36
RCZ_nl_Chap01_controle-de-marche_ed01-2015
Het display kan in vier standen worden versteld door op de voor- of
achterzijde van de knop B te drukken. Als het display wordt ingeklapt,
wordt de laatst geselecteerde stand opgeslagen.
Afstellen van de hoek van het display
Het display wordt automatisch uitgeklapt bij het aanzetten van
het contact. Drie seconden nadat het contact is afgezet wordt het
automatisch weer ingeklapt indien het audio- en telematicasysteem is
uitgeschakeld.
TOEGANG T OT HET WEGKLAPBARE DISPLAy
Als het contact is aangezet, kunt u het display op elk moment in- of
uitklappen met de knop A.
-
Druk op de knop A
: het display wordt ingeklapt.
-
Druk nogmaals op de knop A
om het display weer uit te klappen.
Als u het display hebt ingeklapt, wordt het automatisch weer
uitgeklapt:
-
bij het inschakelen van het audio- en navigatiesysteem (behalve
als u het display zelf hebt ingeklapt terwijl het systeem was
ingeschakeld),
-
bij een uitgaand telefoongesprek,
-
bij het geven van een gesproken commando,
-
bij het ontvangen van een waarschuwingsmelding die gekoppeld
is aan het pictogram STOP (Peugeot Connect Nav+).
39
RCZ_nl_Chap02_ouvertures_ed01-2015
Inklappen van de sleutel
F Druk op deze knop om de sleutel in te klappen.
LOKALISEREN VAN DE AUTO
S
TORING
AFST
ANDSBEDIENING
Na het losnemen en weer aansluiten van de accukabels, het
vervangen van de batterij van de afstandsbediening of een storing in
de afstandsbediening kan de auto niet meer met de afstandsbediening
ontgrendeld, vergrendeld en gelokaliseerd worden.
F
Ontgrendel of vergrendel de auto eerst met de sleutel in het slot.
F
Synchroniseer vervolgens de afstandsbediening.
Raadpleeg zo snel mogelijk het PEUGEOT
-netwerk als de storing niet
is verholpen.
Synchroniseren
F Zet het contact af.
F
Zet de sleutel in de stand 2
(Contact).
F
Druk zo snel mogelijk gedurende enkele seconden op de
vergrendelknop (gesloten hangslot) van de afstandsbediening.
F
Zet het contact af en verwijder de sleutel uit het contactslot.
De afstandsbediening werkt nu weer
.
Batterij vervangen
Batterij ref.: CR1620 / 3 V.
Als de batterij van de afstandsbediening leeg is, wordt u
gewaarschuwd door dit verklikkerlampje in combinatie met een
geluidssignaal en een waarschuwingsmelding op het display.
F
Wip het huis met een muntstuk bij het oog los.
F
V
erwijder de lege batterij.
F
Schuif de nieuwe batterij in de juiste richting op zijn plaats.
F
Klik het huis vast.
F
Synchroniseer de afstandsbediening.
Met deze functie kunt u uw auto op afstand lokaliseren, wat
vooral praktisch is bij weinig licht. De auto dient hiervoor wel
vergrendeld te zijn.
F
Druk op het gesloten hangslot op de afstandsbediening.
Hierna zullen gedurende ongeveer tien seconden de plafonniers gaan
branden en de richtingaanwijzers gaan knipperen. W
anneer u deze knop niet indrukt bij het inklappen van de sleutel,
kan het mechanisme beschadigd raken.
2/
TOEGANG TOT DE AUTO
47
RCZ_nl_Chap02_ouvertures_ed01-2015
SLUITEN
Bij het sluiten van het portier wordt de ruit na enkele seconden
automatisch weer gesloten en afgesteld voor een optimale afdichting.-
bij draaiende
motor, gaat dit lampje branden in
combinatie met een melding die enkele seconden op het
display verschijnt,
KNOP CENTRALE VERGRENDELING
Met deze knop kunnen de portieren, het kofferdeksel en de
brandstofvulklep van binnenuit vergrendeld of ontgrendeld worden.
Vergrendelen
F Druk op de knop om de auto te vergrendelen.
Het rode lampje van de knop gaat branden.
Als één van de portieren of het kof
ferdeksel is geopend, werkt de
centrale vergrendeling van binnenuit niet.
Ontgrendelen
F Druk nogmaals op deze knop om de auto te ontgrendelen.
Het rode lampje van de knop gaat uit.
Als de auto van buitenaf is vergrendeld of als de
supervergrendeling is ingeschakeld
Als de auto van buitenaf is vergrendeld of de supervergrendeling is
ingeschakeld, knippert het rode lampje en is de knop inactief.
F
Als de auto vergrendeld is, trek dan aan de binnenportiergreep
om de auto te ontgrendelen.
F
Als de supervergrendeling is ingeschakeld, moet u de
afstandsbediening of de sleutel gebruiken om de auto te ontgrendelen.
Bij het wassen van de auto:
-
vergrendel vooraf de auto met de afstandsbediening of de sleutel,
- richt de sproeier van de hogedrukreiniger niet op het bovenste
gedeelte van de ruiten,
-
houd de sproeier van de hogedrukreiniger op een afstand van
minimaal 1
meter van de ruiten en de portierrubbers.
Als een portier niet goed is gesloten:
Let op dat er niets klem komt te zitten als de ruit automatisch sluit
bij het sluiten van het portier.
-
tijdens het rijden
(snelheid hoger dan 10
km/h), gaat dit lampje
branden in combinatie met een geluidssignaal en een melding die
gedurende enkele seconden op het display verschijnt.
2/
TOEGANG TOT DE AUTO
48
RCZ_nl_Chap02_ouvertures_ed01-2015
De auto kan worden ontgrendeld door op de knop van de centrale
vergrendeling te drukken.
Ook door het openen van een portier van binnenuit, bij stilstaande
auto, kan de auto worden ontgrendeld, maar de auto wordt opnieuw
vergrendeld zodra de snelheid hoger is dan 10 km/h.
Inschakelen/Uitschakelen
U kunt de functie desgewenst inschakelen of uitschakelen.
F
Druk bij aangezet contact langer dan 2
seconden op de knop.
Op het display verschijnt een melding ter bevestiging.
NOODVERGRENDELING
Om de portieren mechanisch te vergrendelen en ontgrendelen in het
geval van een storing in de centrale vergrendeling of van de accu.
Vergrendelen van het bestuurdersportier
F Steek de sleutel in het slot en draai deze rechtsom.
Ontgrendelen van het bestuurdersportier
F Steek de sleutel in het slot en draai deze linksom.
Vergrendelen van het passagiersportier
F Verwijder de zwarte dop aan de zijkant van het portier, met behulp van de sleutel.
F
Steek de sleutel zonder te forceren in de uitholling en schuif de
klink, zonder te draaien, naar de binnenzijde van het portier
.
F
V
erwijder de sleutel en plaats de dop.
Ontgrendelen van het passagiersportier
F Trek aan de portiergreep aan de binnenzijde.
ANTI-OVERVALSySTEEM
Deze functie zorgt ervoor dat de portieren, het kofferdeksel en de
brandstofvulklep tijdens het rijden met een snelheid hoger dan 10 km/h
automatisch en tegelijkertijd worden vergrendeld.
Werking
De automatische centrale vergrendeling werkt niet als een van de
portieren is geopend.
Als het kofferdeksel is geopend, is de automatische centrale
vergrendeling van de portieren actief.
49
RCZ_nl_Chap02_ouvertures_ed01-2015
KOFFERDEKSEL
OPENEN
F Druk langer dan twee seconden op deze knop om het
kofferdeksel te ontgrendelen. Het kofferdeksel wordt op
een kier gezet.
F
T
il het kofferdeksel op.
Bij deze handeling worden ook de portieren en de brandstofvulklep
ontgrendeld.
Met de handmatige bediening; auto ontgrendeld
F Druk op de ontgrendelingsknop boven de kentekenplaat.
F
T
il het kofferdeksel op.
SLUITEN
F Trek het kofferdeksel omlaag aan een van de handgrepen aan de binnenzijde van het kofferdeksel.
F
Druk als het nodig is op de bovenzijde van het kof
ferdeksel om het
volledig te sluiten.
Als het kofferdeksel niet goed is gesloten: -
bij draaiende motor gaat het verklikkerlampje branden in combinatie
met een melding op het display gedurende enkele seconden,
Als het selectief ontgrendelen is geactiveerd, kan de achterklep
ook worden geopend nadat het geopende hangslot op de
afstandsbediening voor de tweede keer is ingedrukt.
Met de afstandsbediening
Noodvergrendeling
Bij een storing van de centrale vergrendeling (zwakke accu), wordt
geadviseerd de accu los te koppelen. -
tijdens het rijden
(snelheid hoger dan 10
km/h) gaat het
verklikkerlampje branden in combinatie met een geluidssignaal en
een melding op het display gedurende enkele seconden.
Trek het kofferdeksel nooit omlaag aan de beweegbare spoiler.
2/
TOEGANG TOT DE AUTO
AUTO
61
RCZ_nl_Chap03_confort_ed01-2015
AUTOMATISCHE AIRCONDITIONING
MET
GESCHEIDEN REGELING
De airconditioning werkt uitsluitend bij draaiende motor.
AUTOMATISCHE WERKING
1. Automatisch programma "comfort"
F Druk op de toets "AUTO". Het lampje van de toets gaat
branden.
Het is raadzaam deze stand te gebruiken: het systeem regelt de
temperatuur, de luchtopbrengst, de luchtverdeling naar de luchtroosters
en de luchtrecirculatie automatisch en optimaal aan de hand van de
door u ingestelde waarde.
Het systeem kan tijdens alle seizoenen effectief gebruikt worden, mits
de ruiten zijn gesloten.
2. Regeling bestuurderszijde
Om bij koude motor de toevoer van koude lucht te beperken,
wordt de aanjagerregeling geleidelijk op het optimale niveau
gebracht.
Bij koud weer wordt de warme lucht uitsluitend naar de voorruit,
de zijruiten en de beenruimte van de passagiers verdeeld.
3. Regeling passagierszijde
De bestuurder en de voorpassagier kunnen de temperatuur
afzonderlijk naar wens instellen.
De op het display weergegeven waarde heeft betrekking
op een bepaald comfortniveau en niet op de werkelijke
temperatuur in graden Celsius of Fahrenheit.
F
Draai de knop 2
of 3 naar links of naar rechts om deze waarde te
verlagen of te verhogen.
Voor een optimaal comfort wordt de waarde 21
aanbevolen.
Niettemin is afhankelijk van uw wensen een afstelling tussen 18
en
24
gebruikelijk.
Voor een optimaal comfort is het raadzaam dat het verschil in instelling \
links en rechts niet meer dan 3
bedraagt.
Als de temperatuur in de auto bij het instappen veel lager of
hoger is dan de ingestelde waarde, heeft het geen zin om voor
het gewenste comfort de ingestelde waarde te wijzigen. Het
systeem compenseert automatisch en zo snel mogelijk het
temperatuurverschil.
3/
ERGONOMIE EN COMFORT
69
RCZ_nl_Chap03_confort_ed01-2015
12V-AANSLUITING
F Verwijder het afdekkapje en sluit een geschikte adapter aan als u een 12V-accessoire wilt aansluiten (max. 120 W).
ASBAK MET VERLICHTING
F Trek de lade open voor toegang tot de asbak.
F
Open de asbak en druk op de borglip om de asbak uit te nemen en
deze te legen.
Het aansluiten van elektrische apparatuur die niet door PEUGEOT
is goedgekeurd, zoals een lader met USB-aansluitingen, kan
leiden tot storingen in de werking van de elektrische componenten
van de auto, zoals een slechte radio-ontvangst of storingen in de
weergave van de displays.
3/
ERGONOMIE EN COMFORT
71
RCZ_nl_Chap03_confort_ed01-2015
USB-BOX
Deze aansluitmodule, die bestaat uit een USB-poort, bevindt zich in de
armsteun vóór.
Hierop kunt u draagbare apparatuur aansluiten, zoals een iPod
® vanaf
de 5e generatie of een USB-stick.
Dankzij de USB-box kunt u de audiobestanden (mp3, ogg, wma, wav, ...)
op uw draagbare apparatuur beluisteren via de luidsprekers van uw
autoradio.
U kunt deze bestanden beheren met de stuurkolomschakelaars of
het bedieningspaneel van de autoradio en ze weergeven op het
multifunctionele display.
Tijdens het gebruik kan de draagbare apparatuur automatisch
worden opgeladen.
Raadpleeg voor meer informatie over het gebruik van deze
uitrusting het gedeelte over het desbetreffende audiosysteem van
de rubriek "Audio en telematica".
PEUGEOT CONNECT USB - USB-BOX
Deze aansluitmodule, die bestaat uit een jACK-aansluiting en een
USB-poort, bevindt zich in de armsteun vóór .
Met behulp van de USB-aansluiting kunt u draagbare apparatuur
aansluiten, zoals een iPod
® of een USB-stick.
Met behulp van de
j
ACK-aansluiting kunt u allerlei typen draagbare
apparatuur aansluiten.
Dankzij de USB-BO
x
kunt u de audiobestanden (mp3, ogg, wma, wav, ...) op
uw draagbare apparatuur beluisteren via de luidsprekers van uw autoradio\
.
Als de apparatuur op de USB-aansluiting is aangesloten, kunt
u deze bestanden beheren met de stuurkolomschakelaars of
het bedieningspaneel van de autoradio en ze weergeven op het
multifunctionele display.
Als de apparatuur op de USB-aansluiting is aangesloten, kan de
draagbare apparatuur tijdens het gebruik automatisch worden opgeladen.
Raadpleeg voor meer informatie over het gebruik van deze
uitrusting het gedeelte over het desbetreffende audiosysteem van
de rubriek "Audio en telematica".
3/
ERGONOMIE EN COMFORT