Page 57 of 259

Stoelen, veiligheidssystemen55Gebruik de contactsleutel om de po‐
sitie te kiezen:*:airbag van voorpassagier is ge‐
deactiveerd en gaat niet af bij
een aanrijding. Controlelampje
* brandt voortdurend in de mid‐
denconsole. U kunt een kinder‐
zitje aanbrengen in overeen‐
stemming met de tabel
Inbouwposities kinderveilig‐
heidssystemen 3 58. Er mag
geen volwassen persoon op de
stoel van de voorpassagier ver‐
voerd wordenV:airbag van voorpassagier is ac‐
tief. U mag geen kinderveilig‐
heidssystemen aanbrengen9 Gevaar
Kans op dodelijk letsel voor een
kind in een kinderzitje op de pas‐
sagiersstoel met geactiveerde air‐ bag.
Kans op dodelijk letsel voor een
volwassene op de passagiersstoel met gedeactiveerde airbag.
Als de controlelamp V ongeveer
60 seconden brandt nadat het contact ingeschakeld is, gaat het airbagsys‐
teem voor de voorpassagier af bij een
aanrijding.
Indien beide conrolelampen tegelij‐
kertijd branden zit er een storing in het systeem. De systeemstatus wordt
niet aangeduid; er mag niemand op
de stoel van de voorpassagier ver‐
voerd worden. Roep onmiddellijk de
hulp van een werkplaats in.
Verander de status alleen tijdens stil‐
stand terwijl het contact is uitgescha‐
keld.
Status blijft actief tot de volgende ver‐ andering.
Controlelamp airbag-deactivering
3 96.
Page 58 of 259

56Stoelen, veiligheidssystemenKinderveiligheidssyste‐
men
Wij bevelen het Opel-kinderveilig‐
heidssysteem DUO aan dat specifiek
voor montage in uw auto geschikt is.
Wanneer u het Opel-kinderveiligheid‐ systeem DUO gebruikt, moet u de
buitenste stoelen achteraan op stand 2 3 42 zetten. Wij raden u aan het
Opel-kinderveiligheidsysteem DUO
vast te zetten met behulp van de vol‐
gende beveiligingssystemen in com‐
binatie:ISOFIXDriepuntsgordelTop-TetherWanneer u een kinderveiligheidssys‐
teem gebruikt, moet u de gebruikers-
en montagehandleiding én de instruc‐ ties bij het kinderveiligheidssysteem
opvolgen.
Houd u altijd aan de plaatselijke of
landelijke voorschriften. In sommige
landen is het gebruik van kindervei‐ ligheidssystemen op bepaalde zit‐
plaatsen verboden.9 Waarschuwing
Als u een kinderveiligheidssys‐
teem op de passagiersstoel ge‐
bruikt, moet het airbagsysteem voor de passagiersstoel zijn ge‐deactiveerd; anders kan het kind
dodelijk gewond raken wanneer
de frontairbag afgaat.
Dit geldt vooral als u achterwaarts gerichte kinderveiligheidssyste‐men op de passagiersstoel ge‐bruikt.
Airbag deactiveren 3 54,
Airbaglabel 3 49.
Page 59 of 259

Stoelen, veiligheidssystemen57Juiste systeem selecterenHet kinderveiligheidssysteem kan het
best op de zitplaatsen achter worden
bevestigd.
Vervoer kinderen zo lang mogelijk te‐ gen de rijrichting in. Hierdoor wordt de
nog erg zwakke ruggengraat van het
kind bij een ongeval minder belast.
Geschikt zijn veiligheidssystemen die voldoen aan de geldende UN ECE-
regelgeving. Raadpleeg de plaatse‐ lijke wetgeving en richtlijnen voor het
verplichte gebruik van kinderveilig‐
heidssystemen.
Het kinderveiligheidssysteem dat u
gaat monteren, moet geschikt zijn voor het autotype.
Het kinderveiligheidssysteem moet
op de correcte positie in de auto wor‐ den gemonteerd, zie de onder‐
staande tabellen.
Laat kinderen alleen aan de trottoir‐ kant van de auto uit- en instappen.
Wanneer het kinderveiligheidssys‐
teem niet wordt gebruikt, moet u vast‐
zetten met een veiligheidsgordel of
verwijderen.Let op
Kinderveiligheidssystemen niet be‐ plakken of met andere materialen af‐ dekken.
Een kinderveiligheidssysteem dat
tijdens een aanrijding werd belast
moet worden vervangen.
Page 60 of 259

58Stoelen, veiligheidssystemenInbouwposities kinderveiligheidssystemenToegestane mogelijkheden voor de bevestiging van een kinderveiligheidssysteemGewichts- of leeftijdsgroep
Op passagiersstoelOp buitenste
zitplaatsen achterinOp middelste zitplaats
achteringeactiveerde airbaggedeactiveerde airbagGroep 0: tot 10 kg
of ca. 10 maandenXU 1U 2U3Groep 0+: tot 13 kg
of ca. 2 jaarXU 1U 2U3Groep I: 9 tot 18 kg
of ca. 8 maanden tot 4 jaarXU 1U2U3Groep II: 15 tot 25 kg
of ca. 3 tot 7 jaarXXU 2U3Groep III: 22 tot 36 kg
of ca. 6 tot 12 jaarXXU 2U31:Wanneer u het kinderveiligheidssysteem met een driepuntsgordel vastzet, moet u de stoelhoogteverstelling in de
hoogste stand zetten en de veiligheidsgordel vóór het bovenste verankeringspunt langs laten lopen. Zet de rugleuning zo ver als noodzakelijk rechtop, zodat de gordel bij de gesp gespannen is.2:Alleen als de buitenste zitplaatsen in stand 1 of 2, 3 42 staan.3:Alleen als de buitenste zitplaatsen op een lijn met de middelste zitplaats liggen (stand 2, 3 42).U:Universeel bruikbaar in combinatie met een driepuntsveiligheidsgordel.X:Kinderveiligheidssystemen zijn in deze gewichts- en leeftijdsgroep niet toegestaan.
Page 61 of 259
Stoelen, veiligheidssystemen59Toegestane mogelijkheden voor de bevestiging van een ISOFIX-kinderveiligheidssysteemGewichtsklasseMaatklasseBevestigingOp passagiersstoelOp buitenste zitplaatsen
achterinOp middelste
zitplaats achterinGroep 0: tot 10 kg
of ca. 10 maandenEISO/R1XIL 1XGroep 0+: tot 13 kg
of ca. 2 jaarEISO/R1XIL 1XDISO/R2XIL1XCISO/R3XIL1XGroep I: 9 tot 18 kg
of ca. 8 maanden tot 4 jaarDISO/R2XIL 1XCISO/R3XIL1XBISO/F2XIL1
, IUF 1, 2XB1ISO/F2XXIL1
, IUF 1, 2XAISO/F3XIL1
, IUF 1, 2XGroep II: 15 tot 25 kg
of ca. 3 tot 7 jaarXIL 1XGroep III: 22 tot 36 kg
of ca. 6 tot 12 jaarXIL 1X
Page 62 of 259

60Stoelen, veiligheidssystemenIL:Geschikt voor bepaalde ISOFIX veiligheidssystemen uit de categorieën 'specifieke auto', 'beperkt' of'semi-universeel'. Het ISOFIX veiligheidssysteem moet goedgekeurd zijn voor het specifieke autotype.IUF:Geschikt voor voorwaarts gerichte ISOFIX kinderveiligheidssystemen uit de universele categorie, goedgekeurd
voor deze gewichtsklasse.X:Geen ISOFIX kinderveiligheidssysteem goedgekeurd voor deze gewichtsklasse.1:Alleen als de buitenste zitplaatsen in stand 1 of 2, 3 42 staan.2:Alleen voor Opel kinderveiligheidssysteem DUO: Als de stoel is vastgemaakt zoals werd aanbevolen 3 56 , moeten
de buitenste stoelen in stand 2 3 42 staan.
ISOFIX-maatklasse en zitgelegenheid
A - ISO/F3:Voorwaarts gericht kinderveiligheidssysteem voor kinderen met max. lengte in de gewichtsklasse 9 tot
18 kg.B - ISO/F2:Voorwaarts gericht kinderveiligheidssysteem voor kleinere kinderen in de gewichtsklasse 9 tot 18 kg.B1 - ISO/F2X:Voorwaarts gericht kinderveiligheidssysteem voor kleinere kinderen in de gewichtsklasse 9 tot 18 kg.C - ISO/R3:Achterwaarts gericht kinderveiligheidssysteem voor kinderen met max. lengte in de gewichtsklasse tot
18 kg.D - ISO/R2:Achterwaarts gericht kinderveiligheidssysteem voor kleinere kinderen in de gewichtsklasse tot 18 kg.E - ISO/R1:Achterwaarts gericht kinderveiligheidssysteem voor jonge kinderen in de gewichtsklasse tot 13 kg.
Page 63 of 259
Stoelen, veiligheidssystemen61Isofix-
kinderveiligheidssystemen
Bevestig de voor de auto goedge‐
keurde ISOFIX-kinderveiligheidssys‐
temen aan de ISOFIX bevestigings‐
beugels. ISOFIX veiligheidssyste‐
men voor specifieke auto's worden in de tabel aangeduid met IL.
ISOFIX-bevestigingsbeugels zijn
aangeduid met een label op de rug‐
leuning.
Top-Tether-
bevestigingsogen
Top-tether-bevestigingsogen worden
aangeduid met het symbool : van
een kinderzitje.
Aanvullend op de ISOFIX bevestiging
zet u de Top-tether -band vast aan de
Top-tether-bevestigingsogen. Daar‐
bij moet de bijbehorende gordel tus‐
sen de glijstangen van de hoofdsteun
lopen.
ISOFIX kinderveiligheidssystemen
uit de universele categorie worden in
de tabel aangeduid met IUF.
Page 64 of 259

62OpbergenOpbergenOpbergruimten............................. 62
Opbergvakken ........................... 62
Handschoenenkastje .................62
Bekerhouders ............................ 62
Opbergruimte voorin ..................64
Opbergvak onder passagiersstoel ........................64
Armsteun met opbergruimte ......64
Draagsysteem achterzijde .........65
Bagageruimte .............................. 74
Opbergruimte achter .................75
Bagageruimte-afdekking ...........75
Vloerafdekking bagageruimte ....76
Sjorogen .................................... 77
Veiligheidsnet ............................ 77
Opklapbaar aflegvlak .................79
Gevarendriehoek .......................79
Verbanddoos ............................. 79
Dakdragersysteem .......................80
Dakdrager .................................. 80
Beladingsinformatie .....................80Opbergruimten
Opbergvakken9 Waarschuwing
Berg geen zware of scherpe ob‐
jecten in de opbergruimten op. An‐ ders kan de klep van de opberg‐
ruimte open gaan en kunnen de
inzittenden bij krachtig remmen,
plotseling afslaan of een ongeval
letsel door rondslingerende voor‐
werpen oplopen.
Handschoenenkastje
Het handschoenenkastje is uitge‐
voerd met een penhouder, een mun‐
tenbakje en een adapter voor de wiel‐
borgbouten.
Het handschoenenkastje heeft een
vak voor het Instructieboekje. Trek
aan de nok om het vakje te openen.
Het handschoenenkastje tijdens het
rijden gesloten houden.
Bekerhouders
Een bekerhouder bevindt zich in de
middenconsole.