Page 49 of 231

Stoelen, veiligheidssystemen47EL: ΠΟΤΕ μη χρησιμοποιείτε παιδικό
κάθισμα ασφαλείας με φορά προς τα
πίσω σε κάθισμα που προστατεύεται
από μετωπικό ΕΝΕΡΓΟ ΑΕΡΟΣΑΚΟ,
διότι το παιδί μπορεί να υποστεί
ΘΑΝΑΣΙΜΟ ή ΣΟΒΑΡΟ
ΤΡΑΥΜΑΤΙΣΜΟ.
PL: NIE WOLNO montować fotelika
dziecięcego zwróconego tyłem do
kierunku jazdy na fotelu, przed któ‐
rym znajduje się WŁĄCZONA PO‐
DUSZKA POWIETRZNA. Niezasto‐
sowanie się do tego zalecenia może
być przyczyną ŚMIERCI lub POWAŻ‐
NYCH OBRAŻEŃ u DZIECKA.
TR: Arkaya bakan bir çocuk emniyet
sistemini KESİNLİKLE önünde bir
AKTİF HAVA YASTIĞI ile korun‐
makta olan bir koltukta kullanmayınız.
ÇOCUK ÖLEBİLİR veya AĞIR ŞE‐
KİLDE YARALANABİLİR.
UK: НІКОЛИ не використовуйте
систему безпеки для дітей, що
встановлюється обличчям назад,
на сидінні з УВІМКНЕНОЮ
ПОДУШКОЮ БЕЗПЕКИ, інакше це
може призвести до СМЕРТІ чи
СЕРЙОЗНОГО ТРАВМУВАННЯ
ДИТИНИ.HU: SOHA ne használjon hátrafelé
néző biztonsági gyerekülést előlről
AKTÍV LÉGZSÁKKAL védett ülésen,
mert a GYERMEK HALÁLÁT vagy
KOMOLY SÉRÜLÉSÉT okozhatja.
HR: NIKADA nemojte koristiti sustav
zadržavanja za djecu okrenut prema
natrag na sjedalu s AKTIVNIM ZRAČ‐ NIM JASTUKOM ispred njega, to bi
moglo dovesti do SMRTI ili OZBILJN‐ JIH OZLJEDA za DIJETE.
SL: NIKOLI ne nameščajte otroškega
varnostnega sedeža, obrnjenega v
nasprotni smeri vožnje, na sedež z
AKTIVNO ČELNO ZRAČNO BLA‐
ZINO, saj pri tem obstaja nevarnost
RESNIH ali SMRTNIH POŠKODB za
OTROKA.
SR: NIKADA ne koristiti bezbednosni
sistem za decu u kome su deca okre‐
nuta unazad na sedištu sa AKTIVNIM VAZDUŠNIM JASTUKOM ispred se‐
dišta zato što DETE može da NA‐
STRADA ili da se TEŠKO POVREDI.
MK: НИКОГАШ не користете детско
седиште свртено наназад на
седиште заштитено со АКТИВНОВОЗДУШНО ПЕРНИЧЕ пред него,
затоа што детето може ДА ЗАГИНЕ или да биде ТЕШКО ПОВРЕДЕНО.
BG: НИКОГА не използвайте
детска седалка, гледаща назад,
върху седалка, която е защитена
чрез АКТИВНА ВЪЗДУШНА
ВЪЗГЛАВНИЦА пред нея - може да
се стигне до СМЪРТ или
СЕРИОЗНО НАРАНЯВАНЕ на
ДЕТЕТО.
RO: Nu utilizaţi NICIODATĂ un scaun
pentru copil îndreptat spre partea din
spate a maşinii pe un scaun protejat
de un AIRBAG ACTIV în faţa sa;
acest lucru poate duce la DECESUL
sau VĂTĂMAREA GRAVĂ a COPI‐
LULUI.
CS: NIKDY nepoužívejte dětský
zádržný systém instalovaný proti
směru jízdy na sedadle, které je chrá‐ něno před sedadlem AKTIVNÍM AIR‐
BAGEM. Mohlo by dojít k VÁŽNÉMU
PORANĚNÍ nebo ÚMRTÍ DÍTĚTE.
SK: NIKDY nepoužívajte detskú se‐
dačku otočenú vzad na sedadle chrá‐
nenom AKTÍVNYM AIRBAGOM, pre‐ tože môže dôjsť k SMRTI alebo VÁŽ‐
NYM ZRANENIAM DIEŤAŤA.
Page 50 of 231

48Stoelen, veiligheidssystemenLT: JOKIU BŪDU nemontuokite atgal
atgręžtos vaiko tvirtinimo sistemos
sėdynėje, prieš kurią įrengta AKTYVI
ORO PAGALVĖ, nes VAIKAS GALI
ŽŪTI arba RIMTAI SUSIŽALOTI.
LV: NEKĀDĀ GADĪJUMĀ neizmanto‐
jiet uz aizmuguri vērstu bērnu sēde‐
klīti sēdvietā, kas tiek aizsargāta ar
tās priekšā uzstādītu AKTĪVU DRO‐
ŠĪBAS SPILVENU, jo pretējā gadī‐
jumā BĒRNS var gūt SMAGAS
TRAUMAS vai IET BOJĀ.
ET: ÄRGE kasutage tahapoole suu‐
natud lapseturvaistet istmel, mille ees on AKTIIVSE TURVAPADJAGA kait‐ stud iste, sest see võib põhjustadaLAPSE SURMA või TÕSISE VIGAS‐
TUSE.
MT: QATT tuża trażżin għat-tfal li jħa‐
res lejn in-naħa ta’ wara fuq sit protett b’AIRBAG ATTIV quddiemu; dan
jista’ jikkawża l-MEWT jew ĠRIEĦI
SERJI lit-TFAL.
Behalve de waarschuwing conform
ECE R94.02 moet een voorwaarts
gericht kinderveiligheidssysteem om‐
wille van de veiligheid uitsluitend wor‐ den gebruikt volgens de instructies en
beperkingen in de tabel 3 53.Het airbaglabel kan zich aan beide
zijden van de zonneklep aan bijrij‐
derszijde bevinden.9 Gevaar
Gebruik geen kinderveiligheids‐
systeem op de passagiersstoel
met actieve frontairbag.
Airbag deactiveren 3 50.
Frontaal airbagsysteem Het frontairbagsysteem bestaan uit
een airbag in het stuurwiel en een air‐
bag in het instrumentenpaneel aan de passagierskant voorin. Deze zijn te
herkennen aan het opschrift
AIRBAG .
De waarschuwingssticker wijst erop
dat het gebruik van achterwaarts ge‐ richte kinderveiligheidssystemen op
de passagiersstoel niet toegestaan is. Kans op dodelijk letsel.
Het frontairbagsysteem treedt in wer‐
king bij een voldoende krachtige aan‐ rijding aan de voorzijde. Het contact
moet ingeschakeld zijn.
Page 51 of 231

Stoelen, veiligheidssystemen49
De ontplooide airbags dempen de
schok. Hierdoor neemt de kans op letsel aan het bovenlichaam en het
hoofd bij de inzittenden voorin aan‐
zienlijk af.
9 Waarschuwing
Alleen bij een correcte zitpositie is
optimale bescherming mogelijk
3 35.
Lichaamsdelen of voorwerpen uit
het werkingsgebied van de airbag
houden.
Veiligheidsgordel correct omleg‐
gen en goed vastzetten. Alleen dan kan de airbag bescherming
bieden.
Zijdelings airbagsysteem
Het zijairbagsysteem bestaat uit een
airbag in de rugleuning van beide
voorstoelen. Ze zijn te herkennen aan het opschrift AIRBAG.
Het zijairbagsysteem treedt in wer‐
king bij een voldoende krachtige zij‐
delingse aanrijding. Het contact moet
ingeschakeld zijn.
De opgeblazen airbags vangen de
schok op waardoor het gevaar voor
letsel aan het bovenlichaam en het
bekken bij een zijdelingse aanrijding
aanzienlijk afneemt.
9 Waarschuwing
Lichaamsdelen of voorwerpen uit
het werkingsgebied van de airbag
houden.
Let op
Op de voorstoelen alleen stoelhoe‐
zen gebruiken die voor de auto zijn goedgekeurd. De airbags niet afdek‐
ken.
Page 52 of 231

50Stoelen, veiligheidssystemenGordijnairbagsysteemDe hoofdairbags bestaan uit een air‐
bag aan weerskanten in het dak‐
frame. Ze zijn te herkennen aan het opschrift AIRBAG op de dakstijlen.
Het gordijnairbagsysteem treedt in
werking bij een voldoende krachtige
zijdelingse aanrijding. Het contact
moet ingeschakeld zijn.
De opgeblazen airbags vangen de
schok op waardoor het gevaar voor
letsel aan het hoofd bij een zijdelingse aanrijding aanzienlijk afneemt.
9 Waarschuwing
Lichaamsdelen of voorwerpen uit
het werkingsgebied van de airbag
houden.
De haken aan de handgrepen van het dakframe zijn alleen geschikt
om lichte kledingstukken, zonder
kleerhangers, aan op te hangen.
Geen voorwerpen in de kleding‐
stukken bewaren.
Airbag deactiveren
Het passagiersairbagsysteem vóór moet voor een kinderveiligheidssys‐
teem op de passagiersstoel worden
gedeactiveerd volgens de instructies
in de tabel 3 53. De gordelspanners
en alle bestuurdersairbagsystemen
blijven actief.U deactiveert het airbagsysteem van de voorpassagier met een slot aan de rechterzijde van het instrumentenpa‐
neel.
Gebruik de contactsleutel om de po‐
sitie te kiezen:
*
OFF:airbagsystemen van voor‐
passagier zijn gedeactiveerd en gaan niet af bij een aan‐
rijding. Controlelampje *
brandt permanent aan de
passagierskant van het in‐
strumentenbordV
ON:airbagsystemen passagier
voorin zijn actief
Page 53 of 231

Stoelen, veiligheidssystemen519Gevaar
Deactiveer de passagiersairbag
uitsluitend bij gebruik van een kin‐ derveiligheidssystemen, volgens
de instructies en beperkingen in
de tabellen 3 53.
Anders is er kans op dodelijk letsel voor een persoon op de passa‐
giersstoel met een gedeacti‐
veerde airbag.
Er zitten controlelampjes voor het air‐ bagsysteem passagier voor aan de
passagierskant van het instrumen‐
tenbord.
Zolang het controlelampje niet
brandt, zal het airbagsysteem van de
passagiersstoel afgaan in geval van
een aanrijding.
Verander de status alleen tijdens stil‐
stand terwijl de ontsteking is uitge‐
schakeld.
Status blijft actief tot de volgende ver‐ andering.
Controlelampje V voor airbag pas‐
sagier voor 3 82.Kinderveiligheidssyste‐
men
Wij bevelen het Opel-kinderveilig‐
heidssysteem aan dat specifiek voor
montage in uw auto geschikt is.
Let bij gebruik van een kinderveilig‐
heidssysteem op de volgende ge‐
bruiksaanwijzingen en montagevoor‐
schriften en houd u bovendien aan de instructies die bij het kinderveilig‐
heidssysteem werden geleverd.
Houd u altijd aan de plaatselijke of
landelijke voorschriften. In sommige landen is het gebruik van kindervei‐
ligheidssystemen op bepaalde zit‐
plaatsen verboden.9 Waarschuwing
Wanneer een kinderveiligheids‐
systeem op de passagiersstoel
voorin wordt gebruikt, moeten de
airbagsystemen voor de passa‐
giersstoel voorin worden uitge‐
schakeld; zo niet, dan kan het in
Page 54 of 231

52Stoelen, veiligheidssystemenwerking treden van de airbags hetleven van het kind in gevaar bren‐gen.
Dit is vooral van belang wanneer
naar achteren gerichte kindervei‐
ligheidssystemen op de passa‐
giersstoel voorin worden gebruikt.
Airbag deactiveren 3 50.
Airbaglabel 3 45.
Juiste systeem selecteren De achterbank is de beste plaats omeen kinderveiligheidssysteem vast te
maken.
Vervoer kinderen zo lang mogelijk te‐ gen de rijrichting in. Hierdoor wordt de
nog erg zwakke ruggengraat van het
kind bij een ongeval minder belast.
Geschikt zijn veiligheidssystemen die
voldoen aan de geldende UN ECE-
regelgeving. Raadpleeg de plaatse‐
lijke wetgeving en richtlijnen voor het
verplichte gebruik van kinderveilig‐
heidssystemen.
Controleer of het te monteren kinder‐ veiligheidssysteem compatibel is met
het autotype.
Het kinderveiligheidssysteem moet
op de correcte positie in de auto wor‐ den gemonteerd, zie de onder‐
staande tabellen.
Laat kinderen alleen aan de trottoir‐ kant van de auto uit- en instappen.
Wanneer het kinderveiligheidssys‐
teem niet in gebruik is, het met een
veiligheidsgordel vastzetten of uit de
auto verwijderen.
Let op
Kinderveiligheidssystemen niet be‐ plakken of met andere materialen af‐ dekken.
Een kinderveiligheidssysteem dat
tijdens een aanrijding werd belast
moet worden vervangen.
Page 55 of 231

Stoelen, veiligheidssystemen53Inbouwposities kinderveiligheidssystemen
Toegestane mogelijkheden voor de bevestiging van een kinderveiligheidssysteemGewichts- of leeftijdsgroep
Op passagiersstoelOp buitenste zitplaatsen
achterinOp middelste
zitplaats achteringeactiveerde airbaggedeactiveerde airbagGroep 0: tot 10 kg
of ca. 10 maandenXU 1U,
of ca. 2 jaarXU 1U,
of ca. 8 maanden tot 4 jaarXU 1U,
of ongeveer 3 tot 7 jaarXXUXGroep III: 22 tot 36 kg
of ongeveer 6 tot 12 jaarXXUX1:Kinderzitje moet met driepuntsgordel zijn vastgezet. Zet de stoel in de hoogste stand en controleer of de veiligheids‐ gordel van het hoogste verankeringspunt naar voren loopt. Zet de rugleuning zo ver als noodzakelijk rechtop, zodat
de gordel bij de gesp gespannen is.<:Autostoel met ISOFIX-bevestiging beschikbaar. Bij montage met ISOFIX-kinderveiligheidssystemenkunnen alleen
de voor uw auto goedgekeurde ISOFIX-systemen worden gebruikt.U:Universeel bruikbaar in combinatie met een driepuntsveiligheidsgordel.X:Kinderveiligheidssystemen zijn in deze gewichts- en leeftijdsgroep niet toegestaan.
Page 56 of 231

54Stoelen, veiligheidssystemenToegestane mogelijkheden voor de bevestiging van een ISOFIX-kinderveiligheidssysteem
Gewichts- of leeftijdsgroepMaatklasseBevestigingOp passagiers‐
stoelOp buitenste
zitplaatsen
achterinOp middelste
zitplaats
achterinGroep 0: tot en met 10 kg of ca. 10 maandenEISO/R1XILXGroep 0+: tot en met 13 kg of ongeveer 2
jaarEISO/R1XILXDISO/R2XILXCISO/R3XILXGroep I: 9 tot 18 kg of ca. 8 maanden tot 4
jaarDISO/R2XILXCISO/R3XILXBISO/F2XIUFXB1ISO/F2XXIUFXAISO/F3XIUFXGroep II: 15 tot 25 kg
of ca. 3 tot 7 jaarXILXGroep III: 22 tot 36 kg
of ca. 6 tot 12 jaarXILXIL:Geschikt voor bepaalde ISOFIX-veiligheidssystemen uit de categorieën "modelspecifiek", "beperkt" of "semi-uni‐ verseel". Het ISOFIX veiligheidssysteem moet goedgekeurd zijn voor het specifieke autotype.IUF:Geschikt voor voorwaarts gerichte ISOFIX-kinderveiligheidssystemen uit de universele categorie, goedgekeurdvoor deze gewichts- en leeftijdsgroep.X:ISOFIX-kinderveiligheidssystemen zijn in deze gewichts- en leeftijdsgroep niet goedgekeurd.