Page 81 of 92

VERZORGING EN STALLING VAN DE SCOOTER
7-2
7
Gebruik geen bijtende chemische
reinigingsmiddelen op kunststof
delen. Vermijd het gebruik van doe-
ken of sponzen die in contact zijn
geweest met bijtende of schurende
reinigingsmiddelen, oplosmiddelen
of thinner, brandstof (benzine),
roestverwijderingsmiddelen of cor-
rosieremmers, remvloeistof, anti-
vries of elektrolyt.
Gebruik geen hogedrukreinigers of
stoomreinigers, omdat dan op de
volgende plaatsen water kan door-
dringen en zo schade kan ontstaan:
afdichtingen (van wiel- en achter-
bruglagers, voorvork en remmen),
elektrische componenten (kabel-
stekkers, messtekkers, instrumen-
ten, schakelaars en verlichting),
beluchtings- en ontluchtingsslan-
gen.
Bij scooters met een kuipruit: Ge-
bruik geen bijtende reinigingsmid-
delen of harde sponzen, deze
veroorzaken dofheid en laten kras-
jes achter. Sommige reinigingsmid-
delen voor kunststof laten
eveneens krasjes achter op de
kuipruit. Test het product op een
klein, niet-zichtbaar gedeelte van
de kuipruit om zeker te zijn datgeen sporen achterblijven op de
kuipruit. Als de kuipruit krasjes ver-
toont, breng dan na wassen een
hoogwaardige polish voor geb
ruik
op kunststof aan.
Na normaal gebruikVerwijder vuil met warm water, een mild rei-
nigingsmiddel en een zachte, schone
spons en spoel dan grondig met schoon
water. Gebruik een tandenborstel of fles-
senborstel voor moeilijk bereikbare plek-
ken. Hardnekkig vastzittend vuil en
insectenresten laten gemakkelijker los als
de bewuste plek alvorens te reinigen een
paar minuten met een vochtige doek wordt
bedekt.
Na rijden in regen, aan de kust of op bepe-kelde wegenZilte zeelucht en wegenzout waarmee we-
gen in de winter worden bestrooid hebben
in combinatie met water een zeer corrosie-
ve werking; handel daarom als volgt na een
rit in een regenbui, nabij de kust of op be-
pekelde wegen.OPMERKINGIn de winter gestrooid wegenzout kan nog
tot in de lente aanwezig blijven.
1. Reinig de scooter met koud water en
zachte zeep nadat de motor is afge-
koeld. LET OP: Gebruik geen warm
water, dit versnelt de corrosieve
werking van het zout.
[DCA10792]
2. Breng met een spuitbus een corrosie-
werend middel aan op alle metalen
delen, ook op verchroomde en vernik-
kelde componenten, om zo corrosie
te voorkomen.
De kuipruit reinigenVermijd alkalische of zuurhoudende reini-
gingsmiddelen, benzine, remvloeistof of
enig ander oplosmiddel. Reinig de kuipruit
met een doek of spons die is bevochtigd
met een mild reinigingsmiddel en was de
ruit vervolgens grondig af met water. Ge-
bruik voor extra reiniging Yamaha reini-
gingsmiddel voor kuipruiten of een ander
hoogwaardig reinigingsmiddel voor kuip-
ruiten. Sommige reinigingsmiddelen voor
kunststoffen laten eveneens krasjes achter
op de kuipruit. Voer voordat u dergelijk rei-
nigingsmiddel gebruikt eerst een test uit op
een gedeelte van de kuipruit dat het zicht
niet beïnvloedt en dat niet opvalt.
Na reiniging
1. Droog de scooter met een zeemleren
lap of een vochtabsorberende doek.
U1SDD1D0.book Page 2 Wednesday, September 18, 2013 1:17 PM
Page 82 of 92

VERZORGING EN STALLING VAN DE SCOOTER
7-3
7
2. Gebruik een chroompolish om ver-
chroomde, aluminium en roestvrijsta-
len delen te doen glanzen, ook het
uitlaatsysteem. (Zelfs thermische ver-
kleuringen op roestvrijstalen uitlaatsy-
stemen kunnen door oppoetsen
worden verwijderd.)
3. Het is aan te bevelen om met een
spuitbus een corrosiewerend middel
aan te brengen op alle metalen delen,
ook op verchroomde en vernikkelde
componenten, om zo corrosie te voor-
komen.
4. Gebruik oliespray als universeel
schoonmaakmiddel om nog achter-
gebleven vuil te verwijderen.
5. Werk kleine lakbeschadigingen door
steenslag e.d. bij.
6. Zet alle gelakte oppervlakken in de
was.
7. Laat de scooter volledig drogen alvo-
rens te stallen of af te dekken.
WAARSCHUWING
DWA10943
Verontreiniging van de remmen of ban-
den kan leiden tot verlies van de controle
over de machine.
Controleer of er geen olie of was op
de remmen of banden zit. Reinig de
remschijven en remvoeringen in-
dien nodig met een normale rem-schijfreiniger of aceton en spoel de
banden schoon met lauw water en
een mild reinigingsmiddel.
Test voor u de scooter in gebruik
neemt eerst de remwerking en het
weggedrag in bochten.
LET OP
DCA10801
Breng een geringe hoeveelheid
oliespray en was aan en verwijder
overtollige hoeveelheden.
Breng oliespray of was nooit aan op
rubber of kunststof delen, behandel
deze met een daartoe bestemd ver-
zorgingsmiddel.
Vermijd het gebruik van schurende
poetsmiddelen, deze tasten de lak
aan.OPMERKINGVraag een Yamaha dealer om advies
over de te gebruiken producten.
Door wassen, regenachtig weer of een
vochtig klimaat kan de koplamplens
beslagen raken. Inschakelen van de
koplamp gedurende een korte periode
zal helpen bij de verwijdering van het
vocht.
DAU36564
StallingKorte termijn
Stal uw scooter steeds op een koele en
droge plek en bescherm indien nodig tegen
stof met een luchtdoorlatende stallinghoes.
Zorg ervoor dat de motor en het uitlaatsy-
steem zijn afgekoeld alvorens de scooter af
te dekken.LET OP
DCA10821
Als de scooter wordt gestald in een
slecht geventileerde ruimte of in
vochtige toestand wordt afgedekt
met een dekzeil, zal water en vocht
kunnen binnendringen en roestvor-
ming veroorzaken.
Voorkom corrosie door de machine
niet te stallen in een vochtige kel-
der, een stal (i.v.m. de aanwezig-
heid van ammoniakdamp) en in een
opslagruimte voor sterke chemica-
liën.Lange termijn
Alvorens uw scooter gedurende meerdere
maanden aaneen te stallen:
1. Volg alle instructies op in de paragraaf
“Verzorging” in dit hoofdstuk.
U1SDD1D0.book Page 3 Wednesday, September 18, 2013 1:17 PM
Page 83 of 92

VERZORGING EN STALLING VAN DE SCOOTER
7-4
7
2. Vul de brandstoftank en voeg een sta-
bilisatoradditief (indien verkrijgbaar)
toe om roestvorming in de tank en
achteruitgang van de brandstof te
voorkomen.
3. Voer de volgende stappen uit om de
cilinder, de zuigerveren etc. te be-
schermen tegen corrosie.
a. Verwijder de bougiedop en de
bougie.
b. Giet een theelepel motorolie in het
bougiegat.
c. Breng de bougiedop aan op de
bougie en leg dan de bougie zoda-
nig op de cilinderkop dat de elek-
troden aan massa liggen. (Dit
voorkomt vonken tijdens de vol-
gende stap.)
d. Laat de motor een paar keer rond-
draaien op de startmotor. (De cilin-
derwand wordt zo geolied.)
e. Haal de bougiedop los van de
bougie en breng dan de bougie en
de bougiedop weer aan.
WAARSCHUWING! Verbind de
bougie-elektrodes met de mas-
sa bij het ronddraaien van de
motor om schade of letsel door
vonkvorming te voorkomen.
[DWA10952]
4. Smeer alle bedieningskabels en
scharnierpunten van alle hendels en
pedalen en van de zijstandaard/mid-
denbok.
5. Controleer de bandspanning en corri-
geer deze indien nodig en breng dan
de scooter omhoog zodat beide wie-
len los van de grond zijn. Een andere
mogelijkheid is de wielen elke maand
iets te draaien, zodat de banden niet
op één gedeelte sterker achteruit-
gaan.
6. Dek de uitlaatdemper af met een plas-
tic zak om te voorkomen dat vocht
kan binnendringen.
7. Verwijder de accu en laad deze volle-
dig bij. Berg de accu op een koele en
droge plek op en laad deze eens per
maand bij. Berg de accu niet op een
overmatig koude of warme plek op
[onder 0 °C (30 °F) of boven 30 °C (90
°F)]. Zie pagina 6-30 voor meer infor-
matie over het opbergen van de accu.OPMERKINGVerricht eventueel noodzakelijke reparaties
alvorens de scooter te stallen.
U1SDD1D0.book Page 4 Wednesday, September 18, 2013 1:17 PM
Page 84 of 92

SPECIFICATIES
8-1
8
Afmetingen:Totale lengte:
2190 mm (86.2 in)
Totale breedte:
780 mm (30.7 in)
Totale hoogte:
1385 mm (54.5 in)
Zadelhoogte:
785 mm (30.9 in)
Wielbasis:
1565 mm (61.6 in)
Grondspeling:
103 mm (4.06 in)
Kleinste draaicirkel:
2500 mm (98.4 in)Gewicht:Rijklaar gewicht:
YP400R 211 kg (465 lb)
YP400RA 215 kg (474 lb)Motor:Type motor:
Vloeistofgekoeld, 4-takt, DOHC
Cilinderopstelling:
1-cilinder
Slagvolume:
395 cm3
Boring × slag:
83.0 × 73.0 mm (3.27 × 2.87 in)
Compressieverhouding:
10.60 : 1
Startsysteem:
Elektrische startmotor
Smeersysteem:
Wet sump
Motorolie:Aanbevolen merk:
YAMALUBE
Type:
SAE 10W-30, 10W-40, 10W-50, 15W-40,
20W-40 of 20W-50
Aanbevolen kwaliteit motorolie:
Type API service SG of hoger, JASO MA
norm
Hoeveelheid motorolie:
Zonder vervanging van oliefilterelement:
1.50 L (1.59 US qt, 1.32 Imp.qt)
Met vervanging van oliefilterelement:
1.70 L (1.80 US qt, 1.50 Imp.qt)Eindoverbrengingsolie:Type:
YAMALUBE 10W-40 of SAE 10W-30 type
SE motorolie
Hoeveelheid:
0.25 L (0.26 US qt, 0.22 Imp.qt)
Koelsysteem:Inhoud koelvloeistofreservoir (tot aan de
merkstreep voor maximumniveau):
0.31 L (0.33 US qt, 0.27 Imp.qt)
Inhoud radiator (inclusief alle leidingen):
1.38 L (1.46 US qt, 1.21 Imp.qt)Luchtfilter:Luchtfilterelement:
Papieren element met oliecoatingBrandstof:Aanbevolen brandstof:
Loodvrije superbenzine (Gasohol (E10)
acceptabel)
Inhoud brandstoftank:
14.0 L (3.70 US gal, 3.08 Imp.gal)
Hoeveelheid reservebrandstof:
2.0 L (0.53 US gal, 0.44 Imp.gal)Brandstofinjectie:Gasklephuis:
Het teken van identificatie:
5RUG 20Bougie(s):Fabrikant/model:
NGK/CR7E
Elektrodenafstand:
0.7–0.8 mm (0.028–0.031 in)Koppeling:Type koppeling:
Droog, automatisch centrifugaalVersnellingsbak:Primaire reductieverhouding:
1.000
Eindoverbrenging:
Tandwiel
–20 –10 0
1020 30 40 50 C 10 30 50 70 90 110 0 130 F
SAE 10W-30
SAE 15W-40SAE 20W-40SAE 20W-50
SAE 10W-40SAE 10W-50
U1SDD1D0.book Page 1 Wednesday, September 18, 2013 1:17 PM
Page 85 of 92

SPECIFICATIES
8-2
8
Secundaire reductieverhouding:
6.643 (31/14 x 42/14)
Type versnellingbak:
Automatisch, V-snaar
Bediening:
Automatisch centrifugaalChassis:Type frame:
Underbone
Spoorhoek:
28.00 graad
Naspoor:
100 mm (3.9 in)Voorband:Type:
Tubeless
Maat:
120/70-15 M/C 56S
Fabrikant/model:
MICHELIN/CITY GRIP
Fabrikant/model:
SAVA/DIAMONDS MC28Achterband:Type:
Tubeless
Maat:
150/70-13 M/C 64S
Fabrikant/model:
MICHELIN/CITY GRIP
Fabrikant/model:
SAVA/DIAMONDS MC28
Belading:Maximale belasting:
YP400R 185 kg (408 lb)
YP400RA 181 kg (399 lb)
(Totaal gewicht van bestuurder, passagier,
bagage en accessoires)Bandenspanning (gemeten aan koude
banden):Gewichtsverdeling:
0–90 kg (0–198 lb)
Voor:
220 kPa (2.20 kgf/cm2, 32 psi)
Achter:
250 kPa (2.50 kgf/cm2, 36 psi)
Gewichtsverdeling:
YP400R 90–185 kg (198–408 lb)
YP400RA 90–181 kg (198–399 lb)
Voor:
220 kPa (2.20 kgf/cm2, 32 psi)
Achter:
250 kPa (2.50 kgf/cm2, 36 psi)Voorwiel:Type wiel:
Gietwiel
Velgmaat:
15 x MT3.50Achterwiel:Type wiel:
Gietwiel
Velgmaat:
13 x MT4.00Voorrem:Type:
Dubbele schijfremBediening:
Bediening met rechterhand
Aanbevolen remvloeistof:
DOT 4
Achterrem:Type:
Enkele schijfrem
Bediening:
Bediening met linkerhand
Aanbevolen remvloeistof:
DOT 4Voorwielophanging:Type:
Telescoopvork
Veer/schokdempertype:
Schroefveer/oliedemper
Veerweg:
110.0 mm (4.33 in)Achterwielophanging:Type:
Unit swing
Veer/schokdempertype:
Schroefveer/oliedemper
Veerweg:
92.0 mm (3.62 in)Elektrische installatie:Ontstekingssysteem:
Transistorontsteking
Laadsysteem:
Wisselstroomdynamo met permanente
magnetenAccu:Model:
GT9B-4
U1SDD1D0.book Page 2 Wednesday, September 18, 2013 1:17 PM
Page 86 of 92

SPECIFICATIES
8-3
8
Voltage, capaciteit:
12 V, 8.0 AhKoplamp:Type gloeilamp:
HalogeenlampGloeilampen voltage, wattage × aantal:Koplamp:
12 V, 55.0 W × 2
Achterlicht/remlicht unit:
LED
Voorste richtingaanwijzer:
12 V, 10.0 W × 2
Achterste richtingaanwijzer:
12 V, 10.0 W × 2
Parkeerlicht:
LED
Kentekenverlichting:
12 V, 5.0 W × 1
Instrumentenverlichting:
12 V, 2.0 W × 3
Controlelampje grootlicht:
12 V, 1.4 W × 1
Controlelampje richtingaanwijzers:
12 V, 1.4 W × 2
Waarschuwingslampje motorstoring:
12 V, 1.4 W × 1
ABS-waarschuwingslampje:
YP400RA 12 V, 1.4 W × 1
Controlelampje startblokkering:
LEDZekeringen:Hoofdzekering:
30.0 AKoplampzekering:
20.0 A
Zekering signaleringssysteem:
10.0 A
Zekering ontstekingssysteem:
10.0 A
Zekering radiatorkoelvin:
7.5 A
Circuitzekering alarmverlichtingssysteem:
10.0 A
Zekering ECU (elektronische regeleenheid):
10.0 A
Zekering ABS-regeleenheid:
YP400RA 10.0 A
Zekering ABS-motor:
YP400RA 30.0 A
Zekering van de ABS-solenoïdeklep:
YP400RA 20.0 A
Backup-zekering:
10.0 A
U1SDD1D0.book Page 3 Wednesday, September 18, 2013 1:17 PM
Page 87 of 92
GEBRUIKERSINFORMATIE
9-1
9
DAU48613
IdentificatienummersNoteer het voertuigidentificatienummer en
de gegevens op de modelinformatiesticker
in onderstaande ruimtes. Deze gegevens
heeft u nodig om reserveonderdelen bij een
Yamaha dealer te bestellen of wanneer uw
voertuig is gestolen.
VOERTUIGIDENTIFICATIENUMMER:
MODELINFORMATIESTICKER:
DAU26411
Voertuigidentificatienummer
Het voertuigidentificatienummer is ingesla-
gen op het frame.OPMERKINGHet voertuigidentificatienummer is bedoeld
voor identificatie van uw machine en kan
worden gebruikt om deze in uw land aan te
melden voor kentekenregistratie.
DAU26461
Modelinformatiesticker
De modelinformatiesticker is bevestigd op
de getoonde locatie. Noteer de informatie
op deze sticker in het daartoe bestemde
vakje. Deze informatie is nodig om reserve-
onderdelen te bestellen bij een Yamaha
dealer.
1. VoertuigidentificatienummerZAUM0683
1
1. Modelinformatiesticker
U1SDD1D0.book Page 1 Wednesday, September 18, 2013 1:17 PM
Page 88 of 92

10-1
10
INDEXAAandachtspunten voor veilig rijden ........ 1-5
ABS (voor modellen met ABS) .............. 3-11
ABS-waarschuwingslampje
(voor modellen met ABS)...................... 3-3
Accu ...................................................... 6-30
Achterlicht/remlichtunit ......................... 6-34
Antidiefstal-alarmsysteem (optie) ........... 3-9BBanden ................................................. 6-21
Bougie, controleren .............................. 6-11
Brandstof .............................................. 3-13
Brandstofverbruik, tips voor een
zuinig .................................................... 5-4CClaxonschakelaar ................................. 3-10
Contactslot/stuurslot .............................. 3-2
Controle- en waarschuwingslampjes ..... 3-3
Controlelampje grootlicht ....................... 3-3
Controlelampjes richtingaanwijzers ........ 3-3
Controlelampje startblokkeersysteem .... 3-4DDimlichtschakelaar................................ 3-10EEindoverbrengingsolie .......................... 6-16GGasgreep en gaskabel, controleren
en smeren ........................................... 6-27
Gereedschapsset.................................... 6-2
Gloeilamp kentekenverlichting,
vervangen ........................................... 6-35
Gloeilamp richtingaanwijzer (achter),
vervangen ........................................... 6-34
IIdentificatienummers .............................. 9-1
Inrijperiode.............................................. 5-4KKabels, controleren en smeren ............ 6-27
Klepspeling ........................................... 6-21
Koelvloeistof ......................................... 6-17
Koplampgloeilamp, vervangen ............. 6-33LLichtsignaalschakelaar ......................... 3-10
Luchtfilterelementen, aftapslangen
en luchtfilterelement in
V-snaarbehuizing ............................... 6-18MMatkleur, let op ...................................... 7-1
Middenbok en zijstandaard,
controleren en smeren ....................... 6-28
Modelinformatiesticker ........................... 9-1
Motorolie en oliefilterelement ............... 6-13
Multifunctioneel display.......................... 3-5OOnderhoud, uitstootcontrolesysteem..... 6-3
Opbergcompartimenten ....................... 3-16PPanelen, verwijderen en aanbrengen ..... 6-9
Parkeerlicht .......................................... 6-36
Parkeren ................................................. 5-5
Plaats van de onderdelen ....................... 2-1
Problemen oplossen ............................ 6-36RRemhendel, achterrem ......................... 3-11
Remhendels, smeren............................ 6-28
Remmen ................................................. 5-3
Remvloeistofniveau, controleren .......... 6-25Remvloeistof, verversen........................6-27
Richtingaanwijzerschakelaar.................3-10
SSchakelaar alarmverlichting ..................3-10
Schokdemperunits, afstellen ................3-17
Smering en onderhoud, periodiek ..........6-5
Snelheidsmeter .......................................3-4
Sneller en langzamer rijden .....................5-3
Specificaties............................................8-1
Stalling ....................................................7-3
Startblokkeersysteem .............................3-1
Starten van de motor ..............................5-1
Startknop ..............................................3-10
Startspersysteem ..................................3-18
Storingzoekschema’s ...........................6-37
Stuurschakelaars ..................................3-10
Stuursysteem, controleren ....................6-30TTankdop ................................................3-12
Toerenteller .............................................3-5UUitlaatkatalysatoren ..............................3-14VVeiligheidsinformatie ...............................1-1
Verzorging ...............................................7-1
Voertuigidentificatienummer ...................9-1
Voor- en achterremblokken
controleren..........................................6-25
Voorremhendel......................................3-11
Voorste richtingaanwijzer ......................6-34
Voorvork, controleren ...........................6-29
Vrije slag van gasgreep, controleren.....6-21
Vrije slag voor- en achterremhendel,
controleren..........................................6-24
U1SDD1D0.book Page 1 Wednesday, September 18, 2013 1:17 PM