Page 217 of 259
Verzorging van de auto2152. Variant 1:
Plaats de wielsleutel stevig op de
wielbouten en draai elke bout een
halve slag los.
Variant 2:
Klap de wielsleutel uit, plaats
deze stevig op de wielbouten en
draai elke bout een halve slag los.
De wielen kunnen met wielborg‐
bouten beschermd zijn. Zet voor
het losdraaien van deze speci‐
fieke bouten eerst de adapter op
de boutkop voordat u de wielsleu‐ tel erop zet. De adapter ligt in hethandschoenenkastje.
3. Erop letten dat de krik goed onder
het juiste kriksteunpunt staat.
4. Variant 1:
Zet de krik op de vereiste hoogte.
Zet deze zodanig onder het hef‐
punt dat deze niet kan losschie‐
ten.
Page 218 of 259

216Verzorging van de autoZwengel bevestigen en met de
krik recht onder het kriksteunpunt
aan de zwengel draaien totdat het wiel van de grond komt.
Variant 2:
Zet de krik op de vereiste hoogte.
Zet deze zodanig onder het hef‐
punt dat deze niet kan losschie‐
ten.
Bevestig de wielsleutel en draai
met de krik recht onder het krik‐
steunpunt aan de wielsleutel tot‐
dat het wiel van de grond komt.
5. Wielbouten losdraaien.
6. Wiel verwisselen.
7. Draai de wielmoeren erop.
8. Auto laten zakken.
9. Wielsleutel aanbrengen, let er hierbij op dat deze stevig vastzit
en de wielbouten kruislings aan‐
halen. Het aanhaalmoment be‐
draagt 110 Nm.
10. Wieldop voor het aanbrengen zo verdraaien dat de ventielopening
over het bandventiel valt.
Wielboutdoppen aanbrengen.
11. Berg het vervangen wiel 3 217,
het autogereedschap 3 200 en de
adapter voor het vergrendelen
van de wielbouten 3 62 op.
12. Bandenspanning alsmede het aanhaalmoment van de wielbou‐ten van het gemonteerde wiel zo
spoedig mogelijk controleren.
Defecte band laten vervangen of re‐
pareren.
Krikpositie voor liftplatform
Achterarmpositie van het liftplatorm
op de carrosserie onderaan.
Page 219 of 259

Verzorging van de auto217
Voorarmpositie van het liftplatorm op
de carrosserie onderaan.
Reservewiel
Sommige auto's hebben in plaats van
een reservewiel een bandenrepara‐
tieset.
Bij het aanbrengen van een reserve‐
wiel met een andere maat dan de an‐
dere wielen kan het wiel worden be‐
schouwd als een tijdelijk reservewiel
en gelden de betreffende maximum‐
snelheden, zelfs als dit niet door een
label wordt aangegeven. Raadpleeg
een werkplaats voor informatie over
de geldende maximumsnelheid.
Het reservewiel heeft een stalen velg.Voorzichtig
Is het gemonteerde reservewiel
kleiner dan de andere wielen of
wordt het gebruikt in combinatie
met winterbanden, dan kunnen de
rijeigenschappen negatief worden
beïnvloed. Defecte band zo spoe‐
dig mogelijk laten vervangen.
Het reservewiel ligt in de bagage‐
ruimte onder de vloerafdekplaat.
Deze is vastgezet met een vleugel‐
moer.
De kuip van het reservewiel is niet
ontworpen voor alle toegestane ban‐
denmaten. Als er een wiel met een
grotere maat dan die van het reser‐
vewiel in de bagageruimte moet wor‐
den opgeborgen moet het afhankelijk van het model met een band of een
verlengstang worden vastgezet.
Verwisseld wiel met een band in
de bagageruimte opbergen
Gebruik de band uit het boordgereed‐ schap. Boordgereedschap 3 200.
● Zet het wiel dicht bij een zijwand op de vloer van de bagage‐
gruimte.
Page 220 of 259

218Verzorging van de auto● Plaats de lus van de riem doorhet voorste sjoroog aan de be‐
treffende zijde.
● Plaats de haak van de riem door de lus en trek eraan totdat de
riem stevig aan het sjoroog be‐
vestigd is.
● Steek de riem door de spaken van het wiel zoals weergegevenin de illustratie.
● Doe de haak in het achterste sjor‐
oog.
● Trek de riem strak en borg deze met de gesp.
Verwisseld wiel met een
verlengstang in de bagageruimte
opbergen
Gebruik de verlengstang uit het
boordgereedschap. Boordgereed‐
schap 3 200.
● Draai de vleugelmoer linksom en
neem het compacte reservewiel
weg.
● Haal de verlengstang uit het boordgereedschap en schroef
deze op de bout.
● Berg het beschadigde wiel op en
zet het vast door de vleugelmoer
rechtsom te draaien.
Leg de vloerafdekking over het uitste‐ kende wiel.
Haal de verlengstang weg voordat u het reservewiel na het vervangen of
repareren van het defecte wiel in de
uitsparing legt.9 Waarschuwing
Bij het niet goed vastzetten van
een krik, een wiel of andere appa‐ ratuur in de bagageruimte is er
kans op letsel. Bij een noodstop of een botsing kunnen inzittendendoor voorwerpen worden getrof‐
fen.
Berg krikken of gereedschap altijd goed vastgezet in de betreffendeopbergvakken op.
Leg het beschadigde wiel altijd
vastgezet met de band in de ba‐
gageruimte of met de vleugelmoer
in de uitsparing voor het reserve‐
wiel.
Page 221 of 259

Verzorging van de auto219Compact reservewielVoorzichtig
Bij gebruik van het compacte re‐
servewiel kunnen de rijeigen‐
schappen negatief worden beïn‐
vloed. Defecte band zo spoedig
mogelijk laten vervangen of repa‐
reren.
Slechts één compact reservewiel monteren. De toegestane maximum‐
snelheid op het label op het tijdelijke
reservewiel geldt alleen voor de ban‐
denmaat af fabriek.
Als uw auto achteraan een lekke
band krijgt wanneer u een ander voer‐
tuig sleept, dient u het compact reser‐ vewiel vooraan en een volwaardig
wiel achteraan te monteren.
Sneeuwkettingen 3 208.
Reservewiel met
draairichtingsgebonden band
Monteer draairichtingsgebonden
banden indien mogelijk zo dat ze in de rijrichting afrollen. De draairichting is
herkenbaar aan een symbool (bijv.
een pijl) op de zijwand van de band.
Voor banden die tegen de draairich‐
ting in gemonteerd zijn geldt:
● Rijeigenschappen worden moge‐
lijk nadelig beïnvloed. Laat de de‐
fecte band zo snel mogelijk ver‐ vangen of repareren en breng
deze in plaats van het reserve‐
wiel aan.
● Bij regen en sneeuw bijzonder voorzichtig rijden.Starthulp gebruiken
Niet starten met behulp van een snel‐ lader.
Bij een ontladen accu kan de motor
worden gestart met hulpstartkabels
en de accu van een ander voertuig.9 Waarschuwing
Ga bij het werken met hulpstartka‐
bels uiterst behoedzaam te werk.
Afwijken van de onderstaande in‐
structies kan letsel of schade door
exploderen van de accu of schade aan de elektrische systemen van
beide voertuigen veroorzaken.
9 Waarschuwing
Laat de accu niet in contact komen
met de ogen, de huid, weefsels en lakwerk. De vloeistof bevat zwa‐
velzuur, dat bij direct contact per‐
soonlijk letsel en schade aan de auto kan veroorzaken.
● De accu van de auto nooit aan vonken of open vuur blootstellen.
Page 222 of 259

220Verzorging van de auto● Een ontladen accu kan al bij eentemperatuur van 0 °C bevriezen.
Ontdooi de bevroren accu alvo‐
rens hulpstartkabels aan te slui‐ ten.
● Bij werkzaamheden aan de accu oogbescherming en bescher‐
mende kleding dragen.
● Gebruik een hulpaccu met de‐ zelfde spanning (12 volt). De ca‐
paciteit van de hulpaccu (Ah)
mag niet veel minder zijn dan die van de lege accu.
● Hulpstartkabels met geïsoleerde aansluitklemmen en een diame‐
ter van minstens 16 mm 2
(bij dieselmotoren 25 mm 2
) ge‐
bruiken.
● De ontladen accu niet van het boordnet loskoppelen.
● Alle onnodige stroomverbruikers uitschakelen.
● Tijdens de hulpstart niet over de accu leunen.
● De aansluitklemmen van de ene kabel mogen die van de andere
niet raken.● Ook de auto's mogen elkaar tij‐ dens de hulpstart niet raken.
● Handrem aantrekken, versnel‐ lingsbak in neutrale stand, auto‐
matische versnellingsbak in
stand P.
● Open de beschermkappen van de pluspolen van beide accu's.
Aansluitvolgorde van de kabels:
1. Rode kabel op de pluspool van de
hulpstartaccu aansluiten.
2. Het andere uiteinde van de rode kabel op de pluspool van de ont‐
laden accu aansluiten.
3. Zwarte kabel op de minpool van de hulpstartaccu aansluiten.
4. Het andere uiteinde van de zwarte
kabel op de massa van de auto
aansluiten, bijv. op het motorblok
of op een bout van de motorop‐
hanging. Zover mogelijk van de
ontladen accu aansluiten; mini‐
maal 60 cm.
De kabels zo leggen dat ze niet door
de draaiende delen in de motorruimte geraakt kunnen worden.
Om de motor te starten: 1. De motor van het stroom leve‐ rende voertuig starten.
2. Na 5 minuten de andere motor starten. Startpogingen niet langer
dan 15 seconden laten duren met
tussenpozen van 1 minuut.
3. Beide motoren met aangesloten kabels ca. 3 minuten stationair la‐
ten draaien.
Page 223 of 259
Verzorging van de auto2214. Elektrische verbruikers (bijv. kop‐lampen, achterruitverwarming)
van de stroom ontvangende auto
inschakelen.
5. Bovenstaande procedure bij het verwijderen van de kabels in de
omgekeerde volgorde volgen.Trekken
Auto slepen
Kap aan onderkant losmaken en naar
onderen toe verwijderen.
Het sleepoog is opgeborgen bij het
boordgereedschap 3 200.
Sleepoog inschroeven en tot aan de
aanslag in horizontale stand vast‐
draaien.
Sleepkabel – beter is een sleepstang
– aan sleepoog bevestigen.
Sleepoog alleen gebruiken om de
auto weg te slepen en niet om deze
te bergen.
Voorzichtig
Activeer het kinderslot in beide
achterportieren als de zitplaatsen achterin bezet zijn. Kindersloten3 25.
Page 224 of 259

222Verzorging van de autoOntsteking inschakelen om het stuur‐slot te ontgrendelen en remlichten,
claxon en voorruitwisser te kunnen
bedienen.
Versnellingsbak in neutrale stand.Voorzichtig
Langzaam wegrijden. Schok‐
kende bewegingen vermijden.
Buitensporige trekkrachten kun‐ nen de auto beschadigen.
Bij uitgeschakelde motor gaat rem‐
men en sturen aanmerkelijk zwaar‐
der.
Recirculatiesysteem inschakelen en ruiten sluiten, zodat geen uitlaatgas‐
sen van de slepende auto kunnen
binnendringen.
Auto's met automatische versnel‐
lingsbak: De auto moet voorwaarts
worden gesleept, niet sneller dan
80 km/u en niet verder dan 100 km. In alle andere gevallen en wanneer deversnellingsbak defect is, moet de
vooras omhoog worden gezet.
De hulp van een werkplaats inroepen.
Na het slepen verwijdert u het sleep‐ oog.
Klik de dop in de onderkant vast.
Andere auto slepen
Kap aan onderkant losmaken en naar
onderen toe verwijderen.
Het sleepoog is opgeborgen bij het
boordgereedschap 3 200.
Sleepoog inschroeven en tot aan de
aanslag in horizontale stand vast‐
draaien.
Sjoroog onder aan de achterkant van
de auto nooit als sleepoog gebruiken.
Sleepkabel – of nog beter, een sleep‐stang – aan sleepoog bevestigen.
Sleepoog alleen gebruiken om de
auto weg te slepen en niet om deze
te bergen.