50
DS4_nl_Chap01_instruments-de-bord_ed01-2016
F Druk op de toets "7" of " 8" om de
gewenste waarde in te stellen (15, 30 of
60
seconden) en druk op de toets "OK" om
te bevestigen.Taalkeuze
Als dit menu is geselecteerd, kan de taal
van de weergave van het display worden
geselecteerd uit een lijst van talen.
Configuratie display
Via dit menu hebt u toegang tot de volgende
parameters:
-
"
Keuze van eenheden".
-
"
Datum en tijd instellen".
-
"
Instellingen display".
-
"Lichtsterkte".
F
D
ruk op de toets " 5" of " 6" en vervolgens
op "OK" om "OK" te selecteren en te
bevestigen of op de toets "Terug" om de
uitgevoerde handeling af te breken.
Voer deze handelingen omwille van
de veiligheid alleen uit als de auto
helemaal stilstaat.
Datum en tijd instellen
F
D
ruk op de toets "
7" of " 8" om het menu
"Configuratie beeldscherm" te selecteren
en druk vervolgens op de toets "OK" .
F
D
ruk op de toets "
5" of " 6" om de regel
"Datum en tijd instellen" te selecteren en
druk vervolgens op de toets "OK" .
F
D
ruk op de toets "
7" of " 8" om de in te
stellen parameter te selecteren. Bevestig
uw keuze door op de toets "OK" te drukken,
stel de parameter in en bevestig nogmaals
uw keuze om de wijziging op te slaan.
F
S
tel de parameters één voor één in door
uw keuze te bevestigen met de toets "OK" .
F
D
ruk op de toets "5" of " 6", vervolgens
op de toets "OK" om het vakje "OK" te
selecteren en bevestig uw keuze of druk
op de toets "Terug" om de handeling af te
breken.
01
Instrumentenpaneel
56
DS4_nl_Chap01_instruments-de-bord_ed01-2016
Boordcomputer
Monochroom display C
Druk op de toets A om de weergave van de
informatie te veranderen:
-
d
e gegevens van de boordcomputer
verschijnen tijdelijk boven de audio-
informatie die permanent op een volledig
scherm wordt weergegeven,
of
-
d
e gegevens van de boordcomputer
en die van de audio-installatie worden
tegelijkertijd permanent weergegeven op
verkleinde schermen. F
D
ruk herhaaldelijk op de toets op het
uiteinde van de ruitenwisserschakelaar
om de verschillende standen van de
boordcomputer weer te geven.
De boordcomputer geeft actuele informatie over het rijden (actieradius, brandstofverbruik...).
Weergave van de informatie
01
Instrumentenpaneel
58
DS4_nl_Chap01_instruments-de-bord_ed01-2016
Centraal display van het instrumentenpaneel - Type 2
Weergave van de informatie
- Weergave van de actuele informatie met:● de actieradius,
● het
actuele brandstofverbruik,
● de
teller van het Stop&Start-systeem.
-
W
eergave van traject "1" met:
● de
afgelegde afstand,
● het
gemiddelde brandstofverbruik,
● de
gemiddelde snelheid,
t
ijdens het eerste traject.
-
W
eergave van traject "2" met:
● de
afgelegde afstand,
● het
gemiddelde brandstofverbruik,
● de
gemiddelde snelheid,
t
ijdens het tweede traject.
F
D
ruk op de knop op het uiteinde van
de ruitenwisserschakelaar , om
achtereenvolgens de verschillende
gegevens op te vragen:
● herhaling
van
de
wagensnelheid,
● actuele
informatie,
● traject
"1" ,
● traject
"2" ,
● informatie
over
de
gekozen
geluidsbron,
● black
panel,
● route-aanwijzingen
van
het
n
avigatiesysteem.
Traject op 0 zetten
F Selecteer het traject dat u op 0 wilt zetten.
Houd de knop op het uiteinde van de
ruitenwisserschakelaar even ingedrukt.
De trajecten " 1" en " 2" zijn onafhankelijk en
hebben dezelfde eigenschappen.
Traject "1" kan bijvoorbeeld gebruikt worden
voor een dagelijks verbruik en traject "2" voor
een maandelijks verbruik.
01
Instrumentenpaneel
60
DS4_nl_Chap01_instruments-de-bord_ed01-2016
Enkele definities...
Deze waarde kan variëren door een
gewijzigde rijstijl of het rijden op een
helling, waardoor het momentele
brandstofverbruik aanzienlijk kan wijzigen.
Raadpleeg het CITROËN-netwerk of
een gekwalificeerde werkplaats als
tijdens het rijden de streepjes continu
worden weergegeven.Deze functie wordt alleen weergegeven
bij snelheden vanaf 30 km/h.
Actieradius
(km of mijl)
Als de actieradius minder dan 30 km bedraagt,
verschijnen streepjes op het display.
Na het tanken van minimaal 5 liter brandstof
wordt de actieradius opnieuw berekend en
weergegeven als deze meer dan 100 km
bedraagt.
Momenteel verbruik
(l/100 km, km/l of mpg)
Gemiddeld verbruik
(l/100 km, km/l of mpg)
Gemiddelde snelheid
(km/h of mph)
Stop & Star t-teller
(minuten/seconden of uren/minuten)
Berekend sinds de laatste nulstelling van de
trajectgegevens.
Berekend over de laatste seconden.
De actieradius geeft aan hoeveel kilometer u
nog met de resterende hoeveelheid brandstof
kunt rijden (berekend op basis van het
gemiddelde verbruik over de laatste afgelegde
kilometers).
Berekend sinds de laatste nulstelling van de
trajectgegevens.
Afgelegde afstand
(km of miles)
Berekend sinds de laatste nulstelling van de
trajectgegevens.
Een teller registreert hoe lang de STOP-stand
tijdens een traject is geactiveerd.
De teller wordt elke keer als u het contact
aanzet weer op nul gezet.
01
Instrumentenpaneel
69
DS4_nl_Chap02_ouvertures_ed01-2016
Bij een storing in de afstandsbediening kan
de auto niet meer met de afstandsbediening
ontgrendeld, vergrendeld en gelokaliseerd
worden.
F
O
ntgrendel of vergrendel de auto eerst met
de sleutel in het slot.
F
S
ynchroniseer vervolgens de
afstandsbediening.
Storing in de afstandsbediening
Synchroniseren
F Zet het contact af en neem de sleutel uit het contactslot.
F
D
ruk direct daarna gedurende enkele
seconden op het vergrendelknopje
(gesloten hangslot) van de
afstandsbediening.
F
Z
et de sleutel in de stand 2
(Contact).
F
Z
et het contact af en ver wijder de sleutel
uit het contactslot.
De afstandsbediening werkt nu weer.
Batterij vervangen
Batterij ref.: CR2032/3 V.
F
W
ip het deksel met een kleine
schroevendraaier bij de 2
ogen los.
F
V
erwijder het deksel.
F
V
erwijder de lege batterij.
F
P
laats een nieuwe batterij in de juiste
richting in de houder.
F
D
ruk het deksel op de afstandbediening
vast.
Als de batterij van de
afstandsbediening leeg is,
wordt u gewaarschuwd door dit
verklikkerlampje, een geluidssignaal
en een melding op het display.
Raadpleeg zo snel mogelijk het
CITROËN-netwerk als de storing niet is
verholpen.
02
Toegang tot de auto
107
DS4_nl_Chap03_ergonomie-et-confort_ed01-2016
2. Regeling bestuurderszijde4. Automatisch programma "zicht"
Om het interieur maximaal te verkoelen
of te ver warmen is het mogelijk de
minimale waarde 14 of de maximale
waarde 28 te overschrijden.
F
D
raai de knop 2 of 3 naar links
totdat "LO" verschijnt of naar
rechts totdat "HI" verschijnt.
Raadpleeg voor meer informatie
over het automatische
programma "Zicht" de rubriek
Voorruitontwaseming -
Ontdooien
.
3. Regeling passagierszijde
F Draai de knop 2 of 3 naar links
of naar rechts om deze waarde
te verlagen of te verhogen.
Voor een optimaal comfort wordt de waarde
21 aanbevolen. Niettemin is afhankelijk
van uw wensen een afstelling tussen 18 en
24
gebruikelijk.
Voor een optimaal comfort is het raadzaam
dat het verschil in instelling links en rechts niet
meer dan 3 bedraagt.
Handmatig verstellen
Als u dat wenst, kunt u de automatische
bediening van het systeem handmatig
aanpassen. De controlelampjes in de toets
"AUTO" gaan uit; de overige functies blijven
automatisch geregeld.
Bij auto's met een Stop & Start-systeem
geldt dat zolang de voorruitontwaseming
in werking is, de STOP-functie niet
beschikbaar is.
De bestuurder en de voorpassagier kunnen de
temperatuur afzonderlijk naar wens instellen.
De op het display weergegeven waarde heeft
betrekking op een bepaald comfortniveau en
niet op de werkelijke temperatuur in graden
Celsius of Fahrenheit.
F
D
ruk op de toets "AUTO"
om het systeem weer
volledig automatisch te laten
functioneren.
03
Ergonomie en comfort
109
DS4_nl_Chap03_ergonomie-et-confort_ed01-2016
Uitschakelen van het systeem
F Draai de knop van de luchtopbrengst naar links tot
alle lampjes uitgaan.
Deze schakelaar heeft geen invloed op de werking van de automatische airconditioning,
alleen op de aanjagersnelheid.
Tijdens de "REST"-functie kunt u de temperatuur, de luchthoeveelheid en de luchtverdeling
niet wijzigen: deze worden automatisch geregeld, afhankelijk van de buitentemperatuur.
Deze functie is niet aanwezig in de STOP-stand van het Stop & Start-systeem. Vermijd het te lang rijden met
ingeschakelde luchtrecirculatie of
een uitgeschakeld systeem om te
voorkomen dat de ruiten beslaan of de
luchtkwaliteit vermindert.
Bij het aanzetten van het contact
-
D
e signaleringen lichten op: de functie is
beschikbaar.
-
D
ruk op de toets REST om deze functie
voor enkele minuten in te schakelen. Dit
wordt aangegeven door twee streepjes in
de controlesignaleringen en het branden
van vier lampjes voor de aanjagersnelheid.
-
D
e functie is uit- en dan weer in te
schakelen zolang de controlesignaleringen
branden.
-
A
an het einde van de beschikbaarheid van
deze functie, gaan de signaleringen uit. Bij het afzetten van de motor
-
D
e displays zijn verlicht zolang de functie
beschikbaar is.
-
D
ruk op de toets REST om de ventilatie
voor enkele minuten in te schakelen. Dit
wordt aangegeven door twee streepjes
in de controlesignalering en het branden
van vier lampjes voor de kracht van de
aanjager.
D
e functie blijft gehandhaafd, ook als de
auto vergrendeld is.
-
D
e signaleringen gaan aan het einde van
de beschikbaarheid van de functie uit
A
ls u nog een keer op de toets drukt
vóór het einde van de beschikbaarheid
schakelt u de ventilatie definitief uit: de
signaleringen verdwijnen en de functie is
niet meer beschikbaar. Alle functies van de airconditioning en het
ventilatiesysteem worden dan uitgeschakeld.
De temperatuur wordt dan niet meer
geregeld, maar er blijft een kleine luchtstroom
gehandhaafd.
F
W
ijzig de instellingen
(temperatuur, luchthoeveelheid
en luchtverdeling) of druk op de
toets "AUTO" om het systeem
weer met de laatst ingestelde
waarden in te schakelen.
03
Ergonomie en comfort
11 2
DS4_nl_Chap03_ergonomie-et-confort_ed01-2016
Dashboardkastje met verlichting
In het dashboardkastje kan een fles
mineraalwater, de boorddocumentatie enz.
worden opgeborgen.
In het deksel zijn voorgevormde houders
aangebracht voor een pen, een bril, munten,
kaarten, een blikje enz.
F
T
rek de handgreep omhoog om het te
openen.
De verlichting van het dashboardkastje treedt
in werking zodra het wordt geopend.
In het dashboardkastje bevindt zich de
schakelaar voor het uitschakelen van de
frontairbag aan passagierszijde A .
Voorzieningen voorin
Het aansluiten van elektrische
apparatuur die niet door CITROËN
is goedgekeurd, zoals een lader
met USB-aansluitingen, kan leiden
tot storingen in de werking van de
elektrische componenten van de auto,
zoals een slechte radio-ontvangst
of storingen in de weergave van de
displays.
F
D
ruk wanneer u de aansteker wilt
gebruiken, deze in en wacht enkele
seconden tot de aansteker uit zichzelf naar
buiten springt.
F
V
er wijder de aansteker en sluit een geschikte
adapter aan als u een 12V-accessoire
(maximaal vermogen: 120
W) wilt aansluiten .
U kunt bijvoorbeeld een telefoonlader of een
flessenwarmer op deze aansluiting aansluiten.
Plaats na het gebruik direct de aansteker terug.
Aansteker / 12V-aansluiting
03
Ergonomie en comfort