Page 65 of 259

Opbergen63Afneembare bekerhouder
Aan de bovenste of onderste geleide‐ rail in de voorste console kan een be‐
kerhouder worden bevestigd.
Klap het frame voor gebruik uit de be‐ ginstand.
Let op
Als de bekerhouder in de onderste
geleiderail en de afneembare arm‐
steun in de bovenste geleiderail is
aangebracht, zorg dan dat u het
frame terugklapt in de oorspronke‐
lijke stand voordat u een van de on‐
derdelen verplaatst.
Anders kunnen de armsteun en de
bekerhouder bij het boven elkaar be‐
wegen beschadigd raken.
Armsteun 3 40.
Bekerhouder aanbrengen
Druk op de knoppen voor en achter
en steek de geleidepennen in de bo‐
venste of onderste geleiderail. Druk stevig op de voorste knop.
Laat de knoppen los en beweeg de
bekerhouder totdat deze hoorbaar
vastklikt.
Let op
Installeer de bekerhouder in de rich‐
ting zoals wordt getoond in de af‐ beelding. Anders zit de bekerhouder mogelijk niet goed vast.
Bekerhouder bewegen
Druk iets op de voorste knop en be‐
weeg de bekerhouder in de gewenste stand. Laat de knop los en beweeg debekerhouder totdat deze hoorbaar
vastklikt.
Bekerhouder wegnemen
Druk op de knoppen voor en achter
en neem de bekerhouder weg. Druk
stevig op de voorste knop.
Page 66 of 259
64OpbergenBekerhouder op
armsteunadapter
In de armsteunadapter van de mid‐
delste zitplaats achter is nog een be‐
kerhouder geïntegreerd.
Armsteunadapter 3 44.
Opbergruimte voorin
Naast het stuurwiel bevindt zich een
opbergvak.
Opbergvak onder
passagiersstoel
Til de schuif aan de handgreepuitspa‐
ring op en trek ze eruit. Maximale be‐ lasting: 3 kg. Om te sluiten, de lade
induwen en vastklikken.
Armsteun met opbergruimte
Opbergruimte in afneembare
armsteun
Duw op de knop en klap het deksel
van de armsteun omhoog. De arm‐
steun bevat een opbergvak.
De armsteun kan ook op de neerge‐
klapte middelste zitplaats worden
aangebracht 3 44.
Page 67 of 259

Opbergen65Draagsysteem achterzijde
Het draagsysteem achteraan (Flex-
Fix-systeem) biedt de mogelijkheid om fietsen op een in de bodemplaat
geïntegreerde, uitschuifbare houder
te bevestigen. Het transporteren van
andere voorwerpen is niet toege‐
staan.
De maximale belading van het draag‐ systeem achterzijde is 40 kg. De
maximale belading per fiets is 20 kg.
De wielbasis van een fiets mag niet
meer dan 1,2 m zijn. Anders kan de
betreffende fiets niet veilig worden
vastgezet.
Het niet-gebruikte draagsysteem
achterzijde kan terug in de bodem‐
plaat worden geschoven.
Op de fietsen mogen zich geen voor‐
werpen bevinden die tijdens het
transport kunnen loskomen.Voorzichtig
Plaats geen fietsen met carbon
pedaalkrukken op fietsendragers.
De fietsen kunnen beschadigd ra‐
ken.
Uitschuiven
Achterklep openen.
9 Waarschuwing
Het is niet toegestaan zich binnen
het bereik van de achterdrager tebegeven, kans op letsel.
Ontgrendelingshefboom naar boven
trekken. Het systeem komt los en ver‐
plaatst zich snel uit de bumper.
Page 68 of 259
66OpbergenHet draagsysteem er volledig uittrek‐
ken totdat het hoorbaar vastklikt.
Controleren of het draagsysteem niet
naar binnen kan worden geschoven
zonder opnieuw aan de ontgrende‐
lingshefboom te trekken9 Waarschuwing
Het is alleen toegestaan voorwer‐
pen op het Flex-Fix draagsysteem
te vervoeren, als het systeem op
de juiste manier uitgeschoven is.
Als het Flex-Fix draagsysteem niet goed uitgeschoven kan worden,
breng dan geen voorwerpen op
het systeem aan en schuif het
weer in. De hulp van een werk‐
plaats inroepen.
Achterlichten aanbrengen
Eerst het achterste achterlicht ( 1),
vervolgens het voorste ( 2) achterlicht
uit de uitsparingen nemen.
Open de lamphouder aan de achter‐
zijde van het achterlicht volledig.
Druk de klemhendel naar onder en
druk de lampsteun in de houder tot hij loskomt.
Deze procedure voor beide achter‐
lichten uitvoeren.
Page 69 of 259
Opbergen67
De kabel- en lamppositie controleren
om er zeker van te zijn dat deze goed
zijn aangebracht en stevig vastzitten.
Draagsysteem achteraan
vergrendelen
Draai eerst aan de rechtse klemhou‐
der ( 1) en daarna aan de linkse klem‐
houder ( 2) tot u een weerstand voelt.
Het draagsysteem achterzijde is ver‐
grendeld wanneer de klemhendels
ongeveer 50° zijn gezwenkt. Zo niet,
dan wordt een veilige werking niet ge‐ garandeerd.
Let op
Achterklep sluiten.
Page 70 of 259
68OpbergenKlap de nummerplaathouder uit
Klap de houder van de nummerplaat
uit.
Bevestig de nummerplaat voordat u
het draagsysteem aan de achterzijde
voor het eerst gebruikt.
Crankhouders uitklappen
Een of beide crankhouders naar bo‐
ven klappen totdat de diagonale
steun vastklikt.
Crankbevestigingen uit de crankhou‐
ders verwijderen.
Draagsysteem achteraan aan
een fiets aanpassen
Ontgrendelingshefboom indrukken
en wielhouders eruit trekken.
Page 71 of 259
Opbergen69
Ontgrendelingshefboom aan de
spanband indrukken en spanband er‐ uit trekken.
Fiets voor bevestiging
voorbereiden
Let op
De maximale breedte voor het pe‐
daal is 38,3 mm en de maximale
diepte is 14,4 mm.
Linker crank (zonder kettingblad) ver‐
ticaal omlaagdraaien. Het pedaal van de linker crank moet horizontaal
staan.
De voorste fiets moet met het voor‐
wiel naar links staan.
De achterste fiets moet met het voor‐
wiel naar rechts staan.
Fiets aan het draagsysteem
achteraan bevestigen
De verstelbare crankunit met de
draaigreep op de crankhouder ruw‐
weg aan de kraag van de crank aan‐
passen.
Als de fiets rechte cranks heeft, de
crankunit volledig uitdraaien
(stand 5).
Page 72 of 259
70Opbergen
Als de fiets gebogen cranks heeft, de
crankunit volledig indraaien (stand 1).
Fiets erop plaatsen. De crank moet
zoals op de afbeelding in de schacht
van de crankhouder geplaatst wor‐
den.Voorzichtig
Zorg ervoor dat het pedaal het op‐ pervlak van het fietsenrek niet
raakt. Anders zou de onderste kru‐ kas tijdens het vervoer bescha‐
digd kunnen raken.
Plaats de cranksteun van bovenaf in
de buitenste rail van elke cran‐
kuitsparing en duw de steun minstens
tot onder de karteling omlaag.
Crank bevestigen door aan de klem‐
schroef op de crankbevestiging te
draaien.