qAls het indikatielampje van de
anti-wielspin regeling (TCS)/
dynamische stabiliteitsregeling
(DSC) gaat branden
Als het lampje blijft branden, is er
mogelijk een defect in het TCS, DSC of
het rembekrachtigingsysteem en bestaat
de kans dat deze niet correct functioneren.
Breng uw auto naar een deskundige
reparateur, bij voorkeur een officiële
Mazda reparateur.
OPMERKING
lAfgezien van het knipperen van het
indikatielampje, is een licht
“afremmend”geluid van de motor
hoorbaar. Dit geeft aan dat het TCS/
DSC systeem juist werkt.
lOp gladde oppervlakken zoals verse
sneeuw, zal het onmogelijk zijn een
hoog toerental te bereiken wanneer
het TCS systeem is ingeschakeld.
qAls het indikatielampje van het
Dynamische stabiliteitsregelsysteem
(DSC) OFF gaat branden
Als het lampje blijft branden wanneer het
TCS/DSC systeem niet wordt
uitgeschakeld, uw auto naar een
deskundige reparateur, bij voorkeur een
officiële Mazda reparateur brengen. Er is
mogelijk een defect in het DSC systeem.
qAls het indikatielampje voor lage
motorkoelvloeistoftemperatuur
(blauw) niet uit gaat
Als het indikatielampje voor lage
motorkoelvloeistoftemperatuur blijft
branden nadat de motor voldoende is
opgewarmd, bestaat de kans dat de
temperatuursensor defect is. Raadpleeg
een deskundige reparateur, bij voorkeur
een officiële Mazda reparateur.
7-52
Als er zich een probleem voordoet
Waarschuwings-/indikatielampjes en waarschuwingszoemers
Type B
De volgende gevallen kunnen duiden op
een storing in het systeem. Laat uw auto
bij een deskundige reparateur, bij
voorkeur een officiële Mazda reparateur
controleren.
lHet lampje gaat niet branden wanneer
het contact op ON wordt gezet.
lWanneer het lampje blijft branden, ook
al is de dodehoekmonitor (BSM)
schakelaar uitgezet.
lWanneer dit tijdens het rijden gaat
branden.
OPMERKING
Als er op wegen wordt gereden met
minder verkeer en de radarsensoren
weinig voertuigen kunnen detecteren,
bestaat de kans dat het systeem pauzeert
(de dodehoekmonitor (BSM) OFF
indikatie/indikatielampje in de
instrumentengroep gaat branden). Dit
duidt echter niet op een defect.
qAls het verlichting-aan
indikatielampje gaat knipperen
Het lampje blijft knipperen als er een
defect in het verlichtingssysteem is.
Raadpleeg een deskundige reparateur, bij
voorkeur een officiële Mazda reparateur.
qAls het LED
koplampwaarschuwingslampje
gaat branden
í
Dit lampje gaat branden als er een defect
is in de LED koplamp. Laat uw auto door
een deskundige reparateur, bij voorkeur
een officiële Mazda reparateur
controleren.
7-54
Als er zich een probleem voordoet
íBepaalde modellen.
Waarschuwings-/indikatielampjes en waarschuwingszoemers
qWaarschuwingszoemer voor
veiligheidsgordel
Voorzitting
Als de rijsnelheid hoger is dan ongeveer
20 km/h en de veiligheidsgordel van de
bestuurder of voorpassagier niet is
vastgemaakt, klinkt continu een
waarschuwingspieptoon. Als de
veiligheidsgordel dan nog niet is
vastgemaakt, zal de pieptoon eenmaal
stoppen en dan gedurende ongeveer 90
seconden doorgaan. De pieptoon stopt
nadat de veiligheidsgordel van de
bestuurder of voorpassagier is
vastgemaakt.
OPMERKING
lDoor het plaatsen van zware
voorwerpen op de
voorpassagierszitting kan de
veiligheidsgordelwaarschuwingsfunctie
van de voorpassagierszitting
geactiveerd worden, afhankelijk van
het gewicht van het voorwerp.
lGeen extra zitkussen op de
voorpassagierszitting plaatsen en
gebruiken om er voor te zorgen dat
de voorpassagiergewichtsensor juist
kan functioneren. De kans bestaat dat
de sensor niet goed functioneert
omdat het extra zitkussen de werking
van de sensor zou kunnen hinderen.
lWanneer een klein kind op de
voorpassagierszitting zit, is het
mogelijk dat de
waarschuwingszoemer niet werkt.
Achterzittingí
De waarschuwingszoemer klinkt enkel als
een veiligheidsgordel wordt losgemaakt
nadat deze is vastgemaakt.
qWaarschuwingszoemtoon voor
niet-uitgeschakeld contact (STOP)
(Europees model)
Als het contact op ACC staat en het
bestuurdersportier geopend wordt, zal er 6
maal een pieptoon gegeven worden om de
bestuurder op de hoogte te stellen dat het
contact niet uit is gezet (STOP) (bij
voertuigen met type A meter, worden de
berichten getoond in de
instrumentengroep). Als deze toestand
blijft voortbestaan zal het afstandbediende
portiervergrendelingssysteem niet
functioneren, kan de auto niet vergrendeld
worden en zal de accu uitgeput raken.
(Behalve Europese modellen)
Als het bestuurdersportier geopend wordt
terwijl het contact op ACC staat, klinkt er
continu een pieptoon om de bestuurder op
de hoogte te stellen dat het contact niet uit
is gezet (STOP). Als deze toestand blijft
voortbestaan zal het afstandbediende
portiervergrendelingssysteem niet
functioneren, kan de auto niet vergrendeld
worden en zal de accu uitgeput raken.
7-56
Als er zich een probleem voordoet
íBepaalde modellen.
Waarschuwings-/indikatielampjes en waarschuwingszoemers
D
Directe modus
Automatische transmissie ........... 4-92
Dodehoekmonitorsysteem (BSM) ... 4-158
Doorwaden van water ....................... 3-73
Drive-selectie .................................. 4-136
Dynamische stabiliteitsregeling
(DSC) .............................................. 4-125
E
Elektrische ruitbediening .................. 3-48
Essentiële informatie ........................... 6-2
F
Fleshouder ....................................... 5-169
G
Garantie ............................................... 8-2
Geavanceerde afstandbediende
portiervergrendeling .......................... 3-10
Geavanceerde sleutel
Werkingsbereik .......................... 3-11
Gebruikersinstellingen ...................... 9-15
Gloeilampen
Technische gegevens .................. 9-11
Vernieuwen ................................ 6-52
H
Handrem ......................................... 4-116
Handschoenenkast .......................... 5-171
Hellingwegrijsysteem (HLA) .......... 4-121
Hoofdsteun ........................................ 2-16
I
i-ACTIVSENSE .................. 4-141, 4-198
Aanpasbaar voorverlichtingssysteem
(AFS) ....................................... 4-144
Achteruitrijwaarschuwingssysteem
(RCTA)
....................................... 4-172
Actieve
rijondersteuningstechnologie
......... 4-141
Adaptieve LED koplampen ...... 4-148
Afstandherkenninghulpsysteem
(DRSS)
...................................... 4-165
Anti-botsingtechnologie ........... 4-142
Camera en sensoren ................. 4-142
Dodehoekmonitorsysteem
(BSM) ...................................... 4-158
Koplampregelsysteem (HBC)... 4-145
Lasersensor (voor) .................... 4-225
Mazda Radar Cruise Control
(MRCC) systeem ..................... 4-177
Radarsensor (voor) ................... 4-222
Radarsensoren (achter) ............. 4-228
Rijstrookafwijkingwaarschuwingssysteem
(LDWS)
........................................ 4-152
Rijstrookassistent ..................... 4-188
Smart Brake Support remhulpsysteem
(SBS) ........................................ 4-215
Stadsverkeer-remassistent [Achteruit]
(SCBS R) ................................. 4-209
Stadsverkeer-remassistent [Vooruit]
(SCBS F) .................................. 4-203
Ultrasonische sensor (achter) .... 4-230
Vermoeidheidswaarschuwing ... 4-169
Vooruitrijcamera (FSC) ............ 4-219
i-ELOOP ......................................... 4-127
Display ..................................... 4-127
i-ELOOP
waarschuwingszoemer ............... 7-58
10-4
Index
K
Knipperautomaat
Koplampen ................................. 4-94
Waarschuwing .......................... 4-114
Kofferdeksel ...................................... 3-25
Wanneer de achterklep/het
kofferdeksel niet geopend kan
worden ....................................... 7-61
Koolmonoxide .................................. 3-40
Koplampen
Dagverlichting .......................... 4-101
Grootlicht-dimlicht ..................... 4-98
Hoogteverstelling ..................... 4-100
Knippert ..................................... 4-98
Regelaar ..................................... 4-94
Thuiskomstverlichtingsysteem......... 4-99
Vertrekverlichtingsysteem .......... 4-99
Koplampregelsysteem (HBC) ......... 4-145
Koplampsproeier ............................. 4-111
Krik ..................................................... 7-7
Kruissnelheidsregelaar .................... 4-231
L
Labelinformatie ................................... 9-2
Lasersensor (Voor) .......................... 4-225
Lekke band ......................................... 7-4
Monteren van het reservewiel .... 7-24
Verwijderen van een lekke
band ............................................ 7-21
Lichtschakelaar ................................. 4-94
M
Make-up spiegeltjes ........................ 5-163
M
Mazda Radar Cruise Control
(MRCC) systeem ............................ 4-177
Displayaanduiding ................... 4-180
Instellen van het systeem ......... 4-182
Waarschuwing voor korte
volgafstand ............................... 4-181
Weergave van verzoek opschakelen/
terugschakelen .......................... 4-187
Mazda Radar Cruise Control
(MRCC) systeem waarschuwingslampje
(Oranje)/indikatielampje (Groen) ...... 4-76
Meters ............................................... 4-24
Meters en tellers ................................ 4-24
Middenconsole ................................ 5-171
Mistlichten
Achter ....................................... 4-103
Voor .......................................... 4-101
Mobiele telefoons ............................... 8-4
Moeilijke rijomstandigheden ............ 3-68
Motor
Koelvloeistof .............................. 6-31
Motorkapontgrendeling .............. 6-22
Motoruitlaatgassen ..................... 3-40
Olie ............................................ 6-25
Overzicht van de motorruimte .... 6-24
Starten .......................................... 4-4
Motorkapontgrendeling .................... 6-22
Motoruitlaatgassen ............................ 3-40
N
Noodstopsignaalsysteem ................. 4-120
O
Ogen voor het vastzetten van
lading .............................................. 5-171
Onderhoud en verzorging ................... 6-2
10-6
Index
O
Onderhoudsmonitor .......................... 4-31
Onderhoudspunt
Informatie ..................................... 6-2
Periodiek ...................................... 6-3
Onderste laadcompartiment ............ 5-172
Op eigen kracht lostrekken van de
auto ................................................... 3-70
Opbergvakken ................................. 5-170
Achterste kledinghaken ............ 5-173
Dakconsole ............................... 5-170
Handschoenenkast ................... 5-171
Middenconsole ......................... 5-171
Ogen voor het vastzetten van
lading ....................................... 5-171
Onderste laadcompartiment ..... 5-172
Opbergzakje ............................. 5-170
Winkeltashaak .......................... 5-172
Opbergzakje .................................... 5-170
Oververhitting ................................... 7-33
P
Parkeersensorsysteem ..................... 4-260
Sensordetectiebereik ................ 4-262
Periodieke onderhoudsbeurten ............ 6-3
Plafondlampen ................................ 5-163
Portiersloten ...................................... 3-12
Probleem
Accu is uitgeput ......................... 7-27
Lekke band ................................... 7-4
Oververhitting ............................ 7-33
Parkeren in noodgevallen ............. 7-2
Slepen in noodgevallen .............. 7-35
Starten in noodgevallen .............. 7-31
Waarschuwings-/indikatielampjes en
waarschuwingszoemers .............. 7-39
R
Radarsensor (Voor) ......................... 4-222
Radarsensoren (Achter) .................. 4-228
Registratie van de auto in het
buitenland ........................................... 8-2
Registratie van voertuiggegevens ....... 8-5
Remmen
Handrem ................................... 4-116
Profielslijtage-indicator ............ 4-119
Rembekrachtiging .................... 4-120
Voetrem .................................... 4-115
Reservewiel ......................................... 7-9
Richtingaanwijzers en signalen voor
rijbaanverandering .......................... 4-105
Rijden in de winter ............................ 3-71
Rijstrookafwijkingwaarschuwingssysteem
(LDWS)
............................................. 4-152
LDWS schakelaar ..................... 4-155
Rijstrookassistent ............................ 4-188
Rijtips ................................................ 3-67
Automatische transmissie ........... 4-93
Brandstofbesparing en
milieubescherming ..................... 3-67
Doorwaden van water ................ 3-73
Inrijden ....................................... 3-67
Modellen met turbolader
(SKYACTIV-D 2.2) ................... 3-74
Moeilijke rijomstandigheden ..... 3-68
Op eigen kracht lostrekken van de
auto ............................................ 3-70
Rijden in de winter ..................... 3-71
Vloermat .................................... 3-69
Ruiten
Elektrische ruitbediening ........... 3-48
Index
10-7
T
Thuiskomstverlichtingsysteem ......... 4-99
Toerenteller ....................................... 4-26
U
Uitlaatgasreinigingssysteem
(SKYACTIV-D 2.2) .......................... 3-39
Uitlaatgasreinigingssysteem
(SKYACTIV-G 2.0, SKYACTIV-G
2.5) .................................................... 3-38
Ultrasonische sensor (Achter) ......... 4-230
V
Veiligheidsgordelsysteem
3-punts type ................................ 2-23
Noodblokkering ......................... 2-22
Zwangere vrouwen ..................... 2-22
Vermoeidheidswaarschuwing ......... 4-169
Vernieuwen
Banden ....................................... 6-49
Gloeilampen ............................... 6-52
Ruitenwisser ............................... 6-36
Sleutelbatterij ............................. 6-43
Wiel ............................................ 6-50
Zekering ..................................... 6-69
Vertrekverlichtingsysteem ................. 4-99
V
Verzorging van de carrosserie ........... 6-76
Bescherming van holle
ruimten ....................................... 6-81
Bijwerken van
lakbeschadigingen ...................... 6-81
Chassiscoating ........................... 6-82
Onderhoud van aluminium
velgen ......................................... 6-82
Onderhoud van de lak ................ 6-78
Onderhoud van plastic
onderdelen .................................. 6-83
Onderhoud van verchroomde en
aluminium onderdelen ............... 6-81
Verzorging van het interieur .............. 6-84
Reinigen van de binnenzijde van de
ruiten .......................................... 6-87
Reinigen van de zittingen en de
interieurbekleding ...................... 6-84
Reinigen van het materiaal van de
heup/schoudergordels ................ 6-86
Voorzorgsmaatregelen betreffende het
dashboard ................................... 6-84
Vierwielaandrijving
(4WD), gebruik ............................... 4-138
Vloeistof
Rem/koppeling ........................... 6-33
Ruitensproeier ............................ 6-34
Vloeistoffen
Classificatie .................................. 9-6
Vloermat ........................................... 3-69
Voertuiginformatielabels ..................... 9-2
Voetrem ........................................... 4-115
Voorruitensproeier ........................... 4-110
Voorruitenwissers ............................ 4-107
Vooruitrijcamera (FSC) ................... 4-219
Voorzitting .......................................... 2-6
Index
10-9