lNeem snelheid terug bij het rijden met
sterke zijwind of tegenwind.
WAARSCHUWING
Nooit tijdens het afdalen van hellingen
de motor afzetten:
Het afzetten van de motor bij het
afdalen van hellingen is gevaarlijk. De
stuurbekrachtiging en de
rembekrachtiging zullen dan buiten
werking gesteld worden, hetgeen
beschadiging van het
aandrijfmechanisme tot gevolg kan
hebben. Verlies van de
stuurbekrachtiging of
rembekrachtiging kan tot een ongeluk
leiden.
Moeilijke rijomstandigheden
WAARSCHUWING
Wees uiterst voorzichtig als het nodig
is op een glad wegdek terug te
schakelen:
Het op een glad wegdek
terugschakelen naar de eerste
versnelling bij een handgeschakelde
versnellingsbak of naar een lage
versnelling bij een automatische
transmissie is gevaarlijk. Door de
plotselinge verandering in de
draaisnelheid van de banden kunnen
de banden gaan slippen. Dit kan er toe
leiden dat u de macht over het stuur
verliest en een ongeluk veroorzaakt.
Bij het rijden met zware regenval, sneeuw,
ijzel, door modder, zand of onder
soortgelijke gevaarlijke omstandigheden:
lRijd voorzichtig en neem extra
remafstand in acht.
lVermijd abrupt remmen en plotseling
draaien van het stuurwiel.
lHet rempedaal niet pompend
indrukken. Blijf het rempedaal
ingedrukt houden.
Zie het Anti-blokkeer remsysteem
(ABS) op pagina 4-123.
lIndien de auto vast is komen te zitten,
een lagere versnelling kiezen en
langzaam accelereren. Voorkom dat de
voorwielen gaan slippen.
3-68
Alvorens te gaan rijden
Rijtips
OPMERKING
Alhoewel Mazda de voorkeur geeft aan
het gebruik van kettingen met
zeshoekige stalen spanringen, mogen
alle soorten kettingen worden gebruikt
die binnen de aangegeven
montagespecificaties vallen.
Montagespecificatie (Europa)
Bij het aanbrengen van de
sneeuwkettingen dient de afstand tussen
het bandprofiel en de ketting zich binnen
de voorgeschreven limieten te bevinden
zoals aangegeven in onderstaande tabel.
Afstand [Eenheid: mm]
AB
Max. 11 Max. 11
ZijaanzichtAanzicht in doorsnedeBand
A
B
Aanbrengen van sneeuwkettingen
1. Breng de sneeuwkettingen zo strak
mogelijk op de voorbanden aan. Volg
daarbij steeds de instructies van de
fabrikant.
2. Na het rijden van 1/2―1kmde
sneeuwkettingen opnieuw strak
aantrekken.
Doorwaden van water
WAARSCHUWING
Droog remmen die nat geworden zijn
door langzaam te rijden, het gaspedaal
los te laten en het rempedaal enkele
malen licht in te trappen totdat de
remwerking weer normaal wordt:
Rijden met natte remmen is gevaarlijk.
De grotere remafstand of het naar één
kant trekken van de auto tijdens het
remmen kan een ernstig ongeluk
veroorzaken. Licht afremmen geeft
aan of het remvermogen verminderd
is.
OPGELET
Rijd niet met de auto op wegen die
overstroomd zijn, aangezien dit
kortsluiting in de elektrische/
elektronische onderdelen kan
veroorzaken, of beschadiging of afslaan
van de motor als gevolg van
waterabsorptie. Neem contact op met
een deskundige reparateur, bij voorkeur
een officiële Mazda reparateur indien
met de auto door diep water is gereden.
Alvorens te gaan rijden
Rijtips
3-73
4Tijdens het rijden
Informatie betreffende veilig rijden en stoppen
Motor start/stop ....................................... 4-2
Contactschakelaar ............................... 4-2
Starten van de motor ........................... 4-4
Stopzetten van de motor .................... 4-12
i-stop ................................................. 4-14
Instrumentengroep en display .............. 4-24
Meters en tellers ................................ 4-24
Actief rijden display
í....................... 4-37
Waarschuwings/indikatielampjes ...... 4-40
Transmissie ............................................ 4-79
Schakelaars en regelaars ....................... 4-94
Lichtschakelaar ................................. 4-94
Voormistlichten
í............................ 4-101
Achtermistlichtí............................. 4-103
Richtingaanwijzers en signalen voor
rijbaanverandering .......................... 4-105
Voorruitenwissers en ruitensproeier .... 4-106
Achterruitenwisser en ruitensproeierí.... 4-111
Koplampsproeierí.......................... 4-111
Achterruitverwarming ..................... 4-112
Claxon ............................................. 4-113
Waarschuwingsknipperlichten ........ 4-114
Remmen ................................................ 4-115
Remsysteem .................................... 4-115
Noodstopsignaalsysteem ................. 4-120
Hellingwegrijsysteem (HLA) .......... 4-121
ABS/TCS/DSC ..................................... 4-123
Anti-blokkeer remsysteem (ABS) ... 4-123
Anti-wielspin regeling (TCS) .......... 4-124
Dynamische stabiliteitsregeling (DSC) ... 4-125
i-ELOOPí........................................... 4-127
Brandstofverbruikmonitor ................. 4-130Drive-selectie ........................................ 4-136
Drive-selectie (Automatische
transmissie)
í.................................. 4-136
4WD ...................................................... 4-138
Stuurbekrachtiging ............................. 4-140
i-ACTIVSENSE
í................................ 4-141
Aanpasbaar voorverlichtingssysteem (AFS)í... 4-144
Koplampregelsysteem (HBC)í...... 4-145
Adaptieve LED koplampení.......... 4-148
Rijstrookafwijkingwaarschuwingssysteem (LDWS)í.... 4-152
Dodehoekmonitorsysteem (BSM)í... 4-158
Afstandherkenninghulpsysteem (DRSS)í... 4-165
Vermoeidheidswaarschuwingí....... 4-169
Achteruitrijwaarschuwingssysteem (RCTA)í... 4-172
Mazda Radar Cruise Control (MRCC) systeemí... 4-177
Rijstrookassistentí......................... 4-188
Afstelbare snelheidsbegrenzerí...... 4-198
Stadsverkeer-remassistent [Vooruit] (SCBS F)í... 4-203
Stadsverkeer-remassistent [Achteruit] (SCBS R)í.... 4-209
Smart Brake Support remhulpsysteem (SBS)í.... 4-215
Vooruitrijcamera (FSC)í................ 4-219
Radarsensor (Voor)í...................... 4-222
Lasersensor (Voor)í....................... 4-225
Radarsensoren (Achter)í................ 4-228
Ultrasonische sensor (Achter)í...... 4-230
Kruissnelheidsregelaar
í..................... 4-231
Bandenspanningcontrolesysteem
í.... 4-237
Dieseldeeltjesfilter ................................ 4-242
Achteruitkijkmonitor
í....................... 4-243
Parkeersensorsysteem
í...................... 4-260
4-1íBepaalde modellen.
Oplossing: Raadpleeg een officiële Mazda reparateur om uw auto te laten inspecteren.
Indikatie op display
Storing in BSM:
Dodehoekmonitorsysteem (BSM)
dient geïnspecteerd te worden.Storing accu-beheersysteem:
Accubeheersysteem dient
geïnspecteerd te worden.Storing in Brake Override-systeem:
Noodremsysteem dient geïnspecteerd
te worden.
Indikatie op display
Storing motormanagement:
Voertuigsysteem dient
geïnspecteerd te worden.Storing i-ELOOP:
i-ELOOP systeem dient
geïnspecteerd te worden.Storing in SBS:
Smart Brake Support
remhulpsysteem dient
geïnspecteerd te worden.SStoring in SCBS vooruit:
Stadsverkeer-remassistent
dient geïnspecteerd te
worden.
Storing in SCBS achteruit:
Stadsverkeer-remassistent
[Achteruit] dient
geïnspecteerd te worden.
Lijst van indikaties en te nemen maatregelen
Signaal Waarschuwings/indikatielampjes Pagina
Hoofdwaarschuwingslampje 4-49
Remwaarschuwingslampje 4-49
Waarschuwingslampje van anti-blokkeer remsysteem (ABS) 4-50
Indikatielampje elektrische handrem 4-51
4-42
Tijdens het rijden
Instrumentengroep en display
Signaal Waarschuwings/indikatielampjes Pagina
Indikatielampje voor mistachterlicht 4-78
qType B
Waarschuwings/indikatielampjes zullen verschijnen in de gearceerde gedeelten
Signaal Waarschuwings/indikatielampjes Pagina
Hoofdwaarschuwingslampje 4-49
Remwaarschuwingslampje 4-49
Waarschuwingslampje van anti-blokkeer remsysteem (ABS) 4-50
Indikatielampje elektrische handrem 4-51
Waarschuwingslampje elektrische handrem 4-51
Rempedaalbediening vereist indikatielampje 4-52
Laadsysteemwaarschuwingslampje 4-52
Motoroliewaarschuwingslampje 4-52
Motorwaarschuwingslampje 4-53
4-46
Tijdens het rijden
Instrumentengroep en display
WAARSCHUWING
Niet rijden wanneer het
remwaarschuwingslampje brandt.
Neem contact op met een deskundige
reparateur, bij voorkeur een officiële
Mazda reparateur om de remmen zo
spoedig mogelijk te laten inspecteren:
Rijden terwijl het
remwaarschuwingslampje brandt is
gevaarlijk. Het geeft aan dat de
remmen wellicht totaal niet
functioneren of dat ze op elk moment
volledig buiten bedrijf kunnen raken.
Laat de remmen onmiddellijk
inspecteren indien dit lampje blijft
branden nadat u gecontroleerd heeft
of de handrem volledig ontspannen is.
OPGELET
Ook is het mogelijk dat het effectieve
remvermogen vermindert, zodat u het
rempedaal krachtiger moet intrappen
dan normaal om de auto tot stilstand te
brengen.
qWaarschuwingslampje van anti-
blokkeer remsysteem (ABS)
Wanneer het ABS waarschuwingslampje
van het ABS systeem tijdens het rijden
blijft branden, geeft dit aan dat de ABS
besturingseenheid een defect in het
systeem vastgesteld heeft. In dat geval zal
het remsysteem op dezelfde wijze werken
als bij een auto zonder ABS.
Als dit gebeurt, dient u zo spoedig
mogelijk een deskundige reparateur, bij
voorkeur een officiële Mazda reparateur te
raadplegen.
OPMERKING
lWanneer de motor met behulp van
een hulpaccu gestart wordt, is het
toerental ongelijkmatig en is het
mogelijk dat het ABS
waarschuwingslampje gaat branden.
In dit geval is dit het gevolg van een
nagenoeg uitgeputte accu en duidt dit
niet op een defect in het ABS
systeem.
Laad de accu.
Zie Opladen van de accu op pagina
6-43.
lWanneer het ABS
waarschuwingslampje brandt werkt
het rembekrachtigingsysteem niet.
4-50
Tijdens het rijden
Instrumentengroep en display
qWaarschuwing van elektronisch
remkrachtverdelingssysteem
Als de stuureenheid van het elektronisch
remkrachtverdelingssysteem vaststelt dat
bepaalde onderdelen niet goed
functioneren, is het mogelijk dat de
stuureenheid het
remwaarschuwingslampje en het ABS
waarschuwingslampje tegelijkertijd laat
branden. Er is vermoedelijk een probleem
in het elektronisch
remkrachtverdelingssysteem.
WAARSCHUWING
Rijd niet wanneer zowel het ABS
waarschuwingslampje als het
remwaarschuwingslampje beide
branden. Laat de auto naar een
deskundige reparateur, bij voorkeur
een officiële Mazda reparateur slepen
om de remmen zo spoedig mogelijk te
laten inspecteren:
Rijden terwijl het ABS
waarschuwingslampje en
remwaarschuwingslampje
tegelijkertijd branden is gevaarlijk.
Wanneer beide lampjes branden,
kunnen de achterwielen tijdens een
noodstop sneller gaan blokkeren dan
onder normale omstandigheden.
qIndikatielampje elektrische handrem
Dit indikatielampje blijft gedurende
enkele seconden branden wanneer het
contact op ON gezet wordt.
Het lampje gaat branden wanneer de
elektrische handrem wordt ingeschakeld
en het lampje gaat uit wanneer de rem
wordt vrijgezet.
Raadpleeg een deskundige reparateur, bij
voorkeur een officiële Mazda reparateur,
als het lampje blijft branden als de
elektrische handremschakelaar bediend
wordt.
Wanneer het lampje knippert
Als er een defect is in de elektrische
handrem gaat het lampje knipperen.
Raadpleeg zo spoedig mogelijk een
deskundige reparateur, bij voorkeur een
officiële Mazda reparateur, als het lampje
blijft knipperen als de elektrische
handremschakelaar bediend wordt.
qWaarschuwingslampje
elektrische handrem
Wanneer het contact op ON wordt gezet,
zal dit waarschuwingslampje gedurende
enkele seconden blijven branden.
Tijdens het rijden
Instrumentengroep en display
4-51
Anti-blokkeer remsysteem
(ABS)
De besturingseenheid van het ABS
systeem houdt de snelheid van elk wiel
voortdurend in het oog. Zodra een van de
wielen op het punt staat te blokkeren,
zorgt het ABS systeem er voor dat de
remkracht op het betreffende wiel
automatisch met korte tussenpozen
onderbroken wordt.
Het is mogelijk dat de bestuurder dan een
lichte trilling in het rempedaal voelt en
een kloppend geluid in het remsysteem
hoort. Dit is de normale werking van het
ABS systeem. Blijf het rempedaal
ingetrapt houden zonder de remmen te
pompen.
Systeemdefecten of bedrijfstoestanden
worden aangeduid door een
waarschuwing.
Zie Waarschuwings/indikatielampjes op
pagina 4-40.
WAARSCHUWING
Het ABS systeem kan niet beschouwd
worden als remedie voor onveilige
rijtechnieken:
Het ABS systeem biedt geen vrijwaring
tegen onveilig of roekeloos rijgedrag,
buitensporig hoge snelheden, het te
dicht achter een ander voertuig rijden,
rijden op ijs en sneeuw of aquaplaning
(tengevolge van een laag water op het
wegdek wordt de wrijvingskracht van
de banden verminderd). Ongelukken
blijven dan nog steeds mogelijk.
OPMERKING
lHoud er rekening mee dat de
remafstand langer is op wegen met
een losse bovenlaag, (zoals sneeuw
of grind) welke zich vaak boven op
het verharde wegdek bevindt. Onder
dergelijke omstandigheden kan het
voorkomen dat een auto met een
conventioneel remsysteem sneller tot
stilstand komt omdat bij het slippen
van de wielen een laag los materiaal
door de banden als een blok
opgestuwd wordt.
lBij het starten van de motor of
onmiddellijk na het wegrijden met de
auto kan het werkingsgeluid van het
ABS systeem hoorbaar zijn, dit duidt
echter niet op een defect.
Tijdens het rijden
ABS/TCS/DSC
4-123