Page 25 of 217

Sleutels, portieren en ruiten23Elektronische sleutel synchroniseren
Druk vier keer op een toets op de
elektronische sleutel binnen bereik
van de detectiezone (ongeveer
één meter) van de voordeuren of de
bagageruimte. De elektronische sleu‐
tel wordt gesynchroniseerd wanneer
het contact wordt aangezet.
Elektronisch sleutelsysteemVoor een handenvrije bediening van
de volgende functies:
● centrale vergrendeling 3 25
● bagageruimte 3 32
● contact inschakelen en motor starten 3 118
De bestuurder hoeft alleen de elek‐
tronische sleutel bij zich te dragen.
Let op
Neem bij het uitstappen altijd de
elektronische sleutel mee.
Bij het achterlaten van de elektroni‐
sche sleutel in de kaartlezer klinkt er een geluidssignaal 3 93 en ver‐
schijnt er een bericht op het Driver
Information Center (DIC) 3 93 bij
het openen van het bestuurderspor‐ tier.
Daarbij heeft de elektronische sleutel
de functionaliteit van de handzender
3 21 en een instapverlichtingsfunctie
3 103.
Handzender met zorg behandelen,
vochtvrij houden, beschermen tegen
hoge temperaturen en onnodig ge‐
bruik vermijden.Let op
Leg de elektronische sleutel onder‐ weg niet in de bagageruimte, aan‐
gezien deze buiten de detectiezone
(aangegeven door een geluidssig‐
naal bij lage snelheid 3 93 en een
bericht op het Driver Information Center (DIC) 3 93) ligt.
Handenvrije bediening wordt automa‐
tisch gedeactiveerd wanneer de toet‐
sen op de elektronische sleutel zijn
gebruikt of de centrale vergrende‐
lingstoets e 3 25 wordt ingedrukt.
Start de motor om de handenvrije be‐ diening weer te activeren.
Aan/Uit-knop 3 118.
Batterij elektronische sleutel
vervangen
Batterij meteen vervangen zodra het
systeem niet meer goed werkt of het
bereik ervan afneemt. Een bericht op het DIC 3 93 geeft aan dat de bat‐
terij moet worden vervangen.
Batterij vervangen, zie Handzender
3 21.
Page 26 of 217

24Sleutels, portieren en ruitenStoring
Als de centrale vergrendeling niet kan worden bediend of als de motor niet
kan worden gestart, kan dit de vol‐
gende oorzaken hebben:
● storing in elektronische sleutel
● elektronische sleutel buiten het ontvangstbereik
● batterijspanning te laag
● overbelasting van de centrale vergrendeling door herhaalde,
snel opeenvolgende activering
van de handzender, waardoor de stroomvoorziening voor korte tijd
wordt onderbroken
● storing door radiogolven afkom‐ stig van externe zenders met eenhoog vermogenFysieke noodsleutel
Ontgrendelingsknop aan de zijkant
van de elektronische sleutel ingedrukt houden en fysieke noodsleutel uit de
bovenkant trekken.
Deuren handmatig vergrendelen of
ontgrendelen door de sleutel in het
slot te draaien.
Steek de fysieke noodsleutel na ge‐
bruik weer in de behuizing van de
elektronische sleutel.
Portiersloten
Diefstalvergrendeling
Open de deur en schakel de diefstal‐
vergrendeling in om te voorkomen dat
de voordeur van buiten af wordt ge‐ opend.
Draai de schakelaar van de vergren‐ deling op de deur met een geschikt
gereedschap in de vergrendelde
stand. De deur kan van buiten af niet
worden geopend.
Page 27 of 217

Sleutels, portieren en ruiten25De diefstalvergrendeling blijft zelfs na
het ontgrendelen van de auto met de
afstandsbediening ingeschakeld. De deur van alleen van binnen of met de
fysieke sleutel worden geopend.
Schakel deze uit door de schakelaar
in de ontgrendelde stand te zetten.
Centrale vergrendeling
Ontgrendelt en vergrendelt de voor‐
portieren, de zijschuifdeuren en de
bagageruimte.
Met de handzender met 3 toetsen
worden de voordeuren en de baga‐
geruimte/zijschuifdeuren (indien aan‐
wezig) onafhankelijk van elkaar ont‐
grendeld en vergrendeld.
Om veiligheidsredenen kan de auto niet worden vergrendeld, wanneer de sleutel in het contactslot steekt.
Let op
Als er binnen ongeveer 2 minuten na
het ontgrendelen van de auto geen
deur wordt geopend, wordt de auto
automatisch weer vergrendeld.Portieren en bagageruimte sluiten. Bij een niet goed gesloten deur werkt de
centrale vergrendeling niet.
Werking van afstandsbediening De werking van de centrale vergren‐
deling met de handzender wordt be‐ vestigd door de alarmknipperlichten.
Ontgrendelen met handzender met
twee toetsen
Afhankelijk van configuratie:
● Druk op c en houd ingedrukt om
alle portieren en de bagage‐ ruimte te ontgrendelen.
- of -
● c eenmaal indrukken om het be‐
stuurdersportier te ontgrendelen
en c tweemaal indrukken om alle
portieren en de bagageruimte te
ontgrendelen.
Ontgrendelen met handzender met
drie toetsen
Afhankelijk van configuratie:
● Druk op c en houd ingedrukt om
alle portieren en de bagage‐
ruimte te ontgrendelen.
Page 28 of 217
26Sleutels, portieren en ruiten- of -
● c eenmaal indrukken om het be‐
stuurdersportier te ontgrendelen
en c tweemaal indrukken om alle
portieren en de bagageruimte te ontgrendelen.
Vergrendelen met handzender met
twee toetsen
Druk op e om: Alle deuren en de ba‐
gageruimte worden vergrendeld.
Vergrendelen met handzender met
drie toetsen
Druk op e om: Alle deuren en de ba‐
gageruimte worden vergrendeld.
Let op
Indien aanwezig, wordt de bewaking van het interieur 3 35 uitgescha‐
keld door e ingedrukt te houden (ter
bevestiging klinkt een geluidssig‐
naal).
Als dit per ongeluk is gebeurd, moet
u de portieren opnieuw ontgrende‐
len en e korte tijd indrukken om de
auto te vergrendelen.
Bagageruimte vergrendelen en
ontgrendelen met handzender met
2 toetsen
Druk afhankelijk van de configuratie
één of tweemaal op c om de bagage‐
ruimte (en de zijschuifdeuren) te ont‐
grendelen.
Druk op e om de bagageruimte (en de
zijschuifdeuren) te vergrendelen.
Page 29 of 217

Sleutels, portieren en ruiten27Bagageruimte vergrendelen en
ontgrendelen met handzender met
3 toetsen
Druk op G om de bagageruimte (en
de zijschuifdeuren) te vergrendelen of te ontgrendelen.
Werking elektronisch
sleutelsysteem
Voor handenvrije bediening moet deelektronische sleutel buiten de auto
zijn, binnen een bereik van ongeveer
één meter van de voordeuren of de
bagageruimte.
Let op
Er zit geen knop voor handenvrije
bediening in de buitenkruk van de
zijschuifdeur.
Er mag geen elektronische sleutel in
de auto blijven liggen en niet nog een
extra elektronische sleutel in de de‐
tectiezones zijn, omdat anders de
handenvrije bediening van de cen‐
trale vergrendeling niet werkt.
De werking van de centrale vergren‐
deling met de elektronische sleutel
wordt bevestigd door de alarmknip‐
perlichten.9 Gevaar
Laat nooit een elektronische sleu‐
tel achter in de auto bij kinderen of dieren, om onbedoeld bedienen
van ruiten, deuren of motor te
voorkomen. Kans op fataal letsel.
Ontgrendelen met elektronische
sleutel - handenvrije bediening
Druk op de knop op een van de bui‐
tenkrukken en trek aan de kruk om te openen.
De auto ontgrendelt alleen wanneer
er ten minste 3 seconden zijn verstre‐
ken na het handenvrij vergrendelen.
Handenvrije bediening wordt automa‐
tisch gedeactiveerd wanneer de toet‐
sen op de elektronische sleutel zijn
gebruikt. Start de motor om de han‐
denvrije bediening weer te activeren.
Page 30 of 217

28Sleutels, portieren en ruitenOntgrendelen met toetsen op de
elektronische sleutel
Druk op c om alle portieren en de ba‐
gageruimte te ontgrendelen.
Vergrendelen met elektronische
sleutel - handenvrije bediening
Druk op de knop op een van de bui‐
tenkrukken. Alle deuren en de baga‐
geruimte worden vergrendeld.
De auto vergrendelt alleen wanneer
er ten minste 3 seconden zijn verstre‐
ken na het handenvrij ontgrendelen.
Handenvrije bediening wordt automa‐
tisch gedeactiveerd wanneer de toet‐
sen op de elektronische sleutel zijn
gebruikt. Start de motor om de han‐
denvrije bediening weer te activeren.
Vergrendelen met toetsen op de
elektronische sleutel
Druk op e om alle portieren en de ba‐
gageruimte te vergrendelen.
Bagageruimte vergrendelen en
ontgrendelen met elektronische
sleutel - handenvrije bediening
Druk op de toets op de buitenkruk om
de achterdeuren/achterklep (en de
zijschuifdeuren) te vergrendelen of te
ontgrendelen wanneer de elektroni‐ sche sleutel binnen bereik van de de‐ tectiezone (ongeveer één meter) is.
De achterdeuren/achterklep (en de
zijschuifdeuren) vergrendelen/ont‐
grendelen alleen wanneer er ten min‐
ste 3 seconden zijn verstreken na de laatste keer indrukken van de toets.
Handenvrije bediening wordt automa‐
tisch gedeactiveerd wanneer de toet‐
sen op de elektronische sleutel zijn
gebruikt. Start de motor om de han‐
denvrije bediening weer te activeren.
Bagageruimte vergrendelen en
ontgrendelen met toetsen op de
elektronische sleutel
Page 31 of 217

Sleutels, portieren en ruiten29Druk op G om de achterdeuren/
achterklep (en de zijschuifdeuren) te
vergrendelen/ontgrendelen.
Elektronisch sleutelsysteem 3 23.
Bediening met fysieke sleutel
Deuren handmatig vergrendelen of
ontgrendelen door de sleutel in het
slot te draaien.
Centrale vergrendelingstoets Vergrendelt of ontgrendelt de portie‐
ren en de bagageruimte vanuit de
passagiersruimte.
Druk op e om de auto te vergrende‐
len. De activering wordt aangeduid
door de LED in de toets. Bij het sluiten
van een open deur wordt de deur au‐
tomatisch vergrendeld.
Druk nogmaals op e om de auto te
ontgrendelen.
Bij het rijden met een open bagage‐
ruimte kunnen de voordeuren (en de
zijschuifdeuren) nog steeds worden
vergrendeld. Met ingeschakeld con‐
tact e gedurende ongeveer
5 seconden ingedrukt houden. Bij het
sluiten van de achterdeuren/achter‐
klep worden ze automatisch vergren‐
deld.
Automatisch vergrendelen 3 29.
Bij het indrukken van e wordt hands‐
free bediening automatisch uitge‐
schakeld. Start de motor om de han‐
denvrije bediening weer te activeren.
Elektronisch sleutelsysteem 3 23.
Deurvangers
Bij bepaalde modellen worden de slo‐
ten van de laadruimte apart bediend
voor meer veiligheid.
Bij deurvangers dient de bagage‐
ruimte met de hand te worden ge‐ opend door de sleutel in het slot te
steken en om te draaien, ofschoon de deuren met de handzender of de
elektronische sleutel kunnen worden
vergrendeld en ontgrendeld.
Achterdeuren 3 31.
Automatisch vergrendelen Automatisch vergrendelen na
wegrijden
U kunt deze beveiligingsfunctie zoda‐
nig configureren dat de deuren en de
bagageruimte automatisch worden
vergrendeld zodra de auto begint te
rijden.
Page 32 of 217

30Sleutels, portieren en ruitenInschakelen
Met ingeschakeld contact e op de
centrale vergrendelingstoets gedu‐
rende ca. 5 seconden ingedrukt hou‐
den. Ter bevestiging van de inscha‐
keling klinkt een geluidssignaal.
Uitschakelen
Met ingeschakeld contact e op de
centrale vergrendelingstoets gedu‐
rende ca. 5 seconden ingedrukt hou‐
den. De uitschakeling wordt beves‐
tigd door een geluidssignaal.
Centrale vergrendelingstoets 3 25.
KinderslotenHet kinderslot voor de zijschuifdeur zit achter op de schuifdeur.
Open de zijschuifdeur en schakel het
kinderslot in om te voorkomen dat de
deur van binnen kan worden ge‐
opend.9 Waarschuwing
Gebruik de kindersloten steeds
wanneer kinderen op de achter‐
bank zitten om te voorkomen dat
het portier per ongeluk van binnen wordt geopend.
Draai de kinderslotschakelaar in de
zijschuifdeur met geschikt gereed‐
schap naar de vergrendelde stand;
de deur kan niet van binnen worden
geopend.
Het kinderslot blijft zelfs na het ont‐
grendelen van de auto met de af‐
standsbediening ingeschakeld. De deur kan alleen van buiten af worden geopend.
De kinderslotschakelaar naar de ont‐
grendelde stand draaien om deze te
deactiveren.
Portieren
Schuifdeur
Open en sluit de schuifdeur alleen
wanneer de auto stilstaat met de
handrem aangetrokken.
Trek de binnenhandgreep naar ach‐
teren om te ontgrendelen en te ope‐
nen.
De deur is van de binnenzijde te ver‐
grendelen met de binnenste vergren‐
delingstoets.