Page 105 of 307
Instrumenten en bedieningsorganen103AsbakkenVoorzichtig
Alleen voor as en niet voor brand‐baar afval.
Een verplaatsbare asbak kan in de
bekerhouders worden geplaatst.
Page 106 of 307
104Instrumenten en bedieningsorganenWaarschuwingslam‐
pen, meters en controlelampen
Instrumentengroep
Afhankelijk van de uitvoering zijn er
twee instrumentengroepen verkrijg‐ baar:
Page 107 of 307
Instrumenten en bedieningsorganen105Instrumentengroep Midlevel
Page 108 of 307
106Instrumenten en bedieningsorganenInstrumentengroep Uplevel
Page 109 of 307
Instrumenten en bedieningsorganen107OverzichtORichtingaanwijzer 3 111XGordelverklikker 3 111vAirbags en gordelspanners
3 112VAirbag deactiveren 3 112pLaadsysteem 3 113ZStoringsindicatielamp 3 113RRem- en koppelingssysteem
3 113mElektrische handrem 3 113jStoring elektrische handrem
3 113uAntiblokkeersysteem (ABS)
3 114RSchakelen 3 114EAfstand tot voorligger 3 114aLane Keep Assist 3 114aElektronische stabiliteitsregeling
UIT 3 114bElektronische stabiliteitsregeling
en Traction Control-systeem
3 114kTraction Control-systeem uit
3 115!Voorverwarmen 3 115wBandenspanningscontrolesys‐
teem 3 115IMotoroliedruk 3 115YTe laag brandstofpeil 3 116dStartbeveiliging 3 1168Buitenverlichting 3 116CGrootlicht 3 116fGrootlichtassistentie 3 116fLed-koplampen 3 116>Mistlamp 3 116øMistachterlicht 3 116mCruise control 3 116AVoorligger gedetecteerd 3 117LSnelheidsbegrenzer 3 117LVerkeersbordherkenning 3 117hPortier open 3 117Snelheidsmeter
Aanduiding van de rijsnelheid.
Page 110 of 307

108Instrumenten en bedieningsorganenKilometerteller
De totale geregistreerde afstand
wordt weergegeven in km.
Dagteller
De geregistreerde afstand sinds de
laatste keer terugzetten verschijnt op
de tripcomputerpagina. De auto is uit‐ gevoerd met twee dagtellers voor ver‐ schillende tochten.
De dagteller telt tot 9.999 km en be‐
gint dan weer bij 0.
Instrumentengroep Midlevel
Selecteer Info pagina ; door op
Menu op de richtingaanwijzerhendel
te drukken. Draai aan het stelwiel op
de richtingaanwijzerhendel en selec‐ teer Dagteller 1 of Dagteller 2 . Elke
dagteller kan afzonderlijk worden te‐
ruggezet door op de betreffende pa‐
gina gedurende enkele seconden op
SET/CLR op de richtingaanwijzer‐
hendel te drukken.
Instrumentengroep Uplevel
Selecteer Info pagina J op het
hoofdmenu. Kies Reis A of Reis B
door op het stuurwiel op o te druk‐
ken.
Elke dagteller kan apart worden te‐ ruggezet wanneer het contact aan is:
selecteer de betreffende pagina en
druk op >. Bevestig door op 9 te
drukken.
Driver Information Center 3 117.
Page 111 of 307
Instrumenten en bedieningsorganen109Toerenteller
Geeft het motortoerental aan.
In elke versnelling zo veel mogelijk met een laag toerental rijden.
Voorzichtig
Als de naald in het rode gebied
komt, betekent dit dat het maxi‐
maal toegestane toerental wordt
overschreden. Gevaar voor de
motor.
Brandstofmeter
Geeft het peil in de brandstoftank
aan.
De pijl wijst naar de kant van de auto
waar de tankklep zit.
Bij een te laag brandstofpeil brandt
controlelamp Y. Meteen tanken wan‐
neer deze knippert.
Brandstoftank nooit leegrijden.
Door brandstofresten in de tank kan
de hoeveelheid brandstof die kan
worden bijgetankt kleiner zijn dan de
aangegeven tankinhoud.
Koelvloeistoftemperatuur‐
meter
Geeft de koelvloeistoftemperatuur
aan.
50:motor nog niet op be‐
drijfstemperatuurmiddelste
gedeelte:normale bedrijfstem‐
peratuur130:koelvloeistoftempera‐
tuur te hoog
Page 112 of 307

110Instrumenten en bedieningsorganenVoorzichtig
Stop en zet de motor af wanneer
de koelvloeistoftemperatuur te
hoog is. Kans op motorschade.
Controleer het koelvloeistofpeil
meteen.
Service-display
Het controlesysteem van de oliekwa‐
liteit informeert u wanneer de motor‐
olie en het oliefilter moeten worden
vervangen. Afhankelijk van de rijom‐
standigheden, kan het aangegeven vervangingsinterval van de motorolie
en het oliefilter aanzienlijk variëren.
De resterende levensduur van de olie wordt weergegeven op het Driver In‐formation Center 3 117.
Selecteer op het Midlevel-display het
menu Instellingen door op MENU op
de richtingaanwijzerhendel te druk‐
ken. Draai aan het stelwiel om de pa‐ gina Resterende levensduur olie te
selecteren.
Selecteer op het Uplevel-display het
menu Info door op p op het stuurwiel
te drukken. Druk op P om de modus
Resterende levensduur olie te selec‐
teren.
De resterende levensduur van de olie wordt aangeduid met een percen‐
tage.
Terugzetten Druk op het Midlevel-display gedu‐rende enkele seconden op SET/CLR
op de richtingaanwijzer om terug te
zetten. Het contact moet ingescha‐
keld zijn maar de motor moet niet
draaien.