Page 65 of 245
Opbergen63Kentekenverlichting inklappen
Klap de kentekenverlichting naar vo‐
ren.
Draagsysteem achteraan inschuiven
Voorzichtig
Let erop dat alle inklapbare onder‐ delen, bijv. de wielhouders en be‐
vestigingsbeugels, goed wegge‐
borgen zijn. Anders raakt het
draagsysteem achterzijde moge‐
lijk beschadigd bij een poging tot
uitschuiven.
Ontgrendelingshendel omhoogdu‐
wen en vasthouden. Het systeem een beetje heffen en in de bumper duwen
tot het vastzit.
Ontgrendelingshefboom moet naar
uitgangspositie terugkeren.
9 Waarschuwing
De hulp van een werkplaats inroe‐
pen, als het systeem niet goed kan
worden uitgeschoven.
Bagageruimte
De rugleuning van de achterbank be‐ staat uit twee delen. U kunt beide de‐
len apart neerklappen.
Bagageruimte vergroten
Verwijder zo nodig de bagageruimte-
afdekking.
Borgveer indrukken en de hoofdsteun omlaag drukken.
Steek de gesp van de veiligheidsgor‐
del in de zijhouder om schade aan de gordel te voorkomen.
Page 66 of 245

64Opbergen
Trek aan de lus op een of beide rug‐
leuningen en klap ze neer op het zit‐
tingkussen.
Klap de rugleuningen omhoog door
ze rechtop te zetten en ze hoorbaar
te laten vastklikken.
De rugleuningen zijn goed vastgeklikt
wanneer de rode merktekens op
beide ontgrendelingslussen niet
zichtbaar zijn.
9 Waarschuwing
Bij opklappen moet u zich ervan
verzekeren dat de rugleuningen
stevig op hun plaats vergrendeld
zijn alvorens te gaan rijden. Het
nalaten hiervan kan lichamelijk let‐ sel of schade aan de bagage of deauto tot gevolg hebben bij hard
remmen of een botsing.
Haak voor draagtassen
Gebruik de haak op de zijwand rechts
van de bagageruimte voor het ophan‐
gen van draagtassen. Maximale be‐
lasting: 5 kg.
Opbergruimte achter
Opbergvak In de bagageruimte bevindt zich een
afsluitbaar opbergvak. U sluit de af‐
dekking af door aan de knop te
draaien. Deze moet onderweg wor‐
den afgesloten.
Open de afdekking door deze te ont‐
grendelen en op te tillen.
Verwijder de afdekking door deze te
openen en naar links te schuiven.
Het vak van met een verdeler worden
afgescheiden.
De max. belasting van de afdekking van het opbergvak is 20 kg.
Verwijderen
Voor toegang tot het pechhulpge‐ reedschap of voor het vervangen van gloeilampen van de achterlichten
moet het opbergvak worden verwij‐
derd:
● Bagagerolhoes bagageruimte verwijderen 3 65.
● Klap de rugleuningen achter neer
3 63.
Page 67 of 245
Opbergen65● Open het opbergvak.
● Draai de vergrendelhaken aanbeide zijden naar achteren endruk de sjorogen omlaag in de
uitsparingen.
● Til het opbergvak op en plaats het op de neergeklapte rugleu‐
ningen.
● Haal het opbergvak uit de baga‐ geruimte.
Monteren ● Plaats het opbergvak op de neer‐
geklapte rugleuningen.
● Laat het vak in de bagageruimte zakken.
● Open het opbergvak.
● Zet de sjorogen aan beide zijden
omhoog en draai de vergrendel‐
haken naar voren om het vak aan de sjorogen te bevestigen.
● Zet de achterbankrugleuningen omhoog en breng de bagage‐
ruimte-afdekking aan.
● Berg de kist met de bandenrepa‐
ratieset op in een compartiment
van het opbergvak.
● Sluit en vergrendel de afdekking.
Bagageruimte-afdekking
Leg niets op de afdekking.Openen
Til de afdekking achteraan op. Deze
klikt in een bijna verticale stand vast. Verder openen is mogelijk. U sluitdeze weer door de afdekking door het
klikpunt omlaag te drukken.
Page 68 of 245
66OpbergenDemonteren
Druk de afdekking links en rechts
vanaf de onderkant omhoog en ver‐ wijder deze.
Vastmaken Klik de afdekking vast door deze aanbeide zijden in de geleiders te druk‐
ken.
Vloerafdekking
bagageruimte
Afdekking laadruimte
Til de afdekking laadruimte op om bij
het pechhulpgereedschap te kunnen
komen.
Gereedschap 3 186.
Afdekking subwoofer Til het achtergedeelte van de vloeraf‐dekplaat op voor toegang tot de ge‐
varendriehoek.
Controleer bij het sluiten van de vloer‐
afdekplaat of deze met de klitten‐ bandbevestiging vast zit.
Verwijderen
Verwijder de vloerafdekplaat om bij
het pechhulpgereedschap te kunnen
komen en om gloeilampen van ach‐
terlichten te kunnen vervangen:
● Til het achtergedeelte op en klap
het naar voren.
● Trek de afdekplaat naar ach‐ teren; door een geleider komt
deze iets omhoog.
● Haal de afdekplaat van de baga‐ geruimte.
Page 69 of 245

Opbergen67
Klap voor toegang tot de afdekking
laadruimte rechts, bijv. voor het ver‐
vangen van een gloeilamp, de rug‐
leuning rechtsachter neer en trek de
gereedschapskist naast de subwoo‐
fer eruit.
Vervangen van lampen 3 176.
Monteren ● Zet de eventueel weggenomen gereedschapskist weer terug.
● Plaats de vloerafdekplaat in de bagageruimte.● Duw de vloerafdekplaat lang‐zaam naar voren en zorg ervoor
dat de geleidepennen in de be‐
vestigingen van de bagageruimte
schuiven en laat de vloerafdek‐
plaat zakken.
● Sluit de vloerafdekplaat door het bovengedeelte naar achteren te
klappen en zet deze vast met de
klittenbandbevestiging.
● Klap de rugleuningen achter om‐
hoog.
Algemene tip9 Waarschuwing
Berg omwille van de veiligheid alle
onderdelen in de bagageruimte op hun plek op en rijd altijd met ge‐
sloten afdekking laadruimte en, zo mogelijk, met omhoog geklapte
rugleuningen.
Anders kunnen de inzittenden bij
krachtig remmen, plotseling af‐
slaan of een ongeval letsel door
rondslingerende voorwerpen op‐
lopen.
Sjorogen
Page 70 of 245
68OpbergenDe sjorogen dienen om voorwerpen
vast te zetten, bijv. met spanbanden
of een bagagenet.
Gevarendriehoek
De gevarendriehoek wordt met elas‐
tische banden in de bagageruimte on‐
der de achterklep opgeborgen.
Als de auto is uitgevoerd met een op‐
bergvak in de bagageruimte, verwij‐
der dan het opbergvak om bij de ge‐
varendriehoek te kunnen komen
3 64.
Versie met subwooferbox
Til het achtergedeelte van de vloeraf‐ dekplaat op. Trek aan de handgreep
om de gevarendriehoek uit te nemen.
Vloerafdekking bagageruimte 3 66.
Verbanddoos
Berg de verbanddoos in het opberg‐
vak in het zijpaneel bij de zitplaatsen
achterin op.
Page 71 of 245
Opbergen69Dakdragersysteem
Dakdrager
Om veiligheidsredenen en ter vermij‐ ding van dakschade adviseren wij het voor uw auto goedgekeurde dakdra‐
gersysteem te gebruiken. Contact op‐
nemen met uw werkplaats voor meer informatie.
Gebruiksaanwijzing van het dakdra‐
gersysteem in acht nemen en dak‐
dragersysteem verwijderen wanneer
het niet wordt gebruikt.
Dakdrager monteren Gebruik een munt om de afdekking
vanaf elk bevestigingspunt te ope‐
nen.Beladingsinformatie
● Zware voorwerpen in de bagage‐
ruimte tegen de rugleuningen
leggen. Controleren of de rugleu‐
ningen naar behoren zijn ver‐
grendeld. Bij stapelbare voorwer‐
pen de zwaarste voorwerpen on‐ derop leggen.
● Voorwerpen met spanbanden aan de sjorogen vastzetten 3 67.
● Gebruik de haak op de zijwand rechts van de bagageruimte voor
het ophangen van draagtassen.
Maximale belasting: 5 kg.
Page 72 of 245

70Opbergen●Losse voorwerpen in de bagage‐
ruimte vastzetten om glijden te‐
gen te gaan.
● Bij het vervoeren van voorwer‐ pen in de bagageruimte mogen
de rugleuningen van de achter‐
bank niet schuin naar voren ge‐
klapt zijn.
● Bagage niet boven de rugleunin‐ gen laten uitsteken.
● Leg niets op de bagageruimte- afdekking of op het instrumenten‐
paneel en dek de sensor boven
op het instrumentenpaneel niet
af.
● De bagage mag de bediening van pedalen, handrem, schakel‐
hefboom en de bewegingsvrij‐
heid van de bestuurder niet be‐
lemmeren. Geen losse voorwer‐
pen in het interieur leggen.
● Niet met een geopende achter‐ klep rijden.9Waarschuwing
Controleer altijd of de lading in het
voertuig goed vastgezet is. Als datniet het geval is, kunnen voorwer‐
pen in het voertuig rondgeslingerd worden en letsel of schade aan delading of de auto veroorzaken.
● Het nuttig draagvermogen is het verschil tussen het maximaal toe‐laatbare totaalgewicht van de
auto (zie typeplaatje 3 218) en
het EU-leeggewicht van de auto.
U berekent het nuttige draagver‐
mogen door de gegevens van uw
auto in de tabel Gewichten voorin deze handleiding in te voeren.
Het EU-leeggewicht omvat ook
het gewicht van de bestuurder
(68 kg), de bagage (7 kg) en alle vloeistoffen (brandstoftank voor
90% gevuld).
Extra uitrusting en accessoires
verhogen het leeggewicht.
● Rijden met daklading verhoogt de zijwindgevoeligheid van de
auto en verslechtert het rijgedrag
door het hogere zwaartepunt. La‐
ding gelijkmatig verdelen en
goed met spanbanden vastzet‐ ten. Bandenspanning en rijsnel‐
heid aan de beladingstoestand
aanpassen. Spanbanden regel‐
matig controleren en bijspannen.
Niet sneller rijden dan 120 km/u.
De toegestane daklast is 50 kg.
De dakbelasting is de som van het gewicht van het dakdrager‐
systeem en de lading.