Smart-sleutelsysteem
3-3
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
kelaars tijdelijk uitgeschakeld.
Als de Smart-sleutel in het voorste of
achterste opbergcompartiment wordt
geplaatst, kan de communicatie tus-
sen de Smart-sleutel en de machine
worden verhinderd. Als de bagage-
ruimte achter wordt vergrendeld terwijl
de Smart-sleutel erin zit, kan het
Smart-sleutelsysteem worden uitge-
schakeld. Draag de Smart-sleutel altijd
bij u.
Als u de machine achterlaat, vergren-
del dan het stuurslot en neem de
Smart-sleutel mee. Aanbevolen wordt
om de Smart-sleutel uit te schakelen.
DAU61643
De Smart-sleutel en
mechanische sleutel gebruiken
WAARSCHUWING
DWA17952
U dient de Smart Key bij u te dra-
gen. Bewaar deze niet in het voer-
tuig.
Wees erop alert dat wanneer de
Smart Key zich binnen het wer-
kingsbereik bevindt, andere perso-
nen die de Smart Key niet dragen de
motor kunnen starten en het voer-
tuig kunnen bedienen.
De machine wordt geleverd met één Smart-
sleutel (met een geïntegreerde mechani-
sche sleutel) en één mechanische reserve-
sleutel met een identificatielabel. Bewaar
de mechanische reservesleutel en het label
afzonderlijk van de Smart-sleutel. Als de
Smart-sleutel beschadigd of verloren raakt,
of wanneer de batterij ontladen is, kunt u in
plaats daarvan de mechanische sleutel ge-
bruiken. Het zadel kan worden geopend,
het identificatienummer van het Smart-sleu-
telsysteem kan h andmatig worden inge-
voerd, en de machine kan worden gebruikt.
(Zie pagina 7-37.) We raden u aan om het
identificatienummer te noteren voor
noodgevallen.
Als de Smart-sleutel en het identificatielabel
1. Mechanische sleutel
2. Smart-sleutel
3. Identificatienummerlabel
12 13
2PW-F-D1.book 3 ページ 2015年9月17日 木曜日 午前9時33分