Page 177 of 239

Verzorging van de auto175deze met een afdekkap worden afge‐
sloten en moet de ventilatie bij de
minpool worden geopend.
Uitsluitend accu's gebruiken waarbij
de zekeringenkast boven de accu kan worden gemonteerd.
Vervang bij auto's met een AGM-accu
(Absorptive Glass Mat) de accu door
een andere AGM-accu.
U kunt een AGM-accu herkennen aan
het label op de accu. Wij bevelen het
gebruik aan van een originele Opel-
accu.
Let op
Als u een andere AGM-accu ge‐
bruikt dan de originele Opel accu,
kunnen slechtere prestaties het ge‐
volg zijn.
Het wordt geadviseerd de accu door
een werkplaats te laten vervangen.
Stop-startsysteem 3 130.
Accu opladen9 Waarschuwing
Bij auto's met een stop-startsys‐
teem moet u ervoor zorgen dat het oplaadvermogen geen 14,6 volt
overschrijdt wanneer u een accu-
oplader gebruikt. Anders kan de
accu beschadigd raken.
Starthulp gebruiken 3 204.
Waarschuwingslabel
Betekenis van symbolen:
● Geen vonken of open vlammen en niet roken.
● Bescherm de ogen altijd. Explo‐ sieve gassen kunnen blindheid of
letsel veroorzaken.
● Houd de accu buiten het bereik van kinderen.
● De accu bevat zwavelzuur dat aanleiding kan geven tot blind‐
heid of ernstige brandwonden.
Page 178 of 239
176Verzorging van de auto● Zie de Gebruikershandleidingvoor meer informatie.
● Explosief gas kan in de buurt van
de accu aanwezig zijn.
Dieselbrandstofsysteem ontluchten
Na het leegrijden van de tank moet het dieselbrandstofsysteem worden ontlucht. Het contact driemaal
15 seconden per keer aanzetten. Mo‐ tor vervolgens maximaal
40 seconden starten. Deze procedure na minstens 5 seconden herhalen.
Slaat de motor niet aan, dan de hulp
van een werkplaats inroepen.Wisserblad vervangen
Til de ruitenwisser op, druk op de
knop om het wisserblad los te maken en verwijder dit.
Maak het ruitenwisserblad in een
lichte hoek vast aan de ruitenwisser‐
arm en druk het in tot het vastklikt.
Breng de ruitenwisserarm voorzichtig
naar omlaag.
Wisserblad achterruit
1. Demonteer de wisserkap van de wisser compleet.
2. Til het wisserblad op.
Page 179 of 239
Verzorging van de auto1773. Druk op de schuifborgpen.4. Trek het wisserblad eruit.Gloeilamp vervangen
Ontsteking uitschakelen en desbe‐
treffende schakelaar uitschakelen of
portieren sluiten.
Nieuwe gloeilamp alleen aan fitting vastpakken. Het glas van de gloei‐
lamp niet met blote handen aanraken.
Bij vervangen altijd hetzelfde type
gloeilamp gebruiken.
Vervang de gloeilampen van de kop‐
lampen vanuit de motorruimte.
Halogeenkoplampen
Grootlicht en dimlichtKoplampafdekking verwijderen.
Dimlicht
1. Ontkoppel de stekker van de ko‐ plampfitting.
Page 180 of 239
178Verzorging van de auto2. Druk de veerklem in, maak hemlos.
3. Verwijder de gloeilamp uit de fit‐ ting en vervang de lamp.
4. Bij het aanbrengen van de nieuwe
gloeilamp de lipjes in de uitsparin‐ gen van het reflectorhuis steken.
5. Plaats de koplampeenheid terug.
6. Draadveerklem vastklikken.
7. Sluit de stekker van de koplamp‐ fitting aan.
8. Koplampafdekking aanbrengen en vastdraaien.
Grootlicht
1. Trek de fitting eruit.
2. Verwijder de gloeilamp uit de fit‐ ting en vervang de lamp.
3. Bij het aanbrengen van de nieuwe
gloeilamp de lipjes in de uitsparin‐ gen van het reflectorhuis steken.
4. Plaats de koplampeenheid terug.
5. Koplampafdekking aanbrengen en vastdraaien.
Zijmarkeringslichten
1. Draai de fitting linksom van hetgeheel af.
2. Trek de fitting uit de reflector. 3. Stekker van gloeilamp losnemen.
Page 181 of 239
Verzorging van de auto179
4. Gloeilamp uit fitting nemen.
5. Nieuwe gloeilamp plaatsen.
6. Stekker aan gloeilamp bevesti‐ gen.
7. Steek de fitting in de reflector.
8. Plaats het geheel terug.
Xenonkoplampen
9 Gevaar
Xenonkoplampen werken met een
zeer hoge elektrische spanning.
Niet aanraken. Gloeilampen door
een werkplaats laten vervangen.
Bochtverlichting
1. Verwijder de beschermhoes.
2. Trek de fitting eruit.
3. Verwijder de gloeilamp uit de fit‐ ting en vervang de lamp.
4. Bij het aanbrengen van de nieuwe
gloeilamp de lipjes in de uitsparin‐ gen van het reflectorhuis steken.
5. Plaats de koplampeenheid terug.
6. Koplampafdekking aanbrengen en vastdraaien.
Page 182 of 239
180Verzorging van de autoMistlampen
U kunt de lampen bereiken langs de
onderkant van de auto
1. Draai het betreffende wiel voor betere toegang naar binnen en
draai de drie torxbouten aan de
buitenkant van de wielkuip eruit.
Boordgereedschap 3 189.
2. Trek de voering weg en houd deze vast om bij de lamphouder te
kunnen komen.
3. Trek de borgrib (1) naar buiten en
trek de stekker (2) uit de lampfit‐
ting.
4. Draai de lamphouder linksom (3) en verwijder deze uit de reflector.
5. Vervang de lamp in de lampfitting
en klik deze weer vast aan de
stekker.
6. Plaats de lampfitting in de reflec‐ tor door hem rechtsom te draaien
en zet hem vast.
7. Breng de voering weer aan en draai de drie torxbouten vast.
Richtingaanwijzers vooraan
1. Draai de lamphouder linksom en maak deze los.
Page 183 of 239
Verzorging van de auto1812. Gloeilamp iets in lamphouder du‐wen, linksom draaien, verwijderenen nieuwe gloeilamp plaatsen.
3. Lamphouder in reflectorhuis plaatsen en rechtsom vergrende‐
len.
Achterlichten
Linkerzijde
1. Verwijder beide deksels en schroef de schroeven eruit. Ver‐
wijder het paneel.
2. Verwijder het deksel.
Rechterzijde
1. Verwijder de klep van het opberg‐
vak en de bandenreparatieset.
2. Verwijder het deksel.
3. Achter-/remlicht (1)
Richtingaanwijzer (2)
Achteruitrijlicht (3)
Page 184 of 239
182Verzorging van de auto
4. Lamphouder verwijderen. Gloei‐lamp verwijderen en vervangen.
5. Plaats de lamphouder in de ach‐ terlichteenheid. Achterlicht com‐
pleet in carrosserie aanbrengen
en vastdraaien. Afdekkingen slui‐
ten en vastklikken.
6. Schakel de ontsteking in en kijk of
alle lampen werken.
Zijrichtingaanwijzers
Laat de lichten door een werkplaats
controleren als deze niet werken.
Derde remlicht
Laat het derde remlicht door een
werkplaats controleren als het niet
werkt.