Page 113 of 332
111
5
Zicht
Uitvoering zonder automatische inschakeling
Uitvoering met automatische inschakeling
Ring voor de selectie van de
stand van de hoofdverlichting
Draai aan de ring om het symbool van de gewenste stand tegenover het merkteken te zetten.
Lichten uit.
Automatische verlichting.
Alleen parkeerlicht.
Dimlicht o
f grootlicht.
Grootlichtschakelaar
Trek de hendel naar u toe om over te schakelen
van dim- naar grootlicht en terug.
Als de verlichting is uitgeschakeld of wanneer
alleen de parkeerlichten zijn ingeschakeld, kunt
u een
lichtsignaal geven door de hendel naar u
toe te trekken.
Verklikkerlampjes
Een verklikkerlampje op het
instrumentenpaneel geeft aan dat degeselecteerde verlichting is ingeschakeld.
Page 114 of 332

112
Zicht
Ring voor de selectie van de mistverlichting
De mistverlichting werkt in combinatie met het dimlicht en het grootlicht.
Mistlampen vóór en mistachterlicht
Als de verlichting automatisch wordt
uitgeschakeld (uitvoeringen met automatische
verlichting) of als het dimlicht handmatig wordt
uitgeschakeld, blijven de mistverlichting en deparkeerlichten branden. )Draai de ring naar achteren om demistverlichting uit te schakelen.
De parkeerlichten worden dan ook
uitgeschakeld. Verdraai de rin
g: )
één stand naar voren om de mistlampen
vóór in te schakelen, ) twee standen naar voren om het
mistachterlicht in te schakelen, ) één stand naar achteren om het
mistachterlicht uit te schakelen,
) twee standen naar achteren om de
mistlampen vóór uit te schakelen.
Uitsluitend éénmistachterlicht
)Draai de ring naar voren om hetmistachterlicht in te schakelen.
Wanneer de verlichting automatisch wordt
uitgeschakeld (uitvoeringen met de standAUTO), blijven het mistachterlicht en hetdimlicht branden. )Draai de ring naar achteren om het mistachterlicht uit te schakelen.
Page 115 of 332

113
5
Zicht
Bij helder of regenachtig weer, zowel overdag als 's nachts, zijn de mistlampen vóór en het mistachterlichtverblindend voor medeweggebruikers en daarom niet toegestaan. Gebruik de mistlampen vóór en het mistachterlichtuitsluitend bij mist of sneeuwval. Onder deze weersomstandigheden dient u de mistlampen vóór en het dimlicht handmatig in te schakelen, omdat de lichtsensor voldoende lichtkan waarnemen. Vergeet niet de mistlampen uit te zettenzodra ze niet meer nodig zijn.
Inschakelen van de verlichting na het afzetten van het contact
Draai om de lichtschakelaar weer te activeren ter wijl de verlichting uit is, dering in de stand "0"
en ver volgens in de stand van uw keuze. Als het bestuurdersportier wordt geopend, klinkt een geluidssignaal om aan te geven dat de verlichting nog brandt. De verlichting, met uitzondering vanhet parkeerlicht, wordt na maximaal 30 minuten automatisch uitgeschakeld om het ontladen van de accu te voorkomen.
Uitschakelen van deverlichting bij het afzetten van het contact
Bij het afzetten van het contact gaat alleverlichting onmiddellijk uit, behalve het dimlicht als de automatische follow me home-verlichting is geactiveerd.
Page 116 of 332

114
Zicht
Verlichting overdag
De verlichting overdag is verplicht in sommigelanden en wordt automatisch ingeschakeldals de motor wordt gestart zodat de auto
overdag beter zichtbaar is voor de overige
weggebruikers.
LED-verlichting
Deze wordt automatisch ingeschakeld als demotor wordt gestar t.
Afhankelijk van het land van bestemming doet
deze verlichting dienst als:
- verlichting overdag
* en als parkeerlicht 's nachts (bij de verlichting overdag is delichtsterkte groter), of als- parkeerlichten overdag en 's nachts.
*
Functie kan worden ingesteld via hetconfiguratiemenu van de auto.
De verlichting overdag is beschikbaar:
- in landen waar dit volgens de wetgeving
verplicht is;
het dimlicht brandt in combinatiemet de parkeerlichten en de kentekenplaatverlichting; deze functie kan
niet worden uitgeschakeld.
- in overige landen;
er branden speciale lichtunits (gloeilampenof LED's); deze functie kan worden in- enuitgeschakeld via het configuratiemenu vande auto.
De lichtschakelaar moet in de stand "0"of
"AU TO "
(verlichting overdag) staan.
Het uitschakelen van de verlichting overdagvindt plaats als de lichtschakelaar wordtbediend of als de motor weer wordt gestart; hetinschakelen van de verlichting overdag vindt
onmiddellijk plaats.
De verlichtin
g van de cockpit (instrumentenpaneel,
multifunctioneel display, bedieningspaneel
airconditioning, ...) gaat niet branden, behalve
wanneer deze bij donker automatisch wordt
ingeschakeld of wanneer de verlichting wordt
ingeschakeld (handmatig of automatisch).
Page 117 of 332