Telefoon79
Let op
Wanneer een Bluetooth-verbinding
actief is, wordt bij gebruik van het
handsfree-telefoonsysteem de bat‐
terij van de mobiele telefoon sneller ontladen.
Automatische verbinding
Uw telefoon wordt wellicht alleen au‐
tomatisch verbonden terwijl het sys‐
teem ingeschakeld is, als de automa‐ tische Bluetooth -verbindingsfunctie
op uw mobiele telefoon geactiveerd
is; raadpleeg de bedieningsinstruc‐
ties van de mobiele telefoon.
Let op
Wanneer een gekoppelde telefoon
opnieuw wordt verbonden of wan‐ neer 2 gekoppelde telefoons zich
binnen het bereik van het handsfree-
telefoonsysteem bevinden, wordt of‐ wel de telefoon met voorrang (indien
gedefinieerd) ofwel de laatst verbon‐ den telefoon automatisch verbon‐
den, zelfs als deze telefoon zich bui‐
ten de auto maar nog binnen het be‐
reik van het handsfree-telefoonsys‐
teem bevindt.Tijdens een automatisch verbinding
schakelt de conversatie automatisch
naar de microfoon en luidsprekers
van de auto als een gesprek reeds
aan de gang is.
Als de verbinding mislukt: ■ Controleer of de telefoon ingescha‐
keld is,
■ Controleer of de batterij van de te‐ lefoon niet leeg is,
■ Controleer of de telefoon reeds ge‐
koppeld is.
De Bluetooth-functie van de mobiele
telefoon en van het handsfree-tele‐
foonsysteem moet ingeschakeld zijn
en de mobiele telefoon moet geconfi‐
gureerd zijn om het verbindingsver‐
zoek van het systeem te accepteren.
Handmatige verbinding
R15 BT / CD15 BT, R16 BT /
CD16 BT, CD18 BT - Handmatige
verbinding
Om de op het handsfree-telefoonsys‐
teem aangesloten telefoon te veran‐
deren, drukt u op de toets TEL en se‐lecteert u het menu Selecteer
apparaat . De apparatenlijst toont de
telefoons die al gekoppeld zijn.
Selecteer de gewenste telefoon uit de lijst en bevestig door de draaiknop
OK in te drukken. Een displaybericht
bevestigt de telefoonaansluiting.
CD30 BT - Handmatige verbinding
Om de op het handsfree-telefoonsys‐
teem aangesloten telefoon te veran‐
deren, drukt op de toets 0 en selec‐
teert u Bluetooth-verbinding uit het in‐
stellingenmenu. De apparatenlijst
toont de telefoons die al gekoppeld
zijn.
Selecteer de gewenste telefoon uit de apparatenlijst en selecteer vervol‐
gens Apparaat verbinden... en beves‐
tig door de draaiknop in te drukken.
Een displaybericht bevestigt de tele‐
foonaansluiting.
CD35 BT - Handmatige verbinding
Om de op het handsfree-telefoonsys‐
teem aangesloten telefoon te veran‐
deren, drukt u op de toets
SETUP / TEXT en selecteert u
Bluetooth-verbinding (of drukt u op de
80Telefoon
toets TEL als er geen apparaat ver‐
bonden is). De apparatenlijst toont de
telefoons die al gekoppeld zijn.
Selecteer de gewenste telefoon uit de lijst en bevestig door de centrale
draaiknop te draaien en in te drukken. Een displaybericht bevestigt de tele‐
foonaansluiting.
Telefoon ontkoppelen
Wanneer de mobiele telefoon uitge‐
schakeld wordt, wordt de telefoon van het handsfree-telefoonsysteem ont‐koppeld.
Als tijdens het ontkoppelen een ge‐
sprek reeds aan de gang is, wordt de conversatie automatisch naar de mo‐biele telefoon geschakeld.
R15 BT / CD15 BT, R16 BT /
CD16 BT, CD18 BT - Een telefoon
ontkoppelen
Voor het ontkoppelen van een tele‐
foon van het Infotainmentsysteem
drukt u op de toets TEL (of de toets
SETUP ) en selecteert u Bluetooth-
verbinding . Selecteer het gewenste
apparaat uit de apparatenlijst en se‐
lecteer vervolgens Apparaatloskoppelen door de draaiknop OK te
draaien en in te drukken. Een display‐
bericht bevestigt het ontkoppelen van de telefoon.
CD30 BT - Een telefoon ontkoppelen
Om een telefoon van het handsfree-
telefoonsysteem te ontkoppelen,
drukt u op de toets 0 en selecteert u
Bluetooth-verbinding uit het instellin‐
genmenu. Selecteer Apparaat
loskoppelen en bevestig door op de
draaiknop te drukken. Een displaybe‐
richt bevestigt het ontkoppelen van
de telefoon.
CD35 BT - Een telefoon ontkoppelen
Voor het ontkoppelen van een tele‐
foon van het Infotainmentsysteem
drukt u op de toets SETUP / TEXT en
selecteert u Bluetooth-verbinding .
Selecteer het gewenste apparaat uit
de apparatenlijst en selecteer vervol‐
gens Apparaat loskoppelen door de
centrale draaiknop te draaien en in te
drukken. Een displaybericht bevestigt
het ontkoppelen van de telefoon.Telefoon met voorrang
definiëren
R15 BT / CD15 BT, R16 BT /
CD16 BT, CD18 BT - De
voorkeurstelefoon definiëren
De telefoon met voorrang is de laatst
verbonden telefoon.
Na het inschakelen van het contact
zal het handsfree-telefoonsysteem
eerst naar de telefoon met voorrangs‐ koppeling gaan zoeken. Het zoeken
gaat door tot een gekoppelde tele‐
foon is gevonden.
CD30 BT - Telefoon met voorrang
definiëren
Indien opgegeven, zal het handsfree-
telefoonsysteem eerst naar de tele‐
foon met voorrangskoppeling zoeken
nadat het contact is ingeschakeld.
Om de telefoon met voorrang te defi‐
niëren, drukt u op de toets 0 en se‐
lecteert u Bluetooth-verbinding uit het
instellingenmenu. De apparatenlijst
toont de telefoons die al gekoppeld
zijn.
82Telefoon
Mobiele telefoon koppelen aan
het handsfree-telefoonsysteem
Om uw handsfree-telefoonsysteem te kunnen gebruiken, moet er een ver‐
binding tot stand worden gebracht
tussen de mobiele telefoon en het
systeem via Bluetooth, d.w.z. de mo‐
biele telefoon moet vóór gebruik aan
de auto gekoppeld worden. Daarom
moet de mobiele telefoon Bluetooth
ondersteunen. Raadpleeg de bedie‐
ningsinstructies van uw mobiele tele‐
foon.
Om een Bluetooth-verbinding tot
stand te brengen, moet het hands‐
free-telefoonsysteem ingeschakeld en moet Bluetooth op de mobiele te‐
lefoon geactiveerd zijn.
Let op
Als een andere telefoon tijdens een
nieuwe koppelingsprocedure auto‐
matisch wordt aangesloten, wordt
deze automatisch losgekoppeld om
de nieuwe koppelingsprocedure te laten plaatsvinden.
Door het koppelen kan het handsfree-
telefoonsysteem een mobiele tele‐
foon herkennen en in de apparaten‐lijst opslaan. Er kunnen maximaal
5 mobiele telefoons gekoppeld en in
de apparatenlijst opgeslagen worden,
maar er kan er maar één tegelijkertijd
verbonden zijn.
Wanneer het koppelen voltooid is,
wordt een bericht met de naam van
de gekoppelde telefoon op het dis‐ playscherm van het infotainmentsys‐
teem getoond en wordt de telefoon
automatisch met het handsfree-tele‐
foonsysteem verbonden. De mobiele
telefoon kan dan via de bedienings‐
elementen van het het infotainment‐
systeem worden bediend.
Let op
Wanneer een Bluetooth-verbinding
actief is, wordt bij gebruik van het
handsfree-telefoonsysteem de bat‐
terij van de mobiele telefoon sneller
ontladen.
R15 BT / CD15 BT, R16 BT /
CD16 BT, CD18 BT - Een mobiele
telefoon koppelen
Koppel een telefoon aan het hands‐
free-telefoonsysteem door op de
toets TEL te drukken en selecteer
Apparaat koppelen door de draaiknopOK te draaien en in te drukken. Het
scherm Gereed voor koppelen ver‐
schijnt.
Zoek op de mobiele telefoon naar
Bluetooth-apparaten in de buurt van
het apparaat.
Selecteer My Radio (d.w.z. de naam
van het handsfree-telefoonsysteem)
uit de lijst op de mobiele telefoon en
voer via het toetsenbord van de mo‐
biele telefoon de koppelingscode in
die op het displayscherm van het In‐
fotainmentsysteem staat weergege‐
ven.
Als het koppelen mislukt, gaat het
systeem terug naar het vorige menu en verschijnt er een dienovereenkom‐ stig bericht. Herhaal de procedure zo
nodig.
CD30 BT - Een mobiele telefoon
koppelen
Om een telefoon aan het handsfree- telefoonsysteem te koppelen, drukt u
op de toets 0 en selecteert u
Bluetooth-verbinding uit het instellin‐
genmenu. Selecteer een lege sleuf
door de draaiknop te draaien en druk
Telefoon83
op de draaiknop (of de toets ⊲ of ⊳)
om het volgende menu weer te ge‐
ven.
Selecteer Nieuwe GSM aansluiten
door de draaiknop te draaien en in te drukken en zoek vervolgens op demobiele telefoon naar Bluetooth-ap‐
paratuur in de omgeving van de tele‐
foon.
Selecteer My Radiosat (d.w.z. de
naam van het handsfree-telefoonsys‐ teem) uit de lijst op de mobiele tele‐
foon en voer via het toetsenbord van
de mobiele telefoon de koppelings‐
code in die op het displayscherm van
het infotainmentsysteem staat weer‐
gegeven.
Als het koppelen mislukt, klinkt een
geluid en wordt het bericht Verbinding
mislukt. op het display getoond. Her‐
haal de procedure zo nodig.
CD35 BT - Een mobiele telefoon
koppelen
Om een telefoon aan het handsfree- telefoonsysteem te koppelen, drukt u
op de toets SETUP / TEXT en selec‐
teert u Bluetooth-verbinding uit het in‐stellingenmenu. Selecteer een lege
sleuf door aan de centrale draaiknop
te draaien en druk op de knop om het
volgende menu weer te geven.
Selecteer Nieuwe GSM aansluiten
door aan de centrale draaiknop te
draaien en in te drukken en zoek ver‐ volgens op de mobiele telefoon naar
Bluetooth-apparatuur in de omgeving van de telefoon.
Selecteer My_Radio (d.w.z. de naam
van het handsfree-telefoonsysteem)
uit de lijst op de mobiele telefoon en
voer via het toetsenbord van de mo‐
biele telefoon de koppelingscode in
die op het displayscherm van het In‐
fotainmentsysteem staat weergege‐
ven.
Als het koppelen mislukt, verschijnt
het bericht Koppelen mislukt . Herhaal
de procedure zo nodig.Mobiele telefoon
ontkoppelen van het
handsfree-telefoonsysteem Wanneer de lijst met gekoppelde te‐
lefoons vol is, kan een nieuwe tele‐
foon alleen gekoppeld worden wan‐
neer een bestaande telefoon wordt
ontkoppeld.
Let op
Bij het ontkoppelen van een telefoon
worden alle gedownloade contacten
en de oproepenhistorie uit het mo‐
biele telefoonboek van het hands‐
free telefoonsysteem gewist.
R15 BT / CD15 BT, R16 BT /
CD16 BT / CD18 BT - Een mobiele
telefoon ontkoppelen
Om te ontkoppelen, d.w.z. een tele‐
foon uit het geheugen van het hands‐ free-telefoonsysteem te wissen, drukt
u op de toets TEL en selecteert u
Apparaat wissen .
Selecteer de gewenste telefoon uit de apparatenlijst en druk op de draai‐
knop OK om het verwijderen te be‐
vestigen wanneer daarom wordt ge‐
vraagd.
Telefoon91
relevante optie, bijv. Recente
oproepen uit het menu
Gesprekkenlijst . Selecteer het ge‐
wenste contact en druk op de draai‐
knop OK om het kiezen te starten.
CD30 BT - Gesprekkenlijsten
Om een nummer uit de belgeheugen‐
lijsten (bijv. gekozen nummers, ont‐
vangen gesprekken, gemiste ge‐
sprekken) te kiezen, selecteert u de
relevante optie, bijv. Gekozen
nummers uit het Belgeheugenlijst -
menu: Selecteer het gewenste con‐ tact, gevolgd door Contact bellen om
het kiesproces te starten.
De belgeheugenlijsten worden auto‐
matisch bijgewerkt. Ze kunnen ook
handmatig worden bijgewerkt door
Belgeheugenlijst en dan Bijwerken uit
het menu te selecteren.
CD35 BT - Gesprekkenlijsten
Om een nummer uit de belgeheugen‐
lijsten (bijv. gekozen nummers, ont‐
vangen gesprekken, gemiste ge‐
sprekken) te kiezen, selecteert u de
relevante optie, bijv. Gekozen
nummers uit het menu Geschiedenis .Selecteer het gewenste contact en
druk op de centrale draaiknop om het
kiezen te starten.
Voicemailbox
R15 BT / CD15 BT, R16 BT /
CD16 BT, CD18 BT - Voicemailbox
Luister op de mobiele telefoon naar
voicemailberichten via het menu
Voicemailbox .
CD30 BT - Voicemailbox
Om via het infotainmentsysteem naar
voicemailberichten van de mobiele
telefoon te luisteren, moet eerst uw
voicemailboxnummer in het hands‐
free-telefoonsysteem worden inge‐
voerd.
Om het nummer in te voeren, terwijl het Telefoon -menu wordt weergege‐
ven, selecteert u Voicemailbox uit de
lijst, gevolgd door Nummer invoeren/
wijzigen . Voer het nummer van de
voicemailbox van uw telefoon in met
het numerieke toetsenbord ( 3 76).Om naar de voicemail te luisteren,
terwijl het Telefoon-menu wordt weer‐
gegeven, selecteert u Voicemailbox
uit de lijst, gevolgd door Bellen, om
het kiesproces te starten.
Het nummer van de voicemailbox kan
variëren, afhankelijk van de telefonie‐ provider.
CD35 BT - Voicemailbox
Luister op de mobiele telefoon naar
voicemailberichten via het menu
Voicemailbox .
Gesprekken ontvangen R15 BT / CD15 BT, R16 BT /
CD16 BT, CD18 BT - Oproepen
ontvangen
Het gesprek aannemen, afhankelijk
van de configuratie van de auto:
■ Druk kort op de knop 7 (op de
knoppen op de stuurkolom)
■ Selecteer het pictogram 7 op het
display (door de draaiknop OK te
draaien en in te drukken)
92Telefoon
Het gesprek niet aannemen, afhan‐
kelijk van de configuratie van de auto:
■ Houd de knop 8 (op de knoppen op
de stuurkolom) ingedrukt
■ Selecteer het pictogram } op het
display (door de draaiknop OK te
draaien en in te drukken)
Wanneer een gesprek wordt ontvan‐
gen, kan het nummer van de beller
worden weergegeven op het display‐
scherm van het Infotainmentsysteem. Wanneer het nummer is opgeslagen
in het systeemgeheugen, wordt in dat geval de naam weergegeven. Wan‐
neer het nummer niet kan worden weergegeven, wordt het bericht
Privénummer getoond.
CD30 BT - Gesprekken ontvangen
Bij het ontvangen van een gesprek
zijn diverse functies beschikbaar,
waaronder:
■ Opnemen
■ Pauze
■ WeigerenWanneer een gesprek wordt ontvan‐
gen, kan het nummer van de beller
worden weergegeven op het display‐
scherm van het Infotainmentsysteem.
Wanneer het nummer is opgeslagen
in het systeemgeheugen, wordt in dat geval de naam weergegeven. Wan‐
neer het nummer niet kan worden
weergegeven, wordt het bericht
Privénummer getoond.
De beltoon van het handsfree-tele‐
foonsysteem is afhankelijk van het te‐
lefoonmodel en de modus (stil, trillen
enz.).
Automatisch gesprek in de wacht
Om veiligheidsredenen wordt de
functie Automatisch gesprek in de
wacht standaard ingesteld. Het is
raadzaam deze functie ingeschakeld te laten.
Wanneer een gesprek binnenkomt,
wordt de beller via een bericht geïn‐
formeerd dat u rijdt. Het gesprek start automatisch en de duur van het ge‐
sprek wordt op het displayscherm van het Infotainmentsysteem weergege‐
ven. Neem de telefoon alleen op als
het veilig is om dat te doen.Om Automatisch gesprek in de wacht
uit te schakelen, raadpleegt u
Automatisch gesprek in de wacht in-/
uitschakelen in het gedeelte
Telefooninstellingen .
Wanneer automatisch gesprek in de
wacht uitgeschakeld is, kan een ge‐
sprek worden geweigerd door
Weigeren te selecteren of door de
toets 8 of MODE/OK ingedrukt te
houden. Om de beller in de wacht te plaatsen, selecteert u Pauze; de bel‐
ler wordt via een automatisch bericht
geïnformeerd dat hij in de wacht
staat.
De functie Automatisch gesprek in de
wacht kan tijdelijk worden uitgescha‐
keld door Opnemen te selecteren of
de toets 7 of MODE/OK in te drukken
om het gesprek aan te nemen.
CD35 BT - Gesprekken ontvangen
Neem het gesprek aan door kort op
de knop 7 (op de knoppen op de
stuurkolom) te drukken.
Telefoon93
Het gesprek niet aannemen:■ Houd de knop 8 (op de knoppen op
de stuurkolom) ingedrukt, of
■ Selecteer Weigeren op het display
(door de centrale draaiknop te
draaien en in te drukken)
Wanneer een gesprek wordt ontvan‐
gen, kan het nummer van de beller
worden weergegeven op het display‐
scherm van het Infotainmentsysteem. Wanneer het nummer is opgeslagen
in het systeemgeheugen, wordt in dat
geval de naam weergegeven. Wan‐
neer het nummer niet kan worden weergegeven, wordt het bericht
Onbekend getoond.
De beltoon van het handsfree-tele‐
foonsysteem is afhankelijk van het te‐ lefoonmodel en de modus (stil, trillen
enz.).
Automatisch gesprek in de wacht Om veiligheidsredenen wordt de
functie Automatisch gesprek in de
wacht standaard ingesteld. Het is raadzaam deze functie ingeschakeldte laten.Wanneer een gesprek binnenkomt,
wordt de beller via een bericht geïn‐
formeerd dat u rijdt. Het gesprek start
automatisch en de duur van het ge‐
sprek wordt op het displayscherm van het Infotainmentsysteem weergege‐
ven. Neem de telefoon alleen op als
het veilig is om dat te doen.
Om Automatisch gesprek in de wacht
uit te schakelen, raadpleegt u
Automatisch gesprek in de wacht in-/
uitschakelen in het gedeelte
Telefooninstellingen .
Wanneer automatisch gesprek in de
wacht uitgeschakeld is, kan een ge‐
sprek worden geweigerd door
Weigeren te selecteren of door de
toets 8 ingedrukt te houden. Om de
beller in de wacht te plaatsen, selec‐
teert u Pauze; de beller wordt via een
automatisch bericht geïnformeerd dat
hij in de wacht staat.
De functie Automatisch gesprek in de wacht kan tijdelijk worden uitgescha‐
keld door Hervatten te selecteren of
de toets 7 in te drukken om het ge‐
sprek aan te nemen.Functies tijdens een
telefoongesprek
R15 BT / CD15 BT, R16 BT /
CD16 BT, CD18 BT - Functies tijdens een telefoongesprek
Naast volumeregeling zijn diverse
functies beschikbaar tijdens een ge‐
sprek, waaronder:
■ Gesprek doorschakelen naar de mobiele telefoon
■ Ga naar het toetsenblok
■ Beëindig het gesprek
Draai aan en druk op de draaiknop
OK om te selecteren en te bevesti‐
gen.
Schakel het gesprek door van het
handsfree-telefoonsysteem naar de
mobiele telefoon door het weergave- item op de mobiele telefoon te selec‐
teren. Sommige mobiele telefoons
kunnen ontkoppeld raken van het
handsfree-telefoonsysteem tijdens het overschakelen naar deze modus.
Een nummer kan ook op het nume‐
rieke toetsenbord worden ingevoerd
( 3 76) bijv. om een gespreksserver,
94Telefoon
zoals de voicemailbox, te bedienen.
Selecteer het #123 weergave-item
om het numerieke toetsenbord op te roepen. Raadpleeg Voicemailbox
voor meer informatie.
Het gesprek beëindigen, afhankelijk
van de configuratie van de auto:
■ Druk kort op de toets 8
■ Druk op de TEL-toets
■ Selecteer het pictogram } op het
display
CD30 BT - Functies tijdens een
telefoongesprek
Naast volumeregeling zijn diverse
functies beschikbaar tijdens een ge‐
sprek, waaronder:
■ Pauze / Opnemen
■ Handset
■ Toetsen
■ Ophangen
Om de beller in de wacht te plaatsen, selecteert u Pauze; de beller wordt
via een automatisch bericht geïnfor‐
meerd dat hij in de wacht staat. Se‐
lecteer Opnemen om het gesprek
weer te hervatten.Schakel het gesprek van het hands‐
free-telefoonsysteem over naar de
mobiele telefoon door Handset te se‐
lecteren. Sommige mobiele telefoons kunnen ontkoppeld raken van het
handsfree-telefoonsysteem tijdens
het overschakelen naar deze modus.
Een nummer kan ook op het nume‐
rieke toetsenbord worden ingevoerd
( 3 76) bijv. om een gespreksserver,
zoals de voicemailbox, te bedienen.
Selecteer het Toetsen-menu-item om
het numerieke toetsenbord op te roe‐ pen. Raadpleeg Voicemailbox voor
meer informatie.
Het gesprek beëindigen, afhankelijk
van de configuratie van de auto:
■ Druk op de 8-toets
■ Selecteer Ophangen en druk dan
op de toets MODE/OK
CD35 BT - Functies tijdens een
telefoongesprek
Naast volumeregeling zijn diverse
functies beschikbaar tijdens een ge‐
sprek, waaronder:
■ Pauze / Hervatten
■ Handset■Toetsen
■ Ophangen
Om de beller in de wacht te plaatsen,
selecteert u Pauze; de beller wordt
via een automatisch bericht geïnfor‐
meerd dat hij in de wacht staat. Se‐
lecteer Hervatten om het gesprek
weer te hervatten.
Schakel het gesprek van het hands‐
free-telefoonsysteem over naar de
mobiele telefoon door Handset te se‐
lecteren. Sommige mobiele telefoons
kunnen ontkoppeld raken van het
handsfree-telefoonsysteem tijdens
het overschakelen naar deze modus.
Een nummer kan ook op het nume‐
rieke toetsenbord worden ingevoerd
( 3 76) bijv. om een gespreksserver,
zoals de voicemailbox, te bedienen.
Selecteer het Toetsen-menu-item om
het numerieke toetsenbord op te roe‐
pen. Raadpleeg Voicemailbox voor
meer informatie.
Het gesprek beëindigen: ■ Druk op de toets 8 of
■ Selecteer Ophangen en druk dan
op de centrale draaiknop