172
 
 
 
Controles  
 
 
 
 
 
 
 
Handgeschakelde versnellingsbak 
 
De versnellingsbak is onderhoudsvrij (olie 
verversen niet noodzakelijk). 
  Raadpleeg het garantie- en onderhoudsboekje 
voor het interval van de niveaucontrole.  
  Raadpleeg de bladzijden in het garantie- 
en onderhoudsboekje, die betrekking 
hebben op de motoruitvoering van uw auto, 
voor het laten controleren van de belangrijkste 
niveaus en bepaalde onderdelen volgens het 
onderhoudsschema van de constructeur. 
  Gebruik uitsluitend door CITROËN aanbevolen 
producten of gelijkwaardige kwaliteitsproducten. 
  Om de werking van belangrijke organen zoals 
het remsysteem te optimaliseren, worden door 
CITROËN specifi eke producten geselecteerd 
en aangeboden. 
  Vanwege de kans op beschadiging van het 
elektrisch systeem is het reinigen van de 
motorruimte met een hogedrukreiniger niet 
toegestaan. 
  Na het wassen kan er zich een laagje vocht, 
of in de winter ijs, vormen op de remschijven 
en remblokken: de remwerking kan daardoor 
afnemen. Rem een paar keer lichtjes om de 
remmen vocht- en ijsvrij te maken. 
   
 
 
 
 
Roetfilter (1.3 HDi 75) 
 
Als aanvulling op de katalysator levert dit 
filter een actieve bijdrage aan het verbeteren 
van de luchtkwaliteit door het tegenhouden 
van onverbrande vuildeeltjes. Ook wordt 
zwarte uitlaatrook voorkomen. 
  Dit filter, dat is opgenomen in het 
uitlaatsysteem, slaat roetdeeltjes op. 
De motormanagementcomputer regelt 
automatisch en periodiek de verbranding 
van de opgeslagen roetdeeltjes 
(regeneratie). 
  De regeneratie vindt plaats als aan 
bepaalde voorwaarden met betrekking tot 
het aantal opgeslagen roetdeeltjes en de 
gebruiksomstandigheden van de auto wordt 
voldaan. Als er een regeneratie plaatsvindt, 
kunt u dit merken aan enkele verschijnselen 
(een hoger stationair toerental, inschakelen 
van de koelventilator, meer rook uit de 
uitlaat en hogere temperatuur van de uitlaat) 
die geen gevolgen hebben voor de werking 
van de auto en het milieu. 
  Nadat u langdurig met lage snelheden 
hebt gereden of nadat de motor langdurig 
stationair heeft gedraaid, kan het in 
uitzonderlijke gevallen voorkomen dat 
waterdamp bij de uitlaat zichtbaar is bij het 
gas geven. Dit is niet van invloed op de 
werking van de auto of het milieu.    
Verzadiging/regeneratie 
  Bij het gevaar van verstopping 
van het roetfilter gaat dit lampje 
branden in combinatie met een 
melding op het display van het 
instrumentenpaneel. 
  Deze waarschuwing wijst op een 
beginnende verzadiging van het roetfilter 
(veelvuldige stadsritten: lage snelheden, 
verkeersopstoppingen…). 
  Om het filter te regenereren wordt 
aangeraden zo spoedig mogelijk, als de 
verkeerssituatie en -regels dit toelaten, 
gedurende ongeveer 15 minuten met 
een snelheid van meer dan 60 km/h en 
een toerental hoger dan 2000 t/min te 
gaan rijden (tot het lampje uitgaat en de 
waarschuwing verdwijnt). 
  Zet de motor niet af voordat de regeneratie 
voltooid is: als de regeneratie vaak wordt 
onderbroken, kan de motorolie voortijdig 
vervuild raken. Het wordt afgeraden om het 
regeneratieproces te voltooien terwijl de 
auto stilstaat.  
   
Storing 
  Als deze waarschuwing aanwezig blijft, 
negeer deze dan niet. De waarschuwing 
duidt op een storing in het uitlaatsysteem/
roetfilter. 
  Laat het systeem controleren door 
het CITROËN-netwerk of door een 
gekwalificeerde werkplaats.  
 
 
 
 
 
 
 
Elektronisch gestuurde 
versnellingsbak 
  De versnellingsbak is onderhoudsvrij (olie 
verversen niet noodzakelijk). 
  Raadpleeg het garantie- en onderhoudsboekje 
voor het interval van de niveaucontrole.  
  Vanwege de hoge uitlaattemperatuur 
als gevolg van de normale werking 
van het roetfilter is het raadzaam de auto 
uit de buurt van brandbaar materiaal (gras, 
dorre bladeren, dennenaalden, ...) te 
parkeren om brandgevaar te voorkomen.  
         
        
         182
 
 
 
Cockpit 
 
 
 
BESTUURDERSPLAATS 
 
 
Instrumentenpaneel, displays, 
tellers ............................................ 22 
  Verklikkerlampjes........................23-29 
  Meters.........................................30-31     
Stuurwiel, verstellen ........................ 49 
  Claxon ........................................... 115 
  Cockpit............................................... 6  
   
Lichtschakelaar...........................42-43 
  Follow me home verlichting ............. 43 
  Parkeerlichten.................................. 42  
   
Snelheidsregelaar.......................45-46  
   
Confi guratie - 
persoonlijke instellingen ..........69-72 
  Tijd instellen ..................................... 71 
  Koplampverstelling .......................... 43 
  Mistlampen vóór/mistachterlicht ...... 43 
  Dimmer dashboardverlichting .......... 31  
   
Zekeringen..............................156-158  
   
Motorkap openen........................... 166     
Starten, contactslot .................... 19, 32      
Ruitenwissers voor/achter ............... 44 
  Ruitensproeiers ............................... 44 
  Boordcomputer ................................ 69  
   
Ruitbediening................................... 48 
  Buitenspiegels ................................. 47   
         
        
         184
 
 
 
Cockpit 
 
 
 
 
BESTUURDERSPLAATS 
 
Stuurwiel, verstellen ........................ 49 
  Claxon ........................................... 115 
  Cockpit............................................... 7 
  Lichtschakelaar...........................42-43 
  Follow me home verlichting ............. 43 
  Parkeerlichten.................................. 42 
  Snelheidsregelaar.......................45-46   Instrumentenpaneel, 
displays, tellers ............................. 22 
  Verklikkerlampjes........................23-29 
  Meters.........................................30-31 
  Schakelindicator .............................. 50 
  Bediening aan het stuurwiel van de 
autoradio / handsfree set ....... 75, 78-95 
  Ruitenwissers voor/achter ............... 44 
  Ruitensproeiers ............................... 44 
  Boordcomputer ................................ 69 
  Starten, contactslot .................... 19, 32 
  Confi guratie - persoonlijke 
instellingen ...............................69-72 
  Tijd instellen ..................................... 71 
  Koplampverstelling .......................... 43 
  Mistlampen vóór/mistachterlicht ...... 43 
  Dimmer dashboardverlichting .......... 31 
  Zekeringen..............................156-158 
  Ruitbediening................................... 48 
  Buitenspiegels ................................. 47