2015.5 OPEL INSIGNIA Gebruikershandleiding (in Dutch)

Page 265 of 341

OPEL INSIGNIA 2015.5  Gebruikershandleiding (in Dutch) Verzorging van de auto263
Selecteer:■ Licht  voor een comfortabele span‐
ning tot 3 inzittenden.
■ Eco  voor een Eco-spanning tot
3 inzittenden.
■ Max  voor volledige belading.
Automatisch inl

Page 266 of 341

OPEL INSIGNIA 2015.5  Gebruikershandleiding (in Dutch) 264Verzorging van de auto
Is de slijtage voor groter dan achter,
dan de voorbanden regelmatig om‐
wisselen met de achterbanden. De
draairichting van de wielen moet de‐
zelfde zijn als voorheen.
Ba

Page 267 of 341

OPEL INSIGNIA 2015.5  Gebruikershandleiding (in Dutch) Verzorging van de auto265Sneeuwkettingen
Sneeuwkettingen zijn alleen toege‐
staan op de vooras.
Gebruik altijd kettingen met fijne
schakels waardoor het loopvlak en de binnenkanten (inclusief kettin

Page 268 of 341

OPEL INSIGNIA 2015.5  Gebruikershandleiding (in Dutch) 266Verzorging van de auto
1. Haal de bandenreparatieset uithet opbergvak.
2. Verwijder de compressor.
3. Verwijder de aansluitkabel en de luchtslang uit de opbergvakken
aan de onderkant van de com‐

Page 269 of 341

OPEL INSIGNIA 2015.5  Gebruikershandleiding (in Dutch) Verzorging van de auto267
10.Zet de wipschakelaar van de com‐
pressor op  I. De band wordt nu
met afdichtmiddel gevuld.
11. De manometer van de compres‐ sor geeft even max. 6 bar aan
wanneer de fl

Page 270 of 341

OPEL INSIGNIA 2015.5  Gebruikershandleiding (in Dutch) 268Verzorging van de auto
Hiervoor de luchtslang van de
compressor rechtstreeks op
bandventiel en compressor
schroeven.
Bij een bandenspanning hoger
dan 1,3 bar, de bandenspanning
op de voorgeschreven

Page 271 of 341

OPEL INSIGNIA 2015.5  Gebruikershandleiding (in Dutch) Verzorging van de auto269
■ Haal vóór het opkrikken van deauto altijd eventuele zware objec‐
ten eruit.
■ In de op te krikken auto mogen zich
geen personen of dieren bevinden.
■ Nooit onder

Page 272 of 341

OPEL INSIGNIA 2015.5  Gebruikershandleiding (in Dutch) 270Verzorging van de auto
4.Zorg ervoor dat de krik op de juiste
manier onder het dichtstbijzijnde
kriksteunpunt staat.
5. Zet de krik op de vereiste hoogte.
Zet deze zodanig onder het hef‐
punt dat