Page 25 of 257
1
23
Controle tijdens het rijden
Verklikkerlampjes
Een aantal verklikkerlampjes heeftbeide mogelijkheden. Of het constant branden of knipperen van eenverklikkerlampje duidt op een storing,is afhankelijk van de werkingsfase vande auto.
Bij het aanzetten van het contact
Als het contact wordt aangezet, gaan bepaalde
waarschuwingslampjes enkele seconden
branden.
Zodra de motor wordt gestart, moeten deze
lampjes weer uitgaan.
Als het lampje blijft branden, controleer dan
voordat u gaat rijden welke functie het betreft.
Bijbehorende waarschuwingen
Sommige verklikkerlampjes kunnen gaanbranden in combinatie met een geluidssignaalen een melding op het multifunctionele display.
Verklikkerlampjes kunnen constant branden of knipperen.
De verklikkerlamp
jes geven de bestuurder informatie over de werking van een systeem (ingeschakeld of uitgeschakeld) of waarschuwen de bestuurder
in het geval van een storing (waarschuwingslampje).
Page 26 of 257
24
Controle tijdens het rijden
Verklikkerlampjes ingeschakelde functies
De volgende verklikkerlampjes geven aan dat de desbetreffende functie is ingeschakeld.
ControlelampjeStatusOorzaakActies / Opmerkingen
Richtingaanwijzer links
knipper t, metgeluidssignaal. Als u de lichtschakelaar omlaagbeweegt.
Richtingaanwijzer
rechts
knippert, met
geluidssignaal.
Als u de lichtschakelaar omhoog
beweegt.
Dimlichtpermanent. De lichtschakelaar staat in de stand
"Dimlicht".
Grootlichtpermanent. Als u de lichtschakelaar naar u toe
trekt. Trek aan de lichtschakelaar om terug te schakelennaar dimlicht.
Mistlampen vóórpermanent. De mistlampen vóór zijn
ingeschakeld. Draai de ring twee standen naar achteren om demistlampen vóór uit te schakelen.
Mistachterlichtpermanent. Het mistachterlicht is ingeschakeld. Draai de ring naar achteren om het mistachterlicht uit
te schakelen.
Raadpleeg voor meer informatie over de lichtschakelaar het hoofdstuk "Zicht".
Page 27 of 257

1
25
Controle tijdens het rijden
ControlelampjeStatusOorzaakActies / Opmerkingen
Voorgloeien dieselmotor
permanent.Het contactslot staat in de tweedestand (Contact). Wacht met star ten tot het controlelampje uitgaat.
De wachttijd is afhankelijk van de
weersomstandigheden (in extreme gevallen30 seconden).
Als de motor niet wil aanslaan, zet dan het contact af. Zet het contact dan weer aan en wacht opnieuw tot het
lampje uitgaat voordat u de motor start.
Handrem
permanent. De handrem is aangetrokken of niet goed vrijgezet. Zet de handrem vrij zodat het controlelampje uitgaat;
trap het rempedaal in.
Houd u aan de veiligheidsvoorschriften.
Raadpleeg het hoofdstuk "Rijden" voor meer
informatie over de handrem.
Voet op hetrempedaal
permanent.Het rempedaal moet worden ingetrapt. Trap bij de gestuurde handgeschakelde
versnellingsbak het rempedaal in om de motor testarten (selectiehendel in stand N).
Bij de automatische versnellingsbak moet u bij een
draaiende motor en voordat u de handrem vrijzet het
rempedaal intrappen om de selectiehendel vanuit
stand Pin een andere stand te kunnen zetten. Als u de handrem vrijzet zonder het rempedaal in te
trappen, zal dit controlelampje blijven branden.
knippert.
Als u de auto met een gestuurdehandgeschakelde versnellingsbak
op een hellin
g te lang probeert tegen
te houden door het gaspedaal in te
trappen, raakt de koppeling over verhit. Gebruik het rempedaal en/of de handrem.
Page 28 of 257

26
Controle tijdens het rijden
Verklikkerlampjes uitgeschakelde functies
De volgende verklikkerlampjes geven aan dat de desbetreffende functie handmatig is uitgeschakeld. Soms klinkt er ook een geluidssignaal en verschijnt er een bericht op het display.
ControlelampjeStatusOorzaakActies / Opmerkingen
Passagiersairbagpermanent. De schakelaar in het dashboardkastjestaat in de stand "OFF
".
De frontairbag aan passagierszijde is
uitgeschakeld. In dit geval kunt u een kinderzitje metde "rug in de rijrichting" plaatsen. Z
et de schakelaar in de stand " ON" om de frontairbagaan passagierszijde in te schakelen. Bevestig in dit geval op deze zitplaats geen kinderzitjemet de "rug in de rijrichting".
ESP/ASRpermanent. De toets linksonder op het dashboard
wordt ingedrukt. Het bijbehorende
verklikkerlampje gaat branden.
De functie ESP/ASR wordt
uitgeschakeld.
ESP: dynamische stabiliteitscontrole.
ASR: antispinregeling. Druk o
p de toets om de functie ESP/ASR in te schakelen. Het verklikkerlampje dooft.
De functie ESP/ASR wordt automatisch ingeschakeld
als de motor wordt gestart.
Na uitschakelen van het systeem, wordt het
automatisch opnieuw ingeschakeld bij snelhedenhoger dan ongeveer 50 km/h.
Page 29 of 257

1
27
Controle tijdens het rijden
Waarschuwingslampjes
Als bij draaiende motor of tijdens het rijden een van de volgende verklikkerlampjes gaat branden, wijst dit op een storing in het desbetreffende systeemen moet de bestuurder actie ondernemen.
Lees in het geval van een storing waarbij een waarschuwingslampje gaat branden de aanvullende informatie, die via een melding op het display wordt
weergegeven.
Raadplee
g indien nodig het CITROËN-netwerk of een gekwalificeerde werkplaats.
ControlelampjeStatusOorzaakActies / Opmerkingen
STOP
permanent, in combinatie
met een ander
waarschuwingslampje.
Dit waarschuwingslampje brandt bij een te lage motoroliedruk of bij een tehoge koelvloeistoftemperatuur.
Zet de auto zo snel mogelijk stil op een veilige plaats.
Zet het contact af en neem contact op met hetCITROËN-netwerk of met een gekwalificeerde
werkplaats.
Service
tijdelijk. Er is een kleine storing
opgetreden waarbij geen specifiek
verklikkerlampje gaat branden. Identificeer de storin
g met behulp van de melding op het display zoals bijvoorbeeld:
- de mate van ver vuiling van het roetfilter (diesel),
- de stuurbekrachtiging,
- een kleine elektrische storing,
-
...
Raadpleeg in andere gevallen het CITROËN-netwerk
of een gekwalificeerde werkplaats.
permanent. Er is een ernsti
ge storing
opgetreden waarbij geen specifiek
verklikkerlampje gaat branden. Identi
ficeer de storing met behulp van de melding op het display en raadpleeg het CITROËN-netwerk of een gekwalificeerde werkplaats.
Page 30 of 257

28
Controle tijdens het rijden
ControlelampjeStatusOorzaakActies / Opmerkingen
Remsysteem
permanent. Het remvloeistofniveau is te laag. Zet de auto zo snel mogelijk stil op een veilige plaats.
Vul het niveau bij met een vloeistof voorzien van eenartikelnummer van CITROËN.
Als het probleem zich blijft voordoen, laat het systeem dan controleren door het CITROËN-netwerk of door een gekwalificeerde werkplaats.
+
permanent, incombinatie met het waarschuwingslampje
ABS. Er is een storin
g in de elektronische
remdrukregelaar (REF). Zet de auto zo snel mogelijk stil op een veilige plaats.
Laat het systeem controleren door het CITROËN-
netwerk of door een gekwalificeerde werkplaats.
Te hogekoelvloeistof-temperatuur
permanent rood. De temperatuur van de koelvloeistof is te hoog. Zet de auto zo snel mogelijk stil op een veilige plaats.
Wacht met het eventueel bijvullen van de koelvloeistof
tot de motor is afgekoeld.
Als het probleem zich blijft voordoen, raadpleeg
dan het CITROËN-netwerk of een gekwalificeerde
werkplaats.
Page 31 of 257

1
29
Controle tijdens het rijden
ControlelampjeStatusOorzaakActies / Opmerkingen
Dynamischestabiliteitscon-
trole (ESP/ASR)
knippert. De ESP-/ASR-regeling is actief. Deze functie verbetert de aandrijving en zorgt voor een betere koersstabiliteit.
permanent. Storin
g in het ESP-/ASR-systeem,
tenzij deze is uitgeschakeld (toets
ingedrukt en verklikkerlampje van de
toets brandt). Laat het s
ysteem controleren door het CITROËN-netwerk of door een gekwalificeerde werkplaats.
Zelfdiagnosemotor permanent. Er is een storing in deemissieregeling. Het controlelampje moet doven als de motor wordtgestart.
Raadpleeg het CITROËN-netwerk of een g
gekwalificeerde werkplaats als dit niet het geval is.
knippert. Er is een storin
g in het motormanagementsysteem. Kans op beschadiging van de katalysator.
Laat dit controleren door het CITROËN-netwerk of een gekwalificeerde werkplaats.
Antiblokkeersysteem (ABS)
permanent.Er is een storing in het
antiblokkeersysteem. De normale remwerking blijft behouden.
Rijd voorzichtig met lage snelheid en raadpleeg
zo snel mogelijk het CITROËN-netwerk of een gekwalificeerde werkplaats.
Motorstoring
permanent oranje. Er is sprake van een kleine motorstoring. Neem snel contact op met het CITROËN-netwerk of een gekwalificeerde werkplaats.
permanent rood.Er is sprake van een ernstige motorstoring waardoor de auto zou
kunnen stilvallen.
Stop zo snel mogelijk op een veilige plaats.
Zet de auto stil, zet het contact af en neem contact
op met het CITROËN-netwerk of een gekwalificeerde
werkplaats.
Page 32 of 257

30
Controle tijdens het rijden
ControlelampjeStatusOorzaakActies / Opmerkingen
Motoroliedrukpermanent. Er is een storing in de motorsmering. Zet de auto zo snel mogelijk stil op een veilige plaats.
Parkeer de auto, zet het contact af en raadpleeg hetCITROËN-netwerk of een gekwalificeerde werkplaats.
Laadstroom accupermanent.Er is een storing in het laadstroomcircuit van de accu (ver vuilde of losgeraakteaccuklemmen, aandrijfriem dynamo
ontspannen of gebroken...).
Het lampje moet bij het starten van de motor uitgaan.Parkeer de auto op een veilige plek.
Raadpleeg het CITROËN-netwerk of een
gekwalificeerde werkplaats als dit niet het geval is.
Een of meer portierengeopend / Elektrisch bedienbareachterklep
geopendpermanent,
bij een snelheid lager dan
10 km/h.Een
portier of de elektrisch
bedienbare achterklep is niet goed
gesloten.
Sluit het desbetreffende carrosseriedeel.
permanent in
combinatie met een geluidssignaal, bij eensnelheid hoger dan
10 km/h.
Laag brandstofniveaupermanent. Als het lampje gaat branden zit er nog ongeveer 5 literrbrandstofinfde tank.
Ga zo snel mogelijk tanken om te voorkomen dat umet een lege tank strandt. Dit controlelampje gaat elke keer na het aanzetten
van het contact branden zolan
g er niet voldoende
brandstof getankt is.
Inhoud brandstoftank: ongeveer 50 liter.
Rijd nooit door tot de tank helemaal leeg is,hierdoor kunnen het emissieregelsysteem en hetinjectiesysteem beschadigd raken.