
Instrumentenpaneel