Inleiding27
Geluidsverdeling optimaliseren
Selecteer het Klankoptimalisatie -
menu.
Om de geluidsverdeling te optimali‐
seren voor de gehele auto of alleen
de bestuurder, draait u de draaiknop
om te selecteren uit: Auto of
Bestuurder .
Instellen door op de draaiknop te drukken.
Volumeverdeling rechts - links
instellen
Selecteer het Klankoptimalisatie - of
Balans/fader -menu.
Draai de draaiknop om Balans te se‐
lecteren.
Druk op de draaiknop of de toets
⊲ of ⊳ om de huidige displayinstellin‐
gen weer te geven en draai de draai‐
knop voor bijstelling.
Druk de draaiknop in om de gewenste
waarde in te stellen en de Fader-in‐
stelling weer te geven.Volumeverdeling voor - achter
instellen
De Fader -instelling wordt weergege‐
ven nadat Balans is ingesteld.
Draai de draaiknop om de fader tus‐ sen voor/achter af te stellen.
Middelhoog volume voorin
Het volume achterin onderdrukken en alleen het volume voorin de auto ma‐
tigen:
Selecteer het Klankoptimalisatie -
menu.
Draai de draaiknop om Achter UIT te
selecteren en druk op de draaiknop
om in te stellen.
Loudness instellen
Selecteer het Andere audio-
instellingen -menu.
Selecteer Loudness door op de draai‐
knop te drukken.
CD35 BT - Geluidsinstellingen In het audio-instellingenmenu kunnen
de toonkarakteristieken worden inge‐ steld.Druk op de toets SETUP / TEXT om
het instellingenmenu te openen.
Selecteer Audio-instellingen en draai
aan de centrale draaiknop totdat de
gewenste instelling is geselecteerd.
Het display toont het type instelling
aan, gevolgd door de instellings‐
waarde.
Een waarde van 0 betekent dat de
functie gedeactiveerd is.
Om het instellingenmenu af te sluiten, drukt u op SETUP / TEXT (of /).
Let op
Als er geen activiteit is, sluit het sys‐
teem het menu voor de audio-instel‐ lingen automatisch af.
Geluid voor een muziekstijl
optimaliseren
Selecteer het Klankinstellingen -
menu.
Draai de draaiknop om een keuze te
maken uit:
■ Pop / Rock
■ Klassiek
■ Jazz
■ Neutraal
28Inleiding
De getoonde opties bieden voor de
desbetreffende muziekstijl geoptima‐
liseerde instellingen voor de lage,
midden en hoge tonen.
Stel de muziekstijl in door aan de cen‐
trale draaiknop te draaien.
Lage en hoge tonen instellen
Selecteer het Klankinstellingen -
menu.
Draai aan de centrale draaiknop om
Bass/treble te selecteren en druk op
de knop om te bevestigen.
Draai aan de centrale draaiknop om
Bass of Treble te openen en druk op
de knop om te bevestigen.
Stel de gewenste waarde in voor de
geselecteerde optie door aan de cen‐ trale draaiknop te draaien en druk op
de knop om te bevestigen.
Geluidsverdeling optimaliseren
Selecteer het Klankoptimalisatie -
menu.Om de geluidsverdeling te optimali‐
seren voor de gehele auto of alleen
de bestuurder, draait u aan de cen‐
trale draaiknop om te selecteren uit:
Auto of Bestuurder .
Instellen door op de knop te drukken.
Volumeverdeling rechts - links
instellen
Selecteer het Klankoptimalisatie -
menu.
Draai aan de centrale draaiknop om
Balans/fader te selecteren. Druk op
de knop om de huidige displayinstel‐
lingen voor Balans weer te geven en
draai aan de draaiknop voor bijstel‐
ling.
Druk de knop in om de gewenste
waarde in te stellen en de Fader-in‐
stelling weer te geven.
Volumeverdeling voor - achter
instellen
De Fader -instelling wordt weergege‐
ven nadat Balans is ingesteld.
Draai aan de centrale draaiknop om
de fader tussen voor/achter af te stel‐
len.Middelhoog volume voorin
Het volume achterin onderdrukken en
alleen het volume voorin de auto ma‐ tigen:
Selecteer het Klankoptimalisatie -
menu.
Draai aan de centrale draaiknop om
Achter UIT te selecteren en druk op
de knop in te stellen.
Automatic Gain Control (AGC)
Contourfunctie inschakelen:
Selecteer het menu AGC
geactiveerd en druk op de centrale
draaiknop om te activeren.
Standaard audio-instellingen
herstellen
Selecteer Standaardinstellingen en
druk op de centrale draaiknop om te bevestigen.
Alle audio-instellingen worden weer
op hun standaardwaarden gezet.
Radio31
■2 3 : Zender zoeken
■ MEM : De opgeslagen lijst met radi‐
ozenders oproepen
■ Zendertoetsen 1...6: Voorkeurzen‐ dertoetsen
■ 0 : Systeeminstellingen
Radio activeren
Druk op de toets RADIO/CD om de
audiobron naar radio te schakelen.
De voorheen geselecteerde zender
wordt nu ontvangen.
Frequentiebereik selecteren
Druk op de toets ⊲ of ⊳ om het fre‐
quentiebereik in het displaymenu te marekren en draai de draaiknop ver‐volgens om het gewenste frequentie‐
bereik te selecteren.
De voorheen geselecteerde zender in dat frequentiebereik wordt ontvan‐
gen.Bedieningstoetsen - CD35 BT
De belangrijkste toetsen voor het be‐
dienen van de radio zijn:
■ RADIO : Radio activeren, frequen‐
tiebereik wijzigen
■ 2 3 : Frequentie wijzigen, zender
zoeken
■ Draaiknop in het midden: De opge‐
slagen lijst met radiozenders op‐
roepen
■ Zendertoetsen 1...6: Voorkeurzen‐ dertoetsen
■ SETUP / TEXT : Systeeminstellin‐
gen
Radio activeren
Druk op de toets RADIO om de audi‐
obron naar radio te schakelen.
De voorheen geselecteerde zender
wordt nu ontvangen.
Frequentiebereik selecteren
Druk op de toets RADIO om tussen
de beschikbare golfbereiken te scha‐
kelen (bijv. FM1, FM2, MW, LW).De voorheen geselecteerde zender in dat frequentiebereik wordt ontvan‐
gen.
Zender zoeken
Automatisch zender zoeken R15 BT / CD15 BT / R16 BT /
CD16 BT / CD18 BT - Automatisch
zenders zoeken
Druk even op de de toets 2 of 3
om naar de volgende te ontvangen
zender in het huidige frequentiebereik te zoeken.
Als geen zender wordt gevonden,
gaat het automatisch zoeken door tot
2 of 3 nogmaals wordt ingedrukt.
CD30 BT - Automatisch zender
zoeken
Markeer de frequentie in het display
met de toets ⊲ of ⊳.
Druk op de toets 2 of 3 om naar
de volgende te ontvangen zender in
het huidige frequentiebereik te zoe‐
ken.
Radio33
Naar radiozendernaam (alleen FM)
zoeken
Selecteer het FM-frequentiebereik en markeer dan de zendernaam in het
display met de toets _ of 6.
Druk herhaalde malen op de toets
1 of 4 om handmatig naar de gewen‐
ste zendernaam te zoeken. De fre‐
quentie kan worden weergegeven als de zendernaam niet beschikbaar is.
De alfabetische lijst bevat maximaal60 FM radio zenders met de beste
ontvangst. De lijst kan op elk gewenst
moment worden bijgewerk 3 34.
CD30 BT - Handmatig zender zoeken Selecteer het gewenste frequentiebe‐
reik en markeer vervolgens de fre‐
quentie in het display met de toets
⊲ of ⊳.
Draai de draaiknop of houd de toets
2 of 3 ingedrukt om de frequenties
in het huidige frequentiebereik te
scannen.
Laat de toets los wanneer de gewen‐ ste frequentie is bereikt. De zender
wordt automatisch afgespeeld.Opgeslagen zender zoeken
Hiermee kunt u radiozenders oproe‐
pen die u voorheen hebt opgeslagen.
Om een zender op te slaan, selec‐
teert u het gewenste frequentiebereik
en de gewenste zender en drukt u
vervolgens op de toets MEM (om de
lijst met opgeslagen radiozenders op
te roepen) en selecteert u een cijfer
door de draaiknop te draaien en in te drukken.
Op die manier kunt u 12 zenders op‐
slaan.
Of houd de toets 1...6 van de zender
ingedrukt tot een akoestisch signaal
klinkt, wat bevestigt dat de zender in
de juiste zendertoets is opgeslagen.
Op deze manier kunnen 6 zenders
per frequentiebereik worden opgesla‐
gen.
Een opgeslagen zender oproepen Om een zender op te roepen, selec‐teert u het gewenste frequentiebereik en drukt u even op toets 1...6 van dezender.Of selecteer het gewenste frequen‐
tiebereik en markeer dan het num‐
merveld van de opegslagen zender in het display met de toets ⊲ of ⊳. Draaide draaiknop om handmatig in de lijst met opgeslagen zenders te zoeken.
Naar radiozendernaam (alleen FM)
zoeken
Selecteer het FM-frequentiebereik en
markeer dan de zendernaam in het
display met de toets ⊲ of ⊳.
Draai de draaiknop om handmatig
naar de naam van de gewenste zen‐
der te zoeken.
De alfabetische lijst bevat maximaal
50 FM radio zenders met de beste
ontvangst. De lijst kan op elk gewenst moment worden bijgewerk 3 34.
CD35 BT - Handmatig zender zoeken Selecteer het gewenste frequentiebe‐
reik en houd vervolgens de toets 2
of 3 ingedrukt om het geselecteerde
frequentiebereik te scannen.
Radio35
CD35 BT - Zenders automatischopslaan
Afhankelijk van de auto worden maxi‐
maal 50 radiozenders continu bijge‐
werkt en automatisch opgeslagen
door het systeem.
Zender oproepen
R15 BT / CD15 BT / R16 BT /
CD16 BT / CD18 BT - Een zender opvragen
Selecteer het gewenste frequentiebe‐
reik en druk dan even op de
toets 1...6 om een opgeslagen zender op te roepen.
Roep een zender op de Autostore-lijst
(AST) op door tijdens het beluisteren
van de radio via kort indrukken van de
toets SETUP de modus AST te acti‐
veren. De voorheen geselecteerde
zender wordt nu ontvangen. Druk kort op zendertoets 1...6 op een andere
opgeslagen zender op de Autostore-
lijst op te roepen.CD30 BT - Zender oproepen
Selecteer het gewenste frequentiebe‐
reik en druk dan even op de
toets 1...6 om een opgeslagen zender
op te roepen.
Of selecteer het gewenste frequen‐
tiebereik en markeer dan het num‐
merveld van de opegslagen zender in het display met de toets ⊲ of ⊳. Draaide draaiknop om handmatig in de lijst met opgeslagen zenders te zoeken.
CD35 BT - Zender oproepen
Selecteer het gewenste frequentiebe‐
reik en druk dan even op de
toets 1...6 om een opgeslagen zender
op te roepen.
Selecteer eventueel het FM-golfbe‐
reik en open de lijst met FM-radiozen‐ ders door aan de centrale draaiknop
te draaien. Draai aan de knop om
handmatig naar de naam van de ge‐
wenste zender te zoeken en selec‐
teer deze door de knop in te drukken.Zenders handmatig bijwerken
Zenders kunnen ook handmatig in de
Autostore-lijsten 1)
worden opgesla‐
gen.
Om de lijst met zenders bij te werken en de meest recente te verkrijgen, ac‐
tiveert u het bijwerken van het sys‐
teem handmatig. Het geluid wordt tij‐
dens handmatig bijwerken stil.
CD30 BT - Zenders handmatig
bijwerken
Druk op de toets 0 om het
Radiofuncties -menu te openen.
Draai de draaiknop om FM-lijst
bijwerken te selecteren en druk erop
om het bijwerken te bevestigen.
CD35 BT - Zenders handmatig
bijwerken
Druk op de toets SETUP / TEXT en
draai aan de centrale draaiknop voor toegang tot Radiofuncties .
Draai de draaiknop om FM-lijst
bijwerken te selecteren en druk erop
om het bijwerken te bevestigen.1) Alleen CD30 BT / CD35 BT
36RadioRadio Data System (RDS)RDS is een FM-zender die u de ge‐
wenste zender helpt vinden en sto‐
ringsvrije ontvangst ervan verzekert.
Voordelen van RDS ■ De programmanaam van de geko‐ zen zender verschijnt op het dis‐
playscherm in plaats van de fre‐ quentie ervan.
■ Tijdens het automatisch zoeken naar een zender stemt het infotain‐
mentsysteem uitsluitend af op
RDS-zenders.
■ Het infotainmentsysteem stelt met behulp van AF (Alternative Fre‐
quency) altijd automatisch af op de zendfrequentie met de beste ont‐
vangst van de gekozen zender.R15 BT / CD15 BT / R16 BT /
CD16 BT / CD18 BT - RDS-
functies
Configureren van RDS
Druk op de toets SETUP en draai aan
de draaiknop OK voor toegang tot het
menu RDS. Druk op de knop om te
selecteren.
Draai aan de draaiknop om RDS
SETUP te selecteren.
In- en uitschakelen van RDS
Schakel RDS-AF in/uit door op de
draaiknop OK te drukken. AF ver‐
schijnt op het displayscherm wanneer
RDS actief is.
Tekstinformatie (radiotekst)
Bepaalde FM-zenders versturen
tekstinformatie die betrekking heeft
op het uitgezonden programma (bijv.
naam van een nummer).
Druk op de toets SETUP en draai aan
de centrale draaiknop OK voor toe‐
gang tot het menu Radioteksten.Draai aan de draaiknop om Radio te
selecteren en druk op de knop om
deze informatie te bekijken.
CD30 BT - RDS-functies Configureren van RDS
Met de radio aan drukt u op de toets
RADIO/CD om naar het
Radiofuncties -menu te gaan.
In- en uitschakelen van RDS
Schakel RDS-AF in/uit en druk op de
draaiknop om te bevestigen.
RDS-AF verschijnt op het display‐
scherm wanneer dit ingeschakeld
wordt.
I Verkeersinformatie
(verkeersberichten)
Verkeersinformatiezenders zijn FM
RDS-zenders die verkeersinformatie
uitzenden.I Verkeersinformatie in- of uitschake‐
len
Het in- en uitschakelen van de ver‐
keersberichten:
38Radio
I Verkeersinformatie
(verkeersberichten)
Verkeersinformatiezenders zijn FM
RDS-zenders die verkeersinformatie
uitzenden.I Verkeersinformatie in- of uitschake‐
len
Het in- en uitschakelen van de ver‐
keersberichten:
Druk op de toets SETUP / TEXT en
draai aan de centrale draaiknop voor toegang tot het menu Radiofuncties.
Druk op de knop om te selecteren.
Draai aan de draaiknop om i
Verkeer te selecteren en in/uit te
schakelen door op de knop te druk‐
ken.
■ Als verkeersinformatie is ingescha‐
keld, wordt het afspelen van de cd-/
mp3 voor de duur van het verkeers‐ bericht onderbroken.
■ Verkeersberichten worden niet au‐ tomatisch uitgezonden wanneer
het langegolf- of middengolf-fre‐
quentiebereik is geselecteerd. Ver‐
ander de audiobron of het frequen‐tiebereik in FM om te verzekeren
dat verkeersberichten automatisch
worden uitgezonden.Blokkeren van verkeersberichten
Een verkeersbericht bijv. tijdens het
afspelen van cd/mp3 blokkeren: Druk op de centrale draaiknop (of de
toets /).
Het verkeersbericht wordt onderbro‐
ken, maar de verkeersinformatie blijft
ingeschakeld.
Tekstinformatie (radiotekst)
Bepaalde FM-zenders versturen
tekstinformatie die betrekking heeft
op het uitgezonden programma (bijv.
naam van een nummer).
Houd de toets SETUP / TEXT inge‐
drukt om deze informatie te bekijken.
Druk op de toets / of wacht
30 seconden om weer naar het oor‐ spronkelijke displayscherm te gaan.
40Cd-speler
■ Vuil en vloeistof op de cd's kunnende lens van de audiospeler binnen
in het apparaat vies maken en sto‐
ringen veroorzaken.
■ Bescherm cd's tegen warmte en di‐
rect zonlicht.
■ De volgende beperkingen gelden voor mp3/wma-cd's:
Alleen mp3-bestanden en wma-be‐
standen kunnen worden gelezen.
Maximale mapstructuurdiepte:
11 niveaus
Maximaal aantal mp3- en/of wma-
bestanden dat kan worden opge‐
slagen: 1000 bestanden
Toepasbare weergavelijstexten‐
sies: .m3u, .pls
De afspeellijstitems moeten als re‐
latieve paden zijn opgemaakt.
■ De bediening van de mp3- en wma-
bestanden is identiek. Wanneer
een cd met wma-bestanden wordt
geplaatst, worden mp3-gerela‐
teerde menu's weergegeven.Gebruik
CD15 BT / CD 16 BT / CD 18 BT
- Gebruik van cd-speler
Cd afspelen starten
Schakel het Infotainmentsysteem in
(door op de knop m te drukken) en
duw de cd met de bedrukte zijde naar boven in de cd-sleuf totdat deze erin
getrokken is: het afspelen van de cd
start automatisch.
Als er reeds een cd in de speler is,
drukt u op de toets MEDIA totdat de
gewenste audiobron geselecteerd is:
het afspelen van de cd wordt gestart.
Let op
Afhankelijk van de op de audio- of
mp3-cd opgeslagen gegevens wordt verschillende informatie over de cd
en de actuele muziektrack op het
display weergegeven.
Album of nummer selecteren
Draai aan de draaiknop OK om een
album of nummer uit de lijst te selec‐
teren.Naar de volgende of vorige track
gaan
Druk de toets 2 of 3 één of meer‐
dere malen kort in.
Snel vooruit of achteruit
Houd de toets 2 of 3 ingedrukt
voor snel vooruit of achteruit van het
huidige nummer.
Willekeurig afspelen
Houd tijdens het afspelen van de cd
de genummerde toets 2 of 4 (van de
zendertoetsen 1...6) ingedrukt om het
willekeurig afspelen te activeren.
MIX verschijnt op het display wan‐
neer willekeurig afspelen actief is.
Let op
Op een mp3 cd werkt de willekeurige
afspeelfunctie alleen voor het hui‐
dige album.
Houd de genummerde toets 2 of 4
weer ingedrukt om te deactiveren.
MIX verdwijnt van het display.
Willekeurig afspelen kan ook worden
uitgeschakeld door het uitwerpen van
de cd.