2016.5 OPEL ADAM traction control

[x] Cancel search: traction control

Page 13 of 245

OPEL ADAM 2016.5  Gebruikershandleiding (in Dutch) Kort en bondig111Elektrische ruitbediening .......29
2 Buitenspiegels ......................28
3 Cruise control  .....................144
Snelheidsbegrenzer ............146
4 Zijdelingse luchtroosters

Page 73 of 245

OPEL ADAM 2016.5  Gebruikershandleiding (in Dutch) Instrumenten en bedieningsorganen71Instrumenten en
bedieningsorganenBedieningsorganen ......................72
Stuurwielverstelling ...................72
Stuurbedieningsknoppen ...........72
Verwarmd

Page 87 of 245

OPEL ADAM 2016.5  Gebruikershandleiding (in Dutch) Instrumenten en bedieningsorganen85Controlelampen in de
middenconsole
Overzicht
ORichtingaanwijzer  3 85XGordelverklikker  3 85vAirbags en gordelspanners
3  86VAirbag deactiveren  3 86pLaadsysteem  3

Page 90 of 245

OPEL ADAM 2016.5  Gebruikershandleiding (in Dutch) 88Instrumenten en bedieningsorganenAntiblokkeersysteem (ABS)
u  brandt geel.
Brandt na het inschakelen van de ont‐ steking enkele seconden. Het sys‐
teem is na het doven van het contro‐
lelampje

Page 91 of 245

OPEL ADAM 2016.5  Gebruikershandleiding (in Dutch) Instrumenten en bedieningsorganen89buiten werking. De rijstabiliteit kan
echter afhankelijk van de staat van
het wegdek verslechteren.
Oorzaak van de storing onmiddellijk
door een werkplaats laten ver

Page 129 of 245

OPEL ADAM 2016.5  Gebruikershandleiding (in Dutch) Rijden en bediening127Rijden en bedieningRijtips......................................... 127
Controle over de auto ..............127
Sturen ...................................... 128
Starten en bedie

Page 142 of 245

OPEL ADAM 2016.5  Gebruikershandleiding (in Dutch) 140Rijden en bedieningTrap om minder kracht te hoeven
uitoefenen bij het aantrekken van
de handrem tegelijkertijd het rem‐
pedaal in.
Controlelamp  R 3  87.
Remassistentie Bij het snel en krachtig i

Page 143 of 245

OPEL ADAM 2016.5  Gebruikershandleiding (in Dutch) Rijden en bediening141
TC werkt na elke motorstart zodra
controlelamp  b dooft.
Wanneer TC werkt, knippert  b.
9 Waarschuwing
Laat u door dit speciale veilig‐
heidssysteem niet verleiden tot
een roe
Page:   1-8 9-16 next >